Report plenary meeting
Actuele vraag over het aangekondigde testevent in Hasselt
Actuele vraag over de inzet van sneltesten in het kader van het verdere versoepelingsplan
Actuele vraag over de testevents
Report
Het antwoord wordt gegeven door de minister Demir en minister Beke.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister, dit weekend vierden we een trieste verjaardag, namelijk die van een jaar lockdown. We hebben dan ook nogmaals de culturele sector gesteund via acties als ‘1 jaar Knaldrang’ van Studio Brussel en het marathonconcert in het Sportpaleis, waar ook de minister-president aanwezig was. De boodschap van de cultuur- en evenementensector is eigenlijk heel helder: ze willen geen ongegronde versoepelingen, ze willen vooral een duidelijk en evenwichtig beleid. Uiteraard kadert dat ook in de beslissing over de heropening van de cultuursector en de evenementen die deze zomer mogelijk zullen zijn.
Ik dacht dat de minister-president mijn actuele vraag zou beantwoorden. De minister-president had aangegeven dat hij zo lang mogelijk met die beslissing wilde wachten, in de hoop er dan toch een positief gevolg aan te kunnen geven. We zien nu echter dat hoe langer hoe meer organisaties zelf tot een beslissing overgaan, en tot annulatie overgaan, bijvoorbeeld gisteren Rock Werchter.
We hebben in de commissie Cultuur ook al een paar keer gezegd dat het geen zin heeft om aan datumfetisjisme te doen. Wat wel is aangewezen, is afgaan op het oordeel van de experten en het oordeel na testevenementen. Ik had aan de minister-president gevraagd of wij in Vlaanderen ook testevenementen zouden organiseren, in navolging van Nederland. De minister-president stelde toen dat niet te zullen doen in Vlaanderen en de resultaten van Nederland af te wachten en zich hierop te baseren voor een beslissing. Nu vernam ik dat er toch testevenementen zouden komen volgend weekend. Ik vraag me dan ook af hoe die eruit zullen zien en op welke wetenschappelijke basis deze gestoeld zijn en met welke partners die zullen worden georganiseerd.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik denk dat we op dit moment allemaal beseffen dat te ver vooruitblikken zeer moeilijk is. De cijfers zijn niet geruststellend, integendeel. Het is dus ook zeer moeilijk om een concreet perspectief te geven aan de cultuursector, de evenementensector, de jeugdsector in brede zin. Zij snakken daar allemaal enorm naar, zoals wij allemaal. Tegelijk moeten we vandaag de eerlijkheid hebben om te zeggen dat het niet het moment is om daar veel inzicht in te geven.
Tegelijkertijd heeft die sector nood aan een stuk duidelijkheid richting de toekomst. Daarom is het goed dat erover nagedacht wordt, zodat we, op het moment dat we heropenen, weten onder welke voorwaarden we dat zullen moeten doen, en wat daarbij goede praktijken zijn.
Tegelijk was onze fractie ook wel geschrokken bij het nieuws van vorige week. Collega D’Hose verwees er ook naar. Want twee weken geleden had de minister-president in de commissie Cultuur eigenlijk aangekondigd dat we dat niet zouden doen. Dat wordt al in het buitenland gedaan, en men zou de conclusies die daaruit voortkomen opnemen als goede en verworven inzichten waarmee men dan aan de slag gaat. We zouden dus geen dubbel werk doen.
U begrijpt dat wij op dat moment, zeker als oppositie, ons afvragen of dat testevenement toch nodig blijkt? Wordt er op twee weken tijd dan toch geïmproviseerd? Ik ben ook blij dat minister Beke hier wel is, maar ik zie bij de communicatie dat de minister van Volksgezondheid niet meegenomen wordt. Dan stel ik mij de vraag hoe dit tot stand is gekomen.
Het is wel een goede zaak dat het er komt, maar we stellen ons toch de vraag wat de bedoeling hiervan is. Welke inzichten wil de regering hiermee verwerven, en in welke mate zal dit ook een referentie zijn voor toekomstige evenementen? Maar de vraag is dus vooral welke inzichten de regering uit dit testevenement wenst te halen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, het is nu al een heel jaar dat wij allemaal in de greep van corona zitten. Een jaar geleden gingen we in lockdown. We weten ondertussen natuurlijk dat de enige uitweg die massale vaccinatie is. Maar we zijn daarvoor afhankelijk van de levering van vaccins. Dag na dag worden er meer en meer mensen gevaccineerd, maar we weten allemaal dat het nog een hele tijd zal duren eer we zover zijn dat die pandemie als voorbij kan worden gezien.
Ondertussen weten we ook dat de mensen echt snakken naar versoepelingen. De vraag is op welke manier we toch aan die grote roep kunnen tegemoetkomen, en hoe dat op een veilige manier kan gebeuren. Dan hoor je natuurlijk meer en meer de vraag naar welke rol testen daarin kunnen spelen, en ik heb het dan onder meer over sneltesten en zelftesten.
Die moeten natuurlijk wel betrouwbaar zijn en het moet ook praktisch en op een goede manier georganiseerd kunnen worden. Want het klinkt wel heel goed, maar we hebben uit testen die reeds zijn gebeurd ook ervaren dat dat veel tijd in beslag neemt. Zo mogen sneltesten ook alleen afgenomen worden door medisch geschoold personeel. Mijn vraag is dan ook op welke manier de teststrategie, en specifiek de strategie voor de inzet van sneltesten en zelftesten, met het oog op versoepelingen, verder wordt voorbereid.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Flanders is a festival. We zijn daar wereldwijd voor beroemd, en we snakken er allemaal naar om te genieten van een festival zonder beperkingen, niet in het minst de evenementensector. Die snakt daar nog veel meer naar. Maar het klopt dat we vandaag realistisch moeten zijn en de gezondheid van iedereen voorop staat.
Collega Schryvers heeft het ook gezegd; die vaccinaties zijn cruciaal. Maar ik denk dat ook het inzetten van tests belangrijk kan zijn. Als ik het goed begrijp hebben we nu een testevenement waarbij we enerzijds samenwerken met die evenemtensector, die natuurlijk de kennis en ervaring heeft rond het organiseren van festivals. Maar anderzijds werken we ook met onderzoekers van de universiteiten Antwerpen en Hasselt, die heel specifiek met dit testevenement willen zoeken hoe die tests betrouwbaar en bruikbaar kunnen zijn.
Ik las in de pers dat die duizend studenten die zullen kunnen genieten van een festival of evenement wel drie tests moeten ondergaan. Er is de klassieke PCR-test, een antigeentest en dan een zelftest. Die klassieke PCR-test en antigeentest moeten tot nu toe nog altijd door medisch personeel worden afgenomen; een zelftest is iets anders. Ik denk dat dat het doel is van dat testevenement.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag voor u. Willen we, los van die doelstelling, met dit testevent nog andere zaken onderzoeken?
Minister Demir heeft het woord.
We hebben in de commissie Toerisme al vaak over evenementen gesproken. Dat kunnen dan sportevenementen, culturele evenementen of festivals zijn. Vorig jaar heeft Event Flanders de lead genomen. Event Flanders zit mee in de cockpit en heeft voldoende ervaring. We hebben vorig jaar met verschillende instrumenten gewerkt om evenementen, al dan niet in kleinere vorm, toch te laten plaatsvinden. Als het mogelijk is, vind ik het belangrijk dat we er alles aan doen om evenementen mogelijk te maken.
Om die reden zitten we vanaf eind vorig jaar structureel samen met de evenementen- en festivalsectoren en met virologen. Event Flanders heeft dat in handen genomen. We gaan na hoe we dat komende zomer zullen aanpakken. Zodra het virus onder controle is, zullen evenementen al dan niet kunnen plaatsvinden.
Er is een kader. We houden rekening met het aantal ziekenhuisopnames, het aantal besmettingen en de vaccinatiegraad. Een andere vraag was of we, net zoals in het buitenland, geen testevenement zouden houden. In Nederland en Spanje zijn al testevenementen georganiseerd, maar we willen natuurlijk niet weer hetzelfde doen.
Wat wij in Vlaanderen doen, is samen met de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Hasselt onderzoeken of zelftesten ook betrouwbaar zijn. Over de klassieke testen en de sneltesten is ondertussen, onder meer op basis van de ervaringen met buitenlandse events, voldoende geweten. De vraag is wat we met die zelftesten kunnen doen. Voor de eerste twee soorten testen hebben we vooral geschoolde medewerkers nodig. Die zelftesten moet iedereen zelf afnemen. Het is de bedoeling dat de deelnemers aan een testevenement vooraf een instructiefilmpje krijgen over de manier waarop ze de zelftest moeten afnemen. Vervolgens moeten de deelnemers drie testen ondergaan, namelijk eerst de klassieke test en de antigeentest, die door een zorgverlener worden afgenomen, en dan de zelftest. We gaan ervan uit dat die laatste twee testen ongeveer hetzelfde resultaat hebben. Tijdens het testevenement in Hasselt onderzoeken we ook de eventuele foutenmarge op de bruikbaarheid.
We hebben twee randvoorwaarden afgesproken. Ten eerste moet de viruscirculatie natuurlijk onder controle zijn. We kijken voor dat testevenement nu vooral naar eind april 2021, maar we moeten rekening houden met de viruscirculatie. Ten tweede is de opvolging achteraf even belangrijk als de screening vooraf.
Tijdens het testevenement zullen we vooral naar de zelftest en naar het verschil met de andere twee testen kijken. De praktische organisatie zal worden verzorgd door Live Nation en Pukkelpop, twee grotere organisatoren die voldoende ervaring hebben om grotere evenementen op een veilige manier te organiseren. We zullen hopelijk kunnen zien wat de verschillen zijn. We hopen vooral dat de zelftesten ook andere sectoren een perspectief bieden. Dat is heel de opzet van het testevenement.
Ondertussen treffen we de voorbereidingen met de werkgroep, waar veel volk in zit. Op 19 maart 2021 staat de afstemming op het werk van de coronacommissaris gepland.
Het buitenland doet een aantal testevenementen, maar ik vind wel dat we op Vlaams niveau het derde aspect, het aspect van de zelftest, zelf moeten bekijken. Dan komen we misschien tot inzichten. Dat kunnen we dan vervolgens gebruiken in andere sectoren.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik geef een paar aanvullingen bij wat mijn collega heeft gezegd.
Testen maakt een belangrijk deel uit van onze strategie. Dat is al sinds een jaar het geval. De PCR-testen en het opschalen van het aantal PCR-testen zijn een dynamische strategie sinds vorig jaar. Dan zijn er de antigeentesten die wij sinds vorig najaar inzetten. Dat doen we natuurlijk niet zomaar. De interfederale Taskforce Testing, onder leiding van Herman Goossens, werd opgericht om al die verschillende teststrategieën goed op elkaar af te stemmen, ze op te volgen en te bekijken wat we daaruit leren. Dat is belangrijk, om telkens te leren en te zien hoe we dat verder kunnen verdiepen, verbreden enzovoort.
We leren daar een aantal belangrijke zaken uit.
Ten eerste is niet elke test even betrouwbaar. Daar hebben we het in de commissie al vaak over gehad. Betrouwbaarheid is belangrijk omdat je anders een vals gevoel van veiligheid kunt geven. Dat is de hele oefening die voorzien is, maar die we ook met de pilootprojecten in de woonzorgcentra, in het onderwijs en in de bedrijven hebben gedaan, en die we goed proberen te monitoren.
Het tweede is dat die testen ook niet op zich staan. Ze moeten ingebed zijn in een bredere aanpak. Dat zijn de zogenaamde protocollen. Wat gebeurt er onder welke omstandigheden? Hoe kun je ervoor zorgen dat dingen die anders niet zouden kunnen doorgaan nu wel kunnen doorgaan? De protocollen spelen een heel belangrijke rol in heel dat verhaal.
Het derde belangrijke element is de opvolging. Als je positief getest bent, hoe ga je daar dan mee om? Niet alleen als persoon, als individu, maar wat is dan – om maar een aspect te noemen – de link met de contactopsporing?
Dan heb je nog het hele logistieke, praktische verhaal. Samen met collega Weyts hebben we dat in het onderwijs zo gedaan. Ik heb al verwezen naar de woonzorgcentra. Er is ook de arbeidsmarkt, wat we nu verder willen uitrollen.
Het is dus een hele leeroefening die we aan het doen zijn. We hebben deze voormiddag een zeer boeiende gedachtewisseling gehad over het inzetten van PCR-testen in de eerste lijn. Het repetitieve testen zal met de antigeentesten en de sneltesten een van de elementen zijn, net omdat de betrouwbaarheid daarvan een stukje minder is. Een derde verdedigingslijn zijn die autotesten, de zelftesten: hoe kunnen die daar een rol in spelen?
Met de hele oefening zijn we druk doende, om de teststrategie de komende weken en maanden – ik denk wel dat we in dat tijdsperspectief moeten redeneren – verder te ontplooien.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Dank u wel voor uw heldere antwoorden. Ik ben van mening dat we ons moeten laten leiden door de expertise. Dat bent u aan het doen. En we moeten ook altijd die besmettingen voor ogen houden. Maar ik denk ook dat we een onderscheid kunnen maken tussen grotere en kleinere festivals. Van nature gaan we altijd denken aan de grotere, zoals Graspop en Rock Werchter. Maar ik denk dat Vlaanderen ook gekend is omwille van zijn braderijen, zijn festiviteiten. In Frankrijk zullen er de komende zomer wel kleine evenementen met vijfduizend mensen mogelijk zijn. Het publiek moet er zitten. Ik had ook begrepen dat viroloog Steven Van Gucht hiervoor te vinden was. Daarom de bijkomende vraag of u in de exitstrategie rekening zult houden met dat mogelijke onderscheid tussen de groten en – laat ons zeggen – de kleintjes en de middelgroten.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ministers, ik dank u voor uw antwoorden.
Ik vind het een goede zaak dat dit gepland staat, los van de timing en los van de gezondheidssituatie omdat het testen van testen in een labosituatie natuurlijk iets anders is dan in de praktijk bij een reële activiteit, waar je andere mensen hebt en andere omgevingsfactoren die zaken kunnen beïnvloeden.
Ik wil nog twee aspecten heel kort belichten. Enerzijds het gezondheidsaspect. Het is superbelangrijk om nauw te blijven samenwerken met virologen en de algemene situatie in de samenleving te blijven inschatten. Als de timing opgeschoven moet worden, dan hoop ik echt dat daarover geen seconde wordt geaarzeld.
Anderzijds – en mevrouw D’Hose verwijst er ook naar – de rijkdom van ons veld. Het is een zeer boeiende oefening, maar we mogen er niet van uitgaan dat ons hele socioculturele, jeugd- en sportveld zich beperkt tot Pukkelpops en Tomorrowlands. Er zijn heel veel spelers die teren op vrijwilligers, heel veel spelers die kleinschaliger zijn. Laat ons protocollen maken. Laat ons afspraken maken die ook voor hen haalbaar zijn en in voldoende ondersteuning voorzien voor dat type spelers. Laat ons zorgen dat het ook voor hen haalbaar en leefbaar is om in de toekomst, onder de nodige voorwaarden, een en ander te kunnen doen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Testen spelen inderdaad al een jaar een grote rol. Er zijn verschillende soorten testen. De snel- en zelftesten kunnen vanzelfsprekend een rol hebben in de versoepelingen, maar we moeten ervoor zorgen dat het kader daarrond op een goede manier wordt gecreëerd.
Minister, als we uit deze pandemie willen geraken en die onder de knoet willen krijgen en houden in afwachting van de vaccinaties, dan is het essentieel dat een positief testresultaat na afname van een sneltest of zelftest op dezelfde kwaliteitsvolle manier wordt opgevolgd, zoals dat het geval is met een PCR-test. U hebt daar ook naar verwezen. In Duitsland bijvoorbeeld worden de zelftesten al verkocht in de supermarkt. Hier is dat niet het geval, net vanwege dat probleem. Waarom is dat nodig? Voor een goede opvolging van de quarantaine en de contactopsporing.
Hoe wordt er verzekerd dat de koppeling met de gegevensbank van Sciensano gemaakt wordt na afname van sneltesten en zelftesten? U zegt dat dit ter sprake is gekomen. Hebt u er al zicht op op welke manier dat zou kunnen?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik dank de ministers voor de toelichting.
Het is goed om dat testevenement te doen, specifiek om de testen te testen. Dit is inderdaad complementair aan testevenementen in andere landen. We kunnen die resultaten ook meenemen in onze verdere beoordeling.
Als ik het goed begrijp, gaat het testevenement eind april door. Ik neem aan dat de resultaten dan nog verder bekeken zullen moeten worden. Wanneer kunnen we de conclusies daaruit verwachten?
Ik begrijp van minister Beke dat dit wordt meegenomen in de hele oefening van om te gaan met een en ander. Hebt u daar een concreet tijdspad voor ogen?
Het klopt dat we ook kleinere evenementen hebben en dat we nog een tijdje zullen moeten proberen om een en ander georganiseerd te krijgen op een coronaveilige manier, dus met beperkende maatregelen. Het CERM-loket van vorig jaar wordt aangepast. U hebt in de commissie Toerisme aangegeven dat het tegen 15 maart op punt zou staan. Klopt dat? Is dat ondertussen actief?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik dank beide ministers voor het antwoord. Zowel de eventsector als de bevolking snakt naar perspectief op een zomer waarin we bijeen kunnen komen rond muziek en cultuur. Dat alles uit de kast wordt gehaald om ons voor te bereiden op een veilige zomer, juicht sp.a toe, ook al zijn de cijfers momenteel niet positief.
Minister-president Jambon heeft op 4 maart in de commissie gezegd dat hij niet zelf plande om testevents op te zetten. Hij zag vooral een win-win in leren uit het Nederlandse experiment. Ik vond dat zeer verstandig.
Ik begrijp nu dat we vooral gaan inzetten op het testen van testen. Wallonië en Brussel plannen momenteel testevents, en ook wij. Essentieel lijkt ons inderdaad dat we die experimenten op elkaar afstemmen. Dat coronavirus gedraagt zich niet anders in Brussel dan in Vlaanderen of Wallonië. Het is essentieel en belangrijk om ons slim te organiseren, dingen samen te doen, en resultaten te delen.
Minister, op welke manier plannen u en de Vlaamse Regering om de afstemming te doen met de andere regio's en met het federale niveau om niet naast elkaar, maar met elkaar samen te werken?
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik toch ook wel mijn bedenkingen had bij het nut, gezien de voorbeelden die we in het buitenland al hebben gehad, maar daar hebt u mij zeker in overtuigd. Los van het nuttige was ik ook tevreden voor die 1000 studenten die zich nog eens kunnen uitleven. Ik heb zelfs de overweging gemaakt om mij zelf terug in te schrijven. Ik zou daar ook niet uit de toon vallen, denk ik. (Gelach)
Maar ik ga het toch maar niet doen. Mijn vraag is concreter, minister. Hebt u al een zicht op hoe die zullen worden geselecteerd? Hoe gaat u ervoor zorgen dat er bij die studenten geen mensen zitten met een kwetsbaar profiel, bijvoorbeeld met een onderliggende aandoening? Ik kan me voorstellen dat de drang naar feesten zo groot is dat men iets meer risico zou willen nemen, maar het is en blijft natuurlijk toch een experiment. Daar moeten we dus waakzaam voor zijn.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, de evenementensector is heel ruim. We hebben in Vlaanderen heel veel kleine en gezellige evenementen. U weet dat we met de sector en met Event Flanders een update aan het maken zijn van het COVID Event Risk Model (CERM). Met die oefening zijn we een half jaar geleden gestart. Daar wordt het kader gemaakt voor hoe we kleinere en grotere evenementen gaan organiseren. De laatste opmerkingen worden nu verwerkt in die update.
Eind deze week gaan we afstemmen met het coronacommissariaat en met de Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19 (GEMS), en ook met de andere regio's. Het is belangrijk om dat te onderlijnen. We blijven uiteraard altijd in contact met de buren om te bekijken wat ze daar aan het doen zijn. Ook dat staat eind deze week op de agenda, om dan heel het CERM te updaten. Daar wordt een kader gegeven zowel voor grotere als voor kleinere evenementen.
Alles zal natuurlijk afhangen van een aantal parameters zoals vaccinatiegraad, viruscirculatie, ziekenhuisopnames enzovoort. Ook dat zit allemaal in dat kader. Ik wil de sector daar enorm voor bedanken, en iedereen die daar heel veel werk heeft in gestoken. Het is heel pijnlijk voor de evenementensector die in het afgelopen jaar zwarte sneeuw heeft gezien. Zij, en ook wij allemaal en de mensen thuis snakken naar een evenement, al dan niet klein. Het moet niet allemaal groot zijn.
De update van het CERM komt eraan. Het loket moeten we ook heropstarten en dat staat mee op de planning. Daar hebben we nog een ministerieel besluit voor nodig en dat zal op een bepaald moment naar het Overlegcomité gaan.
Iemand stelde nog een vraag over zelftesten. Dat voegen we toe aan het testevenement. In het buitenland heeft men vooral met klassieke testen en met sneltesten gewerkt. Het derde wat we doen is werken met zelftesten omdat die relatief recent in ontwikkeling zijn en omdat we weten dat een test perfect kan werken in een gecontroleerde omgeving, maar dit is anders. Dat is heel belangrijk, los van wat er in het buitenland gebeurt. Dat volgt de werkgroep ook op, dat we in Vlaanderen de testen doen en dat we dat testevenement zo goed mogelijk organiseren.
Men kijkt inderdaad ook naar studenten. Ik denk dat de jonge collega daarnaar verwees. Daarom is collega Weyts van Onderwijs ook mee betrokken. Hij wil bekijken hoe we ook studenten hierbij kunnen betrekken. Het spreekt natuurlijk voor zich dat die duizend deelnemers die worden gescreend, ook een belangrijke verantwoordelijkheid hebben. Dat is niet van ‘oh, fijn, leuk, wij gaan naar een evenement’. Dat wil ook wel zeggen dat ze al die drie testen zullen moeten doen en dat ze achteraf ook in quarantaine zullen moeten gaan, en dan is er ook de opvolging die volgt. Dat is dus ook wel een verantwoordelijkheid die we geven en waarmee dat ook gepaard zal gaan voor die duizend deelnemers.
Minister Beke heeft het woord.
Zoals ik daarstraks zei, wij hebben ons Interfederaal Comité Tracing en Testing, met professor Herman Goossens. We hebben daarover in het verleden al afspraken gemaakt, ook tussen de regio’s. In Wallonië is men nu gestart met een proefproject met speekseltesten. Wij hebben gezegd dat wij gaan starten met een proefproject met antigeentesten in de scholen, de bedrijven en de woonzorgcentra. Die expertise leggen we samen, om daar lering uit te kunnen trekken. Ik denk dus dat dat op zich eigenlijk wel een heel boeiende en constructieve oefening is.
Wat die Vlaamse antigeentesten betreft, daar hebben we het vanmorgen in de Interministeriële Conferentie ook over gehad. Die kunnen met aangepaste wissers allicht ook als zelftesten worden ingezet. Dat is alleszins een van de elementen die we nu ook mee aan het bekijken zijn.
Er was een heel concrete vraag van collega Schryvers: wat dan met een positief resultaat? Dat is immers natuurlijk wel belangrijk: als je positief test, wat gebeurt er dan mee? Op zijn minst moeten we ervoor zorgen dat die contactopsporing dan kan optreden, maar eigenlijk is de volgende stap die mensen dan op zijn minst horen te zetten, dat ze naar de huisarts gaan en een PCR-test laten afnemen ter bevestiging. Dan kunnen ze dus in het ‘klassieke’ systeem instappen, zoals andere mensen die besmet zijn, die naar de dokter gaan en na een PCR-test uiteindelijk positief blijken te zijn. Dat samen opnemen en integreren, dat is een van de pistes die we aan het bekijken zijn.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Volgende week vrijdag komt het Overlegcomité opnieuw samen. Vanmorgen heeft de minister-president blijkbaar een ballonnetje opgelaten om de beslissing over de terrassen opnieuw op tafel te leggen. Ik zou het fijn vinden dat de minister van Cultuur eens de cultuur- en evenementensector op tafel zou leggen, niet om snelle versoepelingen aan te kondigen, integendeel, maar vooral om duidelijkheid te verschaffen en vooral om de sector het signaal te geven dat de politiek hem niet is vergeten. Ik denk dat dat minstens even belangrijk is.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ministers, ik denk dat de evenementensector, in de brede zin van het woord, in allerlei types en in allerlei vormen, inderdaad nood heeft aan perspectief, nood heeft aan een signaal dat er ook wordt nagedacht over hoe zij coronaveilig hun activiteiten zullen kunnen hervatten. In dat opzicht is het zeer goed dat er nu wordt nagedacht, dat er experimenten worden gedaan om te bekijken wat werkt en wat minder werkt, om te bekijken op welke manier men dat ook in de praktijk kan invoeren. Vandaar toch een dubbele oproep. Enerzijds, zorg ervoor dat we een goed evenwicht vinden bij het inbouwen van de noodzakelijke gezondheidsgaranties in dergelijke protocollen en een dergelijke aanpak. Anderzijds, zorg er ook voor dat het haalbaar en organiseerbaar is op het terrein zelf. We mogen niet de fout maken dat we iets onmogelijks opleggen, want het resultaat zou wel eens kunnen zijn dat niemand nog perspectief heeft. Ook mag men zich niet beperken tot deze ene vorm. Niet ieder evenement heeft duizend mensen en studentenpopulaties. Er zijn heel veel andere mensen, andere Vlamingen, van andere leeftijden, in andere risicogroepen, die ook van belang zijn. Laten we er ook over nadenken hoe we evenementen op maat van die veiligheidsmaatregelen kunnen maken.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De huidige cijfers zijn eigenlijk niet echt goed nieuws. Het aantal patiënten op de afdeling intensieve zorg neemt toe, en in de ziekenhuizen moet de niet-dringende zorg opnieuw worden uitgesteld. Aan de andere kant horen we die roep naar versoepelingen, en hopen we dat er, vooraleer die volledige vaccinatie is gebeurd, op dat vlak toch ook wel heel wat kan, maar dan moet het natuurlijk veilig gebeuren.
Ik denk dat het daarbij essentieel is dat er echt goed overleg is met de verschillende sectoren – de cultuursector, de sportsector, de evenementensector, de horeca enzovoort – om de zaken op een goede manier te kunnen organiseren. Ook testen kunnen daarin zeker een rol spelen. Ik heb het dan over sneltesten en over zelftesten. Maar dan moeten ze ook betrouwbaar zijn, moet alles praktisch te organiseren zijn en moet, zoals ik daarstraks gezegd heb, minister, een positief testresultaat tot slot de nodige opvolging krijgen. Ik hoop dat deze Vlaamse Regering verder werk maakt van al deze elementen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
De gezondheidscijfers en de vaccinatiegraad zijn natuurlijk onze eerste leidraad, maar, minister, ik wil u toch wel bedanken voor de maanden waarin u achter de schermen, samen met de evenementensector en samen met de virologen, wetenschappelijk onderzoek doet naar hoe we, als het weer kan, evenementen, klein en groot, kunnen organiseren en hoe we dat in die tussentijd ook zoveel mogelijk kunnen doen, met beperkende maatregelen, niet alleen voor de ondernemingen zelf, maar ook voor alle burgers en het welzijn van alle burgers.
De actuele vragen zijn afgehandeld.