Report plenary meeting
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de motie van Hannes Anaf, Freya Van den Bossche en Hannelore Goeman tot onderzoek door het Rekenhof naar de doelmatigheid van de uitgaven in het kader van de contacttracing.
De bespreking is geopend.
De heer Anaf heeft het woord.
Het is een motie die we op 15 juli al bij hoogdringendheid hadden geagendeerd, maar de hoogdringendheid is toen weggestemd. Ik ben blij dat ze vandaag toch op de agenda komt, omdat ze volgens mij nog steeds even noodzakelijk is. De doelmatigheid van uitgaven moet in alle gevallen onze zorg zijn als parlement. Ik denk dat er in dit geval toch wel sterke redenen zijn om effectief die doelmatigheid van de uitgaven in het kader van de contacttracing te laten onderzoeken door het Rekenhof.
Ik ga een aantal feiten geven. Van 18 mei tot 8 juli waren er elke dag gemiddeld meer callcentermedewerkers actief dan er nieuwe cases waren. Dat wil zeggen dat iedere callcentermedewerker op dat moment gemiddeld minder dan één te contacteren besmette persoon had per dag, terwijl dat wel 400 euro per persoon per dag kostte aan de Vlaamse begroting. Dat zijn dus heel dure telefoons. Men moet ook weten dat die callcentermedewerkers aan het minimumloon betaald werden.
Op 29 mei verklaarde de minister dan dat er betaald werd op basis van geleverde prestaties en dat enkel wie nodig was, ingezet werd. Op dat moment lag het weekgemiddelde op 400 vte’s (voltijdsequivalenten) vanuit de callcenters en begin juli lag dat nog steeds op 400 vte’s per dag. Er was op dat moment dus nog altijd niet afgeschaald. Meer zelfs, in de stuurgroep is zelfs – zo vermoeden wij toch – getracht om dat te verdoezelen door systematisch 250 vte’s te factureren als zijnde in opleiding. Dat klopt niet, aldus getuigenissen vanuit de callcenters. Men moest elke dag pro forma in het systeem inloggen zodat de vergoeding toch maar geclaimd kon worden.
In antwoord op mijn meest recente vraag aan minister Beke over de contactopsporing, wist de minister te melden dat de vele uren opleiding recent hun effect hadden op de kwaliteit van de tracing, ondanks dat er nog nooit zo weinig personen in opleiding stonden als in augustus en september. Dat is dus heel vreemd. Ofwel hebben die weken betaalde vorming tussen mei en juli dan eindelijk effect gehad, ofwel is daar toch iets anders aan de hand.
Ondanks dat er maar één telefoontje per dag diende te gebeuren in die periode, bleef de gespreksduur rond de vijftien minuten liggen en deelde gemiddeld maar 60 procent van de bereikte personen hun contacten mee. Je zou denken dat, als je maar één telefoontje per dag te doen hebt, je dan tijd genoeg hebt om door te vragen naar die contacten.
Tegelijk – en dat moet ook gezegd worden – valt op dat de field agents en de ziekenfondsen wel hun job gedaan hebben. Waar de callcenters gemiddeld per bereidwillige persoon 4 contacten konden verzamelen – de minister heeft daarnet bevestigd dat dat nog steeds op 4 staat – was dat bij de field agents gemiddeld 7,4 per persoon, dat is bijna het dubbele. De field agents deden wel altijd meerdere bezoeken per dag, overtuigden mensen vaker om mee te werken en ze deden dat alles voor een derde van de kost van de callcenters. Het middenveld nam in deze crisis dus zijn verantwoordelijkheid en blijkbaar zagen sommigen in de privésector en de callcenters hun kans om geld te verdienen op de kap van de crisis.
Er zijn dus miljoenen euro’s uitgegeven, terwijl er amper prestaties vanuit de callcenters tegenover stonden. Ik denk dat het nu het moment is om heel snel het Rekenhof de opdracht te geven om daar een zeer uitgebreid onderzoek naar te doen, want tegen 31 oktober moet de Vlaamse Regering aangeven of de samenwerking met het consortium al dan niet zal worden voortgezet. Ik hoop dus, collega’s, dat jullie deze motie kunnen steunen en dat we de doelmatigheid van de uitgaven van die middelen kunnen laten onderzoeken door het Rekenhof.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mijnheer Anaf, ik wil graag even reageren. U weet dat het Rekenhof momenteel de rechtmatigheid van de toewijzing van het contract voor de contactopsporing onderzoekt. U vraagt nu nog om een andere opdracht. We hebben het hier al heel vaak gehad over de contacttracing en over de moeilijkheden die er in het begin zijn geweest. Ik denk dat we allemaal beseffen wat een huzarenstuk het is een dergelijk werk op te zetten. Ik hoop dat u dat onderkent. We hebben het er in de commissie heel vaak over gehad. Er is volledige transparantie met betrekking tot de documenten over de contactopsporing. De minister heeft bijna wekelijks cijfers hierover gegeven. Het is ook daarstraks nog ter sprake gekomen. We zien dat het beter en beter gaat. Eigenlijk loopt het nu goed. De minister heeft daarstraks verklaard waarom telkens een hele pool medewerkers stand-by staat en actief is om in de taakstelling dadelijk op fluctuaties van het aantal besmettingen te kunnen inspelen.
Als nu de opdracht tot een bijkomend onderzoek zou worden gegeven, vrezen we dat dit het draagvlak om aan de contacttracing te participeren, dat momenteel meer en meer ontstaat, absoluut niet zal verhogen. Vlaanderen heeft momenteel een goed werkende contactopsporing. De cijfers zijn op dit moment alleszins goed. Hierover wordt regelmatig gerapporteerd. Er is een systematische opvolging. De ondertussen bereikte resultaten zijn goed. We zien niet in waarom nu nog een bijkomende opdracht moet volgen.
De heer Anaf heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, op zich vind ik het een goede zaak dat het Rekenhof spontaan zelf een onderzoek over de toekenning van de contacttracing aan het consortium is gestart. Dit staat hier los van. Ik heb net een aantal feiten gegeven. Dat zijn feiten die we allemaal kunnen vaststellen. De minister heeft die gegevens met ons gedeeld. Ik hoop dat de doelmatigheid van miljoenen euro’s uit de Vlaamse begroting in het welzijnsbeleid ons allemaal aangaat. In andere welzijnssectoren moet elke euro drie tot vier maal worden omgedraaid. Ik snap dus niet goed waarom u niet wilt meegaan in deze vraag om een onderzoek. Als u er zeker van bent dat de middelen op een goede manier zijn uitgegeven, hoeft u geen schrik te hebben van een onderzoek door het Rekenhof.
U hebt het net over het draagvlak voor de contactopsporing gehad. Indien uit een onderzoek door het Rekenhof blijkt dat zwart op wit kan worden vastgesteld dat de uitgaven allemaal perfect kunnen worden verantwoord, zal het draagvlak enkel toenemen. Dat is absoluut geen reden om deze motie niet mee goed te keuren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie houden.