Report plenary meeting
Report
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, als wij deze gezondheidscrisis het hoofd willen bieden, dan hebben we nood aan goede afspraken en aan heel veel solidariteit. Daarom is er een spreidingsplan opgemaakt dat ervoor moet zorgen dat alle ziekenhuizen in deze periode zowel de covidpatiënten kunnen verzorgen als hun normale medische zorg kunnen blijven garanderen. Ik denk dat dat een heel belangrijk plan is, en dat we er alle belang bij hebben dat dat kan worden gerealiseerd.
Dan stellen we vast dat de burgemeester van de stad Aalst, Christoph D’Haese, zegt: “De grenzen van onze medische solidariteit zijn bereikt.” Collega’s, laat dat eventjes inzinken: de grenzen van de medische solidariteit zijn bereikt. Brusselaars zijn niet meer welkom in de Aalsterse ziekenhuizen.
Mijnheer D’Haese staat niet alleen. Hij heeft vanochtend bijval gekregen in de commissie Brussel en de Vlaamse Rand van collega Laeremans, die aan de minister vroeg of er in Brussel niet in extra capaciteit kan worden voorzien, zodat die Brusselaars met covid in Brussel kunnen blijven. Collega’s, als Brusselaar doet me dat pijn, maar als Vlaming vind ik het beangstigend dat dit signaal wordt gegeven door Vlaamse politici. Dat is niet het Vlaanderen zoals ik dat ken. Gelukkig is dat ook niet het Vlaanderen zoals het is, want de Aalsterse ziekenhuizen hebben meteen laten weten dat ze het niet eens zijn met de burgemeester en dat ze wel hun rol willen blijven spelen.
Minister, ik wil u vandaag toch de duidelijke vraag stellen: hoe reageert u op burgemeesters die die solidariteit, die die afspraken naast zich neer willen leggen, en hoe gaat u die solidariteit in Vlaanderen garanderen?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Bex, dank u wel voor uw vraag. Ik heb ook de uitlatingen van de burgemeester van Aalst gehoord. Ik heb begrip voor zijn bezorgdheid, maar geen begrip voor de manier waarop hij die bezorgdheid heeft geuit. Ik ben zelf heel lang burgemeester geweest, ik ben dat nog altijd, en ik begrijp dat op een zeker moment, als die coronacijfers stijgen, een burgemeester de bezorgdheid daarover uit, zich ook vragen stelt, oproept tot burgerzin, betrokken is in dat debat, geëngageerd is. Wat ik echter niet kan begrijpen, is dat je dan vele stappen verder gaat, dat je de uitspraak doet dat de grenzen van de medische solidariteit bereikt zijn en dan ook een woord als ‘transfers’ gebruikt, dat natuurlijk een heel specifieke betekenis heeft in deze context.
Ik vind dat onverstandig en onjuist, en het zaait ook verwarring, op een moment dat alle overheden, onze eigen Vlaamse Regering, samen met de Federale Regering, in verschillende politieke samenstellingen, en met lokale besturen, moeten samenwerken om die grote medische crisis de baas te kunnen. Het gaat ook regelrecht in tegen het spreidingsplan, een spreidingsplan dat is gemaakt om iedereen in dit land, of die nu covidpatiënt is of niet, de juiste medische zorgen te kunnen geven. De federale overheid heeft dat spreidingsplan gemaakt en geïnstalleerd om, wanneer een ziekenhuis meer dan 15 procent covidpatiënten op intensieve zorgen heeft, over te kunnen gaan tot spreiding, zodat iedereen, ook al ben je bijvoorbeeld een hartpatiënt die dringend een operatie nodig heeft, nog altijd terechtkan in elk ziekenhuis.
Dat is gebaseerd op solidariteit, maar ook op wederkerigheid, en voor iemand die burgemeester is, is dat geen ongewoon systeem. We kennen dat. We kennen dat bijvoorbeeld voor de brandweer. Wanneer er ergens een heel grote calamiteit ontstaat, komen brandweerwagens van elders helpen. Wanneer er een risicomatch is, dan komen politieagenten van elders te hulp. Als er een grote manifestatie is, zoals carnaval, dan komen politieagenten van elders te hulp, wat op dat moment concreet betekent dat er in de eigen gemeente minder veiligheidsdiensten aanwezig zijn. Als er morgen bijvoorbeeld in Aalst een grote calamiteit is, dan zal men op datzelfde systeem van solidariteit kunnen rekenen.
Ik vind ook dat het de eenduidige communicatie ondergraaft die nodig is in het beheer van de crisis. Het merkwaardige is natuurlijk ook dat de burgemeester zelf niet bevoegd is, het is een federaal plan. Blijkbaar wisten de raad van bestuur en de directie van het ziekenhuis niet dat dit zou worden gecommuniceerd.
Kunt u afronden, alstublieft?
Ik rond af, voorzitter.
Wat we op dit moment vooral nodig hebben, is burgerzin van iedereen en ook solidariteit. Je kunt nooit mensen veroordelen wanneer ze ziek worden. Mensen zijn verantwoordelijk om de regels te respecteren, maar dan nog kunnen ze patiënt worden. Als je patiënt bent en je je dan op een of andere manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, slachtoffer laat maken van een beleid van je eigen stad of regio: dat staat haaks op het Vlaanderen waar wij voor staan, en op de solidariteit die noodzakelijk is om de crisis aan te pakken.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik ben blij met uw antwoord en met uw krachtige veroordeling van dat gebrek aan solidariteit. Ik wil ook de hoop uitdrukken dat die veroordeling wordt gedeeld door de collega's van meerderheid en oppositie, en zeker ook door de collega's uit Aalst die in dit parlement vertegenwoordigd zijn.
De taal die over Brussel wordt gebruikt – we hebben er daarnet nog een voorbeeld van gekregen –, is niet onschuldig. Er zijn collega's die niet liever zouden willen dan dat er een muur rond Brussel wordt gebouwd. Ze vergeten wat Brussel voor Vlaanderen betekent. 30 procent van de patiënten in Brusselse openbare ziekenhuizen zijn mensen van buiten Brussel. In 2019 zijn er 538 patiënten uit Aalst behandeld in Brusselse ziekenhuizen. Die solidariteit is er en die is wederkerig, en dat moet ook zo blijven.
Minister, gaat u de lokale besturen beter informeren over dat spreidingsplan? Want blijkbaar is er bij sommige burgemeesters nog een zekere onwetendheid. (Applaus bij Groen)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Het is al te gemakkelijk en goedkoop om nu hysterisch te doen over de uitspraken van mijn streekgenoot, de burgemeester van Aalst, Christoph D'Haese. Collega Bex, in plaats van uw tijd te verdoen met dit soort van vragen had u beter eens wat vragen gesteld aan uw groene collega's Elke Van den Brandt en Alain Maron van Ecolo. Het is door het schuldig verzuim van deze ministers van Gezondheid van Groen en Ecolo dat er zich nu in Brussel een gezondheidsramp voltrekt. Het is niet Christoph D'Haese die ervoor verantwoordelijk is dat er zoveel Brusselaars in het ziekenhuis belanden, het zijn uw partijgenoten, mijnheer Bex.
Ik weet wel dat er nu geen juridische grond is om Brusselaars te weigeren in het ziekenhuis in Aalst en dat iedereen verzorging verdient, maar het mag wel eens gezegd worden dat het onaanvaardbaar is dat de gezondheidszorg voor onze Vlaamse mensen in het gedrang komt omdat deze Groenpolitici hun islamitische achterban niet terecht durven te wijzen en hun plicht niet doen. Ik steun dan ook het signaal van de burgemeester van Aalst. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Om ervoor te zorgen dat iedereen de nodige gezondheidszorg kan krijgen en dat onze gezondheidszorg de nodige pieken kan opvangen, is er solidariteit nodig. Het is net daarom dat er wordt gewerkt met ziekenhuisnetwerken. De coronacrisis zet dat natuurlijk allemaal op scherp, want om ervoor te kunnen zorgen dat mensen die COVID-19 hebben opgelopen en dat ook mensen die om andere redenen zorgen nodig hebben, op een goede manier kunnen worden verzorgd, is die solidariteit meer dan ooit nodig.
Het is daarom heel erg te betreuren dat politici die onderuithalen. Politici zouden net moeten zorgen voor meer solidariteit in plaats van ze onderuit te halen. Ze zouden de mensen moeten geruststellen in plaats van angst aan te wakkeren. Daarom sluit ik me namens onze fractie heel graag aan bij het krachtige signaal dat de minister hier heeft gegeven. (Applaus bij CD&V en Open Vld )
De heer D'Haese heeft het woord.
Beste parlementsleden van de N-VA, jullie burgemeester in Aalst wil dus Brusselse coronapatiënten weigeren omdat de medische solidariteit haar grenzen heeft bereikt. Is dat de nieuwe aanpak: eigen corona eerst? Denken we nu echt dat dat virus zich daar iets van aantrekt? Denken we nu echt dat corona stopt aan de taalgrens?
En bovendien, die burgemeester D’Haese – wees gerust: het is geen familie van mij – is uitgerekend de man die in de Kamer is komen vertellen over ‘de’ of ‘het’ virus. Hij is de premier de mantel komen uitvegen omdat zij niet wist of het ‘de’ of ‘het’ virus was. Collega’s van de N-VA, ik heb een vraag voor jullie. Is het ‘de’ of ‘het’ asociale burgemeester? Ik denk dat dit een veel nuttiger vraag is vandaag. We gaan dat coronavirus alleen maar klein krijgen als wij dat samendoen. Met jullie bekrompen nationalisme gaan wij er niet geraken, geraken wij geen millimeter verder. Samen sterk! Tous ensemble! (Opmerkingen van Karl Vanlouwe)
De heer Parys heeft het woord.
Laat mij duidelijk zijn: iedereen heeft recht op de gepaste zorg en niemand zal ooit geweigerd worden in een ziekenhuis. Het spreidingsplan wordt gewoon uitgevoerd. Maar wij kunnen toch niet doof blijven voor de irritaties van een burgemeester die op zijn grondgebied elke dag de effecten van het Brusselse beleid ondergaat. Brussel concurreert vandaag met de slechtste coronacijfers van heel Europa. De Brusselse politici hebben veel te lang gedanst op de rand van de vulkaan alvorens in te grijpen. Dan begrijp ik wel dat er een zekere vorm van frustratie is. Collega Bex, ik moet uw branie wel bewonderen om hier als parlementslid voor Groen met de vinger te komen wijzen, terwijl uw collega, Elke Van den Brandt, in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest verantwoordelijk is voor het welzijn. Zij is daar al heel lang ‘mission in action’. We zien dat de contacttracing in Brussel duizenden telefoons achterstaat. Onze oproep is dat elk beleidsniveau tijdig de nodige maatregelen neemt. Laat ons samen ervoor zorgen dat iedereen altijd de zorg krijgt waar hij recht op heeft. Dat is het standpunt van mijn fractie, en daar mag u op rekenen in deze Vlaamse Regering, in dit Vlaams Parlement. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
U ziet nu wat ‘Vlaanderen eerst’ betekent voor de N-VA. Ziekenhuizen in Brussel helpen jaarlijks duizenden patiënten uit heel het land, en die ziekenhuizen laat je nu in de steek. Moet Brussel vandaag schakelen? Ja, absoluut, en dat hebben wij ook gedaan. Maar mag een burgemeester patiënten weigeren? Zeker niet. Dit is geen probleem in de echte wereld. De Brusselse ziekenhuizen hebben zelf gezegd dat er geen probleem is. Het is vooral een probleem in de wereld van de N-VA, die een symbool creëert en de mensen tegen elkaar opzet. (Rumoer)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Jawel, jullie zaaien verdeeldheid, en dat is wat de heer D’Haese heel duidelijk heeft bedoeld. Ik hoop echt dat de andere N-VA-burgemeesters twee keer nadenken voor ze dit soort domme uitspraken doen. (Applaus bij sp.a)
Minister Somers heeft het woord.
Met het laatste dat de heer Parys heeft gezegd, ben ik het eigenlijk volkomen eens: elk beleidsniveau moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Je kunt er een debat over voeren of men federaal, regionaal, Vlaams meer of minder moet doen. Maar je voert dat debat niet op de kap van de patiënt. Je suggereert niet dat patiënten misschien wel eens zouden kunnen worden geweigerd in een ziekenhuis omdat ze van een regio of een gemeente komen waar het beleid niet goed of niet goed genoeg zou zijn. Dat kun je niet maken. Dat creëert heel veel ongerustheid. Dat is fundamenteel onrechtvaardig en hoogst onverstandig. Het staat ook heel haaks op het beleid dat wij voeren met het federale spreidingsplan, waarin volgens mij de juiste keuzes worden gemaakt. Het plan garandeert dat als er ergens een opstoot is die men misschien slecht of niet proactief genoeg beantwoord heeft, de patiënten daar nog steeds de garantie hebben op een goede medische verzorging. Vanuit Brussel heeft men nu patiënten gestuurd naar Vilvoorde, Mechelen, Aalst en Gent, maar slechts tot op een bepaald niveau, zodat ook daar de goede medische zorgen niet onder druk zouden komen te staan. Dat is een zeer goed systeem, gebaseerd op solidariteit, waarbij de burgers, ongeacht in welke gemeente of stad ze wonen, de beste medische zorg gegarandeerd wordt.
Ten tweede geloof ik ook dat wanneer politici signalen moeten zenden in deze tijd, we dat vooral moeten doen op een manier waarbij we geen verwarring creëren bij de burgers. Als we gisteren blij waren met de communicatie, waar in het Overlegcomité onze regering samen met de andere regeringen een aantal heldere afspraken maakt en die ook helder communiceert, dan is het niet verstandig om daar door te fietsen met uw eigen individuele interpretatie van wat er zou moeten gebeuren en niet. Ik vind dat niet verstandig. Wat we nu vooral nodig hebben, is niet zoeken naar een zondebok, is niet op een moment van crisis gaan stigmatiseren en culpabiliseren, maar uitgerekend een burgemeester weet dat je net vandaag iedereen nodig hebt, dat je iedereen mee in bad moet krijgen, iedereen op zijn burgerzin moet kunnen appelleren, om door die crisis te geraken.
Gelukkig heeft de burgemeester van Aalst vandaag al zijn uitspraken genuanceerd en gecorrigeerd, dus voor mij is dat incident eigenlijk ook wel afgesloten. Maar dit was een hoogst ongewenst signaal, hoogst ongewenst! Het zet onnodig mensen tegen elkaar op, het ondergraaft de eenheid van commando, en het geeft het gevoel aan patiënten dat ze schuldig zijn. Patiënten zijn nooit schuldig! Elke burger heeft verantwoordelijkheid, elke burger moet de regels volgen, maar ook als je alle regels volgt, kun je toch nog besmet raken. Tegen die mensen rechtstreeks of onrechtstreeks zeggen dat ze een probleem zijn, dat gaat niet. Dat systeem van solidariteit dat we kennen, moeten we overeind houden.
Wat ga ik doen? Ik denk dat ik als minister van Binnenlands Bestuur nog eens een goede briefing ga geven aan onze burgemeesters over hoe dat veiligheidssysteem juist in elkaar zit. Maar tegelijkertijd wil ik toch nog eens benadrukken dat het overgrote deel van de burgemeesters – en trouwens collega D’Haese ook in zijn dagdagelijks beheer van de crisis – zijn job uitstekend doet, met veel verantwoordelijkheidszin, over de partijgrenzen heen.
Alleen denk ik dat we hier enige zelfbeheersing aan de dag moeten leggen om niet mee te gaan in de gemakkelijke vluchtheuvel. Op een moment dat er een crisis is – dat heeft men altijd al gezien, altijd en overal, ook in de geschiedenis, ook elders –, is de gemakkelijkste vluchtheuvel de zondebok. Daar moeten we voor opletten. We hebben elkaar nodig, we hebben solidariteit en burgerzin nodig. Ik zou dus een oproep willen doen aan alle burgemeesters om die lijn heel goed te bewaken, hun bezorgdheid te uiten, maar nooit op de kap van patiënten, nooit op de kap van de medemens. (Applaus bij Open Vld, CD&V en Groen)
De heer Bex heeft het woord.
Collega Parys, u zegt: laat elk beleidsniveau doen wat moet. Elk beleidsniveau mag daar inderdaad wat bescheidenheid aan de dag leggen. We zijn met een crisis geconfronteerd waar ook Vlaanderen niet perfect van wist hoe we ermee moesten omgaan. We hebben dat met vallen en opstaan moeten leren; dat zien we elke dag nog in de coronacommissie.
Brussel heeft vorige week de maatregelen verstrengd, Brussel neemt vandaag veel strengere maatregelen dan die we in Vlaanderen zullen kennen. Dat is een goede zaak, want het is nodig.
Ik zie vandaag dat de burgemeester van Aalst met zijn uitspraken hier enkel bijval krijgt van de collega’s van het Vlaams Belang en misschien is dat veelzeggend. Ik ben blij dat die solidariteit tussen de steden in België, tussen de regio’s in België, hier een groot draagvlak heeft. We hebben zelfs internationale solidariteit op dit vlak nodig, laat het ons tenminste in ons eigen klein landje doen. (Applaus bij Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.