Report plenary meeting
Report
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Lorin Parys, Katrien Schryvers, Freya Saeys, Katja Verheyen, Maaike De Rudder en Tine van der Vloet tot wijziging van artikel 48 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, wat de leeftijd voor plaatsing in een pleeggezin betreft.
Vraagt hierover iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Lorin Parys, Katrien Schryvers, Freya Saeys, Katja Verheyen, Maaike De Rudder en Tine van der Vloet tot wijziging van artikel 48 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, wat de leeftijd voor plaatsing in een pleeggezin betreft, onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Lorin Parys, Katrien Schryvers, Freya Saeys, Katja Verheyen, Maaike De Rudder en Tine van der Vloet tot wijziging van artikel 48 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, wat de leeftijd voor plaatsing in een pleeggezin betreft.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Parys heeft het woord.
Het is een eenvoudig voorstel van decreet dat een mogelijk verschillende interpretatie door verschillende jeugdrechters oplost. Het is zo dat in het decreet jeugdrechters kinderen mogen plaatsen tot hun 13 jaar. Voor kinderen onder de 13 jaar kan het voor een, twee of drie jaar of tot hun 13 jaar. Vanaf 13 jaar kan het maximum voor drie jaar.
Er is een andere wet die zegt dat een minderjarige moet worden gehoord wanneer hij 12 jaar is. Als men dan letterlijk de wet zou volgen zoals die vandaag op de boeken staat, dan ontstaan er situaties dat jongeren die 12 jaar en een paar maanden zijn, moeten worden gehoord door de jeugdrechter vooraleer een plaatsingsmaatregel wordt uitgesproken, die maar kan duren tot hun 13 jaar omdat ze dan opnieuw zouden moeten worden gehoord.
Wat we nu doen, is de leeftijd in artikel 48 van 13 jaar naar 12 jaar brengen. Dat is dezelfde leeftijd als het hoorrecht, en dat is dus meer conform het decreet. Zo worden de leeftijdsgrenzen op elkaar afgestemd, netjes voor het nieuw justitieel jaar in september 2020 van start gaat.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, als ik me niet vergis, heeft onze fractie een tiental minuten geleden …
… twee amendementen ingediend.
Als ik me niet vergis, is het één amendement.
Het zijn twee amendementen. Als ik me niet vergis, is er een amendement op artikel 2 en is er een tweede amendement om een bijkomend artikel 3 in te voegen.
Dat klopt. Ik weet niet of het de bedoeling is dat ik die amendementen al toelicht. Mag ik mijn gang gaan?
Mevrouw Blancquaert, u mag uw gang gaan en de amendementen uitleggen.
De twee amendementen zijn volgens ons de logica zelve. In het voorstel van decreet vragen de indieners “een minderjarige die ouder is dan dertien jaar” te vervangen door “een minderjarige die ouder is dan twaalf jaar”. Ter bescherming van de jongeren moet in het eerste deel van diezelfde zin “ten hoogste tot aan de leeftijd van dertien jaar” worden vervangen door “ten hoogste tot aan de leeftijd van twaalf jaar”. Daarnaast moeten ook de woorden “voor ten hoogste drie jaar” logischerwijze worden vervangen door de woorden “voor ten hoogste vier jaar”.
Momenteel kan een minderjarige die de leeftijd van 13 jaar heeft bereikt, door de jeugdrechter of de jeugdrechtbank nog voor hoogstens drie jaar aan een kandidaat-pleegzorger of pleegzorger worden toevertrouwd. Indien de leeftijdsgrens voor deze groep minderjarigen tot 12 jaar wordt verlaagd, is het gepast de door de jeugdrechter of de jeugdrechtbank opgelegde maximumbeschermingsperiode tot hoogstens vier jaar te verhogen. Zo kan de minderjarige nog tot de leeftijd van 16 jaar van de pleegzorgbescherming genieten.
Daarnaast stellen we ook voor overgangsbepalingen te maken. Dit staat in het voorstel van decreet niet beschreven. Wat ons betreft, is dit onontbeerlijk. Het is niet uitgesloten dat op het ogenblik waarop artikel 2 in werking treedt, de jeugdrechter of de jeugdrechtbank reeds een maatregel heeft uitgesproken waardoor een minderjarige aan een kandidaat-pleegzorger of een pleegzorger wordt toevertrouwd die nog niet in uitvoering is of die wel reeds in uitvoering is. Met het oog op de rechtszekerheid van de minderjarige die het voorwerp van voormelde maatregel is, moet voor dergelijke zaken een overgangsbepaling worden uitgevaardigd.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, we zullen dit goedkeuren omdat het een terechte technische correctie is die het hoorrecht van minderjarigen met een jaar vervroegt en omdat het ook een administratieve vereenvoudiging is. Naar aanleiding hiervan willen we erop wijzen dat er meer sensibilisering zou moeten zijn, zodat we effectief meer pleeggezinnen zouden vinden. We hebben het er recent nog over gehad. Dat is een toenemend probleem. Voor het overige zullen we voor het voorstel van decreet stemmen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 413/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1.
Er is een amendement tot vervanging van artikel 2. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 413/2)
Er is een amendement tot toevoeging van een artikel 3. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 413/2)
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen, de artikelen en het voorstel van decreet houden.