Report plenary meeting
Report
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Peter Van Rompuy bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Peter Van Rompuy, Wilfried Vandaele en Willem-Frederik Schiltz tot organisatie van contactonderzoek in het kader van COVID-19.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Zoals iedereen weet, treedt op 11 mei de volgende fase van versoepeling in waarvan men vandaag op de Nationale Veiligheidsraad de bevestiging heeft gegeven. Een van de belangrijke randvoorwaarden daarvoor is om de tracingcapaciteit op orde te brengen. Om dat mogelijk te maken, is er nog een decretale basis nodig voor de externe contactonderzoekers. Dat ligt nu dus voor en zouden we graag aan de agenda willen toevoegen.
Waarom is het zo hoogdringend? Dit is een uitvoering van het volmachtenbesluit van 4 mei van de Federale Regering dat de databank van Sciensano mogelijk heeft gemaakt en opgericht. We zijn nu amper twee dagen verder en we zouden dit graag decretaal vastleggen in deze plenaire vergadering om ook de externe contactonderzoekers een correcte wettelijke basis te geven. Deze week moeten er dan nog regeringsbesluiten volgen, zodat alles op 11 mei in orde kan zijn om voluit van start te gaan met de tracing.
We konden daarom geen tijd verliezen. Mijn excuses voor het feit dat we het zo plots op de agenda brengen, maar u begrijpt dat er tussen 4 en 6 mei niet zoveel tijd ligt en dat er tussen 6 en 11 mei – laat staan voor de regeringsbesluiten die intussen nog nodig zijn – ook niet zoveel tijd ligt. We hadden dus geen andere keuze dan snel voort te maken en vandaag de hoogdringendheid te vragen om dit voorstel van decreet te kunnen goedkeuren. De minister is ook aanwezig om op alle vragen van de oppositie te kunnen antwoorden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
U krijgt hiervoor zestig seconden de tijd.
Alleen de heer Rzoska heeft nog niet gestemd.
Mijnheer Rzoska, is het goed voor u dat ik de stemming nu afsluit? (Instemming)
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot organisatie van contactonderzoek in het kader van COVID-19 onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot organisatie van contactonderzoek in het kader van COVID-19.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Zoals u weet, is contactonderzoek op dit ogenblik al decretaal geregeld. Maar slechts een honderdtal ambtenaren hebben daartoe de bevoegdheid. Zij waren al bezig met contactonderzoek bij het begin van de uitbraak van de coronacrisis en zijn nu opnieuw bezig. Maar op de Nationale Veiligheidsraad van 24 april is de vraag gesteld om dit op te schalen naar 1200 contactonderzoekers en dat kan enkel door een beroep te doen op externen.
Om dat decretaal mogelijk te maken, is er hier nu een voorstel van decreet neergelegd. Daarin worden een aantal garanties opgenomen over de bescherming van de persoonsgegevens die daarbij worden verzameld. In principe zou je kunnen zeggen dat de regels die al golden voor de ambtenaren worden doorgetrokken naar de externe contactonderzoekers. Ik geef een aantal elementen die in het decreet naar voren komen: de gegevens worden tijdelijk bewaard, het contactonderzoek gaat tot veertien dagen terug in de tijd, de personen zijn gebonden door het beroepsgeheim en alles gebeurt onder toezicht van die honderd ambtenaren, ambtenaren-artsen, die ik in het begin heb vernoemd. Dat zijn de grote lijnen van dit relatief korte en beperkte decreet.
U zult gezien hebben dat dit decreet beperkt is in de tijd, tot 4 juni. Sta mij toe kort uit te leggen waarom we daarvoor hebben gekozen.
De reden hiervoor is dat we geen of nog geen advies hebben gevraagd aan de Vlaamse Toezichtcommissie voor de bescherming van gegevens, omdat die zelfs voor een spoedadvies een termijn tot vijftien dagen nodig heeft, tijd die we om redenen die ik bij de hoogdringendheid al heb uitgelegd, jammer genoeg niet hebben.
Wat we van plan zijn te doen, is dit voorstel van decreet vandaag stemmen. Ik hoop daarvoor op jullie steun te kunnen rekenen. We willen het voorstel van decreet op een reguliere, en dus niet op een hoogdringende manier indienen in het parlement, en het advies van de Toezichtcommissie alsnog vragen. We hopen dat we dat advies relatief snel kunnen krijgen. Met een beetje bijval zouden we tijdens de plenaire vergadering van volgende week dit voorstel van decreet al permanent kunnen goedkeuren op basis van een advies van de Vlaamse Toezichtcommissie. Dat is de reden waarom we van dit voorstel van decreet een tijdelijk voorstel van decreet hebben gemaakt tot 4 juni.
Ik geef u ook graag mee dat er hiervoor ook al legistiek advies is gevraagd, niet bij het parlement, maar bij de administratie. Er zijn een aantal opmerkingen gemaakt en die hebben we meegenomen in dit voorstel van decreet. Op die manier hopen we toch te kunnen rekenen op een zo breed mogelijke steun voor dit voorstel van decreet, dat de tracing mogelijk moet maken tegen 11 mei. Zo kunnen we dit met de verwachtingen die zijn gecreëerd rond de versoepeling van het exitbeleid en de overstap van een algemene lockdown naar een politiek van testen, tracen en isoleren, op een ordentelijke manier uitrollen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik begrijp natuurlijk de hoogdringendheid. Mijn fractie heeft die gesteund, ik door internetproblemen niet, maar ik ben het er wel mee eens. Ik heb toch enkele vragen die vooral te maken hebben met een aantal bezorgdheden. Het is zeer kort dag, het is een eerste lezing.
Voor alle duidelijkheid, we gaan dit voorstel van decreet steunen. Ik hoop wel dat we de marge die we nu hebben, omdat we nog wachten op het advies dat nog moet binnenkomen, misschien kunnen gebruiken, zelfs al is het er volgende week, om een aantal zaken te verduidelijken.
Ik heb twee bijkomende vragen. In artikel 4 geeft het parlement toch behoorlijk wat vrijheid aan de Vlaamse Regering. Het is de Vlaamse Regering die bijvoorbeeld in het tweede lemma de maximale termijn waarin de persoonsgegevens worden bewaard, zelf gaat bepalen. Het is nogal ruim dat dat op die manier wordt gemachtigd aan de Vlaamse Regering.
Artikel 5 dan. Ik heb de bepalingen gelezen rond de databank van Sciensano in het koninklijk besluit (KB) van 4 mei. Daar zitten wel een aantal filters op, maar ik heb wel wat vragen bij het stuk waar het gaat over het samenwerkingsverband van externe partners en de manier waarop zij met die gegevens zullen omgaan.
Deze twee elementen wil mijn fractie nu graag inbrengen, na een snelle eerste lezing, zonder dat we dat heel breed hebben kunnen aftoetsen, en in de hoop dat de steun erin kan bestaan dat we, tegen dat het advies er is of tegen volgende week, als er een nieuw voorstel van decreet op tafel moet komen, dergelijke dingen toch even met zijn allen kunnen bekijken voordat we doorgaan.
De heer Anaf heeft het woord.
Uiteraard hebben wij ook alle begrip voor de hoogdringendheid, alhoewel het wat vervelend was dat we de tekst zo kort voor de plenaire vergadering hebben gekregen. Onze fractie dacht zelfs al een aantal amendementen in te dienen, maar omdat we hebben begrepen dat er volgende week al een nieuw decreet komt, zullen we die nu niet indienen. We zullen ze u laten geworden, dan kunnen ze misschien meteen ook worden meegenomen. Zo gaat het misschien nog sneller en beter.
Ik vond het wel een beetje vreemd. We hebben gisteren in de commissie Welzijn een heel uitgebreide discussie gehad over de tracers. Minister Beke heeft daarbij gezegd dat er nog twee randvoorwaarden waren die federaal niet vervuld waren: de databank was nog niet klaar en er was nog geen wetgevend kader. Ik zie echter nu in dit voorstel van decreet dat dat laatste wel al in orde was: er was al een KB, van 4 mei 2020. Het was misschien ook handig geweest indien de minister gisteren vermeld had dat er vandaag in het Vlaams Parlement een voorstel van decreet zou worden voorgelegd. Het zou kunnen dat ik dat in de discussie gemist heb, dan is dat zonder voorwerp.
We hebben ook nog wel een paar fundamentelere kritieken. We hebben het gisteren in de discussie over tracing heel lang gehad over het belang van de privacy. Ik heb begrepen dat er last minute nog wat legistiek advies is gevraagd, maar ik mis ook het advies van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens. Ik hoop dat dat er volgende week wel bij zit, want het belang van de privacy is zeker in het kader van de tracing heel groot. Daar mogen we echt niet aan voorbijgaan.
We zullen dit uiteraard steunen. Het is heel erg belangrijk dat we snel verder kunnen met die tracing, maar er zitten toch wel een paar haken en ogen aan dit voorstel van decreet. We hopen dat die er volgende week uit worden gehaald.
De heer Janssens heeft het woord.
‘Nood breekt wet’ zou ook ons adagium kunnen zijn om aan dit voorstel van decreet uiteindelijk onze goedkeuring te geven. De heer Van Rompuy verwees naar de laattijdige indiening en we aanvaarden de excuses daarvoor. We hebben hiervoor alle begrip. Toch wil ook nog eens oproepen om niet tot woensdag te wachten om gelijkaardige voorstellen van decreet in te dienen en om dan dezelfde dag in het Vlaams Parlement de behandeling en de stemming te vragen. Uiteraard zijn wij het ermee eens dat er een decretale basis moet worden gelegd zodat dat contactonderzoek vanaf volgende maandag op volle kracht mogelijk wordt gemaakt. Ik heb van de heer Sintobin, de voorzitter van de commissie Welzijn, ook begrepen dat minister Beke daar gisteren in de commissie al wat toelichting over gegeven geeft.
Toch heb ik een aantal vragen, omdat mij na de eerste lezing van dit voorstel van decreet enkele dingen nog niet geheel duidelijk zijn. Ik lees dat er een databank wordt voorzien voor de verwerking van de gegevens. Die wordt dan opgezet door Sciensano. Is dat dan de enige databank? Hoe zullen de verschillende actoren met Sciensano communiceren? Is dat via een databank die ze zelf opzetten van waaruit gegevens worden doorgestuurd? Hoe verloopt die uitwisseling van gegevens tussen de verschillende actoren en Sciensano?
In dit voorstel van decreet staat dat de Vlaamse Regering kan bepalen aan welke andere databanken de gegevens kunnen worden doorgegeven. Dan is mijn vraag aan welke databanken men dan denkt. Waarom moet de mogelijkheid gecreëerd worden om dit aan andere databanken door te geven?
Ik heb dus een aantal vragen over de privacy. Ik begrijp dat men geen tijd had om het advies aan de bevoegde toezichtcommissie te vragen. Het is daarom goed dat dit maar een decreet zal zijn met een tijdelijke uitwerking en dat men intussen advies aanvraagt. Ik huiver toch wel voor eventuele inbreuken op de privacy. Ik kijk dus wat dat betreft uit naar het advies van de toezichtcommissie en naar de aanpassing van dit decreet, die we als gevolg van dat advies eventueel zullen moeten doorvoeren.
De heer D’Haese heeft het woord.
Het spreekt voor zich dat onze fractie blij is dat er eindelijk een ambitieuze contacttracing op poten wordt gezet. Vanaf het begin van de uitbraak van het coronavirus hebben we hierop gehamerd, en het is heel goed dat er schot in de zaak komt. We zullen uiteraard voor dit voorstel van decreet stemmen, maar zo uiteraard is dat niet omdat we toch vragen hebben bij het akkoord dat werd gesloten en bij het voorstel van decreet dat daaruit is voortgevloeid.
Wij zijn van menig dat preventieve gezondheidszorg, net zoals elke andere vorm van gezondheidszorg, het best ver weg van commerciële spelers wordt gehouden. Telkens wanneer dat gebeurt, zien we dat de winst primeert op de zorg, en dat komt de kwaliteit of kostprijs niet ten goede. Dat zien we in het binnen- en buitenland. Heel concreet maken we ons zorgen over de samenwerking met commerciële callcenters. Als we de vacatures mogen geloven die vandaag online worden geplaatst, dan wordt er gesproken over een brutoloon van 11,33 euro. Dat is een verloning volgens het laagbetaalde barema van het paritair comité 200. Tegelijkertijd wordt er een heel hoge mate aan flexibiliteit gevraagd, met wisselende shifts tussen 8 uur ’s ochtends en 8 uur ’s avonds, van maandag tot zondag. Dat is evident, want je moet op alle momenten mensen kunnen bereiken. Daar staat echter geen verloning tegenover. Ik ben zeer benieuwd wie aan die voorwaarden een hele dag mensen wil opbellen.
Het had ook anders kunnen lopen. De Vlaamse overheid had al in maart de opdracht kunnen geven om een plan voor contacttracing uit te werken, zoals toen al werd gevraagd door de Wereldgezondheidsorganisatie. Ambtenaren van het agentschap Zorg en Gezondheid hebben keihard gewerkt – en ze werken vandaag ook keihard – en hebben met een kleine ploeg ineens enorm veel taken om rond te krijgen. Maar we kennen in ons land heel wat organisaties die hadden kunnen aangeschreven worden. Organisaties die vandaag al aan contactonderzoek doen, en die daar goed in zijn. Ik denk aan de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT) voor het contactonderzoek naar tuberculose, het Tropisch Instituut, Artsen Zonder Grenzen enzovoort. We kennen ook het lokaal gezondheidsoverleg (Logo), het centrum algemeen welzijnswerk (CAW) en de ziekenfondsen, die zeer sterk zijn in preventieve gezondheidszorg.
Dat we dat contactonderzoek vandaag niet georganiseerd krijgen binnen onze overheid wijst er bovendien op dat we in Vlaanderen met een veel te weinig uitgewerkte preventieve gezondheidszorg zitten. Dat wordt vandaag heel duidelijk blootgelegd. Een van de lessen na deze coronacrisis moet zijn dat we de preventieve gezondheidszorg beter moeten uitwerken.
Als de Federale en de Vlaamse Regering vroeger waren begonnen aan het uitwerken van dit contactonderzoek, waren er tal van mogelijke mensen en partners geweest om in te schakelen: de medische reservelijst, studenten, preventieve eerstelijnsorganisaties, lokale vrijwilligersorganisaties en ga zo maar door. Daarmee hadden meteen de bouwstenen gelegd kunnen worden voor een sterke preventieve gezondheidszorg.
In oktober 2019 hebben tientallen artsen, decanen en professoren, waaronder een aantal van de mensen die vandaag voorop lopen in de strijd tegen het coronavirus, in een open brief een oproep gedaan om flink meer te investeren in preventieve gezondheidszorg. Ik hoef u niet te vertellen dat die vraag op een koude steen is gevallen en dat er vandaag nog steeds minder dan 3 kleine procentjes van het totale budget van onze gezondheidszorg in ons land worden uitgegeven aan preventie.
Ik doe dus een warme oproep om hieruit te leren, om te leren uit de richtlijnen die worden gegeven vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie, maar vooral om hier uit te leren hoe we in de toekomst een sterke preventieve gezondheidszorg kunnen uitbouwen, zodat we geen beroep moeten doen op externe callcenters die mensen in niet al te beste arbeidsomstandigheden engageren.
Over het laatste hebben we al een discussie gehad in de commissie. Toen werd erop gewezen dat wie nu werd uitgekozen al ervaring heeft met noodnummers bij de overheden. Ik wens die discussie niet helemaal opnieuw te voeren.
De vraag over de databanken gaat hier in het bijzonder over de databank van Sciensano. In ieder geval gaat het over databanken die betrekking hebben op COVID-19.
Dan is er de vraag naar een advies van de Vlaamse Toezichtsommissie. Zoals ik heb uitgelegd, zullen we daar zo snel mogelijk werk van maken. Hopelijk, met een beetje bijval, kunnen we volgende woensdag dat advies en de reactie erop in een voorstel van decreet gieten.
Collega Rzoska, u vroeg naar de termijnen die werden bepaald door de Vlaamse Regering. Daar staat in het voorstel van decreet geen exacte termijn op. Die termijn hangt natuurlijk niet in het ijle. Daar is een heel Europees wetgevend kader rond, om ervoor te zorgen dat dat proportionele termijnen zullen zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 296/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 6.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het geheel van het voorstel van decreet houden.