Report plenary meeting
Report
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik moet bekennen dat ik een grote fan ben van uw beleid. Ik denk dat u enorm veel investeert om de omgeving groener te maken, investeert in bossen, ook subsidies vrijmaakt om lokale besturen, verenigingen of lokale spelers tot aankoop van open ruimte te bewegen. U voorziet ook budgetten voor aanplanting. Maar ik zou nog een grotere fan van u zijn, en hoop dit ook nog te worden, indien u ook een positiever investeringsklimaat zou kunnen bewerkstelligen.
Wat bedoel ik daarmee? Ik zeg niet dat het uw schuld is, maar we lezen toch in de kranten dat het vaak te lang duurt voor mensen die willen bouwen, of het nu grote of kleine zijn. Stedelijke projecten duren vaak zes jaar, een stadion voor Club Brugge bijvoorbeeld – daar komen we straks op – duurt veertien jaar, en er is nog geen vergunning. We zien bijvoorbeeld dat ook de volledige Belgische vastgoedsector zegt dat ze soms tot tien jaar moeten wachten op hun vergunning. Het is misschien een beetje overtrokken, absoluut: de gemiddelde tijd is 46 maanden. We zien dat heel veel hectares, vierhonderd, geblokkeerd zijn.
Als u die relance overal in Vlaanderen wilt bewerkstelligen – en de Vlaamse Regering voorziet positief 4,2 miljard euro om die relance te bewerkstelligen – is het toch heel belangrijk dat mensen die hun droom hebben, hoe klein of groot die ook is, aan een vergunning kunnen geraken. Waarom? Omdat dat zo belangrijk is, ook voor de economie. Ik denk aan de vele bouwers, ook investeerders in hernieuwbare energie, ook de tewerkstelling; ook onze eigen inkomsten op de belastingen die we genereren met de bouw zijn zeer belangrijk.
Minister, hoe zult u de komende periode, in aansluiting met wat bepaald is in het regeerakkoord, die vergunningsprocedures versnellen, in het bijzonder ook de doorlooptermijn bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor de vraag. Misschien eerst stellen dat mijn voorgangers hier al heel wat stappen gezet hebben, collega Muyters, maar ook Van Mechelen – die hier niet meer is. Er zijn in het verleden heel wat inspanningen geleverd. Maar ik wil wel een aantal kanttekeningen maken. Ik heb ook gelezen in De Tijd waar de Belgische vastgoedsector mee afkwam. Ik heb dat ook nagetrokken bij de administratie, want het is zeer belangrijk dat we over de juiste gegevens beschikken. Ik weet niet waar de sector zich op gebaseerd heeft. Ik baseer mij op het Omgevingsloket, ik denk dat dat ook het juiste is, alle aanvragen worden daar geregistreerd. De gemiddelde doorlooptijd van een procedure in eerste aanleg duurt ongeveer tussen de 3 maanden en 4,5 maanden, en geen 22 maanden. De gemiddelde doorlooptijd van een beroep is ongeveer hetzelfde. Dat gaat dus over de gemiddelde duurtijd. Het kan natuurlijk zijn dat er complexe dossiers zijn die wat meer tijd in beslag nemen, maar de gemiddelde doorlooptijd van 22 maanden waarover ik in de krant las, klopt niet. Tenzij natuurlijk de sector vanaf dag één dat zij een idee hebben, meetelt; dat is natuurlijk wel niet correct. Ik wil daar ook wel de puntjes op de i zetten.
Ik wil ook nog een tweede punt rechtzetten. Ik heb gelezen dat er een vertraging is in vergunningen tijdens corona. Dat klopt niet. Ik heb het even geconsulteerd: de vergunningen zijn zelfs sneller afgeleverd.
Ten derde zegt het regeerakkoord: sneller vereenvoudigen van de procedure waar het kan. Ik ben het afgelopen jaar verschillende stakeholders en partners aan het consulteren om dat te doen. Wij hebben een vereenvoudiging klaarliggen, waar ik de komende maanden ook mee naar de regering zal gaan. Voor mij zijn twee dingen heel belangrijk. Een vergunning moet rechtszeker zijn. En ook de rechtsbescherming vind ik zeer belangrijk. De rechten van de burger tot de rechter zijn ook van belang. Het zijn natuurlijk die elementen waar we ook rekening mee moeten houden.
Tot slot, wat de Raad voor Vergunningsbetwistingen betreft: we hebben daar vier rechters aangeworven. Dat wil zeggen dat de doorlooptijd van een dossier ingekort zal worden tussen zes en negen maanden.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ik ben blij met uw nuancering. Eerlijk gezegd heb ik, als ik naar mijn eigen stad kijk, niet het gevoel dat burgers eindeloos moeten wachten op een bouwvergunning om een woning te bouwen of te verbouwen. Ik vind dat we stilaan moeten stoppen met de bewuste misleiding hierover. De projecten die lang blijven liggen en die tien jaar op een bouwvergunning moeten wachten, zijn bijna altijd zeer controversiële projecten die de rechten van anderen in het gedrang dreigen te brengen en die overlast en problemen creëren. Die projecten brengen zowel veel tegenstand als de nood aan een zeer evenwichtige beoordeling met zich mee. Ik ben voor eenvoudige, heldere procedures, maar de illusie moet stoppen. We mogen dat niet verwarren met de idee dat alles moet kunnen en dat iedereen die iets wil doen, zijn zin moet krijgen. Zo werkt het niet in een dichtbevolkt land waar iedere activiteit automatisch een impact op anderen heeft. Zeker als die impact groot is, moet de overheid de beschermer zijn van wie door de droom van iemand anders wordt geïmpacteerd. Een droom is mooi en we moeten allemaal hopen dat we onze dromen kunnen uitvoeren, maar de persoon die het in zijn tuin krijgt, had ook een droom, namelijk dat het zijn tuin zou blijven.
We moeten stoppen met heel de tijd mist te spuien. Als ze correct zijn en op de correcte plaats gebeuren, lopen de vergunningsprocedures in Vlaanderen in de meeste gevallen vrij vlot. Als iemand probeert de hoeken eraf te halen, wordt het problematisch en ik hoop dat het dan ook problematisch blijft.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik wil u zeker en vast bijtreden. Onder voormalig minister Schauvliege en voormalig minister Van den Heuvel, de architecten van de omgevingsvergunningen, is het decreet betreffende complexe projecten tot stand gekomen. Ik herinner me dat een aantal Vlaamse volksvertegenwoordigers zo pas nog een voorstel van decreet hebben ingediend om de gerechtelijke onteigeningen sneller te laten vooruitgaan. Ik denk dat er al heel wat is gebeurd.
We zijn in Vlaanderen trouwens snel met het afleveren van vergunningen. In de praktijk gaan met twee zaken veel tijd verloren. Het eerste is de tijd tot het moment dat de vergunningsaanvraag effectief wordt ingediend. Ik stel vast dat het dikwijls heel lang duurt eer een vergunningsaanvraag volledig en ontvankelijk is. Daar wordt veel tijd mee verloren. Het tweede zijn de beroepen, maar we moeten oog hebben voor de rechtsbescherming van iedereen.
Ik herinner me dat ik, als stout parlementslid, samen met een aantal collega’s een voorstel heb gedaan om enkel diegenen die tijdens het openbaar onderzoek hebben gereageerd, nog de mogelijkheid te bieden om achteraf in beroep te gaan. Ik ben hier overladen met alle zonden van Israël – maar dat is een ander debat.
Mijnheer Ceyssens, kunt u afronden?
We moeten alle mogelijke moeite doen. Het decreet wordt geëvalueerd. We moeten altijd voor rechtszekere vergunningen hebben. Die vergunningen hebben nog altijd de kortste doorlooptijd naar een vergunning die niet meer kan worden aangevochten.
Zeer duidelijk, collega Ceyssens, wel behoorlijk over tijd.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik ben zeer benieuwd wat het zal worden als u die vereenvoudiging doorvoert. Er kan misschien nog wat gebeuren.
Mevrouw Van Volcem, ik stel me vragen bij wat u in de commissie hebt gezegd. Bouwen in een waterrijk gebied moet volgens u kunnen omdat het technisch kan.
Minister, ik moet me bij u aansluiten. Op dit moment loopt het goed.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, mevrouw Van Volcem, ik dank jullie voor het feit dat jullie het probleem van de logge, zware procedures aankaarten. We moeten hier blijvend aandacht voor hebben.
Minister, het is goed dat u initiatieven plant, maar naast de vereenvoudiging van de procedures zou ik ook aandacht willen vragen voor de vereenvoudiging en het gebruiksvriendelijk maken van het omgevingsloket. Eerst wil ik mijn appreciatie voor het omgevingsloket uitdrukken. Dankzij het digitaal loket zijn de vergunningsprocedures verder blijven lopen. Het moet worden gezegd dat het Omgevingsloket nood heeft aan een evaluatie. Ik denk trouwens dat dit in het Vlaams regeerakkoord staat. Een burger die met betrekking tot een eenvoudig dossier zelf de aanvraag wil doen, moet zeer bedreven zijn en veel geduld hebben om de aanvraag juist in te dienen. Mijn vraag is dan ook wanneer u die evaluatie van het Omgevingsloket plant.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, ik hoor verschillende vragen en tussenkomsten.
Ik heb het eens bekeken, collega, ook in Brugge is de gemiddelde doorlooptijd ongeveer 3,3 maanden. Dat is niet zo bijzonder lang. Nogmaals: ik weet niet op welk dossier de Belgische vastgoedsector zich heeft geënt, maar de gemiddelde doorlooptijd is geen 22 maanden. Tenzij men natuurlijk start bij het nadenken over het plan, en nadien het uittekenen van het plan. Maar daar kan de overheid natuurlijk niets aan doen. En inderdaad, collega Ceyssens, ik ben een aantal collega's vergeten te noemen, maar er zijn heel wat stappen gezet. Marc Dillen van de Vlaams Confederatie Bouw heeft nog niet zo lang geleden op de radio gezegd dat het probleem zich eigenlijk niet situeert in de omgevingsvergunning, maar bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, omdat de doorlooptijd daar erg lang is.
Ik wens het nog eens te onderstrepen en de collega's van de Vlaamse Regering daarvoor te bedanken: we werven daar vier extra rechters aan. We gaan dus van negen naar dertien rechters. En daardoor kunnen we die doorlooptijd inkorten, tussen de zes en negen maanden, zo wordt ons gezegd. Dat is natuurlijk heel goed voor economische investeringen. Want ‘time is money’, het moet snel gaan. Het probleem situeert zich dus daar. Maar met de komst van de rechters kunnen we die doorlooptijd maximaal aanpakken.
Daarnaast voorziet het regeerakkoord inderdaad een aantal vereenvoudigingen. We zijn die oefening aan het maken. Ook de evaluatie van het Omgevingsloket zit daar mee in, collega De Coninck. We proberen ook extra naar digitalisering te kijken. In het kader van de relance heb ik daar ook wat budgetten voor gevraagd.
Daar waar we nog kunnen versnellen: graag. Ik ben daar zelf voorstander van. Maar ik ben zelf ook jurist, en ik hoor ook van ontwikkelaars en ondernemers dat ze rechtszekerheid het allerbelangrijkste vinden. Dat is voor mij dan ook van groot belang, in die grote oefening. Wanneer ik binnen dit en een aantal maanden naar de regering ga met dat vereenvoudigingsplan, is rechtszekerheid daarin zeer belangrijk. Men moet zeker zijn van een vergunning. Ten tweede is de rechtsbescherming van de burger belangrijk, dat wil ik nog eens beklemtonen. We moeten rekening houden met die evenwichten.
Maar ik ben dus niet gediend met dat artikel. Het is mij ook een raadsel waar de Belgische vastgoedsector zijn bronnen haalt. Mijn bron is het Omgevingsloket. Dat bevat alle aanvragen. In 2019 waren er 85.000 aanvragen. Dat is heel wat. De doorlooptijden daar zijn van een totaal andere orde. Het probleem zit bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. En daar hebben wij vier extra rechters aangeworven.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, vooreerst vind ik het een goede zaak dat u vier rechters hebt benoemd. Ik hoop dat zij zo vlug mogelijk actief zullen zijn. De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft zijn jaarverslag niet neergelegd sinds 2018. Er zou daarover veel meer transparantie moeten zijn. Mensen bepleiten een zaak, dienen hun dossiers in, weten niet wanneer er een arrest zal vallen. Er is daarover totaal geen transparantie. Men kan doen alsof het verkrijgen van een vergunning ‘a walk in the park’ is . U hebt gelijk dat er grote stappen zijn gezet, met de Codextrein, maar ook met de beslissing van de vorige ministers dat een omgevingsvergunning binnen een bepaalde termijn na het ontvankelijk verklaren moet worden afgeleverd. Dan heb je de deputatie en de bindende termijnen. Dat is waar. Maar dat is pas dan. Dan heb je een traject van ongeveer elf maanden, na openbaar onderzoek in de twee. Maar dan heb je de procedure, en kan iemand die in de buurt woont of daar belang bij heeft, met 200 euro in beroep gaan.
Oké. Uw punt is?
Daar wringt het schoentje. Want geen enkel project kan worden uitgevoerd zolang die procedures lopen. Minister, ik ben zeer tevreden dat u hebt geïnvesteerd en dat er bijkomende rechters komen. Dat is heel belangrijk voor investerend Vlaanderen.
Mevrouw Van Volcem is tevreden, dus is iedereen tevreden. (Gelach. Opmerkingen van Bruno Tobback)
U bent altijd tevreden en optimistisch, zo kennen we u. (Opmerkingen)
Dat is een compliment, hoor. (Opmerkingen)
Ik wil hem van zijn melk brengen, dat helpt misschien. (Opmerkingen. Gelach)
De actuele vraag is afgehandeld.