Report plenary meeting
Report
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, het ordewoord naar aanleiding van deze coronacrisis was duidelijk: ‘Blijf in uw kot.’ Dat geldt voor iedereen, maar blijkbaar niet voor asielzoekers, want sinds het begin van de coronacrisis begin februari, hebben meer dan tienduizend nieuwe asielzoekers hier asiel aangevraagd. Dat leidt tot de opening van nieuwe centra, onder andere vorige week maandag in Kalmthout. En de rode draad bij de opening van dit soort van centra is het gebrek aan of de toch wel zeer gebrekkige communicatie. Dat was hier alweer niet anders: op de gemeenteraad van 18 oktober wordt officieel toegegeven dat het centrum de week nadien opengaat. Een paar dagen later, op 2 november, zit er een flyer in de bus van de bewoners en op vrijdag 6 november zijn daar de eerste asielzoekers.
Een gebrekkige communicatie dus, waarbij niet alleen Fedasil maar ook u met uw zo breed aangekondigde verbindingsofficieren compleet maar dan ook volledig afwezig zijn. Wel aanwezig tegenwoordig is een privaatbedrijf, G4S, een Britse firma die tegenwoordig de uitbating van de centra doet en die ook de flyers verspreidt in de betrokken wijken. Ik heb er hier een bij me met daarop het logo van G4S, ondertekend door de heer Patrick Biegel, centrumverantwoordelijke op de loonlijst van G4S. Men kan antwoorden of vragen stellen op een e-mailadres van – u had het al begrepen – de firma G4S. De overheid komt er zelfs in de communicatie niet meer aan te pas. Blijkbaar is mensenhandel een bijzonder lucratieve bezigheid geworden, waar veel geld mee te verdienen is. U moet mij eens uitleggen hoe het mogelijk is dat een bedrijf dat geld verdient met de uitbating van asielcentra, uiteindelijk verantwoordelijk kan zijn voor de communicatie met de bewoners. Zij hebben er alle belang, financieel belang, bij dat die centra door hen worden uitgebaat en dus kunnen bestaan. Hoe zouden zij in hemelsnaam de communicatie kunnen verzorgen?
Uw vraag alstublieft.
Minister, mijn vraag aan u is vrij simpel. Waarom is de Vlaamse overheid, uw fameuze verbindingsofficier, compleet maar dan ook totaal afwezig in dezen, niet alleen in Kalmthout maar ook in Bilzen en in zoveel andere gemeenten waar dezelfde problematiek zich voordoet en waar een privébedrijf de taak van de overheid inzake communicatie volledig en totaal heeft overgenomen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, zoals u weet, is de beslissing inzake de opening van een asielcentrum een verantwoordelijkheid van de federale overheid. Wij voorzien vanuit het Agentschap Integratie en Inburgering sinds bijna een jaar in ondersteuning op het vlak van communicatie voor gemeenten waar een asielcentrum komt. We hebben daarvoor verbindingsofficieren, maar zoals ik reeds naar aanleiding van vorige vragen hier in de plenaire vergadering en in de commissie heb gezegd, zetten wij die mensen en het agentschap maar in wanneer het lokale bestuur een vraag stelt. We respecteren de lokale autonomie wat dat betreft. Het spanningsveld dat omtrent het asielcentrum in Kalmthout bestaat, dateert eigenlijk al van begin dit jaar. In het begin was dat een discussie tussen Fedasil en het lokale bestuur. Er waren blijkbaar technische gebreken in het gebouw. De gouverneur en burgemeester Jacobs hebben dan een overleg georganiseerd met het lokale en het federale bestuur. Het agentschap was daar steeds bij betrokken. Die technische gebreken zijn in orde gebracht, of worden opgenomen. Het resultaat van dat overleg, zo is mij meegedeeld, is dat er nu 33 personen hun intrek zullen nemen, allemaal gezinnen, in plaats van 120, wat men in eerste instantie had voorzien. In het overleg tussen de gouverneur, de burgemeester, Fedasil en het agentschap is beslist dat de communicatie in Kalmthout verloopt via Fedasil. Dat is een afspraak die is gemaakt op vraag van de burgemeester en in samenspraak met alle partners.
Als u vragen hebt over de communicatie van Fedasil, dan denk ik dat u die vragen moet stellen aan de bevoegde staatssecretaris. Dat is evident. Dat valt buiten mijn bevoegdheid. Alleen kan ik hier nogmaals herhalen dat het inderdaad zo is dat er in de schoot van het Agentschap Integratie en Inburgering een aanbod is aan alle lokale besturen die dat vragen om ondersteuning te krijgen, zowel op het vlak van communicatie als via verbindingsofficieren die mee kunnen helpen op het terrein.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat corona een soort glijmiddel is geworden om illegale immigratie verder te faciliteren. De media zijn niet meer geïnteresseerd in de problematiek, maar de bewoners in de betrokken wijken natuurlijk des te meer. U zei deze week in een interview het volgende: “(...) integreren doe je niet vanuit de Wetstraat.” Als het echt aankomt om beleid voeren, en niet interviews geven, dan is die Vlaamse overheid met haar verbindingsofficieren en haar integratieagentschap compleet, maar dan ook volledig afwezig. Wat ik aanklaag, en dat zou u misschien beter ook eens doen in plaats van grote interviews te geven over het geslacht der engelen, is dat ondertussen niet Fedasil, maar de firma G4S de communicatie doet. In de pamfletten die zij verspreiden, staat uitdrukkelijk dat, als men “vragen, opmerkingen of klachten” heeft over het asielcentrum, men contact kan opnemen via OC.kalmthout@be.g4s.com. Een Britse firma voert de communicatie. De verantwoordelijke van het centrum staat op de loonlijst van G4S. Zo ver zijn we gekomen. De overheid is afwezig, schuift de hete aardappel door naar een privéfirma, die uiteindelijk zélf geld verdient aan het openhouden, het installeren en het uitbaten van dergelijke asielcentra.
Mijnheer Dewinter, u hebt uw punt kunnen maken.
Van belangenvermenging gesproken! Hier hebt u er eentje. Klaag dat aan in plaats van fameuze interviews over integratie te geven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, we hebben het hier ook al over gehad in de commissie. Voor onze fractie moet de focus liggen op een scherp terugkeerbeleid, een sterkere bescherming van de EU-buitengrenzen, een asielbeleid naar het Australische model en opvang in de regio. Dan zullen we de instroom zien dalen, en dus de nood aan het openen van extra asielcentra zien verdwijnen. Het is teleurstellend dat op federaal niveau het omgekeerde signaal wordt gegeven: asielloketten gaan opnieuw open, mensen worden zelfs nu, tijdens de coronacrisis vanuit Lesbos binnengevlogen.
Wat het lokale niveau betreft, door geen of laattijdige communicatie bij de opening van een asielcentrum is het inderdaad wel zo dat het draagvlak bij de omwonenden afbrokkelt. Dat draagvlak is nochtans belangrijk. Dat stond al onder druk in dit specifieke geval, maar dat is belangrijk voor de werking van het centrum. Minister, ik ben het met u eens dat dat in de eerste plaats een taak voor Fedasil is, en dus voor de federale overheid, maar ik zou willen vragen dat de buurt tijdig, duidelijk en compleet wordt geïnformeerd. Dit moet dus dringend worden aangepakt door de bevoegde staatssecretaris, want dit staat nog steeds niet op punt.
Minister Somers heeft het woord.
Ik heb met veel aandacht geluisterd naar de twee interveniënten. Ik moet opnieuw vaststellen dat dit een debat is dat eigenlijk thuishoort in het Federale Parlement. U mag me dat niet kwalijk nemen. Dit zijn federale bevoegdheden. Ik denk dat u staatssecretaris Sammy Mahdi moet aanspreken als u het hebt over Fedasil.
Wat specifiek onze ondersteuning betreft, weet u dat ik een groot believer en voorstander ben van sterke lokale autonomie. De burgemeester, en bij uitbreiding het schepencollege, draagt daar de lokale verantwoordelijkheid op het vlak van informeren, dialoog aangaan en dergelijke meer. Wij kunnen alleen maar een aanbod doen, een heel duidelijk aanbod, een onderbouwd aanbod. Er zijn al verschillende burgemeesters die daarop zijn ingegaan. Hier is de afspraak gemaakt – en ik kan die alleen maar respecteren – dat Fedasil de lead zou nemen in de communicatie, evident samen met het lokale bestuur. Ik denk dat we vanuit de Vlaamse overheid gedaan hebben wat we kunnen en moeten doen. Nu ligt de verantwoordelijkheid bij het lokale niveau, maar vooral bij de federale collega's. Ik stel voor dat u uw vragen aan hen richt.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, u hebt in alle interviews – ik heb er al naar verwezen – deze week gezegd dat we meer moeten doen, dat integratie niet gebeurt vanuit de Wetstraat, maar vanuit de Dorpsstraat, enzovoort enzovoort, en dat de Vlaamse Regering daarin de leiding moet nemen. Maar als het zover is, zegt u dat het de schuld is van Fedasil, dat u achter de lokale autonomie staat en dat we eigenlijk niets te vertellen hebben en geen verantwoordelijkheid hebben.
U hebt wel verantwoordelijkheid. U hebt verantwoordelijkheid wat betreft communicatie van deze aangelegenheden, en zeker wanneer u de pretentie hebt gehad om via die fameuze verbindingsofficieren naar buiten te komen met de mededeling dat we het vanaf nu zelf in handen zullen nemen en zullen communiceren met de bevolking. U communiceert niet. Fedasil communiceert niet. De Vlaamse Regering communiceert niet. Wie wel communiceert, is een Brits bedrijf dat rechtstreeks financiële belangen heeft bij het uitbaten van dit soort van asielcentra en dat ondertussen de communicatie ter zake doet. Zover zijn we, wegens de afwezigheid van enige verantwoordelijkheid en beleid van de Vlaamse Regering en van de Federale Regering. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.