Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Karin Brouwers, Marius Meremans, Stephanie D'Hose, Wilfried Vandaele, Orry Van de Wauwer en Manuela Van Werde tot wijziging van artikel 81 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, wat het aandeel televisiereclame- en telewinkelspots betreft.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, ik zal dit voorstel van decreet even toelichten. Het wijzigt artikel 81 van het Mediadecreet, dat zelf een omzetting is van artikel 23 van een Europese richtlijn van 2010. Ondertussen is er een nieuwe richtlijn audiovisuele mediadiensten die we zullen moeten omzetten. Dit ene artikeltje gaan we nu al omzetten om allerlei redenen waarop ik straks dieper inga.
In dit artikel worden de kwantitatieve reclameregels flexibeler. Momenteel mag er per uur twaalf minuten reclame zijn, maar met deze aanpassing zal de 20 procent verdeeld worden over bepaalde uurblokken. Dat maakt het iets flexibeler, want de markt voor televisie-omroepdiensten heeft een ontwikkeling doorgemaakt. Er is veel meer behoefte aan flexibiliteit met betrekking tot audiovisuele commerciële communicatie. Dat heeft ook te maken met de opkomst van allerlei nieuwe diensten: diensten zonder reclame, maar ook diensten zoals YouTube, Facebook, Google en Netflix die hun inkomsten afleiden naar het buitenland en waar wij weinig van overhouden. De druk op de reclame-inkomsten van lineaire televisiediensten is bijzonder hoog.
Het is zeker niet de bedoeling dat de flexibilisering die ook een liberalisering is, zou leiden tot schermvervuiling, zoals in de Verenigde Staten. Het is wel absoluut noodzakelijk dat de betrokken spelers de mogelijkheid krijgen om de flexibiliteit die gecreëerd wordt via de richtlijn te benutten, zodat adverteerders geïnteresseerd zijn om te blijven adverteren. We zitten momenteel met de coronacrisis waar de mediabedrijven ook gevolgen van ondergaan. In tijden waarin de mediabedrijven meer dan ooit een verbindende en maatschappelijke rol hebben om iedereen goed te informeren en te entertainen, worden ze geconfronteerd met sterk oplopende productiekosten en worden hun advertentie-inkomsten zwaar geïmpacteerd door uitgestelde en geannuleerde reclamecampagnes. Om toch even een cijfer te noemen. In de sector circuleren ondertussen cijfers van minderinkomsten tussen 50 en 80 procent. Die zijn niet geverifieerd, maar dat is wat we horen.
Minister Dalle heeft met de sector een gesprek gehad en de vraag kwam ook uitdrukkelijk van hen om dat ene artikel uit de richtlijn, dat we sowieso toch moeten omzetten binnen enkele maanden, nu al naar voren te halen.
Ik wil nog even iets zeggen over het belang dat de televisieomroeporganisaties zelf hebben om daar omzichtig mee om te springen om de kijkervaring op een goed niveau te houden. Het is uiteraard ook zo dat de Vlaamse Regulator voor de Media zal toezien op de correcte naleving. In de toelichting hebben we ook nog vermeld dat we op geen enkele manier afbreuk willen doen aan het verbod om kinderprogramma's door reclame en telewinkelen te onderbreken.
Ik citeer het artikel dat wordt gewijzigd: “Het aandeel televisiereclame- en telewinkelspots bedraagt tussen 6 uur ’s ochtends en 18 uur ’s avonds niet meer dan 20 percent van dat tijdvak. Het aandeel televisiereclame- en telewinkelspots bedraagt tussen 18 uur ’s avonds en middernacht niet meer dan 20 percent van dat tijdvak.” Het is dus niet meer per uur maar per 12 of per 6 uur.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, net zoals collega Brouwers al zei, zetten we nu al een stuk van de Europese richtlijn om, wat we hoe dan ook moeten doen. We denken dat dit de mediasector kan helpen omdat mede door corona, de reclame-inkomsten terugvallen. Meer reclame wordt dus mogelijk in primetime. Ik denk dat niemand van ons Amerikaanse toestanden wil, maar we gaan er met z'n allen van uit dat de omroepen hier toch aan enige zelfregulering zullen doen en er zelf op zullen toezien dat er geen overdaad komt. Kijkers kunnen natuurlijk ook ontsnappen als ze dat willen. Ze kunnen kiezen voor opnames en doorspoelen naar reclame; ze kunnen kiezen voor reclamevrije platformen zoals Netflix. We hopen dus dat onze aanbieders en omroepen daar niet in zullen overdrijven.
Wat collega Brouwers op het einde zei, is voor ons ook belangrijk – het is ook op onze vraag toegevoegd aan de memorie van toelichting –: de bescherming en de beperkingen die bestaan rond kinderprogramma's, blijven behouden.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Het is inderdaad een omzetting die normaal gezien in een pakket van maatregelen in het najaar zou worden gerealiseerd. In de commissie Media worden er hierover hoorzittingen georganiseerd. Het vraagt nog een grondige discussie, die ook gepland was.
Er wordt nu één regel uit gehaald met de argumentatie dat er een noodzaak is om wat meer flexibiliteit te geven op het vlak van reclame omdat omroepen hun reclame-inkomsten hebben zien dalen door de coronacrisis. We kunnen dat voor een stuk volgen, maar wij begrijpen niet dat er geen tijdelijkheid is ingebouwd. In de meeste nooddecreten die we hier hebben goedgekeurd, zijn we het ermee eens dat er door de coronacrisis een inspanning moet worden gedaan, maar we zorgen er toch ook voor dat er een stuk tijdelijkheid wordt ingebouwd. Op het moment van de definitieve omzetting zou dit eventueel kunnen worden verlengd.
Het is dus een gemiste kans. De sp.a-fractie en de Groenfractie hebben samen een amendement ingediend dat de evaluatie garandeert en de tijdelijkheid verankert in dit voorstel van decreet. Het is goed om te vertrouwen op zelfregulering, maar wij denken dat het misschien toch beter is om enige garanties en hefbomen in te voeren. Kijkers willen in primetime toch niet al te veel reclame. Ik denk dat we dat ook moeten meenemen, en vandaar het amendement bij dit voorstel van decreet.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Het zijn inderdaad harde tijden voor televisie- en radiozenders, zeker ook voor regionale zenders, omdat ze hun inkomsten uit reclame serieus zien dalen en adverteerders zien afhaken. Ze geraken in financiële problemen.
Wij begrijpen dat dit voorstel van decreet aan die concrete nood tegemoet wil komen, maar wij maken ons inderdaad wel wat zorgen over het feit dat de aanpassing die voorligt, de mogelijkheid creëert om alle toegestane advertentietijd in primetime te concentreren. Wij denken dat dat geen goede zaak is voor kijkers en luisteraars, omdat het nogal overweldigend kan zijn. We zien ook dat adverteerders zelf vrezen dat het gaat leiden tot ‘ad skipping’.
Vandaar dat wij graag een zicht zou krijgen op de concrete impact van die beslissing. Daarom dienen wij een amendement in – mevrouw Meuleman heeft het al gezegd – waarin wij vragen dat deze maatregel wordt geëvalueerd en bij negatieve effecten ook herbekeken.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik begrijp dat de advertentie- en reclamesector het vandaag bijzonder moeilijk heeft. Net zoals in tal van andere sectoren laat de coronacrisis zich daar ook bijzonder hard voelen.
Wat hier vandaag voorligt, zou, indien het tijdelijk zou zijn, een te overwegen piste zijn om de sector, minstens tijdens de duur van de coronacrisis, uit de nood te helpen. Maar van enige tijdelijkheid is in het voorstel van decreet geen sprake. De vrees is dan ook dat, wanneer de coronacrisis voorbij zal zijn, deze verregaande flexibilisering nog altijd zal gelden.
En het voorbeeld is al gegeven en ook door de indieners aangehaald, dat is net wat men niet nastreeft, met name die Amerikaanse toestanden, met in primetime een diarree van reclame die dan voor- en nadien zal dalen om het quorum niet te overstijgen. Ik denk dat dit zal leiden tot die zogenaamde schermvervuiling.
En men probeert dit nu begrijpelijkerwijs te verkopen als steun aan de mediabedrijven. Maar er zit volgens mij mogelijk wel een contraproductief effect in op middellange termijn, namelijk dat er door een verdere daling van het lineair televisiekijken minder reclame-inkomsten zullen zijn en dus ook minder budget voor de eigen content. En dat lijkt me toch niet de bedoeling te zijn.
Het amendement van de collega's van sp.a en Groen gaat een stukje in de goede richting, maar toch ook weer niet helemaal. Want op dit moment mag er maximum 12 minuten per uur aan reclamecontent zijn. Wel, ook wanneer dit amendement zou worden goedgekeurd, en je blijft net onder die 30 procent, bijvoorbeeld 29,99 procent, dan zit je nog altijd aan 18 minuten reclame op een uur. Ik vind dat nog altijd veel te veel. Ook dat amendement kunnen wij dus niet volledig steunen, hoewel het een stap in de goede richting zou zijn geweest, indien het zou worden aanvaard.
Voorzitter, ik wil, vanwege de indieners, een paar antwoorden geven. Gelukkig is ook de heer Vandaele hier, hij kan mij zeker bijspringen.
Collega's, het is zo dat we versnellen door de coronacrisis, maar niet dat we versoepelen door de coronacrisis. Die versoepeling staat in de richtlijn en wij zetten die gewoon nagenoeg letterlijk om. Dat is wat we doen. En we kúnnen dat niet tijdelijk doen. Je kunt een richtlijn niet tijdelijk omzetten. Wat we wél kunnen doen – en daarin begrijp ik voor een stuk de oppositie en het amendement – is, bij de grote omzetting van heel de richtlijn in het najaar – tegen dan zijn we zoveel maanden verder, heeft het nieuwe systeem kunnen draaien – eens kijken naar het effect. En daarvoor rekenen we op de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM), om de naleving te controleren en de spreiding binnen die blokken van enkele uren, te monitoren.
En als er dan toch problemen rijzen, kunnen we nog altijd bekijken of een aanpassing eventueel nodig is. Maar we verwachten dat niet. We hebben vertrouwen in de sector. Wij willen ten minste vertrouwen geven aan de zenders dat zij daar correct mee zullen omgaan. Want anders jagen zij hun eigen kijkers weg. Maar op dit moment is het interessant om de omzetting, die toch moet gebeuren, even vooraf te nemen. Volgende week gaan de winkels open. Wel, ik denk dat het vandaag dan zelfs een heel goed moment is om dit goed te keuren.
Ik heb uit de tussenkomst van mevrouw Brouwers niet helemaal begrepen of ze ons amendement nu zullen steunen of niet.
Dat zal straks blijken.
Want natuurlijk begrijpen we ergens dat er tegen het moment van de omzetting inderdaad een evaluatie moet gebeuren. Maar wij denken dat het een goed idee is om dat in ieder geval in het voorstel van decreet te verankeren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 282/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 en 2.
Er is een amendement op artikel 3. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 282/2)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 4.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over het amendement, de artikelen en het geheel van het voorstel van decreet houden.