Report plenary meeting
Actuele vraag over de adviessoap rond de ISVAG-verbrandingsoven
Actuele vraag over de toekomst van de ISVAG-verbrandingsoven
Actuele vraag over het advies betreffende de vergunning voor een nieuwe verbrandingsoven van ISVAG in Wilrijk
Report
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. ‘Du jamais vu’, minister. Vandaag bloklettert Knack: ‘Gelobby rond dure Antwerpse afvaloven zet Zuhal Demir klem’ en brengt daarna een vies verhaal naar buiten over gelobby rond de inplanting van de verbrandingsoven van de Intercommunale voor Slib- en Vuilverwijdering van Antwerpse Gemeenten (ISVAG) in Wilrijk. Het hele verhaal: de huidige oven is verouderd en er moet een nieuwe gebouwd worden. Kristof Bossuyt , N-VA-districtsburgemeester van Wilrijk en ook ISVAG-voorzitter, wil deze nieuwe, grotere oven in een woonwijk in Wilrijk.
Minister, een grotere oven staat haaks op het Vlaams klimaatbeleid. We moeten naar minder afval verbranden in plaats van naar meer. Er waren al problemen van hinder op de huidige locatie. Een grotere oven zal die hinder en die problemen alleen maar vergroten. Met andere woorden: niemand is voor deze inplanting, behalve ISVAG zelf.
En er zijn betere alternatieven. Een oven in de haven is goedkoper, energie-efficiënter en stoot 100.000 ton CO2 minder uit. Dat zeggen alle betrokken administraties en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). De gewestelijke omgevingscommissie heeft uiteindelijk negatief geadviseerd. Maar en cours de route veranderen een aantal van die administraties hun advies, onder andere het Vlaams Energieagentschap (VEA). Ze veranderen het geweer van schouder. Eerst gaven ze een negatief advies en nu plots is het een positief advies geworden. En we zijn vertrokken voor een nieuwe adviesronde. Op basis daarvan zal de gewestelijke omgevingscommissie vermoedelijk weer iets anders adviseren dat meer in uw richting gaat.
Minister, u ruikt het van uren ver: dit dossier stinkt. Als de N-VA-burgemeester van Wilrijk, die tevens voorzitter is van ISVAG, in dit dossier een ongeoorloofde politieke druk heeft uitgeoefend om de bevoegde instanties te beïnvloeden om toch maar zijn oven te krijgen …
En uw vraag luidt?
… tegen alle adviezen in, dan is dat een schande en dan moet daartegen opgetreden worden. Minister, mijn vraag is dan ook: kunt u garanderen dat er geen extra druk is uitgeoefend op de administratie en de gewestelijke omgevingscommissie?
De heer Tobback heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Minister, het lijkt er inderdaad op dat er in deze zaak meer stinkt dan alleen maar afval. Er zijn twee mogelijke projecten voor nieuwe afvalverbrandingscapaciteit in Antwerpen. Het ene is een project in de haven, dat trouwens mede bestudeerd en ontworpen is op vraag van partijgenoten van mij in Antwerpen. Het andere is een project van ISVAG, dat een uitbreiding van de capaciteit in het midden van een woonwijk brengt. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) heeft een studie gemaakt over die twee alternatieven. Het ISVAG-alternatief is drie miljoen euro duurder, is minder energie-efficiënt, stoot meer CO2 uit en is qua kosten-batenanalyse dus negatief. Dat concludeerde ook het Vlaams Energieagentschap in zijn advies. Op basis daarvan heeft de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie een negatief, ongunstig advies aan u – want u zult moeten beslissen wie de vergunning krijgt – uitgebracht.
Raar maar waar, normaal gezien is dat een procedure die één keer doorlopen wordt en dan stopt, maar op een bepaald ogenblik besliste het VEA iets anders. Blijkbaar wist u daar op voorhand van, want eigenlijk hebt u het aangekondigd op de Antwerpse televisie op Pinksteren – de vurige tongen waren in u gevaren. U hebt toen laten weten dat dat advies maar voorlopig was. Dat is eigenlijk bijna nooit voorlopig. Dat is altijd definitief. Maar plots, als bij wonder, heeft het VEA zijn standpunt bijgestuurd en heeft het laten weten dat die kosten-batenanalyse eigenlijk allemaal zo serieus niet is. ‘We willen toch niet dat dat bepalend is voor een milieuvergunning?’
U bent de minister die altijd zegt dat we geld moeten besparen, dat we geen middelen van de belastingbetaler mogen weggooien, dat we efficiënt bestuur moeten voeren. En uw agentschap, blijkbaar onder uw druk – dat is het gerucht in elk geval, u krijgt de kans om het tegen te spreken – beweert dat die kosten-batenanalyse helemaal niet belangrijk is. ‘Bouw die oven in die woonwijk. Maak dat de belastingbetaler meer zal moeten betalen voor zijn afvalverbranding. Zorg dat u daarnaast ook nog eens een minder energie-efficiënt beleid zult voeren.’
De vraag is dus, minister, als dit klopt, en u wist er blijkbaar van, hoe is het in godsnaam mogelijk dat een agentschap onder uw bevoegdheid dat soort stellingen inneemt en zijn advies bijstuurt, blijkbaar in de richting van een aantal investeerders?
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Van alle parlementsleden, inclusief uzelf, voorzitter, woon ik als Wilrijkenaar al jaren het dichtst bij die ISVAG-oven.
Ik woon er dichter bij dan u, denk ik.
Ik wil daarover discussiëren, maar ik denk dat het zowat in mijn achtertuin staat. En ja, we hebben in het verleden hinder gehad. U weet dat. Ik hoop dat dat verleden tijd is. Het Vlaams Belang Wilrijk en Antwerpen is altijd duidelijk geweest: er moet constant geëvalueerd worden en ingezet worden op nieuwe technologieën om tegemoet te komen aan de strenge milieunormen en te zorgen voor de volksgezondheid.
Als dat kan gebeuren, dan kan er in Wilrijk alvast een ISVAG-oven zijn tot 2027. Wij hebben als Wilrijkenaren en Antwerpenaren de lasten gehad van die ISVAG-oven, maar we hebben ook recht op de lusten ervan. En die komen er nu aan. Er wordt in het Terbekehof volop gewerkt aan het uitrollen van het warmtenet. Dat warmtenet zal ook warmte geven aan gezinnen in Wilrijk en aan meer ondernemingen. Het zal zelfs kunnen worden uitgerold tot het universitair ziekenhuis en de campus daar. Daar hebben wij als Wilrijkenaren en Antwerpenaren dus ook recht op. En dat juichen wij dan ook toe.
Minister, ik betreur wel dat dit dossier, een goed dossier, in een negatief daglicht gesteld is. Ik vraag mij dan vaak af of dit om manipulatie gaat van officiële documenten of om pure sfeerschepperij in negatieve zin, om toch maar die ISVAG-oven richting haven te verschepen. Worden hier politieke spelletjes gespeeld? Wat is er gebeurd met die adviezen, en welke N-VA moet ik geloven, minister? De N-VA, met u als minister, de Antwerpse havenschepen of de N-VA-burgemeester in Aartselaar? Minister, ik vraag dan ook of u duidelijkheid kunt scheppen in dit dossier.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, het is hier al gezegd: iedereen is het erover eens dat we onze afvalberg moeten verminderen, ook u. Dat staat mee in het regeerakkoord. Maar wat ligt er sinds 2017 op tafel in Wilrijk? Een prestigeproject van 185 miljoen euro om meer afval te kunnen verbranden. We moeten onze afvalberg verminderen, en ondertussen gaan we capaciteit bijbouwen om afval te verbranden. Dat is redelijk absurd.
We verzetten ons daar al lang tegen. Al dertig jaar lang ondersteunen we die lokale actiecomités tegen die schoorsteen in hun achtertuin – en de achtertuin van mevrouw Homans. Dus wij komen erover tussen in de gemeenteraad, en we zijn niet alleen. Ook uw partijgenoten en verschillende leden van uw meerderheid zijn sinds kort tegen: onder anderen de heer Vandaele, de heer Gryffroy en de heer Ronse vroegen in 2018 een afbouw van de verbrandingscapaciteit. En Sophie De Wit, N-VA-burgemeester van Aartselaar, is zelfs juridische stappen aan het ondernemen tegen het project dat in Wilrijk voorligt. En voor één keer ben ik het eens met een partijgenoot van u, want meer verbrandingscapaciteit voor minder afval is absurd.
Er is ook een hele resem van instanties, administraties en studiebureaus – de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, het Vlaams Energieagentschap, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie – die allemaal zeggen dat dat geen goed idee is. Of ten minste: dat zeiden ze allemaal. Want wat blijkt? Een andere partijgenoot van u, Kristof Bossuyt, de districtsburgemeester van Wilrijk, verklaarde stoer dat hij als een bulldozer over al die negatieve adviezen zou gaan. Als ik dat lees, dan denk ik normaal gezien: dat is toogklap, stoerdoenerij. In Vlaanderen gebeurt dat toch niet, in achterkamers over negatieve adviezen bulldozeren? Maar twee maanden later werden die negatieve adviezen ineens herbekeken, zonder dat het heel duidelijk was waarom.
Mijn vraag is dus heel duidelijk, minister. Hoe reageert u op die plotse ommezwaai in dit dossier? Is hier geen reukje aan?
Minister Demir heeft het woord.
Ik dank u voor de verschillende tussenkomsten in het parlement. Voorzitter, ik wil wel benadrukken dat ik geen voorafname ga doen in dit dossier, want de procedure tot omgevingsbeslissing loopt.
Dat is uw volste recht.
Het zou dus heel raar zijn als ik een uitspraak doe in de een of andere richting, want dat zou de rechtszekerheid van de beslissing die nog genomen moet worden, in het gedrang brengen. Dat ga ik dus niet doen. Ik ga wel op een aantal elementen kort reageren.
Ten eerste is er de externe druk die ik hoor van de verschillende tussenkomsten hier in het parlement op de administraties. Ik heb op dit moment geen indicatie dat, vanwege externe druk, de beleidslijnen zouden zijn aangepast. Ik zou dat ook heel raar vinden. Ik vind dat de administratie zijn werk moet doen, en dat die moet adviseren. Die moet dat doen overeenkomstig het algemeen plan en de beleidsdoelstellingen. Dat is een belangrijk gegeven.
Wat voor mij hierin belangrijk is, is de inhoud van het dossier. De inhoud van dit dossier is nog niet volledig. Er is nu een advies genomen. Gisteren heb ik in de pers vernomen dat een journalist heeft getweet dat er een voorwaardelijk definitief advies is, maar ik ben nog niet in het bezit van dat advies. Het moet ook nog worden geschreven. De secretaris moet dat nog schrijven, vervolgens komt dat in het omgevingsloket en dan zullen wij daar kennis van nemen.
Samen met jullie heb ik begrepen dat het VEA niet tevreden was met het gewicht dat aan hun eerste advies werd gegeven, en dat ze daarom een nieuw advies hebben geformuleerd. Ik ga ervan uit dat ze dat weloverwogen hebben gedaan en ik zal dat ook beoordelen als het dossier definitief en volledig op mijn bureau ligt.
Wat wel zeker is, is dat het advies een tweede beraadslaging nodig heeft gehad. Voor mij was dat ook een eerste keer. Vandaag heb ik op basis van de vragen en van wat ik heb gezien, laten bellen naar de voorzitter van de GOVC met de vraag of dit procedureel kan. De voorzitter zegt: ja, dat kan. De leden van de GOVC kunnen dat vragen. In het verleden is dat nog gebeurd, bijvoorbeeld in een dossier van Eurostadion.
Wat gaat de minister nu doen? Dat is de volgende vraag. Dat is het definitief advies afwachten, vervolgens alle adviezen die er zijn in dat dossier – dat zijn er een heel pak – samen met het definitief advies van de GOVC analyseren en vervolgens ook een weloverwogen beslissing nemen in het algemeen belang. De uiterlijke termijn om dat te doen is 1 augustus.
Ik lees vandaag in bepaalde kranten dat critici beweren dat dat ook zou worden gekoppeld aan federale onderhandelingen. Ik lees heel veel in de pers, ook bepaalde lekken, maar dat is doelbewust om het dossier te willen beïnvloeden. Ik wil bij deze onderlijnen: het laat mij Siberisch koud. Iedereen die mij kent, weet dat ik mij door externe druk niet zal laten beïnvloeden. Ik zal het dossier beoordelen op zijn volledigheid als ik het definitief advies heb – ik weet niet of sommigen dat al hebben, maar ik heb het nog niet. Dan zal ik een weloverwogen beslissing nemen en die dan ook kunnen uitleggen.
Minister, u zegt dat u nog geen beslissing hebt genomen en dat is ook logisch. Ik wil ook wel geloven dat u dat nog niet hebt gedaan, maar er is toch iets eigenaardigs. U besliste de afgelopen maanden, net voor corona, om de huidige vergunning te verlengen op de bestaande locatie tot 2027. Dat is tijdelijk, dat is juist, maar tegelijk is beslist dat er een vergunning kwam voor het bouwen van een warmtenet, niet tijdelijk, maar voor onbeperkte duur.
Dat lijkt op een voorafname van een beslissing op de uitbreiding van de verbrandingsoven op de huidige locatie. Ik wil u dan ook heel duidelijk vragen: verklaart u dat u bij het nemen van de nieuwe beslissing voor een nieuwe oven, met de beslissing over de verlenging en het verlenen van de vergunning voor het warmtenet geen rekening zult houden en dat dat ook geen voorafname is op de huidige locatiekeuze die we zoeken?
Minister, er klopt iets niet in uw uitleg. U komt hier twee minuten geleden zeggen: ja, ik heb me vandaag of gisteren moeten informeren over de vraag of het kan dat een advies van de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie wordt herzien. U viel uit de lucht, maar een week geleden hebt u op ATV al aangekondigd dat het een voorlopig advies was, zelfs vóór het publiek was. Met andere woorden, u wist al dat het zou worden herzien nog vóór het publiek werd dat het zou worden herzien. U hebt het zelf aangekondigd, en vandaag komt u hier zeggen dat u zich hebt moeten informeren bij uw kabinet of dit kan.
Minister, u wist het al, dus er ruikt iets niet goed in dit dossier. Wat vooral niet goed ruikt, is dat u onduidelijkheid laat bestaan, niet over het dossier, maar over de kostenbatenanalyse, met name de keuze tussen een zo goedkoop en efficiënt mogelijk project voor de burger, of een duurder dat alleen maar de plaatselijke burgemeester goed uitkomt. U zegt ook daar duidelijk wat uw leidraad in de beslissing zal zijn, zodat we ze daaraan kunnen toetsen. U laat echter in het midden of u het geld van de belastingbetaler gaat versmossen om de plaatselijke burgemeester een plezier te doen en een paar mensen in de haven die die grond willen gebruiken, dan wel of u uw eigen regeerakkoord gaat volgen.
Ik zou daar toch graag een klaar en duidelijk antwoord op hebben, want in alle eerlijkheid, dit soort ‘chicanerieën’, minister… Uw regering zegt zich aan noordelijke principes te spiegelen, maar dit ruikt veel meer naar Napels dan naar Kopenhagen.
Minister, ik ga erop vertrouwen dat u het dossier zult behandelen en een beslissing zult nemen die wetenschappelijk onderbouwd is, op basis van de adviezen van specialisten. Wat hier moet primeren – laat dat heel duidelijk zijn – zijn volksgezondheid en het milieu, zowel in Wilrijk en Antwerpen als in het havengebied en de Rupelstreek.
Nu, volgens mij zoekt men, en heel specifiek sp.a, een stok om de ISVAG-hond te slaan, want in het Antwerpse stadsbestuur is er veel gemanipuleer, als u het mij vraagt. Minister, u moet zich daar absoluut niet door laten doen. Men mag niet zomaar manipuleren en van alles uitvinden in dit dossier om zo aan stemmakerij te doen. Dit is een belangrijk dossier. De ISVAG-oven brengt lasten met zich mee, maar als die oven verplaatst wordt naar het havengebied – en daar is het Antwerpse stadsbestuur ook bevoegd voor –, dan gaat het om de mensen en gezinnen met kinderen die in het noorden van Antwerpen wonen. Nu gaat het om mensen die in Wilrijk wonen. Het moet sowieso in orde zijn voor de volksgezondheid, het moet aan milieunormen voldoen. De stemmakerij, zeker door de meerderheidspartijen van het Antwerpse bestuur, over dit dossier moet stoppen. Ik hoop, minister, dat ik op u mag vertrouwen om een gedegen beslissing te nemen, wetenschappelijk onderbouwd met de adviezen van specialisten.
We zitten hier niet in de Antwerpse gemeenteraad, maar in het Vlaams Parlement. (Opmerkingen van Filip Dewinter)
Ik zit overal in, mijnheer Dewinter.
De heer D’Haese heeft het woord.
En u ziet nog alles ook. (Gelach)
Maar eigenlijk is het niet zo grappig. Minister, u zegt dat de GOVC teruggekomen is op haar eerste beslissing. Dat kan wel, maar dat is natuurlijk wel bijzonder uitzonderlijk. U zegt dat men opeens niet meer tevreden was met het gewicht van die kosten-batenanalyse, maar de grote vraag is dan wel waarom dat zo is. U zegt dan dat u geen indicaties hebt van aanpassingen onder externe druk, maar alles wijst daar wel op. Alles wijst daarop. Het is bijzonder vreemd dat men twee maanden na de oorspronkelijke beslissing op een beslissing terugkomt. Uw eigen partijgenoot De Wit zei: ‘Hier zijn gekke dingen gebeurd.’ En de medewerkers van de GOVC, die uiteraard off the record reageren, zeggen dat dit een nooit eerder geziene en onbegrijpelijke manipulatie is geweest. Dat zijn wel heel zware woorden om dan te concluderen dat u geen enkele indicatie hebt dat er iets is aangepast onder externe druk.
Ik heb een vraag gesteld die niet ging over de procedure, maar over het principe. U schrijft in uw regeerakkoord en wij zijn het er allemaal mee eens, denk ik, dat we naar minder huisvuil en ander afval moeten gaan en dat we dus minder capaciteit nodig hebben. Daar is hier in de vorige legislatuur nog over gesproken. Waarom zouden we meer capaciteit bouwen om minder afval te verbranden? Ik ga nog geen vragen stellen over het waanzinnige idee om daar een landmark van te maken, van die afvalverbrandingsinstallatie; dat laat ik aan uw collega’s over. Maar wat vindt u van dat principe?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil eerst iets inhoudelijks zeggen.
In de vorige legislatuur hebben we inderdaad een conceptnota gemaakt rond afvalverwerking, waarin we inderdaad gesteld hebben dat we in de toekomst naar minder afval moeten. Daarin hebben we echter niet bepaald welke oven al dan niet open blijft. Met andere woorden, als je de context wilt situeren, dan moet dat wel op een juiste manier.
Ten tweede hoor ik hier enkel maar wat de minister zegt, maar ik heb ook het artikel in Knack gelezen en daarin heb ik niets over ‘zware druk’ of ‘gekke dingen’ gelezen. Er worden heel wat insinuaties gemaakt, waaruit men bepaalde conclusies trekt, maar ik kan alleen maar concluderen dat er geen externe druk is op de administratie om het advies te beïnvloeden en dat de minister nog geen definitief advies in handen heeft. Ik denk niet dat zij een beslissing zal nemen op basis van oude studies of gegevens. Mocht zij zien dat er nog gegevens ontbreken, dan zal zij die opvragen. Ik vind met andere woorden dat er hier een debatje gehouden wordt zoals in het Antwerps stadsbestuur.
Tjah…
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Deze procedure loopt inderdaad nog en u neemt een heel correcte positie in, minister, door nu nog geen vooringenomenheid te laten blijken, in het belang van de rechtszekerheid.
Nu, dat gezegd zijnde, voor CD&V is het belangrijk dat bij de beslissing rond de locatie van die oven rekening gehouden wordt met een aantal principes.
We moeten op ecologische manier aan afvalverwerking doen. Er moet rekening worden gehouden met de volksgezondheid. En er spelen nog andere parameters mee, zoals op een zo efficiënt mogelijke manier een warmtenet maken met de restwarmte, rekening houdend met de verkeerscongestie daar in de buurt. Maar we moeten vooral ook het Vlaams regeerakkoord honoreren en werk maken van de vermindering van de afvalstapel.
Ik treed mijn collega’s bij. Ik vind het frappant dat op korte tijd adviezen blijken te wijzigen, hoewel het toch over hetzelfde dossier gaat. Minister, wij kunnen u ook alleen maar oproepen om degelijke adviezen te gebruiken, om een weloverwogen beslissing te nemen en om daarbij krachten die spelen, ook in de eigen partij of in de gemeentebesturen, niet te laten meespelen.
Ik geef nog enkele punctuele aanvullingen.
De warmtenetten zijn grotendeels vergund door de provincie. De beslissing die ik zal nemen, zal uiteraard gaan over de omgevingsvergunning van de verbrandingsoven.
Mijnheer Tobback, u wilt natuurlijk allerlei verdachtmakingen maken. Dat is uw recht. U mag dat doen. Ik doe niet op die manier aan politiek, maar ik wil wel een paar dingen correct stellen. Toen ik dat weekend Gazet Van Antwerpen las, viel ik uiteraard van mijn stoel. Dan is het toch niet meer dan normaal dat ik check of er advies is? Zeker als ik dan op zondag naar de Antwerpse Televisie (ATV) ga. U weet toch ook dat die vraag dan wordt gesteld. Dan mag ik op zijn minst toch vragen of er ja of neen een definitief advies is? Ik viel van mijn stoel omdat de bewuste journalist al had gekopt: ‘Definitief advies’. Ik wist van niets. Wij zijn totaal niet op de hoogte gebracht dat er een mogelijk advies zou zijn. U moet mij dus niet verwijten dat ik dat even check.
De procedure is wat ze is. Ik ben niet bevoegd voor de organisatie van de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie. Maar het is toch normaal dat ik aan die voorzitter vraag of het procedureel kan dat er een tweede beraadslaging is? Of dat past volgens zijn reglement? En dan zegt de man in kwestie: ‘Ja, dat is voorzien. Indien de leden achten dat dit noodzakelijk is, dan doen wij dat.’ Dat is in dezen gebeurd. Dat is in het verleden ook gebeurd. U kunt mij niet verwijten dat ik mij informeer. Indien ik dat niet zou doen, zou u zeggen dat ik niet geïnteresseerd ben in afval. Dat moet ik ook allemaal lezen.
Ik ben het eens met het principe. Dat kan ik u bevestigen. Er is nog geen beslissing genomen. Ik heb nog geen volledig dossier. Zodra het dossier definitief en volledig op mijn bureau ligt, zal ik alle elementen, ook alle adviezen die in dit dossier gegeven zijn, analyseren, om dan tot een weloverwogen beslissing te komen.
Meer kan ik daarover vandaag helaas niet zeggen.
Minister, inderdaad, de beslissing over de grotere verbrandingsoven in de woonwijk in Wilrijk is nog niet genomen. Als Vlaanderen zijn al weinig ambitieuze klimaatplan wil realiseren, dan past die verbrandingsoven alleszins niet in dat plaatje. Een grotere oven genereert meer afval en meer verkeer. Dat is dus eigenlijk niet oké.
Minister, speel alstublieft niet de hoofdrol in The House Of Cards Belgische stijl, maar neem de hoofdrol op in een ambitieus klimaatbeleid. Groen rekent erop dat u dit project begraaft.
Minister, de Vlaming betaalt 36 miljoen euro per jaar meer aan afvalverwerking, dus voor zijn afvalzak, dan de Nederlander. We hebben 100 gigawattuur minder hernieuwbare productie uit afval in Vlaanderen dan in Nederland. Ook iets waar de Vlaming dan vervolgens voor betaalt. Het is uw verantwoordelijkheid, en die van het Vlaams Energieagentschap, om daar iets aan te doen. Wanneer het VEA, dat onder uw verantwoordelijkheid en toezicht valt, begint te zeggen dat zijn adviezen rond kosten-batenanalyses vooral niet mogen dienen om vergunningen toe te kennen of te weigeren, dan is er iets fout. Dan heeft dat agentschap afstand genomen van zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de belastingbetaler. U laat dat toe. Dat is wat hier aan het gebeuren is, en dat is waarin u nu kleur moet bekennen.
Voor de rest, dat u niet zou geïnteresseerd zijn in afval, dat heb ik ook gelezen. Die commentaar kwam vanuit uw eigen kabinet. Ik stel voor dat u het daar eens opneemt. Dat moet u de oppositie niet verwijten. De enige taak die u nu heeft, is om nu duidelijk te maken of u de minister bent die de belangen van de Vlamingen verdedigt, of het boodschappenmeisje van een aantal belangengroepen die dit project er absoluut willen doorduwen. Dat is uw politieke keuze.
Voorzitter, als ik sp.a hier bezig hoor, dan vind ik het spijtig dat er zelfs tot in dit Vlaams Parlement sporen zijn van de splijtzwam die in de Antwerpse coalitie zit en die ISVAG heet. Het is heel duidelijk: de N-VA mag niet toelaten dat er een negatieve stemmingmakerij gebeurt in een goed dossier, in een dossier dat onderbouwd kan zijn door adviezen van specialisten. En het zou natuurlijk helpen – en dat is een goede raad die ik wil geven aan de N-VA, zowel hier in het Vlaams Parlement en in de Vlaamse Regering als in Antwerpen – indien de N-VA uit één mond zou spreken. Het is zelfs geen januskop meer die we voor ons hebben als we naar de N-VA kijken, het is intussen al een draak met drie hoofden geworden. Kunt u alstublieft laten zien wie de N-VA echt is en wat haar standpunt is in dezen?
Mijnheer Gryffroy, ik weet niet of wij hetzelfde artikel hebben gelezen, want alles wat ik heb geciteerd, zijn letterlijke citaten daaruit. Ja maar, u kunt daarmee zwaaien maar u moet het ook lezen. Alles wat ik heb geciteerd, zijn letterlijke citaten uit dat artikel, maar die hebt u blijkbaar gemist.
De idee dat het gaat over een debatje! Het gaat over 185 miljoen euro overheidsgeld en over een belangrijk onderdeel van het klimaatplan. Ik vind dat geen debatje, ik vind dat een heel belangrijk debat dat we hier moeten kunnen voeren.
Als ik dan zie wat we allemaal horen van de kant van de N-VA: mevrouw De Wit, die zegt dat er gekke dingen gebeuren, de heer Gryffroy, die dat niet gelezen heeft, de heer Bossuyt, die wil bulldozeren over negatieve adviezen, de heren Vandaele, Ronse en Lantmeeters, die voorstander zijn van de afbouw van de capaciteit. Ik weet niet wat die negen van de zeventien bestuurders van de N-VA in de intercommunale van ISVAG er juist allemaal van denken.
Minister, als u het mij vraagt, moet u nu overleggen om te zien wat jullie er eigenlijk van vinden. Als jullie dat willen, kan ik komen helpen, bijvoorbeeld om te bemiddelen wanneer jullie er niet uit geraken – op anderhalve meter afstand, weer gerust. Ik denk dat het tijd is dat we hier een klein beetje duidelijkheid in scheppen, en dan heb ik het nog niet over het Antwerpse stadsbestuur.
De actuele vragen zijn afgehandeld.