Report plenary meeting
Report
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis.
Vraagt iemand het woord?
Ik zou de toelichting graag overlaten aan collega Daniëls.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, het gaat over maatregelen voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs. Naar aanleiding van de coronamaatregelen, genomen door de federale overheid, moeten er aanpassingen gebeuren aan diverse decreten om het verdere verloop van het schooljaar op een ordentelijke manier te kunnen regelen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Zoals ik eerder al zei, hebben wij dit voorstel van decreet pas heel laat ontvangen. Er staan heel veel zaken in. We kunnen dat op deze korte termijn niet grondig analyseren. We stemmen dus tegen het voorstel tot spoedbehandeling.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
U krijgt hiervoor zestig seconden de tijd.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Daniëls heeft het woord.
We wilden het ook wel overlaten aan onze fractievoorzitter, maar die heeft in dezen ‘gepreteacht’ in mijn richting.
Collega’s, dank voor de steun om dit voorstel van decreet hier vandaag met spoed te behandelen. Ik probeer er zo didactisch mogelijk door te lopen.
We hebben er daarnet met het bijzonder decreet al naar verwezen dat als gevolg van de coronamaatregelen fysieke lessen in de scholen zijn gestopt en dat het schooljaar een andere wending heeft gekregen, waardoor ook de evaluatie van de leerlingen een andere wending moet krijgen. In het schoolreglement staat duidelijk hoe de evaluatie van leerlingen gebeurt, maar ook hoe een aantal elementen in de evaluatie van een leerling worden gewogen. Het gaat dan bijvoorbeeld over het onderscheid tussen dagelijks werk en examens, maar ook over het aantal stageperiodes dat moet worden doorlopen, de vraag hoe een geïntegreerde proef wordt gewogen enzovoort.
Dat staat allemaal in het schoolreglement dat de ouders ondertekenen bij de aanvang van het schooljaar en dat eigenlijk niet kan worden gewijzigd, behalve wanneer het gaat over zaken die decretaal zijn geregeld. Dat is de het contract dat de ouders met de desbetreffende school sluiten.
In dat reglement staan zaken die betrekking hebben op de evaluatie, maar aangezien die niet kunnen doorgaan door de coronamaatregelen, moet de school de mogelijkheid krijgen om die aan te passen aan de realiteit. En dus voorzien we in dit voorstel van decreet en in het voorstel van bijzonder decreet dat daarnet al is behandeld, dat de school eenzijdig het schoolreglement kan wijzigen. Eenzijdig, met dien verstande dat we de weg langs de schoolraad die normaal gezien moet worden gevolgd met een verplicht overleg, niet kunnen volgen, om organisatorische redenen en in het kader van de timing.
Daarnaast is het ook zo dat die schoolraad in zijn huishoudelijk reglement niet in een elektronische procedure heeft voorzien.
We moeten dat schoolreglement kunnen aanpassen opdat er geen beroepsprocedures zouden worden opgestart naar aanleiding van de adviezen en attesten die scholen geven, opdat ouders niet massaal in beroep zouden gaan omdat de timing uit het schoolreglement niet is gevolgd. Om dat mogelijk te maken moet helaas – en ik zeg bewust helaas – niet de officiële weg langs de schoolraad, dus met overleg, worden gevolgd. We raden wel aan om in de mate van het mogelijk in dialoog te treden met de verschillende partners van de schoolraad.
Voor die aanpassing moet er wel overleg zijn met het personeel omdat het personeel natuurlijk een belangrijke rol speelt. Wanneer de examens niet mondeling kunnen doorgaan of wanneer voor een bepaald vak geen examen en voor een ander wel een examen wordt georganiseerd, dan is dat belangrijk voor het personeel.
Er moet een duidelijke en transparante communicatie zijn naar de ouders. Voor wie wil volgen: dat staat in de artikelen 4, 16 en 29 van het voorstel.
Een ander element betreft het verloop van het schooljaar. Koepels en scholen geven aan dat leerkrachten de tijd die nog rest, maximaal willen gebruiken om les te geven. Het schooljaar stopt eigenlijk op dinsdag 30 juni. Dan stopt ook de periode waarin les kan worden gegeven of evaluaties kunnen gebeuren. Om de scholen de kans te geven om effectief tot die laatste dag aan de slag te blijven met leerlingen, is er natuurlijk ook tijd nodig om te kunnen delibereren en proclameren. Met de artikelen 5 en 12 maken we het mogelijk dat de deliberatie een week wordt uitgesteld tot en met dinsdag 7 juli. Wanneer een school dat wil doen – het is geen verplichting, het is een mogelijkheid die we bieden – dan moet overlegd worden met de lokale personeelsvertegenwoordiging. Wanneer een school later delibereert en dus later proclameert – dat betekent dus dat de ouders de beslissing later krijgen –, dan wordt de termijn waarbinnen ouders een beroep kunnen indienen, met evenveel dagen verschoven.
Een volgend punt dat u zult terugvinden in het voorstel van decreet, in de artikelen 2 en 33, betreft de toegang tot het buitengewoon onderwijs en het individueel aangepast curriculum. Normaal gezien mag je maar naar het buitengewoon onderwijs gaan of een individueel aangepast curriculum krijgen als je daarvoor een definitief verslag hebt gekregen. Heel veel van die verslagen zijn op dit moment niet afgewerkt omdat het multidisciplinair overleg (MDO) niet kan samenkomen. Er kan ook niet worden vergaderd. Er kunnen geen observaties van de kinderen meer gebeuren. Er kunnen ook geen verdere diagnostische onderzoeken gebeuren. Dat ligt dus stil.
Dat maakt dat sommige leerlingen waarvan men aangeeft dat ze eigenlijk het best een individueel aangepast curriculum zouden krijgen, en dus extra ondersteuning, of toegang tot het buitengewoon onderwijs, die ondersteuning niet krijgen als we niet ingrijpen. Dit voorstel van decreet maakt het daarom mogelijk dat leerlingen volgend jaar met een tijdelijk verslag in het buitengewoon onderwijs of met een individueel aangepast curriculum kunnen starten.
In de artikelen 7 en 24 is er ook nog een verwijzing naar het disproportioneel zijn van maatregelen. Stel dat een school na 1 februari 2020 heeft aangegeven dat een aantal aanpassingen voor kinderen met bijzondere noden disproportioneel zijn, dat die eigenlijk niet uitvoerbaar zijn, dan kan die leerling wel nog altijd les blijven volgen in die school, op een aangepaste manier. Het is niet zo dat het dan stopt.
Een ander punt betreft de inschrijvingen. Ik verwijs naar de artikelen 6, 8, 23 en 25. Op dit moment kunnen inschrijvingen niet fysiek plaatsvinden. Ik kan niet naar een school gaan om daar de inschrijving te finaliseren. Om het mogelijk te maken dat inschrijvingen toch kunnen gebeuren, en dat handtekeningen en dergelijke procedures kunnen, geven we de mogelijkheid dat scholen digitaal inschrijven, hetzij via mail, hetzij via een foto van de handtekeningen en dergelijke meer. Ook wordt de rangschikking van de leerlingen die uit een aanmeldingsprocedure komen, zeven dagen langer vastgehouden. Waarom? Er zijn misschien een aantal ouders die minder vlot toegang hebben tot een aantal digitale middelen. Op die manier is er toch voldoende tijd om de nodige stappen te kunnen zetten opdat die inschrijving zou kunnen worden gerealiseerd.
Een volgend punt betreft heel wat artikelen, namelijk de artikelen 22, 27, 38 tot en met 42. Dat betreft het uitstel van het ‘nieuwe’ Inschrijvingsdecreet. Collega’s, zoals u weet, hebben we op 22 november 2019 in dit parlement beslist om de nieuwe inschrijvingsprocedures met een schooljaar uit te stellen, omdat een aantal procedures nog niet rond waren en om scholen, scholengroepen en onderwijsregio’s ook de kans te geven om zich goed te informeren en met elkaar af te stemmen. Dat proces valt nu volledig stil.
Scholen hebben, denk ik, andere noden aan hun hoofd dan binnen de scholengemeenschap, binnen de onderwijsregio met het lokaal overlegplatform (LOP) vergaderen, en het is niet evident om inschrijvingsregels allemaal online te bespreken. Daarom stellen we voor om het Inschrijvingsdecreet met nog een jaar uit te stellen. Waarom? Je moet al in het begin van het schooljaar weten hoe het in je schoolreglement moet staan voor de inschrijving van het jaar erop. Dat wil dus eigenlijk zeggen dat we dit uitstellen naar de inschrijvingen voor het schooljaar 2022-2023. Daarbij aansluitend, als scholen nu toch nog willen instappen in een aanmeldprocedure die al ergens bestaat of er toch nog een willen opzetten, dan maken we dat nog mogelijk, door die administratieve termijnen aan te passen. Dat doen we in de artikelen 19 en 26.
Een volgend punt betreft de uitgesloten leerlingen. Stel dat een school leerlingen heeft uitgesloten van deelname aan de lessen, en die leerjaren starten nu op. Die uitgesloten leerlingen zijn niet op zoek kunnen gaan naar een andere school, want de scholen zijn dicht, en ze kunnen zich ook niet inschrijven. We garanderen hiermee dat die leerlingen nog altijd onderwijs kunnen krijgen, maar dat de klassenraad wel kan bepalen hoe ze die lessen kunnen volgen. De uitsluiting gaat dus de facto in op 31 augustus. Voor de duidelijkheid, dat wil dus niet zeggen dat die leerling nu in de klas móet zitten, want we weten niet over welke leerling het gaat, laat staan welke feiten hieraan ten grondslag liggen, maar wel dat de klassenraad moet bekijken hoe ervoor zal worden gezorgd dat die leerling toch nog op een of andere manier les kan krijgen. Dat gaat over de artikelen 3 en 30.
Het volgende punt zijn de gevalideerde proeven in het basisonderwijs. U weet dat we besloten hebben om op het einde van het basisonderwijs gevalideerde proeven van alle leerlingen te laten afnemen. De eerste keer dat we dit zouden doen, is nu, dit schooljaar. Dat maakt dat scholen daar meer tijd voor moeten voorzien en we willen eigenlijk de scholen de kans geven om zelf te beslissen of ze al dan niet nog deelnemen aan die gevalideerde proeven. Dat zijn, voor alle duidelijkheid, die interdiocesane proeven en die OVSG-toetsen (Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten). Scholen kunnen daar dus zelf kiezen in het basisonderwijs.
Algemeen over basis- en secundair onderwijs zijn er een aantal termijnen die verlengd worden. Dat gaat dan vooral over erkenningen, tijdelijke erkenningen en financieringen van nieuw opgerichte scholen zodat daar geen problemen ontstaan. Dat betreft artikel 13, 14, 20 en 21.
De volgende zaak die we regelen zijn de zogenaamde type 5-scholen en de ziekenhuisscholen. De ziekenhuisscholen hebben op dit moment heel weinig leerlingen. De ziekenhuizen hebben zichzelf eigenlijk ‘leeggemaakt’ en enkel heel dringende zaken worden nog opgenomen in corona. Maar de ziekenhuisscholen en type 5-scholen worden gefinancierd op basis van het aantal leerlingen dat over een heel schooljaar aanwezig is. Dat maakt eigenlijk dat die in de maanden maart, april, mei en juni allicht heel weinig leerlingen zouden hebben en daar bijgevolg heel weinig financiering aan zouden overhouden voor volgend jaar. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Wij gaan ze dus eigenlijk subsidiëren – dat is althans het voorstel dat voorligt – om de maanden september, oktober, november, december en januari mee te tellen voor de leerlingen over een heel jaar.
Het volgende punt betreft de studiefinanciering, de zogenaamde studiebeurzen, in het hoger onderwijs. Er is een verschil tussen studenten die op kot zijn en studenten die niet op kot zijn voor het bedrag dat ze krijgen. Studenten die op kot zijn krijgen een merkelijk hoger bedrag, het maximale bedrag dat zij kunnen krijgen is 4201,42 euro. Maar daar hangt de verplichting aan dat je een huurovereenkomst moet hebben van minimaal acht maanden. Er zijn heel wat studenten die in maart of april hun huurovereenkomst hebben opgezegd omdat ze dachten dat ze toch niet meer op kot gingen zijn. Dat zou dan willen zeggen dat zij eigenlijk de studiefinanciering gaan verliezen omdat ze niet aan die acht maanden komen. Vandaar dat we maart, april, mei en juni de facto ook erkennen als behorende tot die huurovereenkomst. Dit punt is artikel 17.
Het volgende punt betreft volwassenenonderwijs, artikel 18. In het volwassenenonderwijs is het vandaag mogelijk dat er contactonderwijs is, dat wil zeggen gewoon les in de klas, of contactonderwijs aangevuld met afstandsonderwijs. Maar decretaal is het vandaag niet mogelijk dat er 100 procent afstandsonderwijs is in het volwassenenonderwijs. Dat maken we dus mogelijk met artikel 18 en een definitie van hoe dat afstandsonderwijs er uitziet.
In artikel 19 heeft het voorstel van decreet het over kwaliteit. Voor een school of een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) die een inspectie gehad hebben, een doorlichting, en een termijn voor een verbeterplan gekregen hebben, lijkt het ons nu niet het moment om in scholen langs te gaan en te kijken hoe het staat met hun verbeterplan. Dat schuiven we op tot het einde van het jaar en er wordt verder een moment afgesproken met die scholen wanneer die doorlichting doorgaat. Dat lijkt me maar logisch, temeer ook omdat we de onderwijsinspecteurs inzetten als tussenpersoon om die scholen verder te begeleiden.
Artikel 28 en 31 gaan over de Examencommissie. U weet dat er een aantal leerlingen zijn die verplicht naar de Examencommissie moeten gaan en dat daar termijnen op staan. De Centrale Examencommissie werkt op dit moment niet, die is gesloten. Die leerlingen kunnen daar dus niet naartoe. We verlengen ook die termijnen tot 1 maart 2021 opdat die leerlingen aan die verplichting zouden voldoen.
Artikel 35 gaat over duaal leren. Duaal leren stelt eigenlijk voorop dat een leerling slechts een beperkt aantal dagen op een heel schooljaar zonder werkplek mag zitten. Als die minder dan twintig dagen op een werkplek zit, komt die in de problemen om nog verder onder duaal leren te vallen. Daar stellen we nu dat, zelfs als hij daar onder zakt, hij nog altijd duaal leren kan blijven doen en dat hij natuurlijk ook naar school kan gaan om die lessen te volgen.
In het volgende artikel verwijst collega Vandaele naar het toelatingsexamen arts en tandarts. Dat examen is verzet van 7 en 8 juli naar 25 en 26 augustus. Maar dat wil zeggen dat de universiteiten – dat is artikel 36 – de lijst gunstig gerangschikte studenten later gaan krijgen. We schuiven dat op naar uiterlijk 15 september, maar eigenlijk proberen we die lijst wel al op 4 september ter beschikking te stellen.
In artikel 37 doen we ook nog een aanpassing naar aanleiding van de raad voor studievoortgangsbetwistingen. We denken dat we die raad, hoewel we proberen om het maximaal te beperken, toch in volle sterkte moeten opstellen. Op dit moment is er een zetelend lid dat niet langer kan zetelen vanwege een onverenigbaarheid, omdat zij regeringscommissaris is geworden. Dit, gecombineerd met het feit dat het in de toekomst de bedoeling is om de raad voor studievoortgangsbetwistingen in één Vlaams rechtscollege onder te brengen, leidt ertoe dat die aanstelling wordt beperkt tot twee jaar in plaats van drie jaar. Collega’s, dat zijn de voornaamste bepalingen.
Het laatste stuk, artikel 43, is de inwerkingtreding. U zult daar zien dat er allerlei verschillende inwerkingtredingen zijn, inclusief een aantal met terugwerkende kracht. Die zijn allemaal nodig om het zo rechtsgeldig mogelijk te laten verlopen.
Ik sluit af door alvast de collega’s Vandromme en De Gucht te bedanken voor hun medewerking aan dit dossier, alsook de mensen in het departement en het kabinet, en niet te vergeten de mensen van legistiek en taaladvies van dit parlement, want zij hebben ondergetekenden de laatste dagen veel werk gegeven om voor u een degelijk werkstuk te kunnen voorleggen. Ik wil mij namens de indieners ook verontschuldigen voor de laattijdigheid. Maar wij hopen in elk geval op jullie instemming, of we hopen toch nog te kunnen antwoorden op jullie verduidelijkende vragen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Herhaling is een mooi pedagogisch principe, maar ik zal dat achterwege laten.
Collega’s, het zijn uitzonderlijke omstandigheden in deze coronacrisis. Ik denk dat we hier een nooddecreet voor ons hebben waarin we afwegingen hebben gemaakt. En volgens onze fractie hebben we ook de juiste keuzes gemaakt en de juiste accenten gelegd. Ik hoop dat we ook ruime steun kunnen krijgen voor dit nooddecreet in het parlement. De toelichting is er ondertussen in elk geval al geweest.
De decreten zullen ervoor zorgen dat het onderwijs op de best mogelijke manier vorm kan krijgen. Er is misschien nog iets dat ik er wil uithalen, heel specifiek voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften: ik vind het belangrijk dat die toch dat tijdelijk verslag kunnen krijgen in afwachting van het afronden van de formele diagnostiek.
Ik wil namens mijn fractie nog even onderstrepen dat we, hoewel we met een nooddecreet werken, niet afwijken van de uitgangspunten die we in niet-coronatijden vanzelfsprekend vinden.
En dan wil ik ook nog even duiden op het luik participatie. In de toelichting staat heel duidelijk vermeld dat we ervan uitgaan dat scholen de autonomie krijgen om de bestaande procedures aan te passen, maar dat dit niet betekent dat we hen niet motiveren en stimuleren om ouders en leerlingen te betrekken, en hen in te lichten over wat er voor hen ligt.
Collega’s, ik denk dat dit een goed nooddecreet is. Ik hoop dat ik op jullie stem kan rekenen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Wij gaan dit voorstel van decreet steunen. Ik denk dat het onderwijs er inderdaad op zit te wachten, om duidelijkheid te krijgen voor de scholen. Zo weten ze waar ze aan toe zijn. Ik vind het natuurlijk ook wat jammer dat we het pas zo laat hebben gekregen. Het is een lijvig document en dat maakt dat ik ook nog een aantal vragen en bemerkingen heb.
Een eerste vraag gaat over de inschrijvingen. Het is natuurlijk logisch dat fysieke inschrijvingen niet meer mogelijk zijn. Het lijkt mij een goed idee om elke vorm van fysiek contact te vermijden; schoolkamperen zou helemaal te gek zijn voor woorden.
Maar als ik het goed begrepen heb, kan de inschrijving nu gebeuren per post of digitaal. Is dat dan een keuze die de scholen zelf moeten maken, en hebben jullie daarbij rekening gehouden met het feit dat sommige ouders natuurlijk geen computer hebben? En vooral: wat gebeurt er op een moment dat er meer brieven, mails of digitale aanmeldingen zijn dan plaatsen? Welke voorrangsregels gelden er dan voor inschrijving? Zijn dat dezelfde criteria zoals die in het voorstel van decreet zijn gestipuleerd?
Ik begrijp dat onder de gegeven omstandigheden het Inschrijvingsdecreet opnieuw wordt uitgesteld. Ik denk inderdaad dat leerkrachten en directies op dit moment met andere dingen bezig zijn dan het voorbereiden en organiseren van de inschrijvingsprocedure voor volgend jaar, maar het is natuurlijk wel weer een nieuwe episode in de processie van Echternach die het decreet er intussen heeft opzitten.
Ik heb nog een vraag over het volwassenenonderwijs. We hebben begrip voor het feit dat het mogelijk wordt gemaakt om dat voor 100 procent op afstand te organiseren en dat dat decretaal wordt verankerd, maar ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om een duidelijke oproep te lanceren om een oplossing uit te werken voor cursisten die hun modules al twee keer hebben afgelegd en dus nu opnieuw inschrijvingsgeld zouden moeten betalen, terwijl ze compleet niet onder normale omstandigheden hebben kunnen leren.
Tot slot zijn ook wij blij dat er een concrete oplossing komt voor ouders met kinderen met speciale noden. We begrijpen dat de piste om met een tijdelijk verslag te werken als basis voor een beslissing, op dit moment de juiste aanpak is, maar we hopen dat daar in de loop van volgend schooljaar zo snel mogelijk duidelijkheid over komt voor die ouders en kinderen. Het is immers niet leuk om met de onzekerheid te moeten leven dat er eventueel op die beslissing kan worden teruggekomen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Op de werkwijze is al ingegaan, maar ik wil toch ook het volgende zeggen. Jullie rekenen op onze steun en we gaan onze verantwoordelijkheid opnemen maar het zou mooi zijn als we dan ook dat vertrouwen krijgen om in een vroeger stadium betrokken te worden bij een dergelijk voorstel van decreet, dat ons ook enorm aanbelangt. Het is een beetje spijtig van die werkwijze en van het feit dat er automatisch van wordt uitgegaan dat we het wel zullen steunen, maar dat we dan op het allerlaatste moment een voorstel van decreet van 32 pagina's in de bus krijgen. Ik vind dat niet zo’n fijne manier om met collega's van de oppositie om te gaan, die je op dit moment nodig hebt en waarbij we afgesproken hebben om allemaal samen deze moeilijke coronatijd door te komen. Ik zou vragen om wanneer dat nog eens voorkomt, ons toch iets vroeger in het proces te betrekken, dan zullen wij meer geneigd zijn om die steun op deze manier uit te spreken.
De bezorgdheid rond participatie van ouders en leerlingen heb ik meegegeven. Dat is ondervangen. We hebben dat hier al duidelijk gesteld. Dat is heel belangrijk voor ons. Het is goed dat dat in de toelichting zo expliciet wordt meegenomen.
Ik heb nog een bedenking bij de gevalideerde proeven. Scholen krijgen nu de vrijheid om die alsnog af te nemen, ze moeten dat niet doen, ze kunnen er zelf over beslissen na overleg met het personeel. Het gaat hier over gestandaardiseerde examens in het basisonderwijs die zouden worden ingevoerd. Ik had toch liever gezien dat in het voorstel van decreet stond dat we dat echt niet verwachten. Ik hoop dat door het feit dat de vrijheid wordt gegeven aan de scholen, ze het niet zullen aanvoelen alsof ze dat toch best wel zouden doen en dat van hen wordt verwacht. Ik hoop niet dat ze zich in allerlei bochten gaan wringen om die toetsen toch nog af te nemen. Ik wil duidelijk stellen in deze plenaire vergadering dat dit niet de prioriteit van het onderwijs kan zijn in wat er nu nog moet gebeuren in onze scholen om kinderen mee te krijgen. Die gestandaardiseerde test is echt een bezorgdheid voor volgend schooljaar. Dat zou ik expliciet willen meegeven aan de scholen. Ik zou zeggen: maak u daar nu geen zorgen over. Ik hoop dan ook dat alle scholen zullen zeggen dat ze het niet meer zullen doen want ze hebben al genoeg op hun bord met alles wat er nu komt bij kijken. Dat is nog een verduidelijking van het standpunt van onze fractie.
De heer Laeremans heeft het woord.
Voorzitter, bedankt aan de collega's die dit hebben opgesteld. Ik denk dat daar veel tijd in gekropen is. Dank aan collega Daniëls voor de heldere uiteenzetting en samenvatting. Die zou er eigenlijk moeten bijzitten. Dan zou iedereen die zoiets laattijdig in de bus krijgt, dat toch nog kunnen doornemen. Maar goed, u hebt dat hier goedgemaakt.
Het nadeel van dit zo laat te bezorgen, is dat wij dat niet meer kunnen aftoetsen met het werkveld. Dan krijg je nog in allerlaatste instantie een paar mailtjes en zo, maar dat is te laat om nog grondig door te nemen en om daarover van gedachten te wisselen. Ik zou er toch voor pleiten als er nog zulke dingen op komst zijn de volgende weken, om het iets sneller te bezorgen.
We begrijpen dat de toetsen in het laatste studiejaar niet overal kunnen doorgaan en dat men de maximale lestijd wil gebruiken, maar we hopen toch dat er nog een zekere vorm van eindtoetsen behouden kan blijven omdat dit een belangrijk jaar is. Bij twijfelgevallen kan een deliberatie toch helpen.
Het volwassenenonderwijs is een beetje stiefmoederlijk behandeld. Alles wordt over eenzelfde kam geschoren, ondanks de enorme verschillen die er zijn. Ik heb het daarnet al aangegeven bij de actuele vragen, maar de minister is er helaas niet verder op ingegaan. We hebben een beetje moeilijkheden met artikel 18. Er zit een verschil in de toelichting en het artikel zelf. In het artikel staat dat het volwassenenonderwijs volledig als afstandsonderwijs georganiseerd kan worden, maar in de toelichting beperkt men dat voor een stuk. Daarin staat: “Tijdens de opgelegde schorsing van de lessen is contactonderwijs niet mogelijk en ook meteen na de afloop van de acute coronacrisis is dat niet wenselijk.”
Ik heb al van mensen in het afstandsonderwijs gehoord dat het GO! en het katholiek onderwijs al aangeven dat er geen stages en geen stagebegeleiding mogen zijn. Voor mensen die in het tweedekansonderwijs zitten en studeren voor knelpuntberoepen zal dit als gevolg hebben dat zij pas zullen afstuderen in oktober, waardoor het federale niveau nog extra zal moeten uitkeren. Ik vind het een beetje jammer dat zij de kansen niet krijgen die men in het zesde en zevende jaar van het beroepssecundair onderwijs terecht wel geeft.
Ik heb geen tijd gehad om alles te lezen, maar ik heb vandaag vier bladzijden mail gekregen van het volwassenenonderwijs waarin een hele hoop verzuchtingen meegegeven worden. Ik hoop dat daar nog rekening mee gehouden kan worden.
Ik heb aandachtig naar de uitgebreide toelichting van de heer Daniëls geluisterd, misschien als enige, maar ik kan mij vergissen. Waarschijnlijk had al de rest de tekst al op voorhand gelezen. Uit zijn toelichting blijkt en uit de reacties van de andere leden van de oppositie die de tekst iets vroeger hadden, dat het om een heel uitvoerig document gaat met veel technische punten. We zijn niet in staat om dit op zo'n korte termijn helemaal uit te benen. Ik twijfel niet aan de goede intenties, maar we zullen ons onthouden bij de stemming.
Ik wil nog kort ingaan op een aantal zaken die zijn aangegeven.
Wat betreft de vraag omtrent digitale inschrijvingen, kan ik zeggen dat de scholen zelf duidelijk zullen maken op welke manier ze dat zullen doen. Het gaat om de inschrijvingen en niet om de aanmeldingen. Daar zit wel een groot verschil in. Scholen met capaciteitsproblemen hebben veelal een aanmeldprocedure. Het gaat eigenlijk over die aanmelding die dan nog altijd op een fysieke plaats, op de school, omgezet moet worden, waar men moet komen tekenen. Als er bepaalde criteria zijn, dan blijven die uiteraard gelden. Daar veranderen we hier niets aan.
Wat betreft het volwassenenonderwijs, de module en de inschrijvingsgelden: dat is een budgettair gegeven. In dit voorstel van decreet zitten geen budgettaire issues vervat. Dat zal inderdaad verder bekeken moeten worden.
Zowel Groen als Vlaams Belang wezen op de gevalideerde proeven. Het is duidelijk dat de school de autonomie krijgt om te beslissen wat ze daarmee doet. Ik wil wel nog even terugkijken op wat gevalideerde proeven zijn. Die gaan over het volledige basisonderwijs en niet alleen over het zesde leerjaar. Ondertussen heeft het katholiek onderwijs aan de scholen gevraagd dat als het kan, ze toch nog te doen of toch een deel ervan, al was het maar om een stuk van de leerwinst te kunnen objectiveren en te meten. Het is niet zomaar een examen. Het decreet zegt heel duidelijk dat het voordien verplicht was dat elke school het deed. Nu zeggen we dat elke school zelf kan beslissen of ze de gevalideerde proeven dit jaar al dan niet afnemen.
Collega's, ik moet er nog bij zeggen dat dit voorstel van decreet volledig is geschreven als een afwijking. Dat wil dus zeggen dat alle bepalingen automatisch ophouden te bestaan op het moment dat de coronamaatregelen stoppen. Ik vind dat toch niet onbelangrijk om mee te geven.
Wat de aftoetsing met het werkveld betreft, kan ik u meegeven dat dit op sectorniveau – zij het informeel – met vakbonden, onderwijsverstrekkers is afgetoetst.
Wat het volwassenenonderwijs betreft, is de mogelijkheid nu gegeven. Het staat er ook zo in, als u verder leest in de memorie. Er is net gezegd om te proberen in het volwassenenonderwijs maximaal de evaluatie te doen, en dus niet in te zetten op lessen, maar wel op de evaluatie. Op die manier kunnen we meer cursisten een certificaat geven waar ze op de arbeidsmarkt mee aan de slag kunnen. Stel dat we de tijd effectief zouden steken in lesgeven en niet in de certificaten, dan rijden we zeker vast. We kunnen de tijd, ook in het volwassenenonderwijs, maar één keer inzetten. Zoals de minister net heeft gezegd, zouden we in het volwassenenonderwijsnet mensen uit verschillende bubbels samenbrengen. Het is het virus dat daar het tempo bepaalt en wat we al of niet organiseren.
Collega's, ik wil kort nog even op een aantal punten ingaan.
Mevrouw Goeman, over het Inschrijvingsdecreet, alle begrip, maar nood breekt wet. Ik denk dat we de tijd moeten nemen om grondig werk te maken van dit voorstel van decreet.
Ik wil nog iets aanvullend zeggen over de gestandaardiseerde testen. Binnen OVSG heeft men dezelfde redenering gemaakt als binnen het katholiek onderwijs. Men geeft de scholen de autonomie om testen af te nemen. Daar wordt toch wel op ingegaan, niet voor alle mogelijke testen, maar men merkt toch wel dat de scholen vragende partij zijn.
De vragen over het volwassenenonderwijs zijn ons inderdaad ook bekend. Het is belangrijk dat we hier ook autonomie aan de scholen hebben gegeven om een evaluatie te organiseren, zoals ze zelf willen, en het onderwijs te organiseren, zoals ze zelf mogelijk zien. Ik denk dat we voor het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs uitkijken naar wat de experten ons als perspectief kunnen geven.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 284/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 43.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het geheel van het voorstel van decreet houden.