Report plenary meeting
Actuele vraag over de veiligheid van de huishoudhulpen
Actuele vraag over de vraag naar een coronacompensatie voor poetshulpen
Report
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, kiezen tussen uw gezondheid of een inkomen, is een keuze die niemand zou mogen maken, zeker niet onze huishoudhulpen, die ongelooflijk belangrijk werk doen in Vlaanderen, maar die ook een kwetsbare factor zijn op onze arbeidsmarkt. Toch lijken dat de twee hete vuren te zijn waartussen zij zich op dit moment bevinden. Maandag hebben we te horen gekregen dat zeven op de tien huishoudhulpen zich onveilig voelen als ze hun werk uitvoeren.
Er zijn verhalen van huishoudhulpen die bij mensen over de vloer komen en te horen krijgen dat dat mondmasker toch vervelend is. Of ze horen klanten hoesten en kuchen en ze weten niet of ze nu ziek zijn of niet. Ze worden blootgesteld aan een mogelijk risico, kunnen ziek worden en het virus mee naar huis nemen. 7 op de 10 van de 1500 ondervraagden voelen zich op dit moment onveilig. Dat is hallucinant.
Tegelijkertijd is het ook zo dat, als er klanten zijn die wel verantwoordelijk zijn en zeggen dat ze niet moeten komen omdat ze zich ziek voelen of ziek zijn of dat ze een test hebben ondergaan en het beter is dat de hulp niet komt, de huishoudhulpen dan loon verliezen. Ze komen dan zonder inkomen te zitten. Iedereen heeft maandag Lindsay wel op de radio gehoord, die liever wou blijven doorwerken omdat ze anders in de problemen zou komen.
Een deel van de sector dat tijdelijk werkloos is geworden, komt in problemen met een inkomen. Ik vind dat een regio als Vlaanderen onwaardig. Collega's, we hebben hier allemaal, over de partijgrenzen heen, meermaals gezegd dat huishoudhulpen ongelooflijk belangrijk zijn in onze samenleving. We hebben lange debatten gehad over loonsverhoging; dat ging eigenlijk over peanuts. Nu zien we dat in deze coronacrisis, waar ongelijkheden worden blootgelegd, zeven op de tien zich onveilig voelen en heel wat mensen zich zorgen maken over hun inkomen en hoe ze de eindejaarsperiode zouden kunnen doorkomen.
Minister, ik ga ervan uit dat u mijn bezorgdheden deelt en dat u ook vindt dat dit absoluut niet kan. Ik las dat u zelf in overleg bent gegaan met de vakbonden. Wat is er uit dat gesprek gekomen? Zijn er concrete maatregelen die u gaat nemen om deze situatie te keren?
De heer Ronse heeft het woord.
Collega's, ik ben absoluut gechoqueerd dat in tijden van corona, waar de poetshulpen – ik zou bijna zeggen poetsvrouwen maar er zijn ook poetsmannen, dat hebben we van Piet De Bruyn geleerd – in moeilijke omstandigheden de moed hebben om te komen kuisen, er mensen zijn die poetshulpen in smerige omstandigheden ontvangen, niet conform de veiligheidsnormen. Eigenlijk tonen ze geen respect voor hun poetshulp, terwijl die net de hele coronacrisis mensen is blijven ontlasten op het vlak van het evenwicht tussen arbeid en gezin. Dat er zo weinig respect is voor de poetshulpen bij zoveel mensen, kan er bij mij echt niet in. Ik denk dat er bij heel veel mensen een lesje in respect voor poetshulpen moet komen. Wat mij betreft, bestaan er geen eerste- of tweederangsburgers, en als ze zouden bestaan, zijn poetshulpen al zeker eersterangsburgers.
En dat terwijl de Vlaamse Regering – dankzij u, minister –, bijna 40 miljoen euro extra heeft geïnvesteerd in de sector van de dienstencheques om de poetshulpen te wapenen met extra veiligheidszaken. Men krijgt 2,89 euro per cheque meer als dienstenchequebedrijf om daaraan te werken. Toch zijn er helaas nog mensen die geen respect opbrengen voor de poetshulpen. Dat blijkt althans uit de enquête waar ook mijn eervolle collega Annouri naar verwees: zeven op de tien, dat is echt veel. Ik heb dat trouwens ook zelf gehoord van de persoon die bij mij komt poetsen. Ze vertelde mij ook een aantal schrijnende verhalen over klanten die echt nul respect hebben en, wat mij betreft, geen poetshulp verdienen.
Minister, kunnen we mensen die nul respect tonen voor hun poetshulp op een of andere manier uitsluiten van het systeem van de dienstencheques?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega's, 100.000 huishoudhulpen bedienen 750.000 gezinnen. Ze laten de economie draaien. Tweeverdieners zijn een grote groep gebruikers. Ze zorgen voor een zorgzame samenleving omdat senioren vaak langer thuis kunnen blijven wonen dankzij een huishoudhulp.
In juli keurden wij met z'n allen een resolutie goed waarin we twee dingen naar voren schoven. Eerst en vooral vroegen we een betere rentabiliteit voor de ondernemingen in de dienstenchequesector. Minister, ik wil u feliciteren omdat u daar met de begroting werk van hebt gemaakt. U voorziet 11 miljoen euro recurrent voor de dienstenchequebedrijven en u voorziet nu ook nog eens eenmalig, zoals collega Ronse zei, bijna 40 miljoen euro als premie voor de tweede coronagolf. Het andere luik van de resolutie ging heel duidelijk over betere loon- en arbeidsvoorwaarden voor de poetshulpen, de medewerkers die het dag in dag uit bij mensen thuis moeten waarmaken, de medewerkers die in coronatijd het risico nemen om met gevaar voor lijf en leden voor andere mensen te zorgen en hun leven aangenamer te maken.
Daarom pleit sp.a heel resoluut voor de invulling van die betere loon- en arbeidsvoorwaarden, met twee concrete voorstellen. We denken dat het nodig is om in een coronapremie te voorzien die rechtstreeks naar de poetshulpen gaat, per uur. Daarnaast lijkt het ons evident dat mensen die wel willen werken, maar door ziekte van een klant of een coronarisico bij de klant niet kunnen werken, geen loon verliezen en voor honderd procent worden gecompenseerd voor hun technische werkloosheid. Als dat in Brussel kan, als dat in Wallonië kan, dan moet dat in Vlaanderen zeker kunnen. Minister, onze steun daarvoor hebt u.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de interessante vragen. Misschien eerst eventjes over die enquête – ik was ook wel in shock toen ik de resultaten van de enquête las. Ik heb ook contact opgenomen met de sector van de dienstencheques, omdat dit natuurlijk bijzonder vervelend is. Die sector is open gebleven. Het is heel belangrijk dat net onze huishoudhulpen, die ervoor zorgen dat het leefbaar blijft voor ons allemaal – voor mij is dat niet anders –, in alle veiligheid kunnen werken. Ik vind dit dus een heel, heel nefast enquêteresultaat, en iets waar we zeker op moeten ingrijpen.
Wat hebben we gedaan? Collega’s, jullie hebben het eerste al genoemd. Er is ook nu in de tweede golf voorzien in een extra vergoeding van bijna 3 euro per cheque die wordt uitgegeven, net om de veiligheid van de personeelsleden te verzekeren. Ik vind het echt van belang dat alle veiligheidsvoorschriften ook worden nageleefd. Om dat te garanderen, heb ik een ministerieel besluit uitgevaardigd waarin een hele trits veiligheidsvoorschriften staan die moeten worden nageleefd. Dat wisten jullie misschien nog niet. U kunt dat raadplegen. Daar staat onder andere in dat er moet worden gezorgd voor een contactpunt bij de bedrijven als mensen psychosociale hulp nodig hebben. Daar staat ook in dat er opleiding en uitleg moet worden gegeven aan alle personeelsleden over de veiligheidsinstructies, dat er ook een contactpunt moet zijn waar dienstenchequewerknemers terechtkunnen met hun vragen omtrent veiligheid. Daar staat het gebruik van het mondmasker in. Er staat ook in dat de werkgever in een mondmasker moet voorzien per aangevatte werkdag, per vier gewerkte uren en per werkplaats. Dat was een heel grote discussie. Op dat punt zijn we eigenlijk strenger, maar tegelijk ook uitgebreider dan onze Waalse en Brusselse collega’s. Er was dus discussie over hoeveel mondmaskers iemand nu moet krijgen. Enfin, alles is dus eigenlijk afgesproken, in goed overleg met werkgevers en werknemers.
Het ministerieel besluit is op 25 november door mij uitgevaardigd. Dat is uiteraard onmiddellijk in werking getreden. Ik zal ook overleggen met onze werkgevers om te bekijken op welke wijze zij dit alles nu zullen implementeren, want het is natuurlijk van belang dat de maatregelen en beslissingen zoals die in het ministerieel besluit staan, ook operationeel worden gemaakt. Collega’s, ik zal er ook over waken dat dat gebeurt. Die voorwaarden zijn echter zeer, zeer duidelijk.
Sodexo heeft naar alle gebruikers ook een mail gestuurd omtrent de veiligheidsvoorschriften. De informatie is ook opgenomen op een banner, maar er zijn nog heel wat mensen die papieren cheques gebruiken, dus we hebben ook de regeling dat de veiligheidsvoorschriften mee op de papieren cheque komen, om iedereen toch te informeren over wat er van belang is ter zake.
Inzake veiligheid zijn er dus strenge voorschriften, die operationeel moeten worden gemaakt, en de werkgevers kunnen niet zeggen dat ze geen budget hebben, want er is voorzien in een budget om die veiligheid te garanderen.
Daarnaast zijn er de vragen over de lonen. Het klopt absoluut dat de tijdelijke werkloosheid gepaard gaat met loonverlies. Dat is in alle sectoren zo. De federale overheid heeft immers beslist dat x procent van het loon wordt uitbetaald als men tijdelijk werkloos is. De federale overheid is daar ook voor bevoegd. Dat is nog eens expliciet opgemerkt door de Raad van State in het advies dat die in april heeft gegeven over de plannen die in Brussel – in Brussel, niet in Wallonië, collega’s – werden gesmeed om een toeslag te geven aan de dienstenchequemedewerkers.
Ik heb ook met onze sociale partners gesproken, naar aanleiding van de mondmaskers, over hoe we dat moesten aanpakken. Het is eigenlijk bijzonder: de dienstenchequesector is naar Vlaanderen overgeheveld, maar het paritair comité dat onderhandelt over de loon- en arbeidsvoorwaarden, is op federaal niveau gebleven. De onderhandelingen gebeuren dus daar en voor mij is het juridisch gezien heel delicaat om daar vanuit Vlaanderen eenzijdig op te gaan ingrijpen.
Maar ik wil toch één iets meegeven, collega’s, en ik wil het hier in de plenaire gezegd hebben: een werknemer of werkneemster die zich in onveilige omstandigheden bevindt en vaststelt dat er veiligheidsvoorschriften niet nageleefd worden in een gezin, heeft het recht om zijn of haar activiteiten onmiddellijk te staken. De werkgever moet ervan op de hoogte worden gebracht dat de voorschriften niet nageleefd worden en de werknemer behoudt het recht op het volledige loon voor die uren. Het is dus niet zo dat de mensen die zien dat er niet in veilige omstandigheden kan worden gewerkt, hun loon verliezen of moeten kiezen tussen veiligheid of loon. Dat wil ik niet en dat heb ik ook nog eens expliciet aan de werkgevers gezegd. Als de voorschriften niet nageleefd worden, dan moet je dus bellen naar je werkgever, maar mag je je activiteiten staken en heb je recht op je inkomen. Het is de taak van mensen die een poetshulp of een huishoudhulp – ik gebruik het woord ‘poetshulp’ niet graag, collega Gennez, maar ‘huishoudhulp’ is voor een West-Vlaming dan weer moeilijk om uit te spreken – in dienst nemen, om ervoor te zorgen dat de veiligheidsvoorschriften nageleefd kunnen worden. Dat is voor mij elementair en daarom is het belangrijk dat elk bedrijf een contactpunt heeft, want als dat er niet is, dan kan een werknemer natuurlijk niemand gaan verwittigen. En ook dat zullen we zeer nauwgezet gaan monitoren.
Collega’s, tot slot – ik heb niet zoveel seconden meer –: in Wallonië hanteert men een andere manier van vergoeden. Daar geeft men voor niet-gepresteerde uren een vergoeding. Dat doen wij in Vlaanderen niet. In de eerste golf is de dienstenchequesector opengebleven, hebben we aan hen die zijn blijven werken, een toeslag toegekend, opdat men in veilige omstandigheden zou kunnen blijven werken, en dat doen we nu opnieuw. De werkgevers kunnen de ontvangen budgetten inzetten voor de veiligheid of om werknemers te vergoeden die op bepaalde plaatsen vaststellen dat er niet gewerkt kan worden, omdat de veiligheidsvoorschriften niet gerespecteerd worden.
Dat is het systeem dat hier geldt. Ik zal al het mogelijke doen om het respect voor de genomen maatregelen af te dwingen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat het respect, zoals collega Ronse heel terecht heeft aangehaald en zoals wij allemaal aanvoelen, een aspect is dat belangrijk is. We moeten er inderdaad voor zorgen dat er altijd respect is voor die huishoudhulpen, die heel belangrijk werk verrichten.
Anderzijds, u hebt aangegeven dat er heel duidelijke regels komen en dat u ze heel duidelijk zult communiceren, opdat iedereen ze zou kennen, maar ik vrees dat er een verschil is tussen papier en praktijk. Maandag gaf de vrouw van de vakbond aan – als ik het goed heb gehoord – dat je als werknemer naar huis mag als iemand zegt dat hij of zij een coronatest heeft ondergaan, maar het resultaat nog niet heeft. Maar wat als iemand niet steeds zijn mondmasker opzet? Wat als iemand langs je loopt zonder de nodige afstand te respecteren? Wat als een oudere zegt heel misselijk te worden van een mondmasker te dragen? Dan zit je als huishoudhulp in een redelijk kwetsbare positie om te zeggen: ‘Ik voel mij hier ongemakkelijk bij. Ik ga gewoon naar huis en ik behoud mijn loon.’ Daar zit een grijze zone, daar is een onevenwicht om dat volwaardig te kunnen doen. Mijn bijkomende vraag is: op welke manier kunt u het evenwicht herstellen, zodat mensen daar volwaardig mee kunnen omgaan?
De heer Ronse heeft het woord.
De gebruiker die via dienstencheques thuis een huishoudhulp ontvangt, daar is een heel mooi voordeel aan verbonden, denk ik. Dat is een heel betaalbaar iets en we zijn daar uniek in. Maar, collega’s, laat ons hier toch unisono zeggen dat dat voordeel niet vrijblijvend is. Daar moet op zijn minst een vorm van basisrespect en dankbaarheid tegenover staan ten aanzien van die huishoudhulp. Ik vind – en ik hoop dat de minister dat straks ook heel formeel kan meegeven – dat we naar een systeem moeten evolueren waarbij iemand die er herhaaldelijk niet in slaagt om een vorm van basisrespect te tonen, uitgesloten wordt van het systeem, geen cadeau meer ontvangt van de overheid en het zelf maar op een duurdere manier moet zien te bekostigen. Hopelijk zal die persoon dan leren om respect te hebben voor mensen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega’s, ik hoor iedereen graag zeggen dat we heel veel respect moeten hebben voor de huishoudhulpen. Wel, we hebben dat ook bij sp.a, maar we voegen ook de daad bij het woord om die mensen te vergoeden. U weet toch met zijn allen dat een gemiddelde huishoudhulp 1.000 euro per maand verdient: 1.000 euro, daarmee verdien je nauwelijks het zout op uw ‘patatten’. Dus het is tijd om niet alleen de werkgevers te compenseren, collega’s, daar staan we achter – dat vinden we terecht –, maar om ook de werknemers te compenseren. We denken dat binnen de miljardensteun die de Vlaamse overheid in coronatijd uittrekt om bedrijven, economie en gezinnen het hoofd boven water te laten houden, die huishoudhulpen, die paar miljoen euro’s, dat we daar op moeten inzetten om die mensen extra koopkracht te geven. En weet je wat? Dat zou goed zijn voor de economie want wie 1.000 euro per maand verdient, die geeft dat meteen uit. Die kan niet sparen. Die kan dat niet laten slapen op een spaarboekje dat rendeert en zo zal de economie opnieuw floreren. Dus doe wat je zegt.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik wil me toch bij mijn collega aansluiten. Er wordt hier al vele maanden gesproken over respect voor de huishoudhulpen, maar op het terrein merken we wel dat de huishoudhulpen nog altijd zwaar werk verrichten voor een zeer laag loon en in deze coronapandemie bovendien met een groot veiligheidsrisico, waarbij mensen zeer stevig in de schoenen moeten staan om te durven zeggen: ik ga hier weg, ik stop met mijn activiteit en ik ga weg. Dat wil wel zeggen dat je in de toekomst die klant kunt verliezen zonder dat die gedwongen wordt om zich aan de maatregelen te houden.
Ten eerste moeten er duidelijke richtlijnen zijn over het beschermingsmateriaal. Wat ik een probleem vind: u zegt dat de werkgevers moeten voorzien in beschermingsmateriaal, maar op het terrein horen we dat huishoudhulpen nog altijd zelf hun handschoenen en maskers moeten kopen. Dat komt omdat in het ministerieel besluit staat dat het nieuwe of gewassen handschoenen of mondmaskers zijn. Dat wil zeggen dat als een werkgever twee mondmaskers geeft en de huishoudhulp moet die wassen, die op papier ook in orde is. In de realiteit zou het om nieuwe mondmaskers moeten gaan en er moet een premie komen voor de huishoudhulpen die echt zwaar hebben gewerkt met grote veiligheidsrisico’s.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ten eerste, het is een kwestie van terminologie want ik stuurde de vragen deze ochtend rond 11 uur door naar mijn huishoudhulp. Het eerste wat ze opmerkte, was: noem ons alstublieft niet poetshulpen want we doen zoveel meer dan dat. Het is een kwestie van terminologie: huishoudhulpen is de gepaste term.
Ik denk dat collega Ronse gelijk heeft. Als er iets is dat nu heel prangend is in heel die sector, dan is het de veiligheid. Ik denk dat er vanuit de dienstencheque-ondernemingen daar enorm veel wordt op ingezet en het probleem is dat als we zien dat het aantal zieken meer dan verdubbeld is, dan kunnen we vermoeden dat het ook deels bij de klant is. Daarom, minister, is het misschien mogelijk om harder in te zetten op informatie aan gebruikers van dienstencheques om duidelijk te maken: kijk, je moet echt wel een veilige omgeving hebben voor die mensen.
Ik weet niet of we zover moeten gaan om ze dan uit te sluiten als ze zich er in eerste instantie aan bezondigen. Iedereen kan natuurlijk wel eens een foutje maken. Maar dat is denk ik de meest prangende kwestie voor de veiligheid en het respect voor onze huishoudhulpen om die veiligheid te garanderen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, het stelt ons ook gerust dat de huishoudhulpen wel degelijk het recht hebben om dat werk te weigeren wanneer ze zich effectief onveilig voelen. Ze verdienen dat respect en die vrijheid om dat zelf te beslissen. En ze zijn inderdaad onderbetaald voor de job die ze uitvoeren. Maar wanneer ze dat werk dan zullen weigeren, dan zullen vermoedelijk de huishoudens of de gebruikers van dienstencheques die onveiligheid of dat onveiligheidsgevoel betwisten en bijgevolg weigeren om de niet-gepresteerde uren door de huishoudhulp te betalen. Hoe zal u dat opvangen, minister? Of gaat u die betaling verplichten? Hoe denkt u die centen te recupereren voor het werk dat niet werd uitgevoerd?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de vraag over de terminologie. Ik heb al voorstellen gehoord voor huishoudhulpen om de term homemanager te gebruiken. Bij ons thuis heet Anneke, dat is onze huishoudhulp, gewoon tante Anneke. Ze is een deel van de familie en een noodzakelijk deel van de familie, want ze is een aantal weken out met een geopereerde knie en we missen haar, maar dat geheel terzijde.
Collega's, ik kan alleen maar vaststellen dat deze regering doet wat dit parlement vraagt. We hebben een 100 procentindexering, het budget ligt op tafel, er is een vraag naar extra maatregelen voor werkbaarheid voor de mensen op het terrein. Wel, er ligt 40 miljoen euro op de tafel, die de bedrijven in de sector kunnen gebruiken om hun personeel te wapenen in deze moeilijke tijd.
Minister, we kunnen en moeten nog een bijkomende stap zetten, en dat is het responsabiliseren van de meer dan 750.000 gebruikers in Vlaanderen van het dienstenchequesysteem. Heel veel tweeverdienersgezinnen kunnen op die manier aan de slag blijven, heel veel senioren kunnen op die manier langer blijven wonen, maar spreek alsjeblieft ook hen aan om ervoor te zorgen dat onze huishoudhulpen veilig kunnen werken.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, in de ronde met aanvullende vragen had ik zo het gevoel dat niet iedereen mijn initiële antwoord heeft gehoord. Ik heb een voorstel en een paar opmerkingen.
Het ministerieel besluit dat is genomen rond de veiligheidsvoorschriften is zeer helder, en wij zijn daarin voortrekker.
Wacht, mevrouw Vandecasteele, laat me uitspreken voor u nee schudt. U mag doen wat u wilt, maar het brengt me in verwarring als u nee schudt terwijl mijn zin nog bezig is.
We zijn daarin voortrekkers, want het Waalse besluit is minder streng dan het Vlaamse besluit en in Brussel is er nog geen besluit. Het gaat over het ministerieel besluit dat de veiligheidsvoorwaarden bepaalt.
Er is lang onderhandeld tussen werkgevers en werknemers over hoe het in elkaar zit. Soms zijn mondmaskers inderdaad erg bruikbaar, maar je kunt moeilijk zo'n mondmasker wassen. Ik wil dat gerust opnemen met de werkgevers, maar het is vrij helder hoeveel en wat er moet worden voorzien.
Als er huishoudhulpen zijn die nu nog melding maken van het feit dat ze zelf veiligheidsmateriaal moeten kopen, dan moeten ze met de Vlaamse overheid contact opnemen. We gaan daar onmiddellijk mee aan de slag, want dit kan echt niet. Elke werkgever heeft een verpletterende individuele verantwoordelijkheid om zijn mensen het nodige beschermingsmateriaal te geven. Ik kan maar zo duidelijk zijn.
Collega Malfroot, u had een vraag over hoe we die kosten gaan recupereren. We hebben een bedrag van ongeveer 40 miljoen euro voorzien, waarmee veiligheidsmateriaal kan worden aangekocht, maar waarmee bijvoorbeeld ook een vergoeding kan worden betaald van uren die last minute worden afgezegd, ofwel omdat de werknemer zegt dat het niet veilig is om te werken, ofwel omdat iemand na een coronatest positief blijkt en plots in quarantaine moet en 's morgens de huishoudhulp belt om te zeggen dat die niet moet komen. Dat kan dan niet anders, maar in dat geval kun je die mensen niet op tijdelijke werkloosheid zetten, want dat kan maar voor hele dagen. Als er zo laat wordt verwittigd, kan dat dus niet. In dat geval moet er dus ook een vergoeding worden gegeven aan de huishoudhulp. Daar ben ik helder in geweest. Dat komt uit de pot middelen die de werkgevers hebben.
Collega Gennez, het ergert me een beetje dat u mij altijd aanspreekt over premies. Ik ga het nu nog eens zeggen: dit is federale materie. Het is de federale overheid die heeft gezegd: tijdelijke werkloosheid, zoveel procent van uw loon. Inderdaad, de huishoudhulpen verdienen niet zoveel, maar ik ken nog groepen die niet zoveel verdienen en die ook zijn blijven doorwerken in de voorbije periode. Dat is het stelsel tijdelijke werkloosheid. Ik ga daar nu als Vlaamse overheid niet eenzijdig op ingrijpen. Dat is voor het paritair comité en is federaal te onderhandelen.
Ik heb er geen probleem mee, ik wil samen met u naar federaal minister Dermagne gaan. Ik heb trouwens begrepen dat de Waalse Regering naar de bevoegde federale ministers is gestapt om een korting te vragen op de werkgeversbijdragen die moeten worden betaald. Ik heb er geen enkel probleem mee dat de tijdelijkewerkloosheidvergoeding een beetje wordt verhoogd voor die mensen. Dat zou inderdaad een goede zaak zijn. Na het lezen van het advies van de Raad van State zal ik daar zeker niet op ingrijpen.
Collega's, ik vind trouwens dat we bijzonder veel doen om de veiligheidsomstandigheden van onze mensen te laten respecteren. Collega’s Bothuyne en Vande Reyde, ik ben zeker bereid om de informatieverstrekking nog te verstevigen. Ik heb daarnet ook gezegd dat wij op de papieren cheques nu ook al melding maken van de voorschriften. Ik kan begrijpen dat sommige mensen het lastig vinden om een mondmasker te moeten dragen. Ik draag dat ook niet graag, zeker niet als ik net koffie heb gedronken, en dan komt al die koffie terug. Ik vind dat heel vervelend, maar het is voor de veiligheid van jezelf en van de ander dat je het moet doen. Dus, alsjeblieft, we zitten in een moeilijke periode, als we de sector open willen houden, moet iedereen de voorschriften naleven. Het kan maar zo simpel zijn wat mij betreft, en ik hecht er ook aan.
Wat ik wel wil overwegen, collega’s Annouri, Ronse en anderen, is het volgende. Ik heb het decreet eens laten bekijken. Het klopt dat je vandaag mensen die hardnekkig weigeren om veiligheidsvoorschriften na te leven, niet kunt uitsluiten. Ik heb er dus geen enkel probleem mee om te bekijken hoe we dat decreet wat kunnen verfijnen. En als ik jullie hoor, zou het hier ook op heel veel banken op steun kunnen rekenen om het decreet te verfijnen en manifeste misbruiken ertoe te laten leiden dat mensen in dat geval ook geen beroep meer kunnen doen op huishoudhulpen.
Maar laat me wel wezen: ik vind dat mensen ook training moeten kunnen krijgen in het melding maken van het feit dat bepaalde voorschriften niet worden nageleefd. Ik vind de weerbaarheid van onze huishoudhulpen ook belangrijk, ook als ze later bijvoorbeeld naar een andere job zouden gaan. Ik wil daar echt fors in investeren. Maar voor mensen die hardleers zijn, vind ik inderdaad dat we zeker een decretale aanpassingen kunnen overwegen. Ik bekijk dat samen met onze mensen van de administratie.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, collega's, ik blijf met een dubbel gevoel achter. Elke keer als wij over deze thematieken spreken in het parlement, voel ik die steun en dat respect voor alle huishoudhulpen. En dat is goed. Dat delen wij allemaal met elkaar. Maar dan kom je in de realiteit, in de praktijk, waar maandag nog is gebleken dat zeven op de tien huishoudhulpen zeggen dat ze zich onveilig voelen. Dat is de realiteit vandaag.
Dan weet je dat wij hier in Vlaanderen een maandenlange discussie hebben gezien over een loonsverhoging van 1,1 procent, die ze zelfs niet hebben gehaald, voor mensen van wie wij hier allemaal vinden dat ze ongelooflijk belangrijk werk doen. Dan lees je vandaag dat sommigen zich zorgen maken over het einde van het jaar en de eindejaarspremie, vanwege die technische werkloosheid. Dat zijn dingen die ik heel moeilijk te rijmen vind met alle discussie die wij hier hebben en de eensgezindheid die er is, over alle partijgrenzen heen, over hoe belangrijk die huishoudhulpen zijn.
Ik wil niet in een discussie vervallen in de zin van: kijk naar het federale niveau of zus of zo. Ik zou zeggen wat de vrouw van het ACV heeft gezegd, minister: zowel op federaal niveau als op Vlaams niveau, neem de verantwoordelijkheid op en zorg ervoor dat én die mensen beschermd worden én hun loonvoorwaarden verbeterd worden. (Applaus bij Groen)
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ben blij dat de minister ingaat op mijn voorstel of een opening maakt om een decreetswijziging te doen en een soort van zwarte lijst te maken van wie echt hardnekkig weigert om de huishoudhulp met respect te behandelen. Dat is een heel goede zaak.
In tegenstelling tot collega Annouri en collega Gennez wil ik wel de loftrompet steken over wat deze Vlaamse Regering doet voor de dienstenchequesector en de poetshulpen of huishoudhulpen in het bijzonder. In de begroting is er meer dan 1,2 miljard euro voor die dienstencheques. In de eerste golf is er voor miljoenen euro’s bij gestoken, in de tweede golf 40 miljoen euro, of bijna 3 euro per dienstencheque, extra. Hier dan in het parlement de schijn gaan wekken dat we weinig doen, vind ik persoonlijk schandalig. Ik vind het vooral schandalig dat hier de indruk wordt gewekt dat de Vlaamse Regering als werkgever van de huishoudhulp kan optreden. Neen, de Vlaamse Regering financiert het hele systeem. Graag een beetje eerlijkheid, dus.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Net omdat de Vlaamse Regering 1,2 miljard euro investeert in de huishoudhulpen, collega’s, is het zaak dat de 51 miljoen euro die de regering bijkomend investeert, en waarvoor we proficiat hebben gezegd, afhankelijk wordt gemaakt van de goedkeuring van zowel de werkgevers als de werknemers. Want nu is het gewoon een blanco cheque. Zeven op de tien mensen zeggen dat ze zich niet veilig voelen op hun werk. En ze krijgen daar nul euro en nul centiemen extra voor. En dat is oneerlijk.
Mijn aanbod is er dus, nogmaals, een van evenwicht. Vergoed de werkgevers terecht voor de veiligheidsinvesteringen, maar zorg er ook voor dat de mensen die het risico nemen om bij oude mensen te gaan poetsen en bij tweeverdieners het werk te gaan doen, ook hun rechtmatige deel van de koek krijgen en daar dus ook financieel voor beloond worden. Ze zullen u dankbaar zijn. En op de Vlaamse investering van 1,2 miljard euro is het heus maar een peulschil. Minister, probeer dit alsnog te regelen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.