Report plenary meeting
Report
De heer Muyters heeft het woord.
Minister, ik denk dat de vraag perfect aansluit bij de vorige. Omdat sommige collega’s het niet altijd even vriendelijk overbrengen, wil ik toch nog eens bevestigen dat we heel blij zijn met de maatregelen die zijn genomen door de Vlaamse Regering om zuurstof te geven aan de ondernemingen. (Applaus bij de meerderheid)
Moet ik even schorsen? (Gelach)
Neen, het gaat, dank u. (Opmerkingen. Gelach)
Minister, collega Gryffroy heeft het daarnet nog gezegd: maandag hebt u een laatste stukje gebreid aan die maatregelen, met de verlenging van de hinderpremie voor bedrijven die dicht moeten blijven, maar ook met de 2000 euro voor bedrijven die zijn gestart, maar in juni wellicht weinig of geen omzet zullen hebben. Ik denk dus dat dat allemaal goede zaken zijn.
Niettegenstaande dat laatste stuk dat er nu aan is gebreid, denk ik echter dat de kous nog niet af is, dat we opnieuw vooruit moeten kijken en werken. We moeten nú bekijken wat er moet gebeuren als er een tweede golf is, als er een nieuwe pandemie is. We hopen natuurlijk allemaal dat dat nooit zal plaatsvinden, maar men kan er niet naast kijken. Vorige week donderdag kreeg ik nog een interessante studie te lezen, van Joep Konings en Yannick Bormans van VIVES. In die studie pleiten zij zeer duidelijk voor een meer selectief systeem voor de toekomst. Opnieuw, dit is dus geen kritiek op het verleden.
Minister, bent u bereid om nu te werken aan een draaiboek dat het mogelijk maakt te weten wat we moeten doen als er een tweede golf is, als er een nieuwe pandemie is? Misschien kan dat draaiboek inderdaad wat selectiever zijn wat de toekomst betreft, en misschien kan een en ander ook minder kosten. Misschien zal er geen nieuwe financiële steun aan bedrijven nodig zijn omdat dat draaiboek ervoor zou kunnen zorgen dat onze economie maximaal open blijft.
Minister Crevits heeft het woord.
Minister, voor de duidelijkheid, u hebt twee minuten.
Mijnheer Muyters, dank u wel. Ik zie collega Gryffroy al de hele tijd een beetje jaloers kijken naar u. Er is niks aan te doen. Onze liefde is platonisch edoch wederzijds. (Gelach)
Collega Muyters, het klopt dat de vraag aansluit bij de vorige. (Opmerkingen)
Zolang het binnen de toegemeten tijd is, mag het. Nogmaals, ik herhaal mijn aanbod: moet ik schorsen? Tien minuutjes? (Opmerkingen. Gelach)
Voorzitter, wordt uw spreektijd afgetrokken van de mijne of erbij geteld?
Ik heb een ongelimiteerde spreektijd, minister.
Mijnheer Muyters, ik zal kort en krachtig zijn.
Bedankt voor uw vraag. We zijn een draaiboek aan het maken. Ik vind het fantastisch dat alle sectoren protocollen voor een veilige heropstart hebben gemaakt. We mogen die protocollen nu niet in de vuilnisbak gooien. Ik hoor van kappers dat ze veel van de maatregelen die daarin staan goed vinden. Het is dus van belang dat die protocollen in stand worden gehouden en dat dat werkbare tools worden.
Ik ben ook bevoegd voor de innovatie en het wetenschappelijk onderzoek. We hebben de voorbije maanden een wetenschappelijke COVID-19-raad opgericht. Ik heb ook 2,5 miljoen euro vrijgemaakt voor een aantal projecten op korte termijn. Een van die projecten richt zich op de lessen die we uit de coronacrisis kunnen trekken. Hoe kunnen we ons voorbereiden op een tweede golf en hoe kunnen we een tweede lockdown voorkomen? We willen dat dat wetenschappelijk wordt onderzocht, zeker nu er zo veel datamateriaal beschikbaar is waarmee men al aan de slag is gegaan om een vaccin te ontwikkelen of de immuniteit van mensen te testen. Met die data kan men ook aan de slag om te kijken welke maatregelen goed gewerkt hebben zodat men bij een piek in het najaar weet welke scenario’s men al of niet moet hanteren. Het antwoord op uw vraag is dus: ja, het wetenschappelijk onderzoek is heel intens met de toekomst bezig. De studie van Joep Konings is relevant, maar ik raad u vooral aan om naar het slot te kijken. Daar staat dat het een leidraad is. Niet alle ondernemingen zijn opgenomen in de studie, alleen zij die jaarrekeningen moeten maken, maar er zijn er natuurlijk heel veel die nu steun nodig hebben, maar geen jaarrekeningen moeten ingeven. Ik vind de studie wel waardevol, maar ze is niet de enige om als referentie te dienen. Er wordt dus aan gewerkt.
De heer Muyters heeft het woord.
De studie was voor mij maar een van de punten om nog eens aan te geven hoe belangrijk een draaiboek is en op welke plek je daarvoor inspiratie kunt vinden. Ik wilde ook aantonen dat andere mensen daarmee bezig zijn en ervan overtuigd zijn dat het nodig is om naar de toekomst te kijken. Ik ben blij om te horen dat u zowel de protocollen als een wetenschappelijk onderzoek hebt bevolen. Op grond daarvan kunnen we lessen trekken en effectief een draaiboek opstellen.
Welke timing hebt u aan dat wetenschappelijk comité gegeven om hun onderzoek af te ronden? Ik denk dat we heel snel moeten zijn met dit draaiboek of met de draaiboeken voor de verschillende sectoren.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
De tweede lockdown moet vooral vermeden worden door de eerste exitperiode of versoepeling veilig te laten verlopen. Ik zou daarom de hele Vlaamse Regering willen oproepen om de contacttracing te optimaliseren. Er moet dringend werk gemaakt worden om al die kinderziektes uit het systeem te halen.
Minister, de economie zal maar aantrekken als we de relance heel snel en accuraat bespoedigen. Dat kan door de publieke investeringen in scholenbouw, infrastructuur en renovatie naar voren te trekken. Zo maken we de relance duurzaam en economisch sustainable.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik wil namens mijn fractie ook nog even verduidelijken dat we nog altijd volledig achter de steunmaatregelen staan die werden gegeven. Het is geen aanbod van platonische liefde, maar een goede verstandhouding volstaat voor ons ook al.
Ik wil mij volledig aansluiten bij de noodzaak van duurzame steunmaatregelen. Ik denk dat onze relanceplannen enorm belangrijk zullen zijn. We zullen het hier later in de plenaire vergadering ongetwijfeld nog over hebben, maar we streven naar een economie waarin meer mensen aan het werk zijn. We zorgen daarvoor met economische steunmaatregelen, door echt in te zetten op de dingen die werken en door wat niet werkt eruit te snijden. We willen inzetten op onderzoek en ontwikkeling, en op digitale infrastructuur. Daarvoor hebt u ook dat economische relancecomité opgericht. Dat is al aan het werk of zal aan het werk gaan. U hoort mij al komen: zou het enigszins mogelijk zijn dat er voor mij of eventueel voor sommigen van mijn collega’s nog een plaatsje aan de tafel vrij is? Kan het Vlaams Parlement daarbij in eerste instantie al betrokken worden? Niet in tweede instantie of in derde lijn, maar echt bij dat relancecomité zelf? Dat zou voor ons een aangename zaak zijn.
Heeft de heer Bothuyne ook nog een liefdesverklaring?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik zal die niet op het publieke forum houden, ook al is mijn liefde groot.
Ik vind het een interessante vraag van de heer Muyters. We moeten voorbereid zijn op wat komt.
De voorbije maanden is gebleken hoe sterk overleg is. Er is heel veel overlegd met de verschillende sectoren, met werknemers en werkgevers, om te komen tot werkbare protocollen op het terrein. Die worden nu toegepast. Ik hoop dat die nu ook geëvalueerd worden, om inderdaad te bekijken wat werkt, wat niet werkt en wat er eventueel overboord kan worden gegooid aan ballast in die protocollen, om op die manier zeker klaar te zijn, mocht er zich een tweede golf voordoen.
Collega Gennez, laat ons hopen dat een economische relance niet alleen bestaat uit publieke investeringen. Het zomaar rondgooien van belastinggeld kan nooit een voldoende antwoord zijn om effectief tot een goede sociaal-economische relance te komen. Maar daar zullen we het straks ongetwijfeld nog over hebben. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Voorzitter, collega’s, het is moeilijk om mijn draad te houden, omdat hier iemand aan mijn linkerzijde zit te mopperen.
De heer Tobback?
Ja, als Statler en Waldorf in één. (Gelach. Applaus)
Als u zich aangesproken voelt, collega Tobback?
Ja, persoonlijk feit, voorzitter. Als de minister een politieke discussie als gemopper beschouwt, heb ik de indruk dat het hier de voorbije weken toch veel te braaf is geweest. Ik had haar slechts in haar oor gefluisterd, met alle goede bedoelingen en platonisch, dat mijn indruk is dat wat de regering vandaag doet, geld uitdelen is en dat ze dat beter gericht zou besteden. Ik deel in die zin de mening van collega Bothuyne, maar hij zou dat dan beter eens laten doordringen in de regering. (Opmerkingen)
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, u moet begrijpen dat het voor mij vrij moeilijk is om mij te concentreren op een antwoord als iemand aan mijn linkerzijde constant commentaar aan het geven is. Maar ik doe mijn best om te multitasken. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Als u een vraag te stellen hebt, collega Tobback, stel dan een actuele vraag. Dan kan iedereen aan het debat participeren. En dan is het niet bilateraal, tussen de bedrijven door. En ik begin mij kwaad te maken, dus dat is een beetje lastig. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Neen, collega, ik zou graag hebben dat u hier iedereen respecteert. Er zijn hier mensen die het woord hebben. Ik heb nu het woord. Het zou mij echt een plezier doen als u zou zwijgen terwijl ik spreek. (Applaus van de meerderheid)
Collega Gennez, wat u zegt over de economische relance en de publieke investeringen: dat is een debat dat ondertussen ook in de commissie Economie gevoerd is. Ik maak een bruggetje naar de opmerking van collega Vande Reyde. Er zijn al heel wat hoorzittingen geweest in de commissie. U hebt zelf gevraagd om die debatten op tijd te kunnen voeren in de commissie. De voorzitter, collega Bothuyne, heeft dat ook gedaan. Niets belet om samen bijvoorbeeld een voorstel van resolutie te maken, met een aantal aanbevelingen die meegenomen kunnen worden richting de expertengroep. Het zou trouwens een goede zaak zijn, denk ik, mocht dat kunnen gebeuren.
Collega Bothuyne, u hebt absoluut een punt over de protocollen. Die zijn nu in werking. Ik denk dat die sowieso geëvalueerd zullen worden. Maar wat heel goed is, is dat de sector, werkgevers en werknemers, die samen afgesloten hebben. En dat is natuurlijk van belang, als je uit een gezondheidscrisis komt en je weer samen aan de slag wilt gaan. Dat wordt dus zeker meegenomen, om dat te evalueren en om de goede dingen daaruit in stand te houden.
Collega Muyters, volgende week zie ik de raad terug. De ronde is opgedragen voor een periode tussen zes en twaalf maanden, omdat men natuurlijk wel wat tijd nodig heeft om die data te analyseren. Men is zich ook al redelijk aan het forceren om dat te kunnen laten doorgaan, maar ik sluit niet uit dat men tussentijds al wel met conclusies kan komen. Maar daarover spreken we dus volgende week, als ik opnieuw een ontmoeting heb met de mensen die deel uitmaken van die wetenschappelijke raad.
Bedankt, minister. We hebben gezien dat de bedrijven, onze burgers en onze zorgsector massaal creatief zijn geweest en veerkracht hebben getoond. Ik ben heel blij dat de Vlaamse Regering dat vandaag ook nog eens toont, met het onderzoek dat is gedaan naar een draaiboek.
Ik dring er alleen op aan, minister, dat u effectief niet zes tot twaalf maanden wacht, maar dat er tussentijdse resultaten worden geboekt, al was het maar dat dan er voorlopige draaiboeken zijn. Ik denk dat dat toch iets is dat permanent zal moeten worden bijgeschaafd. Laat ons daar dus sterk op werken en snel tot draaiboeken komen, zodat de economie open kan blijven, zelfs als we de pech hebben om een tweede golf of een nieuwe pandemie te hebben.
De actuele vraag is afgehandeld.