Report plenary meeting
Voorstel van resolutie over een Vlaams sociaal-economisch relanceplan na de coronacrisis
Report
Voorstellen tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Björn Rzoska bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Imade Annouri en Björn Rzoska over een groen economisch relanceplan voor Vlaanderen.
De heer Peter Van Rompuy heeft bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Robrecht Bothuyne, Axel Ronse, Tom Ongena, Maaike De Vreese, Kurt Vanryckeghem en Andries Gryffroy over een Vlaams sociaal-economisch relanceplan na de coronacrisis.
Aangezien beide voorstellen van resolutie hetzelfde onderwerp hebben, behandelen we beide voorstellen tot spoedbehandeling samen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik denk dat iedereen overtuigd is van de hoogdringendheid om een sterke relancestrategie te ontwikkelen. Als we onze kranten openslaan, zien we elke dag berichten over sectoren en bedrijven in nood. De Vlaamse Regering heeft aangekondigd dat ze in juni werk wil maken van een relancestrategie. De relancecomités zijn aan zet. Het is belangrijk dat wij als parlement daartoe bijdragen middels deze resoluties.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, het is misschien een merkwaardig discours van mijn kant, maar ik ben het eigenlijk niet eens met de spoedbehandeling, en toch heb ik gevraagd om de voorstellen tot spoedbehandeling aan elkaar te koppelen. Ik ben het niet eens om een heel eenvoudige reden, collega’s: ik vind dat een parlement zichzelf serieus moet nemen en de commissie voor Economie heeft zeer goed werk geleverd. Daar vonden interessante hoorzittingen plaats en de meeste heb ik ook gevolgd, ofwel in de commissie, ofwel als toeschouwer. Ik vind dat je de conclusies eerst in de commissie moet bespreken en dat je dan misschien kijkt of je niet ook de oppositie kunt meenemen om die conclusies te dragen, want wij zaten ook klaar met een aantal dingen. In mijn ogen wordt door de hoogdringendheid het werk van de commissie voor Economie voor een stuk verkwanseld, want je ontwijkt een parlementair instrument, met name een bespreking in de commissie. Dan hadden we wat mij betreft volgende week hier in de plenaire vergadering gerust de discussie daarover kunnen voeren. We hebben de tekst pas dit weekend gekregen. Wij zaten ook klaar met een aantal punten die we wilden inbrengen. En eerlijk gezegd, mijnheer Bothuyne, ik snap de urgentie niet.
Maar goed, u hebt de urgentie gevraagd. Als ze wordt goedgekeurd, zullen wij ook ons eigen voorstel van resolutie op tafel leggen. Toch hadden we veel liever het parlementaire proces gevolgd, want u hebt gelijk: de relance is een belangrijk onderwerp. (Applaus bij Groen)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, ik ben het 100 procent met u eens dat het parlement serieus moet worden genomen. Als u het voorstel van resolutie bekijkt, zult u wel zien dat er geen half werk is geleverd. Dit is een van de meest omvattende en sterkste resoluties die ik hier ooit heb gezien. Dat is inderdaad omdat we heel uitgebreid onze tijd hebben genomen binnen de commissie voor Economie, waar alle mogelijke actoren, voorgedragen door alle partijen, hun zeg hebben kunnen doen en waar we het debat ook gehouden hebben. U was daarbij niet altijd zelf aanwezig, maar uw collega’s van Groen wel. Ik denk dat de neerslag daarvan wel op een serieuze manier is gebeurd. Die werd u in het weekend bezorgd, dus ik denk dat de tijd om die grondig te bekijken wel voldoende was. Dat we dat nu zullen behandelen, lijkt me niet meer dan logisch.
De heer Janssens heeft het woord.
Vandaag zijn hier geen vaste leden aanwezig die de commissie voor Economie voor onze fractie opvolgen, maar als ik het voorstel van resolutie bekijk, zie ik dat daarin dertien hoofdstukken met meer dan honderd maatregelen staan. Als we dat een beetje op een ernstige manier willen bekijken, bestuderen en eventueel zelfs amenderen, is het veel te kort dag om dat hier vandaag met hoogdringendheid aan de agenda toe te voegen. Ik vind dat een parlement dat zichzelf ernstig wil nemen en goed decreetgevend werk of goede voorstellen van resolutie wil afleveren, dat niet op deze manier kan doen.
De oppositie is de voorbije weken zeer flexibel geweest over alle maatregelen inzake corona. Ik wil de meerderheidspartijen vragen dat zij nu van hun kant ook enige flexibiliteit tonen en dit door de vakmensen in de commissie in eerste instantie laten bekijken.
De heer Ronse heeft het woord.
Wij hebben kosten noch moeite gespaard om het met de commissie en het parlement over de economische relance te hebben. Ere wie ere toekomt: alle partijen hebben heel actief deelgenomen aan de hoorzittingen. We hebben ook een heel intens traject achter de rug inzake dit voorstel van resolutie. Ik denk dat voor maatregelen in het kader van deze relance de urgentie altijd maximaal is, zelfs superurgent. De regering heeft ook vrij fors en stevig gehandeld en kort op de bal gespeeld. Ik begrijp dat dat voor het parlement niet evident was, dat was het ook niet altijd voor ons. Soms gingen de dingen heel snel. Laat ons nu echter het tempo hoog houden en een aantal grondige maatregelen die nodig zijn om de relance in te zetten, samen vreugdevol stemmen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Het tempo mag hoog zijn, maar het is de zoveelste keer dat wij een voorstel van resolutie ontvangen na de start van de plenaire vergadering. Ik heb begrepen dat een aantal andere fracties dat wel al ontvangen hebben. Wij opnieuw niet, nadat men dat al maanden heeft beloofd. Ik vind dat geen serieuze manier van werken, ook al moet het tempo hoog zijn. Wij gaan ons hierover in elk geval onthouden.
Het enige wat ik kan zeggen, collega D’Haese, vanuit de diensten en vanuit mijn rol als voorzitter, is dat wij dat tegelijkertijd naar alle 124 verspreiden. Dat er misschien communicatie is tussen fracties, dat is mijn verantwoordelijkheid niet. Mijn diensten doen het zoals het hoort: naar de 124 tegelijkertijd, op hetzelfde moment.
Absoluut. Mijn boodschap was niet aan u gericht, maar aan de opstellers van het voorstel van resolutie. (Opmerkingen van Axel Ronse)
Dat is een goed geprobeerde mop, maar thuis had ik het ook moeten ontvangen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij nu bij zitten en opstaan over de voorstellen tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die de voorstellen tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de voorstellen tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
De voorstellen tot spoedbehandeling zijn aangenomen. Dan stel ik voor dat de voorstellen van resolutie van Imade Annouri en Björn Rzoska over een groen economisch relanceplan voor Vlaanderen en van Robrecht Bothuyne, Axel Ronse, Tom Ongena, Maaike De Vreese, Kurt Vanryckeghem en Andries Gryffroy over een Vlaams sociaal-economisch relanceplan na de coronacrisis onmiddellijk worden behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van Imade Annouri en Björn Rzoska over een groen economisch relanceplan voor Vlaanderen en van Robrecht Bothuyne, Axel Ronse, Tom Ongena, Maaike De Vreese, Kurt Vanryckeghem en Andries Gryffroy over een Vlaams sociaal-economisch relanceplan na de coronacrisis.
Ik stel voor de besprekingen van beide voorstellen van resolutie samen te voegen tot één bespreking. Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De bespreking is geopend.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik ga proberen om het voorstel van resolutie kort toe te lichten, maar het zal toch enige tijd vergen, vrees ik.
De coronacrisis is een crisis zonder voorgaande: een economische krimp van 10,6 procent, voorspellingen over een stijgende werkloosheid die gaan van 110.000 jobs die verloren dreigen te gaan volgens het Planbureau, tot 260.000 volgens de Nationale Bank, een golf van faillissementen die wordt voorspeld, een sterke terugval in de bedrijfsinvesteringen en in de private consumptie. Dat zijn alarmsignalen die in de laatste honderd jaar zelden roder en talrijker zijn geweest.
De Vlaamse en de Federale Regering hebben vrij snel en zeer adequaat gereageerd om die eerste schokken op te vangen, met de compensatie- en de hinderpremies, het soepele gebruik van tijdelijke werkloosheid, extra financieringsmaatregelen, zoals overbruggingskredieten en waarborgen. Dergelijke snelle en drastische beleidsmaatregelen hebben onze economie doorheen de eerste maanden van de crisis geloodst. En ook, minder zichtbaar, maar des te belangrijker: op Europees niveau hebben de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank door hun economisch en monetair beleid weer perspectief proberen te bieden aan onze economie. Als een open, sterk van export afhankelijke economie, is Europa voor Vlaanderen wellicht nooit belangrijker geweest dan nu.
Met de versoepeling van de lockdown is het vandaag tijd voor een volgende fase, de fase van de heropbouw. In die fase moeten we lessen trekken uit deze crisis, want er zijn een aantal fundamentele problemen en uitdagingen in onze economie en onze samenleving blootgelegd. Ik denk dan aan de nood aan duidelijke, homogene bevoegdheidspakketten, het gebrek aan leercultuur bij de werkenden, de krapte en de mismatch op de arbeidsmarkt, die zeker in de zorgsector heel zichtbare gevolgen heeft gehad, het belang van investeringen in wetenschap, onderzoek en ontwikkeling, het wegsmelten van de financiële basis van onze bedrijven en ten gevolge daarvan de noodzaak om strategische bedrijven en sectoren hier te verankeren, de nood aan flexibiliteit op de arbeidsmarkt, zowel bij werkgevers als bij werknemers, het belang van topinfrastructuur en gerichte publieke investeringen, enzovoort.
De commissie heeft een breed spectrum aan experten gehoord. We hebben mensen uit de administratie en van de sociale partners gehoord. Ik denk dat we vruchtbare gedachtewisselingen hebben gehad. Ik wil alle Vlaamse volksvertegenwoordigers uit meerderheid en oppositie daarvoor bedanken. De meerderheid heeft zich aan dit voorstel van resolutie gezet. Ik wil iedereen die daartoe heeft bijgedragen uitdrukkelijk bedanken, niet enkel de mensen die het voorstel van resolutie hebben ondertekend, maar alle Vlaamse volksvertegenwoordigers die een inbreng in de voorliggende tekst hebben gehad.
De Vlaamse economie kan zich op heel wat expertise beroepen. Momenteel zijn diverse relancecomités en werkgroepen aan de slag. Voor ons is het essentieel dat dit leidt tot een breed gedragen relancestrategie die Vlaanderen economisch en maatschappelijk weer naar de kopgroep van de Europese regio’s kan loodsen. We moeten de synthese kunnen maken van het sociaal-economische en het duurzame.
Deze strategie moet worden gedragen door de politiek, maar ook door alle levende krachten in Vlaanderen. We mogen niet de illusie koesteren dat we vanuit de politiek de relance kunnen beslissen. We moeten proberen iedereen mee te krijgen. De strategie moet duidelijk meetbare doelstellingen hebben en moet op data zijn gebaseerd. We verwachten een regelmatige rapportage over de voortgang in het Vlaams Parlement.
Mijnheer Rzoska, dat is meteen een antwoord op wat u daarnet hebt gezegd. U hebt gezegd dat het debat over de relance niet is afgelopen zodra dit voorstel van resolutie is besproken en goedgekeurd. Het is de bedoeling dat we daar de komende weken en maanden op terugkomen. Niet enkel in de commissie Economie en Werk, maar ook in de andere gremia van het Vlaams Parlement moeten we verder aan de relance werken.
Tegelijkertijd moeten we ons ervan bewust zijn dat het virus nog steeds onder ons is. Zonder een beschikbaar vaccin blijft het virus een bedreiging van onze economie en onze samenleving. Om nog eens de torenhoge economische en maatschappelijke kosten van een collectieve lockdown te vermijden, moet Vlaanderen een draaiboek klaar hebben om bij nieuwe besmettingsgolven te kunnen ingrijpen.
Een relance is niet hetzelfde als blind met publiek geld strooien. Vlaanderen had bij het begin van deze legislatuur de ambitie snel weer aan te knopen met een begrotingsevenwicht. Door de crisis is dit nu helaas niet mogelijk op korte termijn. Toch vraagt het Vlaams Parlement met dit voorstel van resolutie, indien het wordt goedgekeurd, een nieuw traject naar gezonde overheidsfinanciën uit te tekenen, zodat Vlaanderen een kredietwaardige overheid is en blijft.
De COVID-19-crisis is uiteraard geen Vlaams probleem, maar slaat wereldwijd op vele vlakken toe. Meer dan ooit is de EU voor Vlaanderen economisch en monetair belangrijk, maar ook om onze op de export gerichte economie in stand te houden en om het Vlaams relancebeleid met allerhande Europese fondsen te financieren. Bovendien richt de Europese Commissie zich met de Green Deal en de digitalisering op twee prioriteiten en opportuniteiten die ook voor Vlaanderen belangrijk zijn. Wat ons betreft, moet hier volop op worden ingespeeld.
Tegelijkertijd zien we dat onze bedrijven en onze industrie kwetsbaar zijn. Een bescherming van onze strategische sectoren tegen ongewenste buitenlandse overnames, een beleid gericht op de verankering van cruciale bedrijven en de ondersteuning van beloftevolle start-ups en scale-ups zijn cruciaal.
De crisis heeft ons ook geleerd dat we een slagkrachtige overheid nodig hebben die met snelle, adequate beslissingen en in goed overleg met de sociale partners en het middenveld het verschil kan maken. Wat het arbeidsmarktbeleid betreft, hebben we een federaal beleid nodig dat zich maximaal aan de noden van de Vlaamse arbeidsmarkt aanpast. We moeten echter ook heel duidelijk streven naar homogene bevoegdheidspakketten op maat van Vlaanderen.
Als het gaat over de arbeidsmarkt moeten we vaststellen dat er een schok doorheen onze Vlaamse arbeidsmarkt gaat. Voor het eerst in meer dan vijf jaar stijgt de werkloosheid. Het aantal openstaande vacatures is op korte termijn meer dan gehalveerd en toch blijven de structurele knelpunten van de arbeidsmarkt die er reeds voor de crisis waren, overeind: de mismatch tussen vraag en aanbod met vele knelpuntberoepen en dit tegen de achtergrond van een vergrijzende arbeidsbevolking, het hoge aandeel inactieven, de stijgende arbeidsongeschiktheid, de hoge werkdruk en het overeenkomstig ziekteverzuim enzoverder. Die uitdagingen waren er, die uitdagingen blijven er en moeten dus ook verder worden aangepakt. Daarom moet VDAB samen met haar partners zorgen voor een kwaliteitsvol, efficiënt en toereikend begeleidingsaanbod dat langdurige werkloosheid moet vermijden. Vlaanderen mag geen talent verloren laten gaan. Dat vergt een actief en activerend herstructureringsbeleid dat kort op de bal speelt. Dat zorgt ook voor de nood tot meer samenwerking, meer dan ooit, tussen VDAB enerzijds en lokale besturen en OCMW’s anderzijds om zo een begeleiding op maat te voorzien.
We laten ook de ambitie niet los om meer mensen toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Tijdens en na deze crisis gaan immers nog steeds een recordaantal mensen op pensioen, welverdiend, en zij moeten worden vervangen. Na deze crisis willen we terug aanknopen met positieve groeicijfers en daarvoor zijn gekwalificeerde en gemotiveerde mensen nodig. Daarom is het een must dat we de werkzaamheidsgraad verder optrekken door middel van een doelgroepgericht beleid.
Het is hoog tijd voor een competentieoffensief. Vlaanderen heeft nood aan een leercultuur doorheen de hele loopbaan voor alle werkenden. Daarom is ook speciale aandacht nodig voor jonge schoolverlaters zonder kwalificatie, moeten we tijdelijk werklozen een goed opleidingsaanbod kunnen doen, moeten we alle werkenden, ook de ondernemers, stimuleren om zich regelmatig bij te scholen, moeten we werkplekleren verder uitrollen en moet er één platform komen waarop alle opleidingsverstrekkers hun opleidingen overzichtelijk kunnen aanbieden.
We moeten niet alleen inzetten op bijscholing maar meer dan ooit ook op herscholing, want talent kan ook in een andere job of in een andere sector terecht en daar renderen. Zo kunnen we bijvoorbeeld in de zorgsector voor extra handen zorgen.
De crisis heeft nogmaals aangetoond hoe essentieel wetenschap is. Als er straks een vaccin klaar zal zijn – en laat ons hopen dat dat snel het geval is – zal dat dankzij de wetenschap en de wetenschappers zijn. Zo hebben we er dus meer nodig. Daarom moeten we die STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering and Mathematics) nu extra promoten en ook op dat vlak nog een tandje bijsteken.
Maar niet alleen wetenschappers hebben de voorbije maanden een opvallende rol opgenomen. Ook heel wat kortgeschoolden in de zorgsector, in de supermarkten, in de voedingssector en in de afvalophaling tonen dat zij een vitale functie vervullen in onze maatschappij. Wij vragen dat zij onder meer via de jobbonus op een gepaste manier kunnen worden gewaardeerd. Waardering is ook gepast voor sociale economie. Dat is een sector die een belangrijke rol kan spelen in het verankeren van economische industriële activiteiten in Vlaanderen.
Tijdens de lockdown werd thuis- en telewerken op een ongeziene schaal toegepast. Werkgevers die er argwanend tegenover stonden, zijn nu helemaal overtuigd van de mogelijkheden. Werknemers ondervonden er de voordelen van, bijvoorbeeld om de gezinstaken beter te kunnen combineren met het werk of om tijdrovende verplaatsingen te vermijden. We moeten werk maken van meer flexibiliteit op onze arbeidsmarkt via een aangepaste reglementering en via de ondersteuning van werkgevers en werknemers die hun manier van werken willen aanpassen. De manier waarop we werk en samenleving organiseren kan en moet efficiënter. Met wat betere planning en organisatie kunnen we ook de mobiliteitscongestie vermijden die ons jaarlijks miljoenen euro’s welvaartsverlies kost.
Collega's, investeringen zorgen voor de economische groei van morgen en moeten dus ook centraal staan in het relancebeleid. Toch staat investeren voor ons niet gelijk met het blind besteden van zoveel mogelijk belastinggeld op een zo kort mogelijke termijn. Neen, in de eerste plaats hebben we nood aan een beleid dat private investeringen uitlokt en stimuleert. Het Vlaamse herstelplan, met de waarborgen, achtergestelde leningen en kapitaalsparticipatie als belangrijkste instrumenten, moet ervoor zorgen dat onze Vlaamse bedrijven deze crisis doorstaan en zo snel mogelijk de draad weer kunnen oppikken en investeren in hun en onze toekomst. De Vlaamse overheid moet ervoor zorgen dat er voldoende capaciteit voor deze instrumenten voorhanden is en moet vooral ook het vertrouwen winnen van bedrijven en spaarders om van dit beleid effectief een succes te maken.
Collega’s, hoe dan ook is een versnelling in de publieke investeringen aangewezen. Daarvoor moet Vlaanderen de handen in elkaar slaan met de Vlaamse overheidsbedrijven, intercommunales of lokale en provinciale besturen, om zo te komen tot een Vlaamse investeringsagenda. Investeringen met een grote economische en maatschappelijke return moeten daarbij voorrang krijgen. Daartoe moet een afwegingskader worden ontwikkeld. Snelheid en efficiëntie inzake procedures, administratie en vergunningen zijn daarbij essentieel.
Een succesvol relancebeleid moet ook in de juiste richting gaan. We moeten daarom kiezen voor investeringen die bijdragen tot het realiseren van de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. Zowel inzake mobiliteit, emissievrij openbaar vervoer, investeringen in de fiets en fietsinfrastructuur, een versnelde introductie van elektrische wagens, als inzake energiezuinige woningen en gebouwen kan de overheid met een gepast ondersteunend kader de hefboom zijn voor heel wat private investeringen. En ook een energiebeleid dat energie-efficiëntie en meer hernieuwbare energie als leidraad heeft, past in een dergelijk relancebeleid. De Europese Green Deal biedt volgens ons dan ook een kader met heel wat opportuniteiten voor Vlaanderen.
Europa trekt volop de kaart van digitalisering en Vlaanderen moet daarin volgen. Moderne digitale infrastructuur, zoals glasvezel en de uitrol van 5G, moet van Vlaanderen op korte termijn opnieuw ook op dat vlak een topregio maken. En tegelijk moeten we inzetten op digitale geletterdheid, zodat iedereen mee kan in de digitale evolutie, revolutie zelfs, waar we voor staan.
Collega’s, het Vlaamse kmo-weefsel dreigt te worden aangetast door deze crisis. De impact van de economische crisis verschilt echter sterk van sector tot sector en we pleiten dan ook voor een relancebeleid dat rekening houdt met de specifieke noden van deze sectoren en voor een overlegmodel om de noden van de bedrijven snel te gaan detecteren. Het Vlaams ondernemerschap staat onder druk, gelet op het lage ondernemersvertrouwen dat we vandaag zien. Startende ondernemers komen snel in de financiële problemen en kandidaat-starters worden afgeschrikt. Daarom is het belangrijk dat we die starters ondersteunen en dat voor werkzoekenden met ondernemersambities gepaste begeleiding en steun wordt voorzien. Ondernemers die toch in moeilijkheden komen of een faillissement meemaken, mogen we niet aan hun lot overlaten. Samen met OCMW's en organisaties als Dyzo moeten we in een gepaste omkadering en begeleiding voorzien.
Ondernemers stimuleren om te blijven investeren, nieuwe projecten uit te werken en in opleiding en vorming te voorzien, kan via het bestaande VLAIO-instrumentarium (Agentschap Innoveren en Ondernemen). Dat tijdelijk extra in de verf zetten met extra ondersteuning kan aarzelende kmo’s en ondernemers over de brug halen om toch te investeren.
Innovatie, onderzoek en ontwikkeling moeten centraal staan. De vernieuwing van ons economisch weefsel gaat via een duidelijke keuze voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O). Het groeipad richting die befaamde 3 procentnorm voor O&O moet wat ons betreft dan ook worden aangehouden.
De Vlaamse distributiesector kreeg zware klappen te verwerken. Het consumentenvertrouwen kreeg een knauw, collega's, en tegelijk werd blijk gegeven van een ongelooflijke veerkracht. Er zijn heel wat nieuwe initiatieven rond e-commerce en de korte keten. We moeten verder bouwen op deze initiatieven richting een brede structurele versterking van de online aanwezigheid van Vlaamse winkels en handelszaken. En daarnaast is het meer dan ooit belangrijk om kernversterking samen met de lokale besturen waar te maken, zodat de beleving van winkelen in onze steden en gemeenten terug op niveau kan komen.
Vlaanderen is een op de export gerichte economie. Niet alleen de coronacrisis, maar ook de dreigende harde brexit dreigen ons exportmodel te ondermijnen. De Europese interne markt moet volop blijven draaien. Volop inzetten op exportpromotie en extra ondersteuning voor bijvoorbeeld onze zeehavens zijn sleutelelementen om terug te kunnen aanknopen met duurzame economische groei.
En tegelijk is het belangrijk dat we de positie van onze klimaatvriendelijke Europese industrie verdedigen ten aanzien van industrie uit delen van de wereld die het minder nauw nemen met de klimaatambities. Een circulaire organisatie van de economie moet de afhankelijkheid van het verre buitenland voor kostbare grondstoffen verminderen. Zeker voor kmo's en bedrijven geldt dat we investeringen inzake circulaire economie en inzake energie-efficiëntie en andere klimaatvriendelijke maatregelen moeten faciliteren. Ook hier kunnen we met een gericht ondersteuningsbeleid het verschil maken. De Europese Commissie becijferde onlangs dat ons land van alle EU-lidstaten het meest economische winst kan boeken door een groene omslag, met meer dan 60.000 nieuwe jobs. Het is in deze transitie essentieel om onze Vlaamse kmo’s en bedrijven daarin te betrekken en hen een voortrekkersrol te laten spelen.
Collega's, ik rond af. Deze resolutie zet de bakens uit voor een Vlaams relancebeleid dat het verschil kan maken voor onze economie en samenleving. We willen als overheid investeren, maar we willen vooral ook privaat kapitaal activeren en private investeringen uitlokken. We willen de crisis op de arbeidsmarkt snel en efficiënt aanpakken, maar vooral ook geen talent overboord laten gaan en integendeel veel meer vorming en opleiding inzetten om talent te laten ontwikkelen.
We zetten in op hernieuwde economische groei, maar dan wel in de juiste richting, met een beleid dat tegelijkertijd de economische en de klimaatcrisis aanpakt. Als overheid moeten we niet alleen investeren in topinfrastructuur, inzetten op innovatie en een goed functionerende arbeidsmarkt. Neen, de Vlaamse overheid moet ook het voorbeeld geven in de richting van een digitale overheid met minder administratieve lasten, snellere en eenvoudigere procedures, met investeringen in eigen energiezuinig patrimonium, een betere en performantere organisatie van onze diensten enzovoort. Collega’s, als we van deze relance echt een succes willen maken, dan moeten we die vooral samen aanpakken, met alle overheden, sectoren en bedrijven, met werkgevers en werknemers, banken en spaarders, onderzoekers en investeerders. ‘Plus est en nous.’
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter.
Hoeveel tijd heb ik, voorzitter?
Dertig minuten.
Ik zal mijn best doen. Collega’s, het is de afgelopen weken en maanden zo vaak gezegd door experten dat er een momentum is om onze samenleving, onze economie, onze ecologie en het sociale weefsel van onze samenleving in een andere plooi te leggen. ‘Never waste a good crisis.’ We hebben ongelooflijk goede commissievergaderingen gehad. We hebben verschillende experten aan het woord gehoord. We hebben internationale studies gelezen. We hebben gezien wat er gebeurt wereldwijd. Er is een momentum om bepaalde dingen aan elkaar te koppelen. Minister Crevits zei hier vorige week nog na een tussenkomst van mezelf: ‘U hebt gelijk, mijnheer Annouri, het sociale, het ecologische en het economische zijn één en hetzelfde.’
De samenleving in een andere plooi leggen dus. Eerlijk gezegd, collega’s van de meerderheid, toen ik deze resolutie van jullie las, vond ik dat daar niet meteen in terug. Een van de allereerste stukken vind ik wel opvallend. Ik citeer. “In de eerste plaats willen we vasthouden aan de ambities en beleidsacties zoals voorzien in het Vlaams regeerakkoord.” Dat is het allereerste wat erin staat, terwijl er van alles is veranderd en iedereen het erover eens is dat we dingen in een andere plooi moeten leggen. De wereld is niet dezelfde en zal post corona niet dezelfde zijn. Toch is het allereerste wat deze meerderheid wil doen, blijven vasthouden aan de recepten die er al waren. ‘Never waste a good crisis’, maar dat lijkt hier toch wel voor een stuk te gebeuren. Dat vind ik jammer.
Er wordt wel gezegd dat het ecologische en het sociale aan elkaar gekoppeld moeten worden. Voor ik verderga, collega’s van de meerderheid, wil ik trouwens zeggen dat er goede dingen in het voorstel van resolutie staan, er staan dingen in waar ik het zeker mee eens kan zijn. Maar er staat wat mij betreft een hele opsomming in van dingen in die in het regeerakkoord stonden, naast een paar dingen die geherformuleerd worden en een paar dingen die vaag worden aangehaald: ‘Het moet ecologisch zijn, maar hoe we dat juist gaan doen, weten we niet.’ Ambities blijven voor een stuk uit. En daar blijven wij op onze honger zitten.
Er zijn drie grote punten waarom wij vinden dat dit niet voldoet, dat dit de ‘cry’ die er op dit moment is en de adviezen die experten ons hebben gegeven niet volledig honoreert. Vanmorgen las ik een artikel van een paar experten, onder andere professor Koen Schoors, die bij ons op de hoorzitting was en aangaf: ‘Jongens, er zijn een paar dingen die moeten gebeuren. Investeer volop in duurzame alternatieven. Zorg ervoor dat de negatieve gevolgen van de globalisering worden opgepikt. Zorg ervoor dat je de juiste stappen vooruit zet.’ Die dingen blijven voor een stuk uit. Ik ga daar verder op in.
Het allereerste wat ik echt mis, en wat duidelijk in ons voorstel van resolutie staat maar niet in die van de meerderheid, is het volop gaan voor een groene new deal. Collega Bothuyne, ik hoor u regelmatig zeggen dat het groene aspect belangrijk is. Soms denk ik: op een paar details na, zouden Robrecht en ik echt in dezelfde partij kunnen zitten – Groen, wel te verstaan. Dan lees ik echter zijn voorstel van resolutie en dan denk ik: neen, het zijn woorden, en woorden zijn mooi, maar als de daden niet volgen, dan klopt het natuurlijk niet.
Want wat bedoel ik ermee? Met een nieuw, groen herstelplan kunnen we ons uit de coronarecessie helpen door tegelijkertijd de economische crisis veroorzaakt door deze coronapandemie en de energie- en klimaatcrisis aan te pakken op een rechtvaardige manier. De brief van tien Europese regeringen om als antwoord op de verwachte economische crisis door corona onverkort te kiezen voor een groen relancebeleid, werd in eerste instantie nochtans niet ondersteund door de Vlaamse Regering.
Wij willen dus een warme oproep doen, collega’s van de meerderheid, aan het parlement en aan de Vlaamse Regering, om zich wel volmondig te scharen achter een nieuw, groen herstelplan voor Europa, en tegelijkertijd ook voor Vlaanderen. Dit betekent dat we onze ambities op het vlak van klimaat en energiebeleid moeten opdrijven door onze steun uit te spreken voor de Europese Green Deal, en een aanscherping te maken van ons eigen klimaat- en energiebeleid hier in Vlaanderen – een verscherping van ons eigen beleid dat we hier in Vlaanderen voeren.
– Nadia Sminate, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
In plaats van op de rem te staan moet Vlaanderen voluit kiezen voor creatieve innovatie, de nadruk leggen op klimaatrechtvaardigheid en nieuwe welvaart en duizenden groene jobs creëren, door het uitrollen van een eigen Vlaamse green deal, die je als extra laag kunt leggen op die European Green Deal.
Nu, in deze resolutie, collega’s van de meerderheid, wordt helaas enkel gevraagd om werk te maken van de uitvoering van het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP), dat voor ons dus niet ambitieus genoeg is en ook niet tegemoetkomt aan de vraag om nu dit momentum vast te grijpen, terwijl het duidelijk is dat deze vraag nog veel ambitieuzer moet worden om de coronacrisis en de klimaatcrisis gelijktijdig te bestrijden.
Ik geef wel eerlijk toe dat er een aantal klimaatinvesteringen worden aangehaald waar wij achter staan. Ik herhaal dat nog een keer. Maar waar we echt nood aan hebben, is een alomvattend plan dat gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek, in plaats van de selectieve en ad-hocinitiatieven die nu in de resolutie staan. Dat is een eerste element.
Een tweede element is het koppelen van steun aan duurzaamheid. De economische maatregelen die de Vlaamse Regering ondertussen heeft genomen, moeten waarschijnlijk nog worden uitgebreid, aangezien er verschillende sectoren en bedrijven door de coronacrisis en de recessie meer permanent in de problemen dreigen te komen – we kennen de voorbeelden: horeca, toerisme, landbouw. En daarnaast moeten we onze economie terug aanzwengelen door in te zetten op toekomstbestendige ondernemingen die ons sociaal en economisch weefsel gaan versterken. Een blik op de toekomst. Het is daarbij noodzakelijk om nu al grondig na te denken en keuzes te maken over welke voorwaarden we gaan koppelen aan die steun. Wie een beroep doet op steun van de overheid, moet zich mee inschrijven in haar langetermijndoelstellingen op economisch, ecologisch en sociaal vlak.
Belangrijke aspecten daarvan zijn duurzame tewerkstelling, ethisch verantwoord bestuur, maar zeker ook stimuli om werk te maken van de noodzakelijke groene transitie waar we het eerder over hadden. Op die manier maken we van deze crisis ook een opportuniteit. Never waste a good crisis. Wat ik frappant vind is dat nergens in jullie resolutie, collega’s, iets te lezen staat over duurzaamheidsvoorwaarden, wat toch een enorme gemiste kans is, lijkt mij. Er wordt letterlijk gezegd in de tekst dat “De Vlaamse Regering haar economische instrumentarium voorwaardelijk kan aanwenden om ook een invloed uit te oefenen op de economische activiteiten die ze wil verankeren.” Wat die voorwaarden zijn, ‘je ne sais pas’. (Opmerkingen van Robrecht Bothuyne)
Ja, ik ben heel benieuwd, collega Bothuyne. Maar in de resolutie klinkt het vaag.
Een derde aspect is het vergroten van de weerbaarheid van onze economie. Dat is een belangrijke. Het is voor iedereen duidelijk geworden dat we door de globalisering, naast alle voordelen die er zijn, en waar we allemaal van genieten, we ook bijzonder kwetsbaar zijn geworden en heel afhankelijk zijn van het buitenland. Dat is niet enkel zo wat betreft het aanleveren van beschermingsmateriaal zoals mondmaskers of handgels, maar ook met betrekking tot productie en handel. Verschillende industrieën rekenen op productieonderdelen of werkkrachten uit een ander land in Europa of de rest van de wereld. Bovendien is Vlaanderen een handelsregio en een groot deel van onze economie is gericht op export. Wanneer ergens een schakel wegvalt, komt heel die keten in het gedrang.
Onze economie heeft dus nood aan een stresstest of een risicoanalyse op het vlak van bevoorradingszekerheid en waardeketens. We moeten in kaart kunnen brengen welke acties er nodig zijn om onze kwetsbaarheid te verminderen. Dat is ook aangehaald door verschillende experten. ‘Hope for the best, prepare for the worst’. Zorg ervoor dat je je eigen economie op die manier kunt afdekken. Dat is een letterlijke quote van een van de experten.
Onze economie heeft dus nood aan een stresstest of risicoanalyse op het vlak van bevoorradingszekerheid en waardeketens. We moeten in kaart brengen welke acties nodig zijn. In welke sectoren zijn we teveel afhankelijk van invoer, en omgekeerd, waar is onze welvaart teveel gebaseerd op steeds meer uitvoer? De overheid dient daarbij aan te geven waar kritische grenzen liggen en moet verschuivingen ondersteunen die de weerbaarheid vergroten. Want er is een waardig alternatief waar wij nog veel meer gebruik van moeten maken, bijvoorbeeld onze lokale ondernemers. Iedereen is het daar altijd over eens, en terecht. We steunen hen graag, wat blijkt uit het grote enthousiasme en de vele initiatieven die de afgelopen weken ontstonden om lokaal te kopen. Dat moeten we blijven stimuleren.
We moeten vaker kiezen voor een nabij en zelfvoorzienend systeem, een kortere afstand tussen producent en consument. De voedingsindustrie is daarvan een heel duidelijk voorbeeld. Het aantal websites dat lokale boeren koppelt aan consumenten is de afgelopen maanden en weken 'geskyrocket’. Heel veel mensen maken er gebruik van. Dat is een van de positieve elementen van deze crisis. Ook voor andere sectoren zoals onze maakindustrie en onze retail moeten we het lokaal ondernemerschap maximale kansen geven.
Tot slot kan ook de sociale economie hierin een grote rol spelen. Naast tewerkstelling van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben zij ook een grote economische meerwaarde door hun nabijheid en kwaliteit, en hebben ze zich zelfs tijdens de crisis getoond als een betrouwbare partner.
Het luikje rond lokaal consumeren in het voorstel van resolutie van de meerderheid verwijst voornamelijk naar digitalisering. Dat is uiteraard een belangrijk gegeven dat we ondersteunen, maar het is niet voldoende. Bovendien staat er ook letterlijk: “Verder waken we over een gelijk speelveld voor elke retailer, bijvoorbeeld tussen grote e-commercespelers en onze lokale winkels, zodat consumenten maximaal voordeel halen.”
Dat is voor ons zeker niet de enige doelstelling. Wanneer we spreken over lokaal en duurzaam ondernemerschap voor wat internationale kwetsbare waardeketens betreft, wordt hier enkel naar verwezen in functie van een circulaire economie en exportpromotie. Dat is wat ons betreft ook een gemiste kans.
Dat zijn in de eerste plaats al drie grote lijnen waar er een onderscheid bestaat tussen het voorstel van resolutie dat wij hebben ingediend en het voorstel van resolutie van de meerderheid. Het momentum om dat te grijpen, de drie flanken die op dit moment kwetsbaar blootliggen, daar moet je mee aan de slag gaan.
We hebben goede commissievergaderingen gehad met heel veel experten, we hebben goede debatten gehad. Op dit moment kijkt iedereen naar de politiek om met oplossingen te komen, en dan komen jullie, collega's van de meerderheid, met een voorstel van resolutie, en weliswaar met de vraag of we dat mee willen ondertekenen. Iedereen in dit parlement weet dat als je gaat voor een kamerbreed initiatief, je iedereen er van in het begin bij betrekt. Als je dan komt met een afgewerkt voorstel van resolutie, dan is het meestal: zet je handtekening erbij en we doen wat wij vinden, en anders doe je maar niet mee. Dat is jammer. Op het moment dat partijgrenzen moeten worden overstegen, op het moment dat we elkaar toch goed konden vinden in commissievergaderingen, op het moment dat mensen verwachten van de politiek dat we stappen vooruit zetten, vind ik het jammer dat dit op deze manier is gebeurd.
Toch hebben wij amendementen ingediend. Die amendementen kun je alle vier herleiden tot de drie tussenkomsten die ik zonet heb gedaan. Daarmee maak je het voorstel van resolutie van de meerderheid sterker en beter, en komt het veel meer tegemoet aan de vraag van experten die nu leeft om de nodige stappen vooruit te zetten.
Over al de rest kunnen we verder discussiëren, maar dit zijn in een notendop wat mij betreft de drie belangrijkste elementen van waaruit wij vertrekken met ons eigen voorstel van resolutie en waarvan wij vinden dat het voorstel van resolutie van de meerderheid op dit moment in tekortschiet.
Collega Bothuyne, positief is dat u hebt aangegeven dat er in de commissie systematisch zal worden teruggekoppeld over alles wat de Vlaamse Regering zal doen. Dat is belangrijk. De commissievergaderingen waren goed. Het was nog beter geweest als we meer tijd hadden genomen voor deze voorstellen van resolutie, maar dit moet blijvend worden opgevolgd. Op zich is dat nog een goed punt.
Het voorstel van resolutie van de meerderheid kunnen we niet goedkeuren, tenzij jullie straks in al jullie enthousiasme al onze amendementen goedkeuren. Wie weet is er dan toch nog een mirakel mogelijk, maar ik vrees ervoor. Ik sluit mijn tussenkomst hiermee af.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega Bothuyne, mijn welgemeende dank voor uw korte inleiding op het betoog dat ik nu zal brengen. Dan een vrij praktische mededeling over het eerste punt van ons voorstel van resolutie. Als je samen gaat zitten en je afvraagt: hoe komen we nu in godsnaam uit die relance, hoe kunnen we onze economie versterken, dan zegt iedereen: we gaan er samen voor zorgen dat de communisten niet aan de macht komen. Aangezien vandaag iedereen het erover eens is dat ze in quarantaine moeten, hebben we dat alvast geschrapt. (Opmerkingen van Jos D'Haese)
Collega's, het is een vrij historische uitdaging waar we vandaag voor staan. Dit parlement, wij allemaal – laat het maar persoonlijk worden –, hebben nog nooit voor zo'n grote uitdaging gestaan in onze rol. We hebben het voorrecht om hier gedurende een periode van vijf jaar ministers te ondervragen, decreten te maken en die te wijzigen. Onze voorgangers hebben dat in moeilijke contexten gedaan, maar wij doen dat in een context waarin heel veel gezinnen, ondernemers, werknemers, mensen die vandaag al geen werk hebben, in een enorme onzekerheid zitten. Hetgeen ze hebben opgebouwd, is vandaag wankel.
Vandaag zijn er ondernemers die ons vragen om hen te helpen, omdat ze hun inboedel moeten verkopen, al hun persoonlijke bezittingen, om toch maar hun zaak te kunnen redden. Er zijn mensen die aan het werk zijn in een of ander bedrijf, die zich keihard plooien en elke avond wakker liggen, omdat ze zich afvragen of ze hun job morgen, overmorgen, volgende week of volgende maand nog zullen kunnen blijven doen, of ze hun kinderen op een deftige manier naar school of de unief zullen kunnen sturen. Ze vragen zich af hoe het zal evolueren.
Het parlement heeft een aantal sleutels in handen. Ik ben eigenlijk vrij trots dat we de poging hebben ondernomen om enkele aanzetten te geven. We hebben ons laten informeren. We hebben hoorzittingen gehad, voortreffelijke hoorzittingen. We hebben daar ook gezien dat mensen met impact kosten noch moeite hebben gespaard om zich zeer snel vrij te maken om dit parlement daarover te informeren. Dat betekent dat men ons als parlement ook au sérieux neemt.
Mijnheer Annouri, ik apprecieer en waardeer de poging die Groen heeft gedaan om tot een voorstel van resolutie te komen en een vrij stevige aanzet te geven. Er zitten ook enkele goede aanzetten in. Het feit dat jullie hier een voorstel van resolutie neerleggen en amendementen indienen, heeft ook een verdienste, namelijk dat de aanpak van de relance ook een ideologische zaak is en dat er ideologische verschillen in visie zijn. Dat hebben we ook goed gezien tijdens de hoorzittingen. Ik mis bij jullie bijvoorbeeld het aspect dat Vlaanderen een zeer open economie is, een zeer exportgerichte economie. Ik denk dat jullie daar te veel abstractie van maken en te weinig de kansen daarvan zien om te komen tot een goed relanceplan.
U bent verwonderd dat we starten met de bevestiging van ons regeerakkoord, maar wat staat erin? Wat is de essentie van ons regeerakkoord? We gaan verdorie voor 120.000 jobs en streven naar 80 procent werkzaamheidsgraad. Als dat niet het startpunt moet zijn om uit deze crisis te geraken, dan weet ik het absoluut niet meer.
Wat is voor ons de essentie van het voorstel van resolutie? Wat zijn de beloftes? Wat is de ‘value proposition’, hetgeen we mensen die vandaag in nood zijn, willen voorspiegelen? Ik heb er vier beloftes uit gedistilleerd.
Eerste belofte. Laat ons tempo maken. Laat ons kort op de bal spelen. Zodra we zien dat er iets scheef zit, moeten we dat snel rechttrekken. Dat gaat ervoor zorgen dat mensen meer flexibel kunnen werken. Dat gaat ervoor zorgen dat bedrijven die werknemers niet meer voltijds kunnen tewerkstellen die met elkaar kunnen delen. Dat gaat over het feit dat we soms onze loonfiscaliteit moeten verlagen. Dat gaat over het feit dat we op het vlak van arbeidsduur een aantal zaken moeten kunnen doen. Dat gaat over het feit dat we moeten vermijden dat mensen vervroegd uitstromen. Dat gaat ook over staatshervorming, over bevoegdheden. Vandaag is op dat vlak toch een vrij historische dag: 10 juni is de dag waarop een meerderheid in het Vlaams Parlement zegt dat we tempo moeten maken in het kader van de crisis. Corona heeft ons getoond dat de verrommeling en versnippering van arbeidsmarktbevoegdheden geen goede zaak is. Wij vragen als parlement om te streven naar eenduidige, homogene bevoegdheidspakketten met betrekking tot arbeidsmarktbeleid. Dat klinkt technisch en dat klinkt als een staatshervorming, maar dat gaat over het hart waarmee wij bezig zijn. Het toont ook aan dat wij allemaal ambitieus zijn en dat we er rotsvast van overtuigd zijn dat we de Vlaming veel beter kunnen bedienen en veel korter op de bal kunnen spelen, als wij die bevoegdheden hebben. Dat is een eerste bijzonder belangrijke belofte die in dit voorstel van resolutie vervat zit.
Ten tweede, de huidige context heeft ons nog nooit zo zwaar voor de verantwoordelijkheid gesteld om elke cent die we uitgeven als parlement of als regering, elke premie, elke subsidie tien keer, twintig keer of honderd keer om te draaien en na te gaan of die wel doelmatig is. Ik noem er eentje op, waar ik nooit mijn scepsis voor heb verborgen, namelijk de aanwervingspremie voor langdurig werkzoekenden. Ik vind dat een draak van een premie, die destijds door de sociale partners is gevraagd. Er zijn er ongetwijfeld nog zulke. Laat ons zonder taboes de ramen en deuren openzetten en nagaan wat ondoelmatig is en wat we kunnen schrappen, zodat we onze beperkte centen kunnen inzetten voor dingen die effectief lonen, die het leven van mensen aangenamer maken en hun hoop geven om uit de recessie te geraken.
Drie, de derde belofte: laat ons geen generatie mensen aan de kant blijven zetten – en ik heb het niet over een generatie die één is in leeftijd maar wel over een generatie van verschillende leeftijden. Laat ons de mensen die er vandaag niet goed voor staan, mensen die in tijdelijke werkloosheid zitten of al voor corona werkloos waren, laat ons die mensen niet achterlaten. Laat ons volle bak, maar dan ook volle bak, inzetten op het versterken van die mensen.
Het is kafkaiaans dat VDAB vandaag nog altijd niet weet wie er tijdelijk werkloos is. Dat is compleet absurd, zeker omdat die tijdelijke werkloosheid nog wordt verlengd tot eind augustus en voor sommige sectoren zelfs tot het einde van dit jaar. Dat betekent dat mensen vijf, zes, zeven, acht maanden geen opleidingsaanbod gekregen zullen hebben, geen aanbod van werkervaring. Nul, nada, nul. Dat betekent dat de kans van die mensen op een job smelt als sneeuw voor de zon. Neen, daar gaan wij als parlement niet in mee. Wij gaan die mensen versterken. Wij gaan in dit voorstel van resolutie een gigantische belofte steken dat wij daar volle bak op willen inzetten. Het parlement meent wat het zegt want dit parlement heeft ook het VDAB-decreet goedgekeurd dat VDAB de mogelijkheid geeft om zich rond die groep te organiseren.
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Collega De Vreese zal de vierde belofte uitgebreid toelichten. Wanneer er een tweede golf komt, laat ons er dan alstublieft voor zorgen dat we erop voorbereid zijn en dat we de economie niet meer moeten sluiten, zoals ze vandaag werd gesloten. Dat is heel belangrijk, maar collega De Vreese zal daar veel dieper en breder op ingaan.
Tot slot wil ik alle collega’s uit de meerderheid die hieraan hebben meegewerkt bedanken. Maar ik wil ook de oppositie bedanken want ik ben ervan overtuigd dat zij ook zullen meewerken aan de uitvoering van dit voorstel van resolutie. Wat ze ook stemmen, zij zullen eraan meewerken want zij zijn constructief. Zij zullen in dit voorstel van resolutie ongetwijfeld veel elementen vinden waarmee zij het eens zijn. Ik wil de oppositie hiervoor vooraf al van ganser harte bedanken.
Nog een allerlaatste opmerking. Lees ook zeer goed in het beschikkende gedeelte dat wij de schuld niet willen doorschuiven naar volgende generaties. Wij streven ernaar dat Vlaanderen onder zijn schuldnorm blijft. Mogelijke budgettaire implicaties of gevolgen van dit voorstel van resolutie moeten ook in die context worden bekeken. Dat is een niet onbelangrijke eindbeschouwing.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik sluit aan bij wat collega Ronse tot besluit zei, namelijk dat de oppositie een zeer constructieve factor is in het debat over de economische relance. Ik zou bijna durven zeggen: constructiever dan de meerderheid want wij hadden inderdaad gehoopt dat we een kamerbreed goedgekeurde resolutie hadden kunnen maken, die een draagvlak had in alle geledingen van onze samenleving en economie, en die dan ook de Vlaamse Regering een mandaat gaf. Naast fase 1 en 2, waar wij ook heel constructief op hebben gereageerd – de inkomensversterking, de energiepremie en een aantal elementen uit de waarborgverstrekking, de overbruggingskredieten – en die wij mee hebben gesteund, leek het ons evident om ook de echte economische relance kamerbreed te definiëren, zodat alle actoren in het middenveld, de samenleving en de economie zich vertegenwoordigd zouden voelen om die relance effectief gestalte te geven.
Collega’s, jullie weten dat wij vanuit sp.a altijd op drie poten hebben ingezet. Eerst en vooral de inkomensversterking. Er zijn heel wat mensen die hun job hebben verloren in deze crisis. 260.000 mensen riskeren permanent hun baan te verliezen. Het is evident dat we in een context waarin het leven duurder wordt die inkomens versterken en ondersteunen, zowel voor ondernemers als voor werknemers.
Tweede element, we hebben inderdaad gezegd om de ondernemers, althans de bonafide ondernemers, mijnheer Gryffroy – u hebt er daarstraks nog een vraag over gesteld – en zij die ‘sustainable’ zijn en dus na corona uitzicht hebben op een gezonde bedrijfsvoering, door de crisis te helpen met inkomensondersteuning. Ook de coronapremie, de hinderpremie hebben we mee gesteund.
Ten derde is een heel belangrijke piste om de economische relance duurzaam te maken het belang van publieke investeringen. Het voorstel van resolutie bewijst daar inderdaad lippendienst aan, bladzijden lang wordt het belang van publieke investeringen benadrukt. Maar als men dan vraagt hoe dat concreet in zijn werk zou kunnen gaan, dan lees ik vandaag in De Standaard dat de Vlaamse Regering 10 miljard euro per jaar zou moeten investeren. Wanneer ik dan naar de cijfers in het voorstel van resolutie kijk, dan komt met niet verder dan 300 miljoen euro voor fietspaden die in het regeerakkoord stonden en het optrekken van de O&O-investeringen naar 3 procent. Als ik die bedragen tegen elkaar afzet, de 10 miljard euro die men aankondigt in de krant en de 300 miljoen euro die men in cijfers voorziet in het voorstel van resolutie, dan kan ik me toch niet van de indruk ontdoen dat er hier heel veel inkt wordt verspild om zeer vrijblijvende conclusies te trekken en dat dit voorstel van resolutie gewoon een samenvatting is van het regeerakkoord van deze meerderheid.
Laat ons toe, collega’s, om dat toch een te zwakke relance te noemen. Als men kijkt naar de 10.000 trieste doden die deze gezondheidscrisis heeft gemaakt maar ook naar het extra aantal faillissementen dat op de plank ligt, de 260.000 jobs die op de tocht staan, de dip in de internationale handel die versterkt wordt door de brexit, twee derde van de bedrijven die de bedrijfsinvesteringen uitstellen, kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt als freelancers, flexwerkers, mensen in de sociale economie die door de bodem van de bestaanszekerheid zijn gevallen door deze coronacrisis, dan zal meer van hetzelfde niet volstaan, collega’s, en dat weten jullie zelf ook.
Dat weten jullie allemaal, omdat jullie zeer actieve leden waren in de hoorzittingen die heel veel deskundige sprekers naar ons Vlaams Parlement, digitaal weliswaar, hebben gebracht. En ik had daarom gehoopt dat als men in de derde fase werk wil maken van iets dat een relanceplan die naam waardig is, men zijn geld bij zijn woorden zou voegen – om het in het ‘schoon Engels’ te zeggen: ‘put your money where your mouth’ is –, meer dan het niet echt concreet te maken omdat men de budgettaire contraintes wil respecteren. Verder komt men niet. Wel, collega’s, vanuit sp.a – en ik zal geen halfuur nodig hebben om dat concreet te maken – doen wij heel punctuele voorstellen waarvan wij hopen dat jullie die zullen aannemen en waarbij wij eigenlijk zelf s nog iets zuiniger zijn dan de 10 miljard euro extra vanuit de Vlaamse Regering die de heer Bothuyne vandaag in de krant voorstelt.
Wat wij voorstellen, is 500 miljoen euro in fietsinfrastructuur te investeren. Jullie gaan voor 300 miljoen, wij denken dat er meer dan 3500 kilometer veilige fietspaden nodig zijn in dit land, en dat we in eerste instantie moeten investeren in die duurzaam mobiliteit, die duurzame infrastructuur en dat dus extra beton gieten of kortingen geven aan havenuitbreiding, niet de weg is die we moeten gaan. Dus, wij trekken het aandeel fietsinvesteringen wat extra op.
Wat wij ook belangrijk vinden in het kader van duurzame mobiliteit, is uiteraard een versterking van het investeringsbudget van De Lijn, gekoppeld aan een verbeterd exploitatiebudget, zodat er ook meer mensen naar het publieke transport worden geleid.
Wat wij ook concreet voorstellen, is 2 miljard euro per jaar voor het ‘Clean Power for Transport’-plan, met onder andere een jaarlijks investeringsbudget voor de uitbouw van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen, onderzoek en ontwikkeling van batterijtechnologie en een aangepast fiscaal kader voor emissievrije mobiliteit.
Verder willen we een bedrag van 6 miljard euro per jaar investeren dat eigenlijk terugverdiend wordt door een Vlaams uitgebreid renovatieplan. De heer Bothuyne heeft er daarstraks nog voor gepleit. Minister Demir stond er zelfs voor open. Als u goede voorstellen van sp.a of van de oppositie voor waar neemt, zou ik zeggen: zet maximaal in op dat energie-efficiënt patrimonium, niet alleen op de sociale woningbouw, niet alleen op het overheidspatrimonium, maar ook en vooral op het private patrimonium. Mensen met inkomensproblemen zullen er hun voordeel mee doen. Het klimaat zal er zijn voordeel mee doen. De Vlaamse Regering zal er haar voordeel mee doen. Waar wacht u nog op, collega’s?
We voorzien 1,1 miljard euro voor de koolstofneutrale energievoorziening door een versnelde aanleg van de netwerkinfrastructuur en 400 miljoen euro voor warmtenetten. Als we dat allemaal netjes optellen, komen we aan 35 miljard euro voor deze legislatuur. Dat ligt nog ruim onder de 40 miljard euro die de heer Bothuyne in het vooruitzicht stelde om deze Vlaamse Regering te laten investeren. Ik zou durven zeggen: waar wacht u op?
Collega’s, om van een duurzame relance te spreken, is het belangrijk dat de overheidsinvesteringen focus hebben. De overheid moet niet sinterklaasgewijs middelen uitstrooien die niet productief zijn of die geen maatschappelijke return on investment hebben. Daarom het pleidooi: zet in op relance, economisch, maatschappelijk en dus sociaal inclusief maar ook duurzaam.
We hebben de voorstellen gedaan die wij belangrijk vinden. We scharen ons inderdaad achter een aantal dingen die ook worden aangereikt in het voorstel van resolutie van de meerderheid. Dat zijn 5G-investeringen en een inhaaloperatie in de scholenbouw, die kunnen ervoor zorgen dat de relance een boost krijgt. Meer nog, eigenlijk is het vanuit sociaaldemocratisch oogpunt evident dat de overheid investeert. Weet u waarom? Niet omdat de overheid een doel op zich is, maar wel omdat elke publieke euro die men investeert zich meer dan vier of vijf keer terugbetaalt doordat er ook private investeringen volgen. Daar moeten we op dit moment gebruik van maken. Doe wat nuttig en nodig is vanuit deze Vlaamse bevoegdheden en u zult zien dat er ook een aankondigingseffect zal zijn. Dat zijn economen ook die zin komen getuigen in de commissie en erkend. Als men focust op een aantal sectoren en men legt voldoende publieke middelen in het mandje, dan zullen private middelen volgen.
Daarom is het zo betreurenswaardig dat de meerderheid daar wel lippendienst aan bewijst, maar eigenlijk niet meer doet dan een doorslagje maken van het regeerakkoord en nooit concreet wordt over hoe men dat wil doen. Wel, het is helemaal niet zo moeilijk. We hebben nood in dit land, in Vlaanderen, aan een ‘new social deal’, aan een nieuw sociaal pact, op economisch duurzame grondvesten gebouwd maar vooral sociaal inclusief en ecologisch duurzaam. Enkel dan heeft relance zin, enkel dan kunnen we op lange termijn beginnen te redeneren.
De uitgestoken hand vanuit de sp.a-fractie blijft. Zorg er eindelijk voor dat u de relance concreet maakt, want fase 1 en 2 waren eigenlijk de gemakkelijke keuzes: dat was gewoon met een bazooka geld over Vlaamse ondernemers en een aantal doelgroepen uitstrooien. Nu komt eigenlijk de lakmoesproef: hoe zorgen we dat Vlaanderen de 21e eeuw in stapt, dat we de duurzame economische relance gestalte geven en vooral dat we ook het Europese kader waar collega Annouri al naar verwees, middels de Green Deal, dat we die katalysator mee implementeren en op die manier ervoor zorgen dat Vlaams geld dubbel rendeert in een nieuw Europees economisch verhaal. Op sp.a kunt u rekenen. Wat kunt u zich nog meer wensen?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, het is al laat, er zijn veel sprekers, maar ik hoop dat jullie toch nog even jullie aandacht erbij houden, want dit is echt enorm belangrijk. Ik weet niet of jullie de prognoses van de Nationale Bank deze week hebben gelezen, maar die zijn echt zeer alarmerend. Er dreigen nog steeds talloze faillissementen. Er komen sinds de coronacrisis 200.000 tijdelijk of volledig werklozen erbij. Er is een welvaartsverlies van 50 miljard euro en de staatsschuld stijgt naar onhoudbare hoogtes. De overheidsinvesteringen, de overheidsuitgaven alleen al zijn de voorbije periode met meer dan 18 miljard euro gestegen. 18 miljard euro, dat is 9 keer de wachtlijst voor mensen met een beperking wegwerken. Dat is gigantisch veel geld en dat was nog maar het stutten, de dingen onder controle houden; dat had nog niks met relance te maken. Ik denk dat er niemand is met een zinnig economisch inzicht die vindt dat dat een houdbare situatie is. De overheid kan gewoonweg niet oneindig veel geld uitgeven. Dat is op kap van de mensen die nu nog zitten te kijken, alle drie nog, en ook van de toekomstige generaties. (Gelach)
Sorry, collega’s. Het is een serieus topic, excuseer.
De enige manier om dit te kunnen dragen zonder dat we ons en onze toekomstige generaties daarmee belasten, is door eindelijk werk te maken van de economie van de toekomst. Ik weet dat dit document saai is; het is lang, er staan veel dingen in, maar het vormt daar een goede basis voor. Dit bundelt eigenlijk ook al die rapporten van de afgelopen jaren, van de OESO, van de SERV, van de Europese Commissie, van de werkgevers, van de vakbonden zelfs. Ook al die dingen die de economen de voorbije weken allemaal zeiden, worden gebundeld in dit voorstel van resolutie. Hierin staat wat we eindelijk moeten doen. Zoals collega Ronse terecht zegt: laten we daar nu eens werk van maken, laten we daar vaart achter zetten. Ik zal daar geen halfuur over uitweiden. Ik zal drie essentiële dingen zeggen.
Werkende mensen en ondernemers vormen de basis van onze economie. Het is niet de overheid die dit zal doen, maar de mensen die werken, de mensen die ondernemen. We weten allemaal dat het overgrote deel van onze Vlaamse budgetten naar dingen zoals onderwijs en zorg gaan, maar je kunt die dingen niet betalen op een economisch kerkhof. We moeten er dus voor zorgen dat er zo veel mogelijk mensen aan het werk gaan en blijven en dat, als ze tijdelijk zonder een job zitten, ze dan ten minste naar een opleiding worden geleid, of naar gemeenschapsdienst, om zich nuttig te maken voor hun gemeenschap.
Ondernemers moeten we zuurstof geven. We moeten ervoor zorgen dat ze hun ideeën en energie kwijt kunnen. Daarvoor hebben ze geld nodig, liquiditeit, solvabiliteit. Dat zijn moeilijke woorden, maar dat is eigenlijk gewoon ervoor zorgen dat ze niet de dupe worden van deze crisis. Het welvaartsfonds is daar onder andere voor ingevoerd. Dat is een heel goede zaak. Dat staat ook in dit voorstel van resolutie.
Ten slotte zijn er de publieke investeringen. Ja, die kunnen nuttig zijn, maar niet als regisseur, acteur, decorbouwer van onze economie, wel in een ondersteunende rol, waar het écht nodig is. Dit voorstel zegt dus neen tegen ongebreidelde publieke investeringen. Weg met al die ondoelmatige economische subsidies. Laten we nu werk maken van de dingen die onze hele economie vooruithelpen. Er is bijvoorbeeld de digitale infrastructuur, 5G. Er is onderzoek en ontwikkeling. Dat zijn de dingen waar elke ondernemer, waar elke werkende mens, waar elke zorgverlener baat bij heeft. Dat zijn dingen waarin de overheid een rol kan spelen, dat ontkennen wij niet, maar stop met zeggen dat de overheid al haar geld moet blijven uitgeven, dat we ongebreideld miljarden kunnen blijven uitgeven. Dat is absoluut onmogelijk. Geen enkele econoom zal u daarin bijtreden.
Dat zijn onze uitgangspunten in dit voorstel van resolutie. We hebben daar heel hard aan gewerkt, met diverse hoorzittingen. Mijn collega Tom Ongena, die hier vandaag ook niet kon zijn, heeft daar ook zijn bijdrage aan geleverd.
Ik zou nog willen afsluiten met het volgende. Er wordt in de politiek vaak een kunstmatig onderscheid gemaakt tussen menselijkheid en economie: de coalitie van de menselijkheid tegenover de duistere economie. Collega’s, dat is echt bullshit. Economie, dat gaat over mensen, en mensen zijn economie. Mensen zijn ondernemend, mensen zijn zorgend, mensen willen vooruitgaan. Dat is economie. Het is niet omdat we de economie stimuleren dat we onmenselijk zouden zijn, integendeel. Ik hoop daarom dat dit voorstel van resolutie kamerbrede steun kan krijgen. Laten we de komende jaren werk maken van wat echt nodig is en onze economie terug op de rails helpen. Anders zullen het nog onze toekomstige generaties zijn die deze coronacrisis zullen moeten betalen.
De heer Janssens heeft het woord.
Ik zal het heel kort houden, in de hoop dat ik daarmee alle sprekers die vanavond nog na mij komen mogelijk kan inspireren.
Een relanceplan dat de Vlaamse economische sector post corona ondersteuning biedt? Graag, natuurlijk. Maar zoals ik daarstraks heb gezegd, is het niet ernstig om van alle fracties in het parlement te verwachten dat men een voorstel van resolutie met meer dan honderd maatregelen hier op een drafje, op een namiddag of een avond, door het Vlaams Parlement jaagt zonder dat de vakspecialisten zich daarover in de commissie hebben kunnen buigen. Van de meer dan honderd maatregelen, die er in de resolutie zijn opgenomen, zijn er op het eerste gezicht tientallen zeer goede maatregelen, waaraan wij graag onze steun willen verlenen, maar er zijn ook een aantal knipperlichten die ons een beetje sceptisch maken. Ik verwijs dan bijvoorbeeld naar de allereerste maatregel waarin gepleit wordt om zomaar vanuit het parlement steun te geven aan alle beleidsacties uit het Vlaams regeerakkoord. Van een oppositiepartij kun je dan al moeilijk verwachten dat we daarvoor carte blanche geven.
Mijnheer Vande Reyde en mijnheer Ronse, de heer Janssens heeft ook de beleefdheid gehad om naar u te luisteren. (Opmerkingen van Chris Janssens. Gelach)
Een tweede element waarover ik het wil hebben, zijn de opportuniteiten uit de Europese Green Deal, die, zoals geweten, aan de belastingbetalers in Europa miljarden euro’s zal kosten en waarover wij zeer grote vragen stellen.
Ten derde is er het Vlaamse Energie- en Klimaatplan, waaraan in dit voorstel van resolutie eens te meer steun wordt gegeven.
Ondanks de vele goede maatregelen die erin opgenomen zijn, zijn er ook een aantal ferme knipperlichten die ons ertoe zullen leiden, mede door de weinige voorbereidingstijd die we hadden om dit een beetje behoorlijk te bestuderen, om ons te onthouden.
En ja, alles wat ik gezegd heb over het klimaat en de Green Deal, geldt a fortiori voor het voorstel van resolutie dat de collega’s van Groen hieraan gekoppeld hebben. Hun klimaatdoelstellingen gaan voor ons uiteraard een aantal bruggen te ver. Wij zullen straks ook daar met heel veel overtuiging tegen stemmen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Sorry, is het mijn beurt?
Ik bepaal de volgorde. U weet dat nog niet?
Ik dacht dat u de volgorde aanhield van diegenen die het voorstel ondertekend hadden.
Neen. U hebt het woord.
Dank u, voorzitter. In dit voorstel van resolutie was het voor ons ook belangrijk om heel veel aandacht te besteden aan slimme investeringen en ondernemerschap.
Ik ben het fundamenteel oneens met wat mevrouw Gennez over het budget zegt. De 10 miljard euro waarover in De Standaard sprake is, is de huidige 10 miljard euro van alle investeringen die nu gebeuren, door de lokale overheden tot en met Vlaanderen. Dat is dan de 3,55 procent, zoals die ook duidelijk in het voorstel van resolutie staat. Als u nu zegt dat u er 35 miljard euro in deze legislatuur bij doet, dan verhoogt u dit percentage naar een kleine 7 procent. Dan moet ik de heer Vande Reyde bijtreden dat we dat geld niet kunnen blijven drukken. Het is onmogelijk. (Opmerkingen van Caroline Gennez)
Mevrouw Gennez, u mag zo meteen nog eens aan bod komen als u dat wilt. (Opmerkingen van Caroline Gennez en van de voorzitter)
U somt nu een aantal maatregelen op die waarschijnlijk voor u nog niet limitatief zijn, maar u komt zo wel aan een meerinvestering van een kleine 7 miljard euro per jaar tijdens de legislatuur. Het gaat dan over 35 miljard euro. Je kunt echter niet ongebreideld investeren.
Waarom zijn we dan niet gekomen met een kamerbreed voorstel van resolutie? In de eerste en tweede fase was dat inderdaad gemakkelijk. Dat waren de cadeautjes die we hebben uitgedeeld omdat de mensen het hard nodig hadden en omdat we in een medische crisis zaten. In een volgende fase neem je echter fundamentele beslissingen die bepalend zijn voor hoe we in de toekomst onze maatschappij economisch zullen structureren, maar ook voor hoe dat zal betaald worden.
En dat zijn fundamentele discussies. Dat gaat inderdaad soms over een verschil in visie. Die visie zal op bepaalde punten niet gelijklopend zijn tussen verschillende partijen. Daarom zijn het ook verschillende partijen. Ik vind dat geen schande. Dat kan zelfs verrijkend zijn in het debat, waarbij je kunt leren van elkaars visie en eventueel dingen kunt bijsturen. Maar sowieso had ik nooit verwacht dat jullie met een bepaalde tekst, zoals wij die binnen de meerderheid hebben opgemaakt, zelfs zonder de amendementen, 100 procent akkoord zouden gaan. Maar ik vind dat ook geen schande.
Ik kijk dan even naar het luik omtrent economie, de slimme investeringen en ondernemerschap. We weten dat ondernemingen voor gigantische uitdagingen staan. Ze moeten nu proberen een rendabele doorstart te maken, en dus eigenlijk zichzelf gaan heruitvinden. En dus menen wij dat we vooral moeten inzetten op die versterkte cashflow van ondernemingen, maar ook op hun solvabiliteit op de lange termijn.
We moeten ook alert zijn om de strategische sectoren, de sleutelondernemingen en de beloftevolle, maar vaak kwetsbare start-ups en scale-ups te beschermen tegen buitenlandse overnames. En we vragen ook dat alle relancecomités die er ondertussen zijn, een stappenplan zouden aanreiken om tot een toekomstvisie te komen voor onze economie en de bouwstenen voor de transitie van onze economie. Dat is nu net het belangrijke. Wij gaan in dit voorstel van resolutie niet alles heel correct bepalen. Er staan ook nog zaken open. Wij verwachten inderdaad dat de relancecomités ons ook dingen zullen aanreiken.
En dan komt heel vaak het debat terug – dat staat ook in twee van de vier amendementen van Groen en in een aantal amendementen van sp.a – omtrent de Green Deal en het klimaat. Ik weet zonder twijfel dat er dan een aantal vieze blikken naar mij gericht zullen zijn, ‘want het zal weer de heer Gryffroy zijn die dat heeft tegengehouden’. (Opmerkingen)
Ik zal u zelfs meer zeggen: ik heb zelf de tekst omtrent klimaat herschreven, in een positieve zin. We hebben momenteel een disruptief model. Alles kan in vraag worden gesteld. Maar we kunnen het in een voorstel van resolutie over de relance van de economie niet ook tegelijkertijd hebben over een totaal ander onderwerp als het klimaat. Want, zoals collega Annouri ook zegt: het zou gebaseerd moeten zijn op een allesomvattend plan, en dat allesomvattend plan moet gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. De hoorzittingen gingen daar nu niet over. Wij hebben daarvoor ook een Vlaams Energie- en Klimaatplan, waar men zich op zoveel mogelijk wetenschappelijk onderzoek gebaseerd heeft. Maar je kunt hier niet zeggen dat deze hoorzittingen het echt gehad hebben over het klimaat. Men heeft het een paar keer aangeraakt. En iedereen hoort natuurlijk graag zijn dingen in wat de experten zeggen, maar het ging nu fundamenteel niet over het klimaat. En dus wou ik ook niet dat dit voorstel van resolutie over klimaat ging. Dan maken we beter een ander voorstel van resolutie, dat dan gaat over het klimaat in de relance na de economische crisis. Dat is al iets totaal anders. We mogen beide nu niet gaan vermengen.
U zegt zelf dat het gebaseerd moet zijn op wetenschappelijk onderzoek. Er is momenteel geen wetenschappelijk onderzoek dat bepaalt, op basis van de huidige economische crisis, wat de invloed zal zijn op ons klimaat, of omgekeerd, wat we moeten doen om er volledig uit te geraken. Bepaalde dingen, zoals mobiliteit, zullen er over twee jaar misschien totaal anders uitzien, zonder dat we zelfs iets geforceerds moeten doen, maar dat we er toch gewoon geraken.
Ik concludeer. Wij zullen niet meegaan met jullie amendementen. Ten eerste, zoals ik zei, hoort klimaat niet echt thuis in dit thema. Het gaat over economie in de breedste zin. Ten tweede: 7 procent bbp qua investering, dat kun je niet betalen. En ten derde wil ik ook nog meegeven dat ik het wel knap geformuleerd vind hoe het in de amendementen van Groen staat, over hoe we onze eigen economie kunnen beschermen. Inderdaad, je kunt discussiëren over bijvoorbeeld beschermingsmateriaal. Waarom moet dat altijd geïmporteerd worden? Het zou inderdaad misschien beter zijn om dat in de toekomst zelf te doen, ook al is het in euro's misschien zelfs iets duurder dan als we het aankopen in China, maar we moeten het dan niet transporteren en we hebben het dan ook zelf. Maar je kunt het amendement ook in de andere richting lezen. Wij maken momenteel de grootste hoeveelheden spaghetti voor Italië. Wij maken momenteel de grootste hoeveelheden frieten voor Italië. De grootste hoeveelheden diepvriesgroenten voor Italië komen van bij ons. Gaan we dan ook zeggen dat Italië dat beter zelf maakt? Dan moeten wij dat niet meer maken en moeten we het ook niet meer exporteren. Maar dan zul je van onze open economie naar een gesloten economie gaan. En daar gaan wij niet in mee. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Voorzitter, de meerderheid heeft al een zeer uitgebreide toelichting gegeven, maar ook de oppositie is zeer uitgebreid op dit voorstel van resolutie ingegaan. Dat toont alleen maar aan hoe belangrijk het thema is. We staan natuurlijk voor een economische uitdaging en daar koppelen we met dit voorstel van resolutie een aantal maatregelen aan. Ik denk dat het zeer belangrijk is dat we niet op korte of middellange termijn denken, maar dat we ook naar de toekomst kijken. Ons beleid moet toekomstgericht zijn en op een sterke toekomstvisie worden gebaseerd.
Mijnheer Muyters, jammer genoeg is die toekomst onzeker. U bent er daarnet al zeer uitgebreid op ingegaan.
Mijnheer Ronse, u hebt gevraagd om daar nog uitgebreider op in te gaan, maar dat zal ik deze avond niet doen. We moeten voorbereid zijn op een tweede golf, want we kunnen onze economie echt geen tweede keer in lockdown laten gaan. Het is belangrijk dat we voorbereid zijn en dat er een draaiboek voor de verschillende sectoren komt. Zo kan onze economie tijdens een eventuele volgende golf maximaal openblijven. U hebt een viertal focuspunten naar voren gebracht, maar ik wil er daar nog een tweetal aan toevoegen.
In dit voorstel van resolutie vragen we een gerichte aandacht voor de verdere modernisering en digitalisering van onze economie en voor de verankering van de lokale e-commerce. Tot slot denk ik dat het zeer belangrijk is dat we ook voldoende aandacht hebben voor de mensen achter de economie. Dat gebeurt in dit voorstel van resolutie ook.
Ik wil dan ook een bijzondere aandacht vragen voor de begeleiding van onze ondernemers in moeilijkheden. Ik denk dat iedereen in het Vlaams Parlement wel getuigenissen krijgt van ondernemers die het water aan de lippen staat. We focussen dan ook op hun mentaal welbevinden, op het vermijden van armoederisico’s en op het geven van goede kansen op een herstart. Dat is van uiterst groot belang.
We hebben elkaar bedankt voor de constructieve houding, maar ik denk dat we ook de experten moeten bedanken. De hoorzittingen hebben ons zeer uiteenlopende en verrijkende visies geleverd, waarvoor onze dank. Over die visies zullen we tijdens de commissievergaderingen en tijdens de plenaire vergaderingen nog zeer veel kunnen debatteren.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mijnheer Annouri, mevrouw Gennez, mijnheer Janssens, ik wil nog even ingaan op wat jullie hebben gezegd. Ik ben min of meer gerustgesteld. Voor Groen is het voorstel van resolutie niet groen genoeg en volgens het Vlaams Belang is het voorstel van resolutie veel te groen. Dit voorstel van resolutie probeert de synthese van het sociale, het duurzame en het economische te maken. Wat de toon en de klemtonen betreft, zit het op dat vlak eigenlijk heel juist. Het voorstel van resolutie speelt ook in op de opportuniteiten die de Europese Green Deal biedt. Een positief geluid over die Green Deal zit uitdrukkelijk in het voorstel van resolutie vervat.
Uiteraard zullen onze investeringen geld kosten. Als we de lokale budgetten en het Vlaams budget integreren, hebben we iets meer dan 10 miljard euro. We moeten dat geld op een verstandige manier inzetten. Ongebreideld schulden maken, zoals sp.a voorstelt, zal niet automatisch tot meer jobs of meer duurzaamheid leiden. Dat zou vooral de lasten voor de volgende generaties verhogen.
Uiteraard zullen we schulden maken om te investeren, maar we zullen dat op een verstandige manier doen, binnen een kader waarin we de economische meerwaarde en de meerwaarde voor de samenleving berekenen en duidelijk kunnen aantonen. We zullen niet zo maar zeggen waar zo veel miljarden euro’s naartoe moeten gaan. We zullen in overleg met de private sectoren investeren, bijvoorbeeld om de elektrische mobiliteit in Vlaanderen versneld ingang te laten vinden. Er zijn nog twee autofabrieken in dit land. Ze produceren allebei nagenoeg volledig elektrische wagens. Het komt er nu op aan die wagens ook volop op onze wegen te laten rijden.
Ook op vlak van arbeidsmarkt maken we andere keuzes, veel verregaandere keuzes dan de collega's van Groen die op dat vlak op de vlakte blijven en bij een aantal algemene bewoordingen blijven in hun voorstel van resolutie. Wij gaan concreter en, inderdaad, we laten de ambities die we geformuleerd hebben in het kader van het Vlaams regeerakkoord om de werkzaamheid op te trekken, niet los. We vinden het bijzonder belangrijk om dat hier te accentueren. Vandaar dat het ook als een van de eerste punten in het voorstel van resolutie is opgenomen dat we die ambities om meer mensen te gaan betrekken op de arbeidsmarkt essentieel blijven vinden, ook al zijn de omstandigheden op dat vlak niet zo evident voor Vlaanderen en voor VDAB die op het terrein samen met hun partners actief moeten zijn.
Collega's van Groen, ik apprecieer uw voorstel van resolutie dat u hebt toegelicht maar er ontbreekt voor mij te veel om mij er te kunnen in terugvinden. Zo ontbreekt bijvoorbeeld heel het verhaal van onderzoek en ontwikkeling, wetenschap en innovatie. Cruciaal. Alle experten hebben dat aangehaald als zijnde een centraal element in een goede relancestrategie. Voor mij ontbreekt respect en erkenning voor de sociale economie. Het staat ergens weggemoffeld in een zinnetje in uw voorstel van resolutie. Voor mij ontbreekt een passage over de vernieuwde arbeidsorganisatie, het nieuwe werken, dat nu massaal ingang heeft gevonden in Vlaanderen en hoe we dat kunnen toepassen. Voor mij ontbreekt ook een aantal concrete voorstellen over hoe we levenslang leren in Vlaanderen effectief breed ingang kunnen doen vinden. Door het gewoon te zeggen, is het er ook niet meteen, collega's.
Ik denk dat ons voorstel van resolutie een stuk verder gaat, een stuk breder gaat, een stuk concreter is. Ik hoop dat jullie zich daar uiteindelijk toch nog in kunnen herkennen en straks alsnog op het groene knopje zullen drukken.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik zal meteen de spanning wegnemen, collega Bothuyne, ik vrees dat dat niet zal gebeuren. Er zijn na deze discussie een paar opvallende conclusies wat mij betreft. Enerzijds zegt iedereen de afgelopen weken dat het ecologische, het economische en het sociale een en hetzelfde is, maar vandaag zeggen er een paar dat dat bij uitstek een ideologisch debat is. Het is normaal dat je het niet over alles eens kunt zijn en dat je die dingen deels los van elkaar moet zien. Collega Gryffroy zegt zelfs dat het toch logisch is dat dat er allemaal niet in staat want het gaat hier over economie en niet over ecologie. In plaats van te zeggen dat die dingen elkaar kunnen versterken en op elkaar kunnen inspelen en dat dat net de les is die we moeten leren uit alles wat er nu gebeurt. Ik moet dan denken aan de cartoon, collega's, die u ongetwijfeld allemaal hebt gezien, namelijk een golf van corona die aankomt, maar waarachter nog een veel grotere golf aankomt, de golf die te maken heeft met alles wat er zal volgen in verband met de klimaatveranderingen en de gevolgen op onze economie, op onze gezondheid, op alles wat wij moeten doen als samenleving. Dat mis ik compleet in dit voorstel van resolutie, die ‘sense of urgency’. Ik vind het heel dubbel, naargelang wie ik hoor. Collega Bothuyne zegt: ‘Wij zijn veel groener dan jullie, collega's van Groen’ of ‘Wij houden het midden tussen het Vlaams Belang en Groen’. Tegelijkertijd zegt collega Gryffroy dat het ecologische hier niet van tel is. Wat is het nu eigenlijk? Naargelang wie je hoort over dit voorstel van resolutie, geeft iedereen zijn eigen schoonheid en zijn eigen interpretatie. Prima voor mij, maar dat toont voor een stuk de grote kwetsbaarheid.
Wat mij ook is opgevallen is dat er is gezegd dat men de financiële schuld niet gaat doorschuiven naar de toekomstige generaties, collega Ronse. Daar ben ik het helemaal mee eens, prima. Beter zou zijn dat we de klimaatschuld ook niet doorschuiven naar de toekomstige generaties en dat we daar ook maatregelen voor opnemen. Of is het ene misschien minder waard dan het andere? Mijn inschatting is het alleszins dat die twee aan elkaar gekoppeld moeten zijn. Daar blijf ik op mijn honger zitten.
Mijnheer Gryffroy, u hebt het over pasta gehad. Dat is mijn favoriete voedsel, ik kan dat dus niet laten schieten. Dat was het enige positieve aan uw tussenkomst. U maakt er natuurlijk een karikatuur van. Niemand pleit voor een gesloten economie. Niemand pleit voor isolationisme. Wel zeggen wij dat die stresstests er moeten komen want dat is exact wat de experten letterlijk hebben gezegd in de commissie. Daar vind ik niets van terug in het voorstel van resolutie. Maak die denkoefening, doe die stresstest, zie hoe je de economie op bepaalde vlakken kunt versterken zodat je niet hopeloos naïef afhankelijk bent van de internationale context, zonder natuurlijk te stappen in die isolationistische gedachte.
Collega Ronse, ik eindig bij u. U zegt dat u in ons voorstel van resolutie iets mist over export. Ik zal nog eens letterlijk herhalen wat ik heb gezegd: bovendien is Vlaanderen een handelsregio en een groot deel van onze economie is gericht op export en dat is van ongelooflijk belang. Ik heb dat een eerste keer gezegd, ik heb dat een tweede keer gezegd, en u kunt vanavond misschien nog eens op YouTube kijken voor een derde keer.
Uiteraard is dat belangrijk. Maar ook daar geldt dat we er geen karikatuur van moeten maken. We blijven op onze honger zitten qua weerbaarheid en stresstests.
Collega Bothuyne, ik heb het in het begin al gezegd en ik zal het nog eens herhalen: we kunnen hier niet voor stemmen, tenzij jullie onze amendementen goedkeuren. Maar die vlieger gaat blijkbaar niet op en dus zullen wij ons jammer genoeg moeten onthouden op dit voorstel van resolutie.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, we hebben een aantal replieken gehoord op de tussenkomsten van collega Annouri en collega Janssens. Maar wij hebben een aantal heel concrete voorstellen gedaan en we zouden graag horen of de meerderheid die ook ziet zitten. Want als u lippendienst bewijst aan de Europese Green Deal, is het evident dat u de groene investeringen, maar ook alle productieve investeringen, alle investeringen rond innovatie, onderzoek en ontwikkeling die wij concreet maken, ondersteunt. Want die verdienen zichzelf, maatschappelijk en economisch, terug. Daarom is op dit moment investeren in economische relance met publieke middelen eigenlijk sparen voor de toekomst. Wij hebben die concretisering gemaakt. We gaan ervan uit dat de meerderheid dat steunt, aangezien het inderdaad om minder dan de 40 miljard euro cumulatief gaat die in de krant staat.
Als de heer Gryffroy gelijk heeft en het gaat om 10 miljard euro, alle overheden opgeteld, dan moet je natuurlijk een rechtzetting vragen in De Standaard. Want dan heeft men het publiek en alle economische actoren iets voorgelogen, namelijk dat de Vlaamse Regering jaarlijks en cumulatief 10 miljard euro zou investeren in productieve, duurzame en inclusieve digitale transformatie. Als men niet van plan is om dat te doen, dan moet men dat rechtzetten en dan bewijst men inderdaad alleen maar lippendienst aan wat de specialisten in de commissie hebben verteld, namelijk: investeren in relance hoeft geen budgettair probleem in te houden, als dat om eenmalige en productieve investeringen gaat. Dat is iets heel anders dan recurrente investeringen, waarvan er ook een aantal worden aangeraakt en die uiteraard nuttig zijn, maar van een andere orde dan die die wij hier concreet voorstellen.
Nogmaals: een uitgestoken hand. Steun onze amendementen, dan zullen wij het voorstel van resolutie steunen. Anders moeten wij, zoals vanouds, niet op het groene, maar op het witte of rode knopje duwen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mevrouw Gennez, die rechtzetting is ondertussen gebeurd. Het is zoals ik daarnet heb verteld: die 10 miljard euro is het totale investeringspakket, van lokaal niveau tot en met Vlaams niveau. Wat u vraagt, komt er nog eens bovenop. Daarom kunnen we niet akkoord gaan met dat amendement van jullie.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mevrouw Gennez, het komt erop aan dat u het voorstel van resolutie leest. We pleiten ervoor een investeringsagenda samen te stellen, samen met de lokale overheden en alle andere overheidsinstanties die onder Vlaanderen staan, en het budget dat we hebben en beiden kunnen krijgen, gericht in te zetten met het oog op economische meerwaarde, op onder andere de realisaties die we in het kader van de Green Deal willen nastreven. En dat is inderdaad goed voor ongeveer 10 miljard euro per jaar. En die 10 miljard euro willen we gericht inzetten als hefboom om meer private investeringen uit te lokken. We willen niet zomaar extra overheidsschulden maken om daarmee blind te gaan investeren, zoals u komt voor te stellen. Daar gaan we, helaas voor u, niet in mee.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen en over de voorstellen van resolutie houden.