Report plenary meeting
Actuele vraag over de beslissing van de ons omringende landen om uit voorzorg het AstraZeneca-vaccin voorlopig niet langer toe te dienen
Actuele vraag over de sterke stijging van de coronacijfers
Report
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, we moeten er geen doekjes om winden: de laatste weken zijn de verschillende signalen en berichten die we krijgen omtrent de vaccinatie niet direct hoopgevend te noemen. We hebben wereldwijde vertragingen van de levering van vaccins, we hebben onzekerheid over de levering van nieuwe vaccins en we hebben nu natuurlijk ook de hele grote onzekerheid rond het AstraZenecavaccin. Heel wat landen in Europa schorten de vaccinatie met dat vaccin op. De berichtgeving zorgt natuurlijk ook in ons land voor grote onzekerheid en roept heel wat vragen op bij onze bevolking. Uit berichten blijkt ook dat mensen het vaccin weigeren of niet meer komen opdagen in de vaccinatiecentra om gevaccineerd te worden.
Heel wat landen in Europa nemen nu dus een pauze in de vaccinatie met het AstraZenecavaccin, omdat er – en ik zeg wel – vermoedelijk als gevolg van dit vaccin mensen zouden zijn gestorven aan een trombose. Samen met het VK is Vlaanderen, en bij uitbreiding België, eigenlijk een vaccinatie-eiland in Europa, de ‘splendid isolation’.
Zelf ben ik geen wetenschapper of medisch expert, maar het lijkt mij toch wel ernstig genoeg om de berichten toch even goed te bekijken. En dan grijp ik ook terug naar de adviezen van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) en onze Hoge Gezondheidsraad. Die adviseren om verder te vaccineren, een advies waar het Vlaams Belang zich bij kan aansluiten, toch tot nader order. Bijkomend voordeel daarvan is dat u op die manier een deel van uw achterstand kunt inhalen die u ten opzichte van andere landen hebt opgelopen. Wie weet kunnen we misschien wel een voorsprong nemen.
Maar – er is natuurlijk ook een ‘maar’ – misschien moet u uit een soort voorzichtigheidsprincipe de pauzeknop indrukken voor een klein gedeelte van de bevolking, namelijk de mensen die een verhoogde kans maken op een trombose, en moet u daar een specifiek advies over vragen.
Maar goed, mijn vraag: er zijn ondertussen heel wat landen die de vaccins in de koelkast laten liggen en de nieuwe leveringen ook in de koelkast laten liggen, in plaats van in de arm. Zult u contact opnemen met de producent om te vragen of die producten naar Vlaanderen kunnen komen om hier een versnelling te kunnen inzetten qua vaccinaties?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Collega’s, minister, zoals iedereen al vernomen heeft, hebben verschillende landen de afgelopen dagen inderdaad beslist om het AstraZenecavaccin niet langer toe te dienen, en dat uit voorzorg. Die beslissing is genomen naar aanleiding van een aantal gevallen waarbij mensen, nadat ze het vaccin toegediend hadden gekregen, een trombose hebben gekregen. Tot op heden heeft ons land die beslissing niet genomen en blijft België dus verder vaccineren, want op dit moment is er ook nog geen enkel wetenschappelijk bewijs dat die tromboses het gevolg zijn van het AstraZenecavaccin. Maar het is wel zo dat het het aantal besmettingen, het aantal ziekenhuisopnames en het aantal opnames op intensieve zorgen enorm stijgen, en dat is zorgwekkend, alsook een bewijs dat het niet het moment is om de pauzeknop in te duwen.
Maar natuurlijk, minister, mogen en kunnen we niet blind zijn voor de vele vragen van burgers die vandaag de dag toch tot bij ons komen, tot in de callcenters van de vaccinatiecentra en waar we toch ernstig mee moeten omgaan om die mensen te kunnen geruststellen dat vaccineren vandaag nog altijd de beste keuze is. Het is ook zo dat we die mensen gerust moeten stellen, maar ook moeten blijven motiveren, want vandaag is vaccineren nog altijd de beste methode om weer naar een normaal leven te kunnen gaan. Vandaar minister, mijn vraag: op welke manier zal er gecommuniceerd worden naar de bevolking, om zo veel mogelijk mensen gerust te kunnen stellen en te blijven motiveren om zich toch te laten vaccineren?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, de mensen zijn moe. De crisis duurt lang, heel erg lang. Vandaag zien we dat de cijfers opnieuw stijgen, voornamelijk op de intensieve zorgen, wat ervoor zorgt dat niet-dringende zorgen weer zullen worden uitgesteld, en dat is heel verontrustend. Ook bij mij in de praktijk zien we dat het aantal coronatelefoontjes toeneemt, het aantal testen toeneemt, het aantal positieve testen toeneemt.
Maar minister, u had dit weekend goed nieuws: u hebt gezegd dat elke 18-plusser gevaccineerd zal zijn tegen 11 juli. We horen hetzelfde in Frankrijk, daar zegt Macron dat iedereen gevaccineerd zal worden tegen ‘Quatorze Juillet’. Ook in de VS horen we dat Biden zegt dat iedereen gevaccineerd zal worden tegen ‘the Fourth of July’. Nu ben ik blij dat we niet in Finland wonen, want in Finland is de nationale feestdag op 6 december. Maar er zit natuurlijk een addertje onder het gras. U maakt een mooie vaccinatiegrafiek: ‘Iedereen gaan we vaccineren tegen 11 juli.’ Maar er staan kleine lettertjes bij, en die lettertjes zeggen: ‘als er niks misloopt’. Mijnheer Beke, als er niks misloopt – bij ons zeggen ze: ‘Als mijn kat een koe was, dan kon ik ze gaan melken achter de stoof.’ Als er niks misloopt – de dag na uw persconferentie zegt Dirk Ramaekers, de chef van Taskforce Vaccinatie, dat het wellicht toch niet zal lukken om iedereen te vaccineren tegen 11 juli.
Minister, u moet geen uitspraken doen over zaken die u toch niet gaat kunnen garanderen, ik vraag u om u bezig te houden met problemen die zich vandaag heel concreet voordoen met die vaccinaties. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de 85-plussers, die niet mobiel zijn. Slechts midden april zullen we die gaan vaccineren via ploegen aan huis. De lijst van risicopatiënten op basis van het dossier van de huisarts is nog altijd niet gemaakt. Op de vaccinatiebrieven van de 85-plussers staat: bel uw huisarts als u niet naar het centrum kan gaan. Ondertussen worden de huisartsen niet ingelicht en kunnen wij geen concrete informatie geven aan de mensen waar ze gevaccineerd kunnen worden.
Minister, hoe gaat u inzake vaccinaties en coronabeleid voorkomen dat er een derde, zware golf opnieuw veel slachtoffers maakt?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hebben inderdaad de beslissing genomen om onze vaccinaties door te zetten. ‘Horum omnium fortissimi sunt Belgae’: als je de kaart van Europa bekijkt, lijkt het dat wel. Nochtans hebben we dat gedaan op zeer rationele gronden, zoals wij tot nu toe in ons land altijd op zeer rationele gronden beslissingen hebben genomen. Dat wil zeggen: advies gevraagd van de taskforce, telkens advies gevraagd van de Hoge Gezondheidsraad, er goed naar geluisterd, er ook naar gehandeld, gekeken wat de internationale experten zeggen en dan beslissingen genomen. Dat hebben we ook gedaan toen in het buitenland twijfels groeiden omtrent AstraZeneca. Onmiddellijk hebben wij onze experten rond de tafel gezet. Onmiddellijk hebben wij advies gevraagd. De Hoge Gezondheidsraad heeft gezegd: ‘Wij adviseren om verder te vaccineren.’ Het Europees Geneesmiddelen Agentschap heeft gezegd: ‘Wij gaan die casussen waar men over spreekt onderzoeken, maar intussen adviseren we om verder te vaccineren.’ De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft gezegd: ‘Wij adviseren om verder te vaccineren.’ Dat is dus wat wij gedaan hebben.
En dat om een aantal redenen, die doorslaggevend waren. De eerste reden was dat een opschorting alleen maar nadeel zou gehad hebben voor het vaccinatieplan. Ik weet niet of u de buitenlandse pers gelezen hebt. Vandaag spreekt men in die landen over chaos.
De causaliteit is niet vastgesteld. Dat is het belangrijkste element. Als er een causaal verband zou worden vastgesteld, zullen we natuurlijk onmiddellijk opnieuw luisteren naar de experts. Op dat moment zullen we beslissingen nemen die op dat moment genomen moeten worden. Dat zullen we doen. Dat hebben we tot nu toe altijd gedaan. We zetten alles in op deze vaccinatiestrategie.
Mijnheer De Reuse, u zegt dat we dan een stukje van onze achterstand kunnen inhalen. Ik heb de cijfers nog bekeken. In Vlaanderen is het percentage 9,8 procent voor de eerste dosis, 4,6 procent voor de tweede dosis. In Duitsland is dat: eerste dosis 9,4 procent, tweede dosis 4,2 procent. In Luxemburg: eerste dosis 7,8 procent, tweede dosis 3 procent. In Frankrijk: eerste dosis – vergelijkbaar – 9,7 procent, tweede dosis 4,2 procent. In Nederland: eerste dosis – net iets meer – 9,9 procent, tweede dosis 3,5 procent. Uit de Vlaamse cijfers blijkt dat we ons best mogen vergelijken.
Twee weken geleden had ik contact met AstraZeneca, niet over deze casus, die was toen nog niet aan de orde, maar wel over de leveringen en leverschema’s. Ik heb opnieuw contact opgenomen en de vraag voorgelegd of wij kunnen gebruikmaken van de extra’s als die er zijn. We zullen die inzetten wanneer we die kunnen krijgen in onze vaccinatiestrategie, zolang we die strategie aanhouden. Ik heb bericht gekregen dat ze onze vraag goed ontvangen hebben en dat onderzoeken. Ze wachten op de uitslag morgen van het Europees Geneesmiddelenagentschap. Dat lijkt me logisch, want een aantal landen hebben de pauzeknop ingedrukt, maar ik denk dat ze zo snel mogelijk weer aan de slag willen. Dus ja, ik heb die vraag opgepakt en duidelijk gesteld.
Mevrouw Vandecasteele, ik verbaas me een beetje over uw vraag. Enfin, ik verbaas me daar eigenlijk niet meer over. Wij moeten in het parlement vragen beantwoorden die parlementsleden stellen. Als ik naar aanleiding van één jaar corona van De zevende dag de vraag krijg om vragen van burgers te beantwoorden, en die burgers vragen me hoe het zit, wat ik ervan denk, dan moet ik daar ook op antwoorden. Ik heb altijd met twee woorden gesproken in dit parlement, uiteraard op basis van de leverschema’s. We hebben onze strategie opgesteld op basis van de leverschema’s. We zullen die moeten aanpassen op basis van de leverschema’s. Ik hoop dat we in de toekomst ook eens kunnen versnellen, en niet opnieuw moeten vertragen op basis van de leverschema’s. De minister-president en ikzelf, we hebben altijd met twee woorden gesproken.
Het is onze ambitie, als de vaccins er zijn, dat we er klaar voor zijn. De vaccinatiecentra zijn er klaar voor. Ze stellen mij de vraag hoeveel capaciteit ze moeten voorzien, mevrouw Vandecasteele. In februari deden we ongeveer 75.000 vaccinaties per week, in maart doen we er 130.000 per week. We schatten dat dat 290.000 vaccins worden per week in april. Dat kan oplopen tot een half miljoen per week in mei en juni. Dat is de capaciteit die klaarstaat. We kunnen geen vaccins zetten die we niet hebben. Natuurlijk spreek ik nog altijd onder die voorwaarde. Ik zal dat blijven zeggen.
De epidemiologische situatie is natuurlijk niet oké. De cijfers gaan inderdaad de hoogte in. Op de interministeriële conferentie deze morgen hebben we – na een gedachtewisseling – gevraagd om een nieuw epidemiologisch rapport. We willen zien of de cijfers de prognoses van een paar weken geleden weerspiegelen. Herinner u de zogenaamde blauwe lijn. Dat waren de verwachtingen op basis van de Britse en andere varianten. In welke mate zijn die gerealiseerd? Zitten we daarboven? Zitten we daaronder? Hoe moeten we dat interpreteren? Als we dat rapport krijgen, zullen we dat uiteraard op een ernstige manier bestuderen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. U stelt met 11 juli 2021 een doel, een symbolisch doel. Dat is mijns inziens veel beter dan het doemdenken dat we constant vanuit het federale niveau horen. Als men daar het woord ‘versoepeling’ hoort, drukt men direct alle hoop de kop in. U zegt dat 11 juli zal worden gehaald als we voldoende vaccins hebben, en dan hebt u daar twee zaken bij vermeld. Ten eerste halen we opnieuw meer vaccins uit een flesje. De vraag is natuurlijk of het een goede strategie is om dat aan de grote klok te hangen, gezien wat we in het verleden al meegemaakt hebben. Ten tweede zegt u dat er een kortere doorlooptijd tussen de uitnodiging en de prik in de arm moet zijn. Daar ligt een grote taak voor Vlaanderen. We moeten ervoor zorgen dat die vaccins niet in de koelkast blijven zitten, maar dat de vaccinatie altijd maar blijft doorgaan.
Hoever staat u daarmee in het kader van deze optimalisering, minister?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. We ondersteunen u er zeker in dat de adviezen en wetenschappelijke onderbouwing echt wel belangrijk zijn. Op basis daarvan moeten we beslissen om te blijven vaccineren. Dat is natuurlijk een goede zaak. De toestand is vandaag echter opnieuw ernstig. Zoals ik al zei, stijgen de besmettingen enorm. Mensen naar die vaccinatiecentra krijgen, is echt wel een blijvende belangrijke boodschap die we moeten kunnen meegeven.
Daarom, minister, doe ik een bijkomende oproep om toch wel zeker te blijven inzetten, en misschien in deze tijd ook wel extra in te zetten, op de communicatie met de callcenters van de vaccinatiecentra en met de lokale besturen. De mensen in de callcenters staan toch wel in de frontlinie als ongeruste burgers hen bellen. Minister, daarom doe ik een oproep om, als er nieuwe info is, die mensen in de callcenters direct op de hoogte te brengen, zodat zij de info in eerste lijn kunnen meegeven aan de burgers.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Beke, het helpt echt niet om telkens opnieuw beloftes te doen die u uiteindelijk niet kunt waarmaken. Dat helpt echt niet, zeker niet voor het vertrouwen van de mensen. Mijn vraag blijft eigenlijk onbeantwoord. Hoe zult u die derde golf aanpakken? Wat hebt u ondertussen geleerd? We zijn een jaar verder en we staan nog altijd even ver. Hoe en waar verspreidt het virus zich precies? Waar zitten die superverspreiders precies? Waar zitten de clusters precies? We weten ondertussen dat de clusters zich voornamelijk in scholen en bedrijven bevinden. In welk soort bedrijven is dat? Wat zult u doen om de besmettingen daar tegen te gaan? Dan is telewerk het antwoord. Dat klopt, maar er zijn heel veel mensen die niet kunnen telewerken. De auto’s in Volvo Cars worden niet gemaakt via een Zoommeeting. De containers in de haven van Antwerpen worden niet geleegd door een WhatsAppbericht. (Opmerkingen)
Er zijn mensen die fysiek op de vloer de containers moeten laden.
Kunt u wel afronden, alstublieft? We weten allemaal hoe containers worden afgehandeld.
Ik hoop het, maar blijkbaar niet. Ik hoop dat iedereen beseft dat er nog heel wat mensen fysiek naar de werkvloer moeten gaan.
Mijn pleidooi, minister, is dat we voor een veiligere werkplaats moeten zorgen. We moeten vermijden dat daar steeds maar meer en meer clusters komen, en dat doen we vandaag niet. Toch wordt ons sociaal en cultureel leven verregaande beperkingen opgelegd, met alle gevolgen van dien voor ons mentaal welzijn.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, de reactie van de andere landen op het nieuws, of misschien fake nieuws, over AstraZeneca biedt ons alleszins wel een kans om met onze vaccinatiecampagne te versnellen. Ik vind dat u de kans met beide handen moet grijpen, omdat er veel andere landen zijn die op dit moment, alleszins tijdelijk, geen nood hebben aan AstraZenecavaccins. We moeten die zo snel mogelijk naar Vlaanderen krijgen, want heel veel mensen zijn vragende partij.
Vanmorgen was er een interministeriële conferentie. Ik heb daarover nog een vraag. Welk standpunt hebben de Vlaamse Regering en andere regeringen daar ingenomen over kinderen onder de 15 jaar die in de paasvakantie op kamp willen gaan en blijven overnachten? Wat is er op dat vlak over het testbeleid gezegd? Zijn er beslissingen genomen rond de sneltesten en de zelftesten?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik denk dat we de komende dagen zullen zien hoe het zich verder ontspint. Het is alvast duidelijk dat heldere communicatie – en extra investeren daarin – nodig zal zijn als het gaat over AstraZeneca, de collega’s wezen daar ook al op.
Maar er zijn twee zaken waar ik nog even kort op wil wijzen. Het onderwijs uitte vandaag opnieuw een noodkreet. Collega’s, we hebben er allemaal samen voor gekozen dat het allerlaatste wat we zouden sluiten, het onderwijs is. Minister, laat ons echt werk maken van een test- en vaccinatiestrategie die ook die doelstelling zou dienen. De onderwijssector is daarvoor zeer sterk vragende partij.
En ten tweede – en dat is dan mijn vraag, minister –: het risico op een derde golf is vandaag reëel, de cijfers zijn zorgwekkend. Ik val dan ook van mijn stoel als ik minister-president Jambon nu al hoor verklaren dat de Vlaamse Regering volgende week op het Overlegcomité de opening van de terrassen op tafel zal leggen. Dat is iets wat zelfs de sector zelf niet vraagt. Zij zeggen zelf – gisteren nog de kusthoreca – dat dit eigenlijk onhaalbaar is. Vandaar mijn vraag, minister: ondersteunt u dat standpunt van de Vlaamse minister-president? Is dat het standpunt van de regering, dat de terrassen in de paasvakantie opnieuw moeten?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ja, minister, wat AstraZeneca betreft: dat is stilaan een Gallisch dorp aan het worden. Wie dan de Asterix en de Obelix is, dat laat ik aan uw verbeelding over. Maar ik denk dat dit inderdaad wel opportuniteiten biedt, om onze vaccinatie in Vlaanderen te versnellen, om er voor te zorgen dat we die AstraZenecavaccins naar ons halen. We moeten daar niet aan vasthouden uit koppigheid, of uit opportunisme, maar gewoon omdat we altijd de wetenschap hebben gevolgd. Ik denk dat dat onze enige kracht is in heel deze crisis, dat we altijd de wetenschap zijn blijven volgen. Hou daar dus vooral aan vast. En probeer die vrijgekomen dosissen … Collega’s, kunnen jullie misschien even stil zijn? Want het is geweldig irritant als er vanuit die kant altijd gemurmel is, echt waar. Dat is niet beledigend, dat is de akoestiek. (Opmerkingen)
Collega’s, collega Vande Reyde heeft het woord.
Haal die vaccinaties naar Vlaanderen. Wij doen nu bijvoorbeeld op ons vaccinatiecentrum in Diest op één week wat we eigenlijk op één dag zouden kunnen doen. U moet ze niet allemaal naar Diest halen, maar probeer die vrijgekomen dosissen naar Vlaanderen te halen.
Ik heb een tweede vraag. Ik denk dat het, wat het Overlegcomité betreft, nodig is om daar met een duidelijk standpunt vanuit Vlaanderen naartoe te trekken, gelieerd met de gezondheidssituatie. En dan hoor ik inderdaad geluiden van terrassen vanaf de paasvakantie – de horeca is daar niet echt voorstander van. Ik hoor ook geluiden vanuit de regering om het telewerk af te bouwen, terwijl anderen zeggen dat we dat eigenlijk moeten behouden. Mijn vraag is: hoe gaat u ervoor zorgen dat we duidelijke standpunten hebben die conform de gezondheidssituatie zijn?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ja, minister, ik heb het toch ook heel moeilijk met politici die allerlei beloften doen waarvan ze niet weten of ze die zullen kunnen houden, of die in het wilde weg ideetjes lanceren over extra versoepelingen … (Opmerkingen van Lorin Parys)
Collega Goeman heeft het woord, collega Parys!
… vooral omdat ze zichzelf daarmee populair willen maken. Ik denk dat je mensen daarmee valse hoop geeft, of erger nog, je maakt ze gewoon iets wijs. Want de cijfers – het is hier al gezegd – zijn inderdaad niet goed. De Britse variant circuleert, het aantal opnames stijgt, het aantal besmettingen stijgt. Ik denk dat het dus compleet onverantwoord is om op dit moment te pleiten voor extra versoepelingen, zoals het vroeger openen van de terrassen. Kijk naar wat in Italië is gebeurd: daar waren de terrassen opnieuw open, en nu is ongeveer het hele land opnieuw in lockdown. Ik denk dat het nu vooral een kwestie is om iedereen te overtuigen zich aan de maatregelen te houden, zoveel mogelijk thuis te werken, in quarantaine te gaan als dat nodig is, zodat we de stappen die in het vooruitzicht zijn gesteld – onder andere de échte opening van de horeca op 1 mei – ook kunnen halen. Ik denk dat dat veel interessanter is, en dat ook de sector veel meer daarop zit te wachten, dan op het snel-snel en ondoordacht heropenen van de terrassen, met alle risico’s van dien.
Mijn vraag is dus: bent u het ermee eens dat het onverstandig is om op dit moment voor extra versoepelingen te pleiten in het licht van de stijgende besmettingen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega Goeman, ik begrijp zeer goed dat u er alles aan wilt doen om 1 mei niet in de problemen te brengen. In uw geval zou ik dat uiteraard ook doen.
Er is hier daarnet gepleit om, op basis van ‘facts and figures’ en wetenschap en duidelijke gegevens te kunnen praten en discussiëren. Dat is wat ik vanmorgen ook op de interministeriële conferentie gevraagd heb: of we een aangepast, nieuw rapport kunnen krijgen, waardoor we op basis van die nieuwe elementen ook een aantal beslissingen kunnen nemen. Ik denk dat dat de logica zelf is. Dat is het uitgangspunt om te kijken hoe we daarmee omgaan. Er is inderdaad een discussie geweest, collega Parys, over kampen en kinderen in de paasvakantie, en onder welke voorwaarden dat kan.
Dat is een van de elementen geweest. Je hebt de voorwaarden waaronder het kan, de protocollen, testen enzovoort, maar je hebt anderzijds ook de epidemiologische situatie. En dus hebben wij gevraagd om daar op heel korte tijd een nieuw rapport over te kunnen hebben.
Het is logisch dat de mensen vragen hebben over AstraZeneca. We zien dat ook in onze vaccinatiecentra. Mensen hebben vragen, maar in onze vaccinatiecentra krijgen ze ook de antwoorden. Wij bezorgen aan onze vaccinatiecentra, aan de coördinatoren, de nodige antwoorden, die ze kunnen geven wanneer die vragen worden gesteld. Ik denk dat het ook op die manier hoort.
Collega Vandecasteele, u zegt dat clusteronderzoek en bronnenonderzoek hier allemaal niet gebeuren. Sorry, dat gebeurt hier wel. Dat gebeurt hier met onze contactopsporing. Dat gebeurt door de CLB’s. Dat gebeurt door onze bedrijfsartsen. En u hoeft mij niet te geloven. Vanmorgen, op de interministeriële conferentie, heeft mijn collega Frank Vandenbroucke aan andere collega’s, aan andere deelstaten, gezegd dat ze daar beter werk van moeten maken: ‘In Vlaanderen lukt dat. Jullie moeten dat ook doen.’ Ik gebruik maar een gezagsargument wanneer dat nodig is. Het kan u misschien meer overtuigen dan ikzelf. Breng dus niet dat riedeltje dat dat niet gebeurt. Het gebeurt wel.
We moeten dat voortdurend bijwerken en bijschaven. Dat is iets anders. We moeten dat op vele vlakken doen. We hebben het daarnet gehad over de testen. Wat zijn de randvoorwaarden van de testen? Wat doe je daarmee als er positieve testen zijn enzovoort? Dat zit uiteraard allemaal in die geïntegreerde strategie. We doen dat wel. Maar het is natuurlijk geen geheim – en we hebben het daar gisteren in de commissie ook over gehad – dat op een gegeven ogenblik, als de besmettingen zo hoog zijn, je geen bronnen- en clusteronderzoek meer kunt doen. Als zoveel mensen besmet zijn, dan moet je ergens stoppen. Dan beperk je je tot de contactopsporing. Dat is wat we in de tweede golf gezien hebben. Wij hebben dat in Vlaanderen in die tweede golf wel in stand kunnen houden. Er zijn er andere waarbij dat minder of niet meer gelukt is.
Ik begrijp wel dat u houdt van doemdenken. De vaccinaties mogen niet lukken. De contactopsporing mag niet lukken. Dat is waar u telkens met uw ondertoon over spreekt. De realiteit is dat op het terrein heel veel mensen hun uiterste best doen, al een jaar lang, om dat allemaal in heel moeilijke omstandigheden toch tot een succes te maken. En ik sta aan de kant van diegenen die dat elke dag opnieuw proberen waar te maken.
De heer De Reuse heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat we allemaal willen – de horeca, de reissector, de cultuur- en de evenementensector, onze zelfstandigen – dat ons economische weefsel zo goed mogelijk uit deze crisis komt. Daarnaast mogen we zeker niet alle vrijheidsbeperkende maatregelen vergeten, die mentaal zwaar doorwegen bij onze jeugd, bij onze senioren, en eigenlijk bij de hele bevolking. We moeten dringend die stappen vooruit zetten. En dat zal gebeuren door een goede vaccinatie.
Ik denk dat we mogen besluiten dat, zolang we een positief advies hebben en we de wetenschap aan onze kant hebben, zowel het Europese Geneesmiddelenagentschap als de Hoge Gezondheidsraad, we moeten blijven volharden in de vaccinatiestrategie zoals ze er is.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Het is al veel gezegd, maar het blijft belangrijk: enkel door de vaccinaties en door het verder respecteren van de afstandsregels zullen we ons door deze pandemie kunnen loodsen. Wij zijn een land met een duidelijke aanpak van de crisis. We tonen dat we niet zomaar volgen. We nemen doordachte beslissingen, die onderbouwd zijn door de wetenschappers. En dat bewijzen we vandaag opnieuw. Als de inzichten veranderen, zullen we ons daar uiteraard ook aan aanpassen. Maar vandaag is dat niet nodig.
Collega's, een jaar geleden stonden we elke avond buiten om te applaudisseren voor de zorg. Wel, het beste applaus dat we nu kunnen geven, tijdens deze Week van de Zorg, is het applaus aan de zorg voor alle mensen die zich gaan laten vaccineren. Alle mensen die zich ook vandaag zelf laten vaccineren, verdienen een groot applaus.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Beke, werkelijk: doemdenken? Mijn excuses, ik sta al van in het begin in de frontlinie. Wij zijn met Geneeskunde voor het Volk van in het begin zelf begonnen met contactonderzoek om de coronabesmettingen tegen te gaan. We hebben een voorbeeld gemaakt van hoe je lokaal aan contacttracing kunt doen.
Wat de vaccinaties betreft, is onze partij in het Europees Parlement actief aan het pleiten om de patenten tijdelijk aan de kant te zetten, zodat er meer vaccins zullen zijn, zodat we effectief iedereen snel kunnen vaccineren, en dat wereldwijd. Dat doen wij als partij. Dat doe ik op het terrein, met de mensen.
En inderdaad, er zijn enorm veel mensen die vandaag op het terrein actief zijn, maar het water staat die mensen aan de lippen. Luister eens naar de mensen in de CLB’s, die proberen al die clusters in te dijken in de scholen. Luister eens naar die mensen. Zij hebben versterking nodig. Zij kunnen niet meer volgen. Momenteel worden clusters ten eerste te weinig ontdekt en ten tweede te weinig aangepakt, minister. Ik pik het echt niet dat er hier gesproken wordt over doemdenken, terwijl ik er alles aan doe om ervoor te zorgen dat de vaccinaties slagen en dat we eindelijk niet meer moeten spreken over opnieuw opgaande golven, want dat is ook een verantwoordelijkheid van het beleid en niet enkel van de mensen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.