Report plenary meeting
Report
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president en collega’s, de Vlaamse Regering heeft op het Europese niveau steeds mee aan de kar getrokken voor de zogenaamde Brexit Adjustment Reserve. Iets eenvoudiger uitgelegd is dat het reservefonds of Brexitfonds, dat lidstaten, maar ook sectoren ondersteunt die economisch zwaar getroffen worden door de brexit. We hebben niet alleen deze coronacrisis, maar we ondervinden toch ook wel zware gevolgen van de brexit.
Dit Brexitfonds is met 5 miljard euro natuurlijk eerder beperkt in omvang en uiteraard niet voldoende om alle gevolgen en schade van de brexit op te vangen. Net daarom is het cruciaal hoe deze middelen worden verdeeld binnen de Europese Unie. De middelen moeten terechtkomen waar ze het meest nodig zijn.
De eenvoudige formule die de Europese Commissie heeft vooropgesteld, is bijzonder logisch: het aandeel van de handelsrelaties met het Verenigd Koninkrijk in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp). Grofweg berekend zou dat betekenen dat België recht heeft op ongeveer 305 miljoen euro en dat Vlaanderen in dat geval aanspraak maakt op 195 miljoen euro. Dat was althans de afspraak, maar de onderhandelingen over het verdelingsmechanisme lopen nog. Het voorstel van de Europese Commissie wordt blijkbaar ook niet door iedereen gesteund. Frankrijk legt nu plots een voorstel op tafel waarin elke lidstaat een bepaald minimumbedrag of een soort sokkel krijgt toegewezen. Pas nadien zou men dan het overschot met een verdeelsleutel verdelen, en dit op basis van het handelsrelatiecriterium. Voor ons land zou het voorstel op een vermindering van de financiering met maar liefst 43 procent neerkomen. Dat is bijna de helft, en totaal onaanvaardbaar.
Minister-president, welke initiatieven zult u nemen om de belangen van Vlaanderen als exportnatie verder te verdedigen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, er circuleert inderdaad een voorstel van de hand van het Franse Europarlementslid Valérie Hayer. Zij is rapporteur van dit dossier in de budgetcommissie van het Europees Parlement. Zoals u zegt, zou het zeer nadelig zijn voor de Belgische enveloppe. Het gaat ook in tegen het uitgangspunt en de inbreng die Vlaanderen altijd heeft gedaan, dat het fonds, waarvan wij mee aan de basis liggen, naar de zwaarst getroffen lidstaten en regio’s moet gaan. Het is dus absoluut onaanvaardbaar, want het gaat in tegen de uitganspunten.
De discussie loopt momenteel zowel in de Raad, tussen de lidstaten, als in het Europees Parlement. Het moet duidelijk zijn dat wij blijven vasthouden aan de logica dat deze middelen moeten worden ingezet in die regio’s en sectoren die het zwaarst getroffen zijn.
De volgende initiatieven worden door mijn diensten, samen met het federale niveau en de andere gewesten, genomen. Zowel op diplomatiek als op politiek vlak zijn er intensieve contacten lopende om de standpunten af te stemmen met de gelijkgezinde en evenzeer getroffen lidstaten, zodat opgetreden kan worden als een alliantie. Ook is er contact met de Europese Commissie, op technisch en op politiek niveau, en met het Portugese voorzitterschap, ook op technisch en politiek niveau. Wat betreft het Europees Parlement zijn er een hele reeks contacten lopende met parlementsleden uit verschillende fracties en verschillende nationaliteiten, met de boodschap dat het geld naar de meest getroffen regio’s moet gaan.
Ik heb het belang van dit instrument, en onze bezorgdheid over de recente ontwikkelingen, deze morgen nog aangekaart met premier De Croo, met de vraag om ook vanuit de Federale Regering en diplomatie volop op deze discussies te wegen. Ik kan u al zeggen dat we hierin op dezelfde lijn zitten, en aan hetzelfde zeel trekken, omdat we natuurlijk ook dezelfde belangen hebben.
Ik hoop dat deze Europese discussies snel kunnen worden afgesloten met een resultaat dat de eerdere afspraken – om deze middelen in te zetten op de zwaarst getroffen regio’s en sectoren – laat respecteren.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Opnieuw is aangetoond dat Vlaanderen effectief maatregelen neemt om de negatieve gevolgen weg te werken. Het is dan ook bijzonder goed dat u een overleg hebt gehad met de federale premier, De Croo, dat u hem hebt aangesproken. Ik mag hopen dat de Federale Regering inderdaad ook beseft dat de Belgische exportcijfers voor meer dan 80 procent op conto van Vlaanderen te schrijven zijn. Het is inderdaad zo dat deze Vlaamse meerderheid alvast in verzet gaat tegen dit Franse voorstel. Wat mij betreft is dat een voorstel dat wijst op protectionisme, en haaks staat op de solidariteit binnen de Europese Unie. Wij, als Vlaamse regio, zijn een sterke economie. Maar wanneer wij dan zwaar getroffen worden, dan kan het niet zijn dat wij nadelen moeten ondervinden wanneer er herverdelingssystemen zouden zijn. Ik hoop dan ook, minister-president, dat ook de Federale Regering …
Ik hoop vooral dat u kunt afronden.
… en de federale meerderheid beseffen dat er aan hetzelfde zeel moet getrokken worden. Ik wijs er ten slotte op dat ik ook reken op Charles Michel, als voorzitter van de Europese Raad.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, de Brexit Adjustment Reserve is natuurlijk een fonds dat vooral bedoeld is ter ondersteuning van de zwaarst getroffen lidstaten en sectoren, door de brexit. Het lijkt me dan ook nogal evident dat Vlaanderen een aanzienlijk deel van de middelen uit dat fonds ontvangt, wegens onze nauwe verbondenheid met het Verenigd Koninkrijk. Als je dan nu de berichten leest dat Frankrijk en andere grotere landen een zekere hebberigheid tonen, om meer uit dat fonds te halen dan hun eigenlijk toekomt, dan rijzen ook mijn haren ten berge. Ik zou u dan ook willen vragen om die hebberigheid te beknotten, en – via uw overleg met de Federale Regering, maar mogelijk ook door rechtstreeks contact met de landen die vinden dat ze nu meer uit de pot moeten halen dan waar ze eigenlijk recht op hebben – ervoor te zorgen dat Vlaanderen zijn rechtmatig deel krijgt.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister-president, voorzitter, goede collega’s, ‘fair share’ is een belangrijk principe in alle relaties, en dus ook in de internationale handelsrelaties. Het moet dus duidelijk zijn dat ook Vlaanderen – en bij uitbreiding België – wat dat betreft zijn deel moet krijgen van die Europese steunfondsen.
Ten tweede denk ik dat het ook belangrijk is dat er een signaal gegeven wordt aan de Britten dat zij moeten ophouden met hun achterhoedegevechten – met alles wat daar bezig is in de Ierse Zee – om de controles ten aanzien van Noord-Ierland te omzeilen, dat er grenzen zijn aan het geduld en het verdragen.
Als derde en laatste punt: we moeten ook onze exporteurs en onze vissers goed informeren over de nieuwe economische realiteit. We moeten niet alleen informeren over de nieuwe spelregels, maar ook bedrijven helpen om die nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden; ik denk dat dat minstens even belangrijk is. En uiteraard, datgene wat ons toekomt moeten we ook krijgen, zeker wij, die voorbeeldige leerlingen zijn in de Europese klas, als het gaat over samenwerking en samenhorigheid.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, er komen nog een aantal fracties, maar ik denk dat u vandaag bij wijze van spreken een eensgezind, kamerbreed mandaat hebt om er inderdaad voor te zorgen dat Vlaanderen een eerlijk deel krijgt uit dat Brexitfonds. Ik heb ook van u begrepen dat ook de Federale Regering en premier De Croo op die lijn zitten.
Het is inderdaad belangrijk dat u als minister-president, zoals u zelf ook hebt aangegeven, al uw kanalen openzet en gebruikt om duidelijk te maken dat het niet meer dan logisch is, gezien de impact die de brexit op de Vlaamse economie heeft, dat wij wel degelijk ons rechtmatige deel uit dat Brexitfonds krijgen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister-president, de oorspronkelijke afspraak was dat de zwaarst getroffen regio's gebruik konden maken van dat Brexitfonds. Het zou inderdaad nefaste gevolgen hebben voor Vlaanderen, als exportregio van ons land, om nu alternatieve voorstellen op tafel te leggen die voornamelijk de grootste lidstaten ten goede komen. Ik begrijp uit uw antwoord dat u inderdaad al intra-Belgisch overleg hebt gehad.
Ik heb nog een tweetal vragen. Wilt u vanuit uw positie ook in overleg gaan met die andere, veeleer kleinere lidstaten die getroffen zullen worden? Dat gaat over Nederland, Ierland en Denemarken. Zij zullen ook getroffen worden door dit alternatieve voorstel. Wilt u met hen in overleg gaan om een gezamenlijk standpunt in te nemen?
Ik weet dat Portugal een compromisvoorstel op tafel heeft gelegd. Dat werd meteen afgeschoten door Frankrijk, daarin ook gesteund door Italië en Spanje. Wat hield dat Portugese compromisvoorstel in? Wat zouden de gevolgen daarvan zijn geweest voor Vlaanderen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, collega's, om in deze voor Vlaanderen belangrijke zaak op één lijn te staan. Mijnheer Janssens, mevrouw Jans, we leggen inderdaad ook diplomatieke contacten met de ‘hebberigen’, zoals u ze genoemd hebt. Ik zou zeggen: de staten die in het verweer gaan. We doen dat ook met de collega's die evenzeer als wij getroffen worden, namelijk Ierland en Nederland.
Het Portugese compromisvoorstel is ons inderdaad bekend. Maar ook dat compromisvoorstel is heel fel ten nadele van Vlaanderen. Waarschijnlijk is het niet genoeg in het voordeel van Frankrijk en compagnie, maar het is ook heel sterk in het nadeel van Vlaanderen. Dat is dus ook absoluut niet het spoor dat wij willen bewandelen.
Die verdeling is gemaakt op het niveau van de Raad. Het standpunt dat wij huldigen – en we zitten inderdaad op één lijn met de Federale Regering in dezen – is de verdeling die gebeurd is en die trouwens ook niet helemaal een ‘fair share’ was voor Vlaanderen. Maar goed, we hebben ons daarbij neergelegd, omdat dat ook een vergelijk was. En daar gaan we nu niet van af.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Bedankt, minister-president. U hebt hier duidelijk brede steun in uw verzet. Wij hopen inderdaad dat Vlaanderen zijn rechtmatige deel kan krijgen. Ik wil er gewoon op wijzen – maar ongetwijfeld weet u dat ook – dat bekend raakte dat onze goederenuitvoer naar de UK in januari 2021 gedaald is met maar liefst 35 procent tegenover januari vorig jaar.
Wij zouden oorspronkelijk een kleine 200 miljoen euro krijgen, maar dit ‘Club Med-voorstel’ van Frankrijk zou ervoor zorgen dat Frankrijk maar liefst 66 procent meer zou krijgen, Spanje ook 66 procent en Italië 90 procent. En dat zijn toch niet de regio's die het meest getroffen zijn. Die regio's zijn uiteraard Vlaanderen, Nederland en zeker ook Ierland. Ik hoop dan ook dat die economieën die het meest getroffen zijn, hun rechtmatige deel krijgen en dat we ons verzetten tegen het protectionisme en tegen deze vorm van antisolidariteit van Frankrijk.
De actuele vraag is afgehandeld.