Report plenary meeting
Report
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, de sector van de sociale economie met meer dan 27.000 doelgroepwerknemers is een onmisbare schakel in de Vlaamse economie, maar de gevolgen van de coronamaatregelen hebben een enorme impact gehad op de maatwerkbedrijven. Sinds het begin van de maatregelen heeft een deel van de maatwerkbedrijven noodgedwongen de deuren moeten sluiten. Op dat moment was minder dan 1 op de 5 doelgroepwerknemers aan de slag. De maatwerkbedrijven die wel aan de slag konden blijven, zijn gedeeltelijk verder blijven werken en hebben zich vooral gefocust op het medische beschermingsmateriaal en op de voeding. We hebben de afgelopen weken gezien hoe creatief deze sector is. Men is ook heel flexibel geweest en er is ook heel veel passie om verder te werken.
Gelukkig heeft de Vlaamse Regering snel geschakeld en het initiatief genomen om tijdelijke ondersteunende maatregelen te nemen voor deze sector, zodat die maatwerkbedrijven het hoofd boven water kunnen houden én zodat die werknemers veilig kunnen voortwerken.
Sinds maandag is de motor van de economische opstart in gang getrokken en ook de maatwerkbedrijven zijn begonnen aan een gefaseerde heropstart. En dat blijkt ook niet simpel te zijn, want er is nu ook extra begeleiding nodig bij de doelgroepwerknemers om duidelijk te maken wat de veiligheidsregels zijn.
Beste minister, vorige maand gaf u aan dat u zult samenzitten met de koepels om te kijken hoe we kunnen werken aan een relanceplan. In deze periode zou u een eerste plan bekendmaken. Wat zijn nu de krijtlijnen van het relanceplan voor de maatwerkbedrijven? Op welke manier zullen die de heropstart ondersteunen?
Minister Crevits heeft het woord. U krijgt twee minuten.
Collega Claes, ik dank u voor de vraag over de sociale economie. Het doet me heel veel plezier dat er daarvoor aandacht is, omdat het gaat om een heel kwetsbare, specifieke groep mensen, die op een heel goede wijze aan de slag zijn.
De Vlaamse Regering heeft – ik ben daar heel dankbaar voor – vier ondersteunende maatregelen genomen ten opzichte van de sector, om te vermijden dat er grote problemen zouden ontstaan. Zo hebben we de regel dat mensen moeten doorstromen naar gewone bedrijven, uitgesteld, om de rust te bewaren. Ten tweede heeft de Vlaamse Regering een extra beschermingsvergoeding gegeven, voorlopig ten bedrage van 1,6 miljoen euro, om ervoor te zorgen dat de doelgroepwerknemers die weer aan de slag gaan, dat op een veilige wijze kunnen doen. Ik kan u melden dat er op dit ogenblik wordt onderhandeld in paritair comité 327 om het sectorakkoord ‘Veilig aan het werk’ te sluiten en er zo voor te zorgen dat in de komende weken alle bedrijven weer aan de slag kunnen, dat er helderheid is en eensgezindheid over de veiligheidsmaatregelen die zullen worden genomen. Dat is belangrijk. Het is niet zo belangrijk dat je afspraken maakt over wie wat mag doen, want dat zullen ze zelf wel beslissen, maar wel hoe je op een veilige manier omgaat met doelgroepwerknemers. Dat is het eerste grote luik van de toekomstige afspraken.
Het tweede luik gaat over het sociaal welbevinden van de werknemers. De Vlaamse Regering heeft de begeleiders doorbetaald, ook tijdens de coronacrisis, ook al waren de bedrijven gesloten, omdat veel van die doelgroepwerknemers totaal uit hun normale ritme gehaald zijn. En als je wilt dat ze er snel weer in kunnen geraken, is het van belang dat de begeleiding ook paraat staat. Die is dus gebleven. De tweede pijler is dus dat de begeleiding klaarstaat om mensen goed te begeleiden.
Ten derde, wat uw laatste vraag betreft: ons departement heeft een referentiekader ontwikkeld voor een relance met een aantal specifieke aandachtspunten voor de maatwerkbedrijven. Het eerste deel van dat plan is: hoe zullen we erin slagen om de tewerkstelling te behouden, met welke begeleiding? En daar moet er – we hebben dat nu gezien in deze crisis – fors werk worden gemaakt van de wendbaarheid van de bedrijven. Als je plots wordt geconfronteerd met een crisis, met dat medische aspect, zie je wat er gebeurt.
Een tweede punt hierbij...
Ik hoop dat er maar twee punten zijn.
Ja, het zijn er maar twee. En als u veel opmerkingen maakt, dan verlies ik nog meer minuten.
Maar u bent al lang over tijd aan het gaan.
Op mijn leeftijd, collega! Dat is wel een moeilijke vraag. (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
Ik bloos na de opmerkingen van de minister-president.
Het tweede luik is: hoe ga je de competitiviteit van de maatwerkbedrijven aanscherpen?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heldere uitleg. We merken dat tal van maatwerkbedrijven hun activiteiten hebben hernomen. Maar we hebben ook gemerkt dat sommige bedrijven hebben nagedacht, zich hebben gefocust op andere activiteiten en ook hebben meegeholpen in de strijd tegen corona. Want ik heb gemerkt dat de maatwerkbedrijven dagelijks 16.000 mondmaskers voor ons maken.
Anderzijds zien we ook dat meer Vlaamse bedrijven de weg vinden naar maatwerkbedrijven, omdat buitenlandse leveranciers de levering niet meer kunnen garanderen of omdat die zijn stopgezet. Die signalen waren al gekend in januari en februari. Het is positief dat het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) hierop heeft ingespeeld en reeds een oproep heeft gelanceerd naar onze Vlaamse bedrijven om meer samen te werken met de maatwerkbedrijven.
Minister, ik heb een bijkomende vraag. Hoe kunnen we de goede praktijken uit de huidige crisis, zoals het aanpassen van de activiteiten, de flexibiliteit of het verhoogd aantal opdrachten door onze Vlaamse bedrijven, meenemen om die sector te versterken?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, het is goed dat u dit stap voor stap aanpakt en dat veiligheid prioriteit nummer één is, zeker in de sociale economie, waar de meest kwetsbare mensen uit onze samenleving een plek vinden. Het is ook goed dat de focus wordt behouden op het behoud van de tewerkstelling en dat de volgende stap het zoeken is naar veerkracht van de mensen die werken in de sociale economie.
De arbeidszorg heeft u een brief gestuurd met de aanbeveling om samen te werken met de centra voor basiseducatie. U weet dat ik daar een hart voor heb. Die mensen zijn ideaal om net deze doelgroep te begeleiden.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, de maatwerkbedrijven stellen kwetsbare mensen tewerk, maar niettemin zijn het mensen die vaak veel competenties en talenten hebben, en die ook een maatschappelijke meerwaarde bewijzen en bewezen hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan de maatwerkbedrijven die op dit moment bezig zijn met de productie van de mondmaskers, de zo noodzakelijke mondmaskers in onze samenleving, waar steeds meer vraag naar is en steeds meer nood aan zal zijn. Wilt u de productie van die mondmaskers verder laten opkrikken in de maatwerkbedrijven? Ik denk dat ze daarmee absoluut hun meerwaarde kunnen blijven tonen.
Wanneer ze in enclaves naar een bedrijf rijden, zijn ze nu heel erg beperkt in het aantal personen dat ze mogen vervoeren. Dat zorgt vaak voor logistieke en ook financiële problemen.
Wilt u meenemen naar het paritair comité of via de minister-president naar de Nationale Veiligheidsraad dat men daar toch een zekere versoepeling aan de dag moet leggen zodat ze hun werk in enclaves en ook het vervoer heen en weer op een degelijke manier kunnen organiseren?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ook wij zijn vandaag blij dat het over de sociale economie gaat. Voor zover ik heb gehoord, verloopt de heropstart van de maatwerkbedrijven tot dusver vrij vlot. Veel mensen zijn blij dat ze opnieuw aan de slag kunnen. Veel mensen die in een maatwerkbedrijf werken, hebben natuurlijk nood aan regelmaat en structuur. Ze zijn blij dat ze die opnieuw krijgen, en ook dat ze weer een normaal loon gaan krijgen. Hoewel ze dankzij een federaal wetsvoorstel van sp.a wel aanspraak konden maken op tijdelijke werkloosheid, is die 70 procent voor veel van die mensen nog altijd zeer krap om mee rond te komen aan het einde van de maand.
Minister, ik ben blij dat u extra geld uittrekt voor de sector. Hoeveel maatwerkbedrijven hebben op dit moment al een beroep gedaan op het geld dat u ter beschikking stelt?
Collega Claes, in totaal zijn er nu 37 intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Er is zo'n 2 miljoen euro voor uitgetrokken. Daar wordt dus fors in geïnvesteerd, en dat is een heel goede zaak.
Collega Vandromme, ik ben zeer positief ten opzichte van de brief van de centra voor basiseducatie. Ik vind het trouwens een zeer goed idee om hen te laten begeleiden. Dat kan ook een enorme meerwaarde zijn op de werkvloer.
Collega Janssens, wat de productie van mondmaskers betreft, heb ik enkele weken geleden een oproep gedaan aan de sector om zich wat te herscholen. Er zijn bedrijven die bijvoorbeeld van het verpakken van babyartikelen omgeschakeld zijn naar het maken van mondmaskers. Dat is de reden waarom ik op de vraag van mevrouw Claes antwoordde dat we in de toekomst werk moeten maken van wendbaarheid, zodat je nog sneller kunt schakelen, ook in je denkprocessen en productieprocessen, zoals een gewoon bedrijf dat ook doet.
Ikzelf ga geen opdracht geven om de productie van mondmaskers te laten toenemen. Wat we wel hebben gedaan, is aan onze lokale besturen kenbaar maken welke sociale-economiebedrijven er actief zijn in de productie van mondmaskers. Zo zie je dat er heel interessante opdrachten zijn gegeven door lokale besturen, door bedrijven enzovoort. Ze hebben zichzelf ook in de markt gezet.
Collega Goeman, ik ken de laatste cijfers niet van hoeveel er precies aan de slag zijn, maar het aantal stijgt gradueel. Veel zal veranderen als het sectorakkoord in het paritair comité 327 er is, want dan is ook het probleem van de busjes van mijnheer Janssens opgelost, omdat men afspraken kan maken zoals in de bouw. Die afspraken worden nu gefinaliseerd en zodra ze klaar zijn, zal ook het probleem van het vervoer opgelost zijn. Collega Goeman, hopelijk kunnen we dan heel snel naar een veel groter percentage tewerkstelling gaan.
Minister Crevits, u kunt het. U hebt nog twee minuten over.
Kan ik die opsparen en dan later gebruiken?
In de vorm van een tegoedkaart? Neen, dat kan niet.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Vandaag blijkt dat de sector van de sociale economie van vitaal belang is. Er zijn talrijke en mooie praktijkvoorbeelden van maatwerkbedrijven en reguliere bedrijven die in tijden van corona de handen in elkaar slaan. Wat de toekomst zal brengen en hoe deze crisis zal verlopen, is momenteel koffiedik kijken. Eén ding is wel duidelijk: de maatwerkbedrijven kunnen heel wat betekenen voor onze Vlaamse bedrijven. De dynamiek die we vandaag zien, moeten we zeker meenemen naar de toekomst. Daarom wil ik ook een duidelijke oproep doen aan onze Vlaamse bedrijven: het gras is niet altijd groener in het buitenland. Kijk ook eens om de hoek. Er is nog heel wat potentieel om met die maatwerkbedrijven samen te werken.
De actuele vraag is afgehandeld.