Report plenary meeting
Actuele vraag over de stakingsdreiging bij De Lijn naar aanleiding van de coronacrisis
Actuele vraag over de reactie van de minister op de stakingsaanzegging bij De Lijn wegens het gebrek aan bescherming tegen het coronavirus
Report
De heer Claes heeft het woord.
Voorzitter, minister, de lockdown is twee maanden geleden in werking getreden, maar blijkbaar was dat voor de directie van De Lijn nog niet lang genoeg om een degelijke oplossing te vinden voor de bescherming van de buschauffeurs in hun stuurposten. Wat heeft de directie van De Lijn intussen gedaan? Wel, ze hebben eerst en vooral drieduizend beschermingshoezen besteld bij een bedrijf in Duitsland, waarvan er ongeveer duizend zijn geleverd, heb ik begrepen. Het is niet zeker of de rest nog zal worden geleverd binnen afzienbare tijd.
Daarna hebben ze bij De Lijn moeten vaststellen dat die beschermingshoezen niet voldoen. Ze voldoen voor één type bus, maar bij De Lijn zijn er natuurlijk veel verschillende soorten types en daar had men helaas bij de bestelling geen rekening mee gehouden. Een heel deel van die hoezen zijn dus compleet nutteloos.
Dan heeft men bij De Lijn maar beslist om in de bussen waar geen hoezen konden worden geïnstalleerd, een soort plasticfolie te plakken met ducttape. Ducttape is niet het beste middel, en na een paar uur rijden met zo'n bus op onze Vlaamse hobbelwegen komt dat al eens los.
Minister, dit klinkt toch wel een beetje als een hele flauwe Belgenmop. Gaat u de directie van De Lijn responsabiliseren en ervoor zorgen dat de chauffeurs veilig kunnen rijden?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, het openbaar vervoer speelt een grote en belangrijke rol in het herstarten van het openbare leven, het woon-werkverkeer, het schoolverkeer dat de volgende dagen zeer belangrijk wordt. De dienstverlening is opnieuw opgestart op een regulier niveau, en dat is belangrijk, maar ik denk dat dienstverlening en een goede gezondheid perfect samen kunnen gaan.
En dan is bescherming cruciaal: de bescherming van de chauffeurs zelf met het verhaal over de afsluiting van de stuurpost, zoals bekend, maar ook de bescherming van de reiziger. Mond- en neusbescherming is verplicht op de trams van De Lijn, maar toch lezen we jammer genoeg in de pers dat er al incidenten zijn geweest. De vakorganisaties trekken aan de alarmbel en dreigen zelfs met stakingsacties omdat zij snel de afsluiting van de chauffeurs eisen. Zoals ik heb vernomen, zou die er tegen vrijdag zijn.
Zij willen ook een maximumaantal reizigers per bus of tram. Minister, op welke manier wilt en zult u, samen met De Lijn, de veiligheid van de reizigers en van het personeel optimaal verzekeren?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, mensen gaan opnieuw naar het werk. Vrijdag gaan leerlingen terug naar school. Ze hebben daar uiteraard openbaar vervoer voor nodig, en hoe zien onze bussen van De Lijn eruit? (Jos D’Haese toont twee foto's van interieurs van bussen)
Zo. Zo zien de bussen van De Lijn eruit vandaag: een velletje plasticfolie, en men hangt dat vast met ducttape. De technici van De Lijn doen natuurlijk alles wat ze kunnen, maar die kunnen ook maar roeien met de riemen die ze hebben. Minister, die chauffeurs zijn echter nog geen twintig minuten onderweg, en alles hangt al halfstok. Mensen zijn niet meer beschermd. Binnenkort zullen die chauffeurs moeten uitrijden met een rol ducttape in hun rugzak om onderweg herstellingen te kunnen doen.
Eigenlijk is dat wel een mooi symbool voor de manier waarop de coronacrisis in ons openbaar vervoer wordt aangepakt: met spuug en paktouw, en ducttape. Als leerlingen nu vrijdag terug naar school gaan, dan gelden er in de scholen heel strenge regels: een maximale afstand, oppervlaktes per leerling, looprichtingen, stippen enzovoort. Als diezelfde leerlingen echter nu vrijdag ‘s ochtends de bus nemen, dan zijn er geen regels. Dan telt dat allemaal niet. Dan is er gewoon geen plan. Hoeveel mensen mogen er op de bus? Geen plan. Hoe gaan we controleren dat mensen een mondmasker dragen op de bus? Geen plan. Van de Aldi tot de kleinste pralinewinkel, er zijn vandaag overal voorschriften, over hoeveel mensen er binnen mogen, over afstand houden, handen ontsmetten enzovoort. Er zijn stewards om alles in goede banen te leiden. En bij De Lijn, bij De Lijn is het de Far West, maar dan zonder sheriff.
Men moet wel een beetje serieus blijven. De reizigers hebben recht op veilig openbaar vervoer. Dat wil niet alleen zeggen dat de remmen van de bussen werken. Dat wil ook zeggen dat ze maximaal beschermd zijn tegen het coronavirus. Minister, de chauffeurs zijn op geen enkel moment gestopt met rijden, niet toen er geen mondmaskers waren, niet toen er geen alcoholgels waren, niet toen de bussen vuil moesten rondrijden. Die zijn blijven doorrijden, maar vandaag is het van het goede te veel. Ze zijn heel duidelijk geweest: als de bussen niet in orde zijn, dan rijden ze er niet mee uit. En ze hebben groot gelijk.
Mijn vraag is dus: hoe gaat u dit opgelost krijgen? Gaat u de hygiënische maatregelen nemen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat alle chauffeurs veilig kunnen uitrijden?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de vragen. We moeten een beetje serieus blijven. Mijnheer D’Haese, ik denk dat we dat zeker al als wederwoord kunnen zeggen aan u, want de omschrijving die u hier geeft, is toch iets anders dan wat ik hoor. Alleszins zijn de chauffeurs van De Lijn vanaf dag één blijven rijden. Ik denk dat ze daarvoor een grote pluim verdienen. Toen ons land midden maart in lockdown ging, is De Lijn blijven rijden. Ze heeft toen heel wat maatregelen genomen. Er was dus wel degelijk een plan, met voorwaarden waaronder De Lijn zou kunnen blijven rijden, in het belang van de veiligheid van enerzijds de chauffeurs en anderzijds de reizigers. Dat waren heel wat hygiënemaatregelen, dat was een heel uitgebreide informatiecampagne, dat was extra reinigen. Dat reinigen gebeurt vandaag voor een bedrag van 844.000 euro op maandbasis. Zoveel wordt er extra ingezet voor hygiënemaatregelen op al onze bussen en trams van De Lijn. Verder is er de regel van het cashloos betalen en de regel van het achteraan opstappen en het afsluiten van het stuurslot.
Dat waren maatregelen die golden tot we aan fase 1a kwamen, op 4 mei. De Nationale Veiligheidsraad heeft beslist dat eenieder die dan op het openbaar vervoer zou stappen, verplicht een mondmasker of een bedekking van mond en neus zou moeten dragen. Wat heeft De Lijn dan gedaan? U weet dat De Lijn een extern verzelfstandigd agentschap is. Ze is onmiddellijk overgegaan tot de aankoop van minimaal vijf wasbare mondmaskers voor het hele personeel. Die zijn allemaal ter beschikking gesteld van het personeel op 30 april. Dan is de vraag gekomen of het stuurslot niet kon worden afgesloten. Dat is een vraag die er specifiek is gekomen van de drie vakbonden. Die vakorganisaties hebben op 9 mei een schrijven gericht aan de directeur-generaal, de heer Kesteloot, met de mededeling dat ze absoluut een aparte compartimentering van de chauffeur wilden. Zou die compartimentering er niet komen, dan zouden ze op 18 mei tot een staking overgaan.
Wat heeft De Lijn dan gedaan? Ze hebben onmiddellijk flexibele screens besteld bij een firma in Duitsland. Die heeft er een aantal geleverd, maar heeft de leveringen dan stopgezet. Om toch te kunnen voldoen aan de vragen van de vakorganisaties heeft De Lijn vervolgens flexibele screens bij andere firma's besteld. Momenteel zijn de screens al op 85 procent van de bussen aangebracht. Tegen vrijdag zullen die er overal zijn en is er voldaan aan de vraag van ACOD, ACV en ACLVB, de drie vakorganisaties. Men doet dus wel degelijk al het mogelijke om de veiligheid van de chauffeurs en de reizigers te garanderen.
U zegt dat er toch wel grote onrust is bij de chauffeurs. Alle andere maatregelen blijven uiteraard ook gelden. Als ik kijk naar de ziektecijfers, dan vertaalt die grote onrust die hier wordt aangekondigd, zich daar niet in. De ziektecijfers bij chauffeurs zaten eind maart op om en bij 26 procent. Vandaag is dat teruggevallen tot 10 procent.
Verwachten we heel veel heisa op 15 of 18 mei als de scholen terug starten? U weet dat de scholen maar beperkt terug opstarten en dat de leerlingen die het openbaar vervoer gebruiken voornamelijk leerlingen uit het secundair onderwijs zijn. Ze komen nauwelijks uit het basisonderwijs. In het secundair onderwijs starten enkel de zesdejaars een of maximum twee dagen per week op, afhankelijk van de richting die ze volgen.
Tegelijkertijd krijgen we vandaag signalen dat ondanks alle veiligheidsmaatregelen die de raad van bestuur heeft opgelegd aan het personeel, er vragen komen of de chauffeurs niet vrijgesteld kunnen worden van het dragen van een mondmasker. Zeggen dat er zo'n grote onrust is: ik denk het niet. Het managementteam van De Lijn heeft al het mogelijke gedaan om ervoor te zorgen dat aan de veiligheid, zowel van het personeel als van de reizigers, is voldaan. Tegen vrijdagavond zullen alle stuursloten van trams en bussen volledig afgesloten zijn van de reizigers. Dat was de specifieke vraag van de drie vakorganisaties waaraan tegemoet wordt gekomen.
Minister, laat ons inderdaad hopen dat tegen vrijdagavond al die beschermingshoezen correct zijn aangebracht en voldoende werkbaar zijn om de chauffeurs veilig hun job te kunnen laten doen. De chauffeurs staken natuurlijk niet voor hun plezier, integendeel. U hebt zelf ook al gezegd dat het aanwezigheidspercentage bijzonder hoog is. De bussen zijn blijven rijden. De meeste chauffeurs doen hun job met heel veel passie en overtuiging. Sommigen doen zelfs veel meer dan nodig en nemen zelf het initiatief om hun bus tijdens hun pauze of bij een shiftwissel volledig te ontsmetten en zelf de knoppen af te kuisen met ontsmettende alcohol.
Ook de meeste reizigers houden zich prima aan alle afspraken, zoals bijvoorbeeld het verplicht dragen van een mondmasker. Maar hoe demotiverend moet het ook weer zijn voor chauffeurs en reizigers als afgelopen maandag in Berchem een controleur in elkaar is geslagen door zogenaamde jongeren – u weet wat ik daarmee bedoel – omdat ze erop werden gewezen dat ze geen mondmasker droegen. Minister, dit wangedrag toestaan, schaadt het vertrouwen in De Lijn, zowel bij chauffeurs als bij reizigers. Is er al een plan uitgewerkt om overtredingen op te sporen en maatregelen te kunnen uitvoeren om dit snel aan te pakken?
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Dienstverlening en gezondheid kunnen hand in hand gaan, maar dan moet er bescherming zijn van de chauffeur. Ik heb uit uw antwoord begrepen dat dit tegen vrijdag in orde komt. Dat is bij dezen geklasseerd.
Een tweede element is de bescherming van de reiziger. Er is de verplichting om mondneusbescherming te dragen, maar dan merken we problemen. De heer Claes verwees er net naar en ik heb dat daarnet ook al gedaan. Er zijn incidenten en we moeten die proberen te vermijden.
De angel in dit verhaal is controle. Minister, kunnen we onze Lijncontroleurs niet meer inzetten? En belangrijk: is er overleg geweest met de minister van Binnenlands Beleid om de politie daar prioritair op in te zetten? Als dat er niet is geweest, kunt u dat alsnog organiseren?
Minister, ik hoor andere verhalen. Ik denk dat we bij de kern van het probleem zijn aangekomen. Dat is volgens mij dat u geen idee hebt hoe de situatie op het terrein eruitziet. U spreekt hier al weken over poetsfirma’s. Ik heb met mensen van De Lijn gebeld of ze tevreden zijn over die poetsfirma's. Ze zeggen me: ‘Die poetsfirma's, dat is allemaal goed, maar er is een probleem mee: we zien die niet. Ik weet niet waar die poetsen, maar niet bij ons.’
U hebt een bedrag genoemd van 840.000 euro per maand. U moet dat eens delen door het aantal dagen in een maand en het aantal bussen dat er bij De Lijn rijdt, dan heb je geen euro per bus per dag over om die bussen te kuisen. Ik ben heel benieuwd hoe je daarmee bussen ontsmet en virusvrij maakt.
U neemt ook een klein beetje een loopje met de werkelijkheid. U zegt dat De Lijn onmiddellijk in gang is geschoten op 9 mei, toen de vakbonden compartimentering in de bussen vroegen. Dat klopt natuurlijk niet. De mensen bij De Lijn hebben vanaf 15 april gevraagd naar compartimentering op de bussen. De directie heeft steeds gezegd dat dat niet mogelijk is, dat ze dat niet ging doen. Tot 9 mei, wanneer men is beginnen te dreigen met een staking. Pas dan zijn er zaken in orde gekomen.
Kunt u afronden?
Als u zegt dat we tegen vrijdag overal compartimentering zullen hebben, dan zijn het deze dingen die u bedoelt: plasticfolie met ducttape. Minister, gaat u maatregelen nemen, ten eerste om te controleren dat mensen mondmaskers dragen op de bus, of verwacht u echt dat de politie er met een zwaailicht achter rijdt? Gaat u blijvend maximumaantallen op een bus vastleggen zodat er social distancing op de bus kan blijven gebeuren?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik ga niet in op de discussie rond de ducttape. Daar hebt u een antwoord op gegeven. Ik ga ervan uit dat dat wordt opgelost. Ik ga gewoon even een ervaring vanop het terrein meedelen. Afgelopen maandag, zoals het wel eens gebeurt, knapte er een bovenleiding van de spoorweg tussen Sint-Niklaas en Antwerpen en waren wij verplicht om over te stappen op een bus. Geen bus die door de NMBS was voorzien, maar een bus aan het dichtstbijzijnde busstation in Sint-Niklaas, een lijnbus richting Antwerpen. Dat was een beetje een bevreemdende ervaring. De chauffeur zat zeer goed afgeschermd maar er was niemand in de buurt om maar enigszins te controleren of de capaciteit op de bus niet te hoog was. Op een gegeven moment was de capaciteit te hoog. Het enige wat ik vond was een soort plannetje van de bus met een aantal gemarkeerde rode plaatsen en een aantal groene plaatsen. Na ongeveer vijf minuten was die bus zo goed als gevuld zoals op een normaal moment. Ik maak mij daar zorgen over. Mensen gaan zelf niet weer afstappen van die bus omdat er te veel volk op zit. Zou het niet interessant zijn dat De Lijn stewards inzet om dit in goede banen te leiden? Zeker met het oog op de volgende fase in de exit lijkt me dat geen overbodige luxe.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Veilige en goede werkomstandigheden voor de chauffeurs van De Lijn is een thema dat hier al vaak, en terecht, aan bod is gekomen, maar dat wordt door de coronacrisis nog urgenter. Naast de terechte vraag over de veiligheid van de chauffeurs wil ik even ingaan op de veiligheid van de reizigers. Er bestond wat onduidelijkheid over de maatregelen: mondmaskers waren verplicht en social distancing niet. Nu lijkt het toch een en-enverhaal: zowel de mondmaskers als de social distancing. Wat dat betreft heeft CEO Kesteloot gesteld dat indien De Lijn de anderhalve meter social distancing wil waarborgen, ze terugvalt op slechts 20 procent van haar gebruikelijke capaciteit. Moet of kan De Lijn niet flexibeler omgaan en inspelen op de vraag?
Ik ga het heel concreet maken. De voorbije week waren er nog geen scholen open, maar De Lijn reed wel sinds 4 mei volgens haar normale dienstverlening. Resultaat: lege lijnbussen bij lege scholen. Ik vind het heel vreemd voor een modern overheidsbedrijf dat het niet flexibeler op die vraag kan inspelen. Daarom mijn vraag aan u, minister: hoe kan De Lijn flexibeler inspelen op de vraag om op die manier ook social distancing beter te waarborgen?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, al drie weken vragen wij u om alle nodige maatregelen te nemen om de veiligheid van chauffeurs en reizigers te garanderen en al drie weken blijft u herhalen dat we ons geen zorgen hoeven te maken en dat in alles voorzien is. Dat blijkt echter niet te kloppen. Sommige chauffeurs moeten inderdaad beginnen te bricoleren met tape en zeilen en er is ook niets gebeurd om de social distancing te garanderen. Dat kan echt niet. Wij begrijpen dus dat de vakbonden boos zijn en dat ze nu zelfs dreigen met een staking, zolang de afsluitingen in plexiglas en de duidelijke regels over waar reizigers plaats mogen nemen in bus en tram, er niet komen.
Mobiliteit en het openbaar vervoer zijn echt cruciaal in de exitstrategie. We moeten er alles aan doen om het vertrouwen te winnen, zodat chauffeurs blijven rijden en zodat mensen de bus en tram nemen in de plaats van met nog meer in de files te gaan aanschuiven. Maar wij vinden toch ook dat de manier waarop de Vlaamse Regering en de directie van De Lijn dat aanpakken, net het omgekeerde effect heeft, want er is onrust op het terrein. Mijn vraag aan u is dus, minister: ik weet niet of u nog vaak zelf de bus neemt, maar zo ja, zou u dat dan doen, als u daar opeengepakt staat, met niet meer dan een lintje ter bescherming?
De heer Schiltz heeft het woord.
Dank u, voorzitter.
Eerlijk gezegd, ik heb nog geen mensen gezien die zonder mondmasker al hoestend en proestend chauffeurs belagen. Ik neem wel heel vaak de bus, trein en tram en een ketting is wel degelijk een barrière die afschrikt. De minister heeft aangekondigd dat 85 procent van de bussen al een vast scherm heeft en dat er tegen vrijdag … (Opmerkingen van Jos D'Haese)
Ja, 85 procent. U kunt waarschijnlijk wel een bus vinden waar het er zo aan toe gaat, maar dan nog staan er daar geen mensen bij het plastic zeil te springen om hun chauffeur te besmetten.
Het is goed dat u bevestigd hebt dat alle chauffeurs veilig afgeschermd zullen zijn tegen vrijdag. Waar ik wel nog vragen over heb, is dit: de scholen gaan open en dus zullen er meer reizigers zijn, al gaan natuurlijk niet alle leerlingen terug naar school en zal er dus geen stortvloed aan leerlingen op de bus kruipen. Ik denk dat we er ook voor moeten zorgen dat we aan de schoolpoorten geen enorme files zien van mensen die hun kinderen met de auto naar school willen brengen. In de commissie hebt u op vraag van collega Keulen ook aangekondigd dat er een campagne wordt opgezet om kinderen zoveel mogelijk met de fiets naar school te laten gaan. Er is minder autoverkeer, dus laten we daar gebruik van maken. Maar ik vind wel dat we aan de chauffeur duidelijkheid moeten geven over wanneer de bus vol is en wanneer hij/zij dus mensen van de bus mag en kan zetten. Daar moet ook adequate ondersteuning voor zijn. Graag verneem ik uw plannen om duidelijkheid te verschaffen over de maximumcapaciteit.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen.
Ten eerste, elke vorm van geweld, woordelijk of fysiek, is uiteraard af te keuren en ten zeerste te betreuren. Verschillende collega’s hebben vragen gesteld rond overtredingen op het dragen van een mondmasker. Men vraagt ook of ik met minister De Crem samengezeten zou hebben om te kijken of we de politie daarvoor kunnen inzetten. Wat dat betreft, mag ik verwijzen naar het uitvoeringsbesluit van de Nationale Veiligheidsraad, waarin heel duidelijk is opgenomen dat de politiediensten permanent controles zullen uitvoeren om de strikte naleving van de maatregelen te verzekeren. Wat de Veiligheidsraad beslist heeft, is een belangrijk gegeven, evenals het feit dat men meer dan eens stelt dat men zich moet beperken tot essentiële verplaatsingen en dat men het best ook kijkt naar een alternatief, als dat voorhanden is. Dat is wat de Nationale Veiligheidsraad heeft beslist en wat heel duidelijk is opgenomen in de berichtgeving.
Nu, als er dan toch zaken gebeuren, als mensen zich schuldig maken aan agressie, dan weten jullie dat De Lijn met een protocol werkt, waarbij de chauffeur onmiddellijk de dispatching verwittigt, die op zijn beurt dan de politie verwittigt om het nodige te doen. De chauffeurs wordt in elk geval ten zeerste afgeraden om in dat geval zelf op te treden.
Er is ook meermaals gewezen op die compartimentering. Bij aanvang gebeurde dat door middel van een lint of een ketting, maar omdat de vakorganisaties gevraagd hadden of dat niet via een wand in plexiglas kon, is men op die vragen ingegaan.
Ook ik heb beeldmateriaal bij me. (Minister Lydia Peeters toont enkele foto's)
Men heeft plastic wanden die met een rits kunnen worden afgesloten. Er zijn er ook andere die met tape worden vastgehecht. Ik hoop alleen maar dat men tevreden is dat men nu die afscherming heeft voor de chauffeurs en dat men zich wat dat betreft gerust voelt. De compartimentering is er nu. Dat is sowieso een goede zaak.
Mijnheer D’Haese, u zegt dat de extra reiniging niet telt. Ik heb heel duidelijk gezegd dat het om een extra reiniging gaat. U vindt een bedrag van 844.000 euro op maandbasis voor extra hygiënische maatregelen niet veel. Wel, ik vind dat veel. Dat is er boven op het reguliere. U weet dat professionele firma’s, die op de laatste raad van bestuur van De Lijn werden aangesteld, nu continu, zeven dagen op zeven, in eerste instantie alles wat veel wordt aangeraakt, de palen en de drukknoppen, maar ook het stuur en het stuurslot van de chauffeurs, volledig ontsmetten. Dat wordt elke dag zeer grondig gereinigd. Er wordt om de zes tot acht weken ook nog eens een dieptereiniging gedaan. Als men kennis heeft van het feit dat iemand bepaalde besmettingsverschijnselen zou vertonen, gaat men ook nog eens onmiddellijk over tot een volledige dieptereiniging. Er wordt daar dus wel degelijk op ingezet.
De Nationale Veiligheidsraad heeft beslist dat overal op de werkvloer het principe van de social distancing geldt. Men moet anderhalve meter afstand houden van elkaar. Als dat niet kan worden gerespecteerd, moet men andere maatregelen nemen. Dat geldt ook voor De Lijn. Daarom werd, verplicht voor De Lijn, een mondmasker of een neus-en-mondbedekking vooropgesteld. Ik heb al een paar keer gezegd dat het aantal reizigers van De Lijn, op de bussen en de trams, met meer dan 90 procent was teruggevallen Amper 8 procent van de reizigers maakte nog gebruik van De Lijn. Alles wordt continu gemonitord en heel goed opgevolgd. Nu blijkt dat we afgelopen maandag aan 12 procent zaten van de reizigers. Ik heb meermaals gezegd dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen, ook omdat de Nationale Veiligheidsraad altijd hamert op die essentiële verplaatsingen en op het zich focussen op alternatieven als die er zijn, en op het feit dat het openbaar vervoer behouden moet blijven voor diegenen die het echt nodig hebben. Wel, afgelopen maandag 11 mei zaten we met 12 procent reizigers. Ik denk dus dat er wat de capaciteit betreft nog altijd voldoende afstand kan worden gehouden.
Mijnheer Schiltz, de Vlaamse overheid doet het nodige om op te roepen om alternatieven te gebruiken. U weet dat heel wat mensen de voorbije weken opnieuw genoten hebben van het gebruik van de fiets maar ook van het wandelen. Daarom zal morgen, voordat de scholen opnieuw van start gaan, een nieuwe campagne worden uitgerold om zich zoveel mogelijk te voet of met de fiets te verplaatsen. Tegelijkertijd zullen de lokale besturen nog extra informeren maar ook faciliteren om tal van maatregelen te nemen om zoveel mogelijk duurzame vervoersmodi te gebruiken, om te kiezen voor de alternatieven, en dan vooral voor de gezonde alternatieven: met de fiets, te voet, met de step of de speedpedelec of wat dan ook. Er zijn meer dan voldoende alternatieven, en daar willen we zeker op inzetten.
Opnieuw, ik hoop dat er maandag aanstaande geen stakingen zijn, dat de drie vakorganisaties tevreden zijn met de maatregelen die het managementcomité heeft genomen. De compartimentering is er nu. Ik hoop dat men daarmee tevreden is. Collega’s, u weet ook dat als men zou overgaan tot staking, dit betekent dat andere chauffeurs en ook andere reizigers daar eens te meer de dupe van zouden zijn, want dan gaan een aantal bussen en trams niet uitrijden en zal er meer volk op die andere bussen en trams zitten. Dat kunnen we in deze tijden zeker missen.
Maar ik hoop dat eenieder gerustgesteld is. Ik weet dat er vandaag opnieuw overleg is met de vakorganisaties. Om de twee dagen zitten zij samen. Ik heb er dus wel vertrouwen in dat het goed komt.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, tja, gerustgesteld? Ik denk dat er toch nog zeer veel vragen en onduidelijkheid blijven bestaan, zowel over de veiligheid als over de controle op de bussen en de trams. En dat is jammer. Want zoals u zelf al vaak hebt aangegeven, wil deze Vlaamse Regering naar een model shift gaan. De Vlaming moet meer het openbaar vervoer gebruiken en minder de auto. Maar wat zien we nu in vele andere landen, die al iets verder staan in de exitstrategie dan wij? Veel pendelaars maken opnieuw meer gebruik van de eigen wagen. Ze verkiezen de veiligheid van de eigen wagen boven een potentiële besmettingshotspot als bus of tram.
En om dat vertrouwen hier in Vlaanderen te herstellen, hebben we toch nog wel veel werk voor de boeg. Zorg er alstublieft in eerste instantie voor dat De Lijn die onveiligheid bij de buschauffeurs wegneemt en dat ze dus niet moeten gaan staken, waardoor ook de dienstverlening niet in het gedrang zou komen. En zorg er daarnaast ook voor dat de veiligheid voor de reiziger wordt gegarandeerd door kordaat op te treden tegen zij die de regels keer op keer aan hun laars lappen.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U zegt dat er een bezettingsgraad is van 12 procent van de lijnen van bus en tram bij De Lijn. Dat is inderdaad niet veel. Maar we weten allemaal, zeker nu de scholen binnenkort opengaan, dat er een aantal drukke lijnen zijn. En we kennen die. De Lijn kent die. En dus zou ik u willen vragen om daarop te focussen.
Ik wil u graag drie dingen meegeven. Eén, zet daar prioritair uw controleurs van De Lijn op in. Laat hen daarop focussen. Twee, laat hen na verloop van tijd evalueren hoe we kunnen tegemoetkomen aan verzuchtingen en hoe we de veiligheid op die bus- en tramlijnen nog kunnen verbeteren. Drie, nogmaals, specifiek voor die drukkere lijnen: zorg ervoor dat er contact is met de minister van Binnenlandse Zaken, zodat hij met de politie kan afspreken dat die taken de eerstvolgende weken prioritair zijn. Want dat kunnen ze. De politie legt prioriteiten, ook in deze coronacrisis. Als u daarover de minister van Binnenlandse Zaken contacteert, als u hem mee in het bad trekt, dan kunnen we zorgen voor veilig bus- en tramvervoer in Vlaanderen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, u zegt: ‘Iedereen is tevreden.’ Ik kan u maar één ding aanraden: zet eens een mondmasker op, stap in uw auto met chauffeur en reis naar een depot om met de mensen te gaan babbelen. (Opmerkingen)
Ja, jullie kunnen er niet goed tegen als we dit soort dingen zeggen. Maar u moet dat eens doen. U moet dat écht eens doen. Ga er eens naartoe. Die mensen hebben van in het begin van de crisis zonder of met veel te weinig beschermingsmaatregelen moeten werken. En ze hebben in het begin gezegd: ‘Dit is niet gemakkelijk. Het is een situatie die maar een keer in de honderd jaar voorkomt. We zullen er niet al te hard over klagen, we blijven ons best doen, we blijven rijden.’
Dan zijn er veel minder reizigers gekomen en heeft het probleem zichzelf wat opgelost. Maar nu loopt de emmer over, minister. Die mensen zijn al weken aan het rijden in onveilige omstandigheden. En nu loopt de emmer over.
Wij vragen u naar een plan. En wat zegt u? ‘Het zal allemaal wel zo'n vaart niet lopen.’ Dat is geen plan, minister. We vragen al twee maanden naar een plan en dat is al twee maanden het antwoord dat wij en de mensen van de directie van u krijgen: ‘Het zal allemaal wel zo'n vaart niet lopen.’
Wel, zorg nu eens echt voor een plan. De oplossingen zijn niet zo moeilijk te vinden. Eén, zorg voor stewards op die bussen in plaats van te verwachten dat de politie er met een zwaailicht achter rijdt. Twee, zorg voor een maximum aantal reizigers op de bus. Mondmaskers zijn secundair, afstand houden is het eerste dat we moeten doen.
Collega D’Haese. En ten slotte?
En ten slotte, ten derde, luister. Luister nu eindelijk eens naar de mensen op het terrein. Zij zijn enorm gemotiveerd, dat blijkt uit het ziekteverzuim. U kunt op hen rekenen.
Collega D’Haese, u moet ook eens proberen om binnen de tijd te blijven. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Kunt u misschien naar het Koffiehuis gaan?
De actuele vragen zijn afgehandeld.