Report plenary meeting
Report
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, de bouwsector is bijzonder belangrijk voor het land, voor de economie, maar die bouwsector verkeert in zwaar weer. De laatste cijfers van de bouwbarometer geven aan dat meer dan de helft van de bouwbedrijven een fikse omzetdaling met meer dan een derde verwacht. Heel veel bouwondernemers geven ook aan dat er de voorbije weken en maanden nauwelijks nog nieuwe opdrachten zijn doorgekomen, en dat heeft potentieel een heel belangrijke negatieve impact op de tewerkstelling in de sector. Ter herinnering: er werken meer dan 320.000 mensen in de bouwsector en er zijn bijna 130.000 bouwbedrijven actief in ons land.
Dat is om meerdere redenen problematisch, niet alleen voor de economie en de jobs in de sector maar ook omdat dit ook een probleem dreigt te worden voor het realiseren van uw doelstellingen wanneer het gaat over het klimaatbeleid. We moeten in dit land 70.000 tot 100.000 woningen per jaar renoveren als we de doelstellingen willen halen om elke woning energiezuinig en klimaatneutraal te maken tegen 2050. We hebben die bouwsector dus bijzonder hard nodig.
De bouwfederaties, zowel de Bouwunie als de Confederatie Bouw, hebben de voorbije weken een aantal concrete voorstellen gedaan inzake relance, waarbij ze bijvoorbeeld voorstellen de slooppremie op te trekken zoals we eerder al hebben besproken. Ook uw REG-beleid (rationeel energiegebruik) kan het verschil maken om opnieuw investeringen uit te lokken in de renovatie van woningen en gebouwen.
Minister, op welke manier zult u de bouwsector en de bouwactiviteiten ondersteunen en tegelijk de economische crisis en de klimaatcrisis aanpakken?
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, we hebben hierover in het verleden al vaak van gedachten gewisseld. Ik denk dat onze doelstellingen, de klimaatambitie en de langetermijnrenovatiestrategie, duidelijk zijn. We zullen volop moeten renoveren, de CO2-uitstoot moet dalen in ons woningenpark en ik zie dat ook als een win-winsituatie. Het zorgt voor heel wat werk voor de bouwsector en het zorgt voor het comfort van heel wat Vlamingen die hun woning de volgende jaren wellicht zullen renoveren. We zullen dat ondersteunen.
We bereiden momenteel vier maatregelen voor waarmee ik binnenkort naar de Vlaamse Regering ga. De eerste maatregel gaat over het renteloze renovatiekrediet om gezinnen te ondersteunen die binnen de vijf jaar duurzaam renoveren.
Ten tweede bekijk ik de huidige sloop- en heropbouwpremie. Ik blijf voorstander van een daling van de btw op federaal niveau. Wanneer dat echter niet gebeurt, moeten we bekijken wat we daar op Vlaams niveau mee zullen doen. Sowieso zullen we de premie dan verlengen.
Ik weet dat uw vraag is om dat ook wat te verhogen, maar dat moeten we nog zien, gezien de budgettaire context.
Drie, we voorzien een premie voor asbestverwijdering voor daken. We gaan dat koppelen aan performante dakisolatie, twee vliegen in één klap.
Vier is de renovatieverplichting voor de tertiaire gebouwen binnen vijf jaar na aankoop.
Daarnaast bekijken we hoe we het Noodkoopfonds verder kunnen versterken. Deze doelgroep is heel belangrijk. Ik ben met minister Diependaele aan het bekijken hoe we vanaf 2020 een eengemaakte woningrenovatiepremie kunnen vormen, zodat het voor heel wat mensen duidelijk is en veel gemakkelijker om in aanmerking te komen voor zo’n premie. Dat is een win-win, vooral voor heel veel mensen die aan de slag gaan om hun huis te laten renoveren voor het comfort, voor de energiefactuur enzovoort. Het is ook een win-win voor de bouwsector, en ook voor de CO2-uitstoot.
Minister, ik ben blij dat u een aantal voorstellen die we eerder al hebben geformuleerd, mee oppikt en probeert te realiseren. Het zal inderdaad een goede zaak zijn. Voor het klimaat en de economie kunt u hiermee het verschil maken.
Het is ook nodig als we kijken naar de cijfers van de laatste maanden en het laatste jaar inzake renovatie. Het gebruik van de renovatiepremie daalt jaar op jaar. Ook van onze REG-premies (rationeel energiegebruik), de premies voor energierenovatie van private woningen daalt het gebruik. Het is dan ook bijzonder belangrijk dat u snel werk maakt van een geïntegreerd en substantieel pakket van premies, gecombineerd met een renteloze energielening en een goede begeleiding van de mensen op het terrein, om ervoor te zorgen dat er meer woningen gerenoveerd worden. Op die manier kunnen ook de bouwactiviteiten omhoog gaan.
Ten slotte wil ik vragen om te gaan samenwerken met de bouwsector en de lokale besturen om de mensen ook effectief te gaan begeleiden op het terrein. Niet iedereen ziet het zitten om zijn woning zomaar te gaan renoveren. Een goede begeleiding op het terrein kan ook daar verschil maken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wat ik vooral onthouden heb, is dat u werk wilt maken van een eengemaakte renovatiepremie. Dat is het meest cruciale in het hele verhaal. Niet bepaald om die dan meteen substantieel te verhogen, zoals collega Bothuyne vraagt, want dan spreken we natuurlijk over meer algemene middelen die daarvoor moeten worden gebruikt, maar wel om het gewoon simpel te maken, te maken dat de mensen nog het bos door de bomen zien. Dat is het meest cruciale.
In een van uw maatregelen spreekt u over de niet-energiezuinige tertiaire gebouwen. Ik denk dat we nog altijd meer moeten inzetten op wat zelf kunnen doen als overheid en hier het voorbeeld moeten geven om versneld te investeren in onze eigen gebouwen.
Twee weken geleden is de langetermijnrenovatiestrategie ingediend bij Europa. Die bevat heel wat nuttige informatie. Ik stel voor, minister dat, als de maatregelen binnenkort allemaal rond zijn via alle mogelijke decreten en besluiten, we dat uitgebreid kunnen bespreken in de commissie.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, renovaties zouden inderdaad de bouwsector kunnen stimuleren, dat is nodig in deze tijd. Ze zouden ook de woningeigenaars financiële voordelen opleveren doordat ze minder energie moeten verbruiken. Dat is allemaal zeer goed.
Alleen denk ik dat we een aantal dingen uit het oog verliezen, en één belangrijke zaak: al de premies en leningen hebben alleen maar nut voor gezinnen die beschikken over voldoende middelen om ook zelf te investeren. Als ik u één ding kan voorspellen, is het dat die groep kleiner is geworden en kleiner zal blijven worden door deze crisis. U zult maatregelen moeten nemen als u wilt dat ze gebruikt worden, om een groter deel voor te financieren en een groter deel zelf te doen. U hebt daarvoor een voorstel van ons van maanden geleden al interessant genoemd – een van de keren dat we overeen kwamen. Ik hoor daar weinig over, maar ik heb nog een concreet ander voorstel.
De EU heeft middelen ter beschikking, misschien te weinig voor Vlaanderen, maar ze zijn ter beschikking. Die kunnen dienen in het kader van de Green Deal voor renovatie en energie-efficiëntie. Waarom neemt de Vlaamse overheid niet het initiatief om, bijvoorbeeld al met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), in te tekenen, er gebruik van te maken, de bouwsector aan te spreken en al de sociale woningen te laten renoveren?
Dat zijn geen middelen van de Vlaamse begroting. Die zijn beschikbaar. Die zijn zowel voor de bewoners als voor de huisvestingsmaatschappijen als voor het klimaat een goede zaak, en die zullen jobs creëren. Ik wil u dus ten zeerste oproepen om daar gebruik van te maken, om er geen seconde over te twijfelen om dat te doen.
Oké, heel duidelijk: waar er geld is, het maakt niet uit waar, daar zullen wij uiteraard aankloppen, ook al zal dat misschien moeilijk zijn. Mijnheer Tobback, we zullen dat dus doen, als dat al niet bezig is.
Over de eengemaakte woningrenovatiepremie hebben heel veel parlementsleden in de commissie meermaals tussenkomsten gehouden. Het is dan ook niet meer dan logisch dat we dat nu aan het voorbereiden zijn, zodat vanaf 2022 heel wat mensen door de bomen het bos kunnen zien, zodat men dat op een eenvoudige manier kan aanvragen.
Heel belangrijk is ontzorgen en begeleiden. We hebben heel veel Energiehuizen daarvoor, en ook heel wat energiecoaches. Uiteraard zetten we die ook mee in.
De kwetsbare doelgroepen zijn een aandachtspunt. Daarom ben ik een evaluatie aan het maken van dat Noodkoopfonds, maar we bekijken ook hoe we dat verder kunnen versterken.
Minister, dank u wel voor de bijkomende antwoorden. Ik denk dat inzetten op de energierenovatie van onze woningen en onze gebouwen in Vlaanderen een perfect voorbeeld is van een slimme relancestrategie, een relance waarmee we de economische crisis moeten bestrijden, maar tegelijk ook de klimaatcrisis kunnen aanpakken. Renovatie van woningen en gebouwen is essentieel en heeft ook een heel belangrijke sociale impact. Ze zorgt ervoor dat de energiefactuur van kwetsbare gezinnen kan dalen. Ik ben dus blij met de initiatieven die u aankondigt. Ik denk dat we daar de nodige spoed achter moeten zetten. Gert Peersman berekende dat als we als overheid hier 1 euro aan besteden, dat een multiplicatoreffect van vier kan hebben. Met die ene euro kunnen we dus voor 4 euro private investeringen uitlokken. Ik denk dat dat de juiste manier van werken is: overheidsgeld goed en nuttig besteden en private investeringen uitlokken die het verschil kunnen maken op het terrein.
De actuele vraag is afgehandeld.