Report plenary meeting
Report
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 50 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Jos D’Haese bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer D’Haese heeft het woord.
Er zijn twee nooddecreten aangekondigd, maar mijn fractie heeft ze opnieuw niet op voorhand ontvangen. Ik wil heel veel flexibiliteit tonen, maar er zijn wel grenzen. Dit is de tweede keer. Ons was beloofd dat dit niet opnieuw zou gebeuren. Ik heb er nu eentje doorgekregen dankzij de collega’s achter mij, maar ik vind dit geen manier van werken. Ik wil flexibel zijn, ik wil nooddecreten snel bekijken en eventueel mee goedkeuren, maar dan moet men mijn fractie wel de tijd gunnen om ze te onderzoeken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik denk dat de verklaring is dat de leden van het Bureau dat krijgen, of de fracties in het Bureau.
Voor alle duidelijkheid: er staan vandaag een aantal voorstellen van decreet, noem het nooddecreten, officieel op de agenda die gisteren werden doorgestuurd. Die hebt u dus wel allemaal gehad, mijnheer D’Haese. Maar voor deze die hier met spoed worden aangekondigd, is het de verantwoordelijkheid van de desbetreffende fracties om ze al dan niet te verspreiden over het parlement.
Ze worden effectief verspreid binnen het Uitgebreid Bureau, maar we hebben hier de vorige keer afgesproken dat ze ook op voorhand naar mijn fractie zouden worden doorgestuurd. Dat minimum aan respect hebben wij nodig om ons werk in deze moeilijke tijden goed te kunnen doen.
De heer Janssens heeft het woord.
Uiteraard dienen alle nooddecreten bij alle fracties terecht te komen. Maar wat bijvoorbeeld het zojuist aangekondigde nooddecreet over de contacttracing betreft, dat heeft bij mijn weten geen enkele fractie van de oppositie gekregen.
We hebben hierover vorige week in het Bureau afspraken gemaakt. We zouden een deadline respecteren, met name dinsdag 16 uur, zodat iedereen nog degelijk de voorstellen van decreet die hier worden voorgelegd, kan nakijken. Vandaag staan twee nooddecreten op de agenda. Het eerste hebben we vanmorgen om 9 uur gekregen, het andere hebben we nu, om 14.20 uur, nog altijd niet gehad. Men mag veel flexibiliteit vragen van alle parlementsleden, ook van de oppositie, maar er zijn wel grenzen aan ons geduld en aan onze collegialiteit, zeker als er afspraken in het Bureau worden gemaakt waar men zich nadien niet aan houdt.
Indien men nog met nooddecreten wil werken, houd u dan alstublieft aan een voldoende flexibele timing, zodat alle parlementsleden of minstens alle fracties voldoende kennis kunnen nemen van de teksten van die voorstellen van decreet, want nu liggen hier voorstellen van tien of twintig pagina’s voor die wij op een uurtje tijd allemaal moeten bekijken. Dat lijkt mij geen degelijke invulling van het controlerecht van het parlement.
Wat uw opmerking betreft over het feit dat we vorige week een afspraak hadden gemaakt in het Uitgebreid Bureau dat het voor dinsdag 16 uur moest binnen zijn: dat had natuurlijk alleen te maken met het feit dat het dan automatisch op de agenda zou komen. Daar heb ik mij ook aan gehouden.
De heer Rzoska heeft het woord. Daarna zal ik mijn eigen mening verkondigen, als dat mag.
Daar kijk ik al naar uit, voorzitter.
Het zijn zeer speciale omstandigheden. Het is voor iedereen alle zeilen bijzetten, ook voor de leden van de meerderheid en voor de kabinetten. Dit parlement is tot nu toe zeer welwillend geweest. Ik ga ervan uit dat dit ook de volgende weken kan.
Ik snap ook wel dat een aantal decreten, als je ze goed leest, te maken hebben met regelgeving op een ander niveau, waar men dan op zit te wachten. Maar de vraag van collega D’Haese, dat alle fracties daarin zouden betrokken worden en niet enkel diegene die in het Bureau zitten, is terecht: we zijn een parlement, en daarin hebben alle 124 volksvertegenwoordigers normaal gezien toch het recht op gelijke informatie om de discussie aan te gaan. Ik heb dus alle begrip voor de omstandigheden, maar laat ons toch het democratische spel ook volledig correct spelen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik wil me daar kort bij aansluiten. Ik denk dat wij ons als parlementsleden zeer constructief hebben opgesteld de voorbije weken, omdat we inderdaad begrijpen dat dit zeer uitzonderlijke omstandigheden zijn. Maar ik vind ook wel dat wij ons werk moeten kunnen doen, oppositie en meerderheid, en dat het dus inderdaad niet alleen van respect getuigt maar ook de goede manier van werken bevordert als wij de teksten op tijd te lezen krijgen, zodat wij kunnen zeggen wat we goed vinden en wat we minder goed vinden. Dus ik sluit me daarbij aan. Ik denk dat dat ook absoluut een werkpunt is voor de komende weken, dat alle fracties op tijd geïnformeerd worden.
Voor de duidelijkheid, collega’s: het voorstel van decreet dat collega Vandaele hier zonet met spoed heeft aangekondigd, staat al sinds vanochtend op de webstek van het Vlaams Parlement. U kunt wel zeggen dat dat nog te laat is, maar het staat er wel op.
Voor het andere nooddecreet dat met spoed is aangekondigd, geldt dat niet. Maar ik vind wel, collega’s – en ik spreek hier nu als neutrale voorzitter –, dat iedereen hier aanwezig, van alle fracties, zich tot nu toe zeer constructief heeft opgesteld. Ik hoop dat dat zo blijft. Ik vind natuurlijk, als we ons hier moeten uitspreken over toch wel zeer belangrijke decreten met een zeer belangrijke inhoud en materie, dat het eigenlijk wel van respect getuigt om elke fractie daarvan op de hoogte te brengen, met dien verstande dat dat natuurlijk niet altijd even snel kan. Wil dat zeggen dat jullie die teksten moeten krijgen? Ik ben van oordeel van wel. Maar voor alle duidelijkheid: niet alle teksten konden gisterenavond al binnen zijn doordat ze nog maar net waren ingediend.
Ik zou dan ook wel willen zeggen aan de collega’s van de meerderheid dat dat natuurlijk ook geldt voor uw voorstellen van resolutie. Collega Goeman, u kondigt hier zelf twee spoedbehandelingen aan van voorstellen van resolutie. Dan denk ik dat het getuigt van een klein beetje respect als ook de andere fracties, zowel het Vlaams Belang als de meerderheid, die ook op tijd zouden krijgen.
Bij dezen wil ik een warme oproep doen om in deze toch wel zeer bijzondere tijden, een tijd waarin zeker ook de oppositie zich zeer constructief opstelt, hier toch werk van te maken. Ik kijk nu in de richting van collega Van Rompuy. Kunt u het spoed- en nooddecreet bezorgen aan de oppositie?
Ik heb begrip voor de opmerking, in alle eerlijkheid. Ik zal de tekst die we als meerderheid zopas hebben afgewerkt, zo snel mogelijk laten bezorgen. Ik hoop dat jullie begrip hebben voor het feit dat wij de deadline van gisteren niet konden halen. Ik zal dat straks, bij mijn toelichting bij de hoogdringendheid, nog uitleggen waarom dat onhaalbaar was. Maar dit moet vandaag goedgekeurd worden om verder te kunnen werken aan die contacttracing.
We hebben ook geen volmachten in dit parlement gevraagd. Ik denk dat dat voor de parlementaire democratie een goede zaak is. Dat heeft natuurlijk tot gevolg dat wij hier soms sneller moeten ageren en dat het moeilijker is om de oppositie daar helemaal of even snel als ze zou willen, bij te betrekken. Het is het een of het ander. In het andere parlement wordt er gegaan voor de volmachten, dan nog met tien partijen samen. Hier zijn er geen volmachten en is er dus meer parlementaire controle, maar het gevolg daarvan is natuurlijk dat we soms eens wat sneller moeten gaan dan de gebruikelijke parlementaire procedure vraagt.
Ik zal er dus voor zorgen dat iedereen van de oppositie de tekst zo snel mogelijk krijgt. Ik denk eerlijk gezegd dat het verschil tussen wat u van mij zult krijgen en van wat dadelijk door de diensten wordt rondgedeeld, niet zo groot zal zijn. Maar ik begrijp de opmerking van de oppositie. Ik vraag gewoon een beetje begrip voor het feit dat wij in bijzondere tijden moeten werken en dat we dat doen zonder volmachten.
Collega Van Rompuy, ik kan u meedelen dat het voorstel van decreet dat u hier net met spoed hebt aangekondigd, officieel is ingediend. De diensten zijn het momenteel aan het verspreiden. U hoeft dat dus niet meer te doen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik denk dat collega Van Rompuy het alleszins niet moet doen. Als ik goed ben ingelicht, hebben uw diensten inderdaad om 12.45 uur de teksten bezorgd, ook aan de oppositie, aan de fractiesecretarissen. Ze hebben het dus blijkbaar wel.
Niet aan de PVDA, alleen aan die fracties die vertegenwoordigd zijn in het Uitgebreid Bureau.
Dat kan.
Iedereen heeft hier gepleit om op de constructieve manier waarop we tot nu toe hebben gewerkt, verder te doen. Het voorstel van decreet dat is aangekondigd door de heer Van Rompuy, wordt momenteel verspreid over alle fracties en de diensten.
Voor het overige denk ik dat we het best onze agenda verderzetten. De opmerkingen zijn binnengekomen en iedereen zal zich daar wellicht over beraden.
Het incident is gesloten.