Report plenary meeting
Report
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, ik las afgelopen weekend op uw sociale media dat u een constructief overleg had met jeugdwerkingen en experten, en dat deed mij plezier. Want dat soort constructief overleg is uiteraard in het belang van onze jeugdwerking, maar ook zeker van het welzijn van onze jongeren. Meer dan een maand zitten ze nu al in hun kot, en dat laat sporen na. De vooruitzichten van een zomer alleen, daar staan we beter nog niet bij stil.
Uw houding en uw standpunt daarin is ook al een tijdje duidelijk, en dat is om te wachten op het advies van de Veiligheidsraad. Als de scholen misschien voor het einde van het schooljaar weer zouden kunnen opengaan, waarom dan nu al speelpleinwerking en andere zomeractiviteiten annuleren?
Wel zien we dat het aantal bevragingen van lokale besturen en lokale jeugd- en sportdiensten om advies stijgt. Dat vertelt ons dat schepenen en burgemeesters dit soort beslissingen nu wel op tafel liggen hebben in de steden en gemeenten, om die annuleringen nu wel al door te voeren. Dat betekent dat uw oproep niet duidelijk werd gemaakt bij al deze lokale besturen.
Zoals ik het zie, komen hier heel wat terreinen samen. Er zijn ouders die deze zomer weer aan de slag moeten gaan – we zijn daarstraks al bezig geweest over de heropstart van onze economie. En voor heel veel tweeverdieners en alleenstaande ouders zijn die zomeractiviteiten van essentieel belang om een oplossing te hebben om werk en hun kinderen te kunnen combineren. Dat is dan de bevoegdheid van uw collega, de minister van Economie en Werk.
Tegelijkertijd is het een beslissing van de lokale besturen om voorbarig tot annulering over te gaan. En dat is dan weer iets voor uw collega van Binnenlands Bestuur.
Mijn vraag aan u is heel concreet. We kennen uw standpunt, maar hoe gaat u, bij voorkeur in samenwerking met uw collega’s, de lokale besturen ervan overtuigen om effectief die beslissingen zo ver als mogelijk en haalbaar uit te stellen, om, indien het toch veilig zou zijn om deze zomer zomeractiviteiten te organiseren, die toch te kunnen laten doorgaan?
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Perdaens, dat is een heel belangrijke vraag voor bijna een miljoen Vlaamse kinderen die elke vakantie worden geconfronteerd met een prachtig aanbod aan jeugdactiviteiten en jeugdvakanties. Het is ook heel belangrijk voor tienduizenden vrijwilligers in Vlaanderen. En inderdaad, het is ook heel belangrijk voor ouders die daar voor een stuk op rekenen voor de opvang van hun kinderen.
Om dat goed voor te bereiden, hebben we binnen ons jeugdwerk een Taskforce Zomer ingericht, onder leiding van de Ambrassade. Er is betrokkenheid van alle actoren in het jeugdwerk. Ik denk aan Bataljong, ik denk aan de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, de jeugdbewegingen, de jeugdvakanties en nog vele andere partners. Zij hebben in dat verband ook bevragingen gericht aan de lokale besturen, maar ook aan hun eigen organisaties, om duidelijk te weten wat de situatie is, hoeveel kampen er precies zijn, waar die kampen plaatsvinden en met hoeveel mensen en dergelijke.
Ik heb inderdaad afgelopen zaterdag samen met onze Taskforce Zomer een vergadering gehad, met daarbij ook de heer Van Ranst, die de subwerkgroep van de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES) rond vrije tijd leidt, en twee vertegenwoordigers van de Franse Gemeenschap. Want we willen dat op een goede manier voorbereiden.
We hebben daar begrepen dat het voor virologen vandaag niet zo evident is om al definitief een uitspraak te doen over de zomer. Mochten zij nu worden gedwongen om definitief uitsluitsel te geven, dan zou dat misschien negatief zijn voor de activiteiten. We willen op dat vlak ook niet de forcing voeren om snel een heel heldere beslissing te hebben.
Aan de andere kant willen de lokale besturen helderheid. En ik heb uiteraard al contact gehad met collega Somers en met collega Crevits. Ook het jeugdwerk verwacht die helderheid, heel concreet om hun activiteiten goed voor te bereiden, en om duidelijkheid te kunnen geven aan de ouders. Daarom verwachten zij eigenlijk tegen de derde week van mei helderheid, en we willen dat ook verder voorbereiden. Ik zie volgende week opnieuw professor Van Ranst, samen met de Taskforce Zomer, om te bekijken op welke manier dat kan gebeuren in veilige omstandigheden. Want Jeugdwerk wil dat uiteraard veilig doen, met respect voor de gezondheidsregels.
Met andere woorden: de oproep vandaag is geen overhaaste beslissing. Dat werd ook zo gecommuniceerd. Er zijn daarover ook contacten geweest met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). We wachten dus af wat de Veiligheidsraad daar uiteindelijk over zal beslissen. We kijken daarvoor uit naar de derde week van mei.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Mag ik nog eens benadrukken dat die boodschap nog niet bij alle lokale besturen is doorgekomen? Het is zeker en vast nuttig dat daar extra op wordt ingezet. Het is heel belangrijk dat die beslissing, voor zover dat mogelijk is, tot de derde week van mei kan worden uitgesteld.
Het is evident dat u overleg pleegt met uw collega’s van de Vlaamse Regering, maar we moeten ook over de taalgrens kijken. Een deel van onze zomerkampen gaat nu eenmaal door in de andere taalgemeenschappen. Minister, hebt u daar ook contact met uw collega’s? Zullen zij bij hun lokale besturen proberen te verkrijgen dat de beslissing om over te gaan tot het annuleren van zomeractiviteiten of zomerkampen zo lang mogelijk wordt uitgesteld?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, nu al zien heel wat jeugdverenigingen hun werking gekortwiekt. Ze kunnen geen buitenspeelwerking organiseren. Ze kunnen geen groepsactiviteiten organiseren. Die kampen zijn traditiegetrouw vaak een bekroning van een werkjaar. Samen met mijn collega wil ik daarom oproepen om nog niet te snel te beslissen, of toch zeker niet te snel tot annulering over te gaan. Uiteraard houden heel wat ouders voor de vakantieplanning rekening met de eventueel geplande zomerkampen of sportkampen van hun kinderen. Stel dus die beslissing om te annuleren zolang mogelijk uit, uiteraard in overeenstemming met alle veiligheidsvoorschriften, maar met het oog op de sociale contacten die in die leeftijd heel belangrijk zijn. Bekijk hoe u het laten doorgaan van die zomer- en jeugdkampen op een veilige manier kunt organiseren.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. We zijn blij dat we eventjes tijd kunnen kopen. Maar ondertussen moeten we ons natuurlijk samen met de jeugdsector voorbereiden op een mogelijk ander kampseizoen, als de vakantie op een andere manier moet worden georganiseerd en de vakantiekampen in het buitenland niet kunnen plaatsvinden. Daarom moeten heel wat jeugdverenigingen op zoek gaan naar tijdelijke kamplocaties en eventueel ook tenten.
Minister, wordt erover nagedacht hoe we ervoor kunnen zorgen dat er voldoende tenten zijn voor de kinderen en jongeren die eventueel op een andere plaats van een mooi zomerkamp kunnen genieten?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, alle lof voor het feit dat u daar zo dicht op zit en dat u daarover overleg pleegt. Het is inderdaad van belang – zelfs al moet het in veilige omstandigheden – dat we ervoor zorgen dat de jeugdkampen kunnen doorgaan. U hebt zelf geschetst hoe belangrijk ze zijn. Ze zijn belangrijk, niet enkel voor heel wat vrijwilligers en jongeren, maar ook voor mensen die actief zijn in de jeugdhulp en die uitkijken naar de zomerkampen en voor kwetsbare jongeren en mensen die niet de middelen hebben om, corona of geen corona, zelf naar het buitenland te trekken. Het is dus goed dat u toch nog wat tijd koopt.
Ik doe nog een kleine oproep, net zoals een aantal collega’s hebben gedaan. We krijgen nogal wat vragen vanuit de lokale besturen. Het is dan ook misschien niet zo slecht dat u samen met minister Somers de timing die u hebt geschetst communiceert naar de lokale besturen, zodat zij daar rekening mee kunnen houden.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Uit ervaring weet ik dat voor heel veel kinderen en jongeren het jeugdkamp inderdaad het hoogtepunt is van de zomer. Het is voor veel kinderen een kans om te leren, maar natuurlijk ook om zich te amuseren. Laat ons eerlijk zijn, veel ouders zullen er inderdaad naar uitkijken dat hun kinderen eventjes ergens anders worden opgevangen na deze intense periode.
Ik begrijp dat dit allemaal niet gemakkelijk is. Ik heb goed begrepen dat u de lokale besturen en jeugdorganisaties adviseert om nog niets te annuleren, maar om wel voor te bereiden. In die zin kan ik mij alleen maar aansluiten bij de oproep om het zo lang mogelijk uit te stellen. Dat is lastig, maar we moeten er echt alles aan proberen te doen om het jeugdwerk deze vakantie toch te laten doorgaan.
Dank u wel voor de bijkomende vragen.
Ik begin met de vraag naar de betrokkenheid van de Franse Gemeenschap. In dat overleg van zaterdag waren twee vertegenwoordigers van het kabinet van collega Valérie Glatigny aanwezig. Ik heb vandaag nog met haar gebeld. We zijn dus in zeer nauw contact. Zij heeft mij beloofd dat zij met collega Isabelle Weykmans van de Duitstalige Gemeenschap zou bellen om ervoor te zorgen dat ook daar overleg wordt gepleegd. We zijn daarover dus in bijzonder nauw contact. Die contacten verlopen goed en zijn gedragen aan de andere kant van de taalgrens.
Mevrouw Vandromme, wat de buitenlandse kampen betreft, denk ik dat het moeilijk is om daar geïsoleerd naar te kijken. Dat hangt ook samen met wat andere landen doen en uiteraard ook met wat de Nationale Veiligheidsraad zal beslissen over de buitenlandse vakanties. Maar het valt inderdaad niet uit te sluiten dat er ook een serieuze impact zal zijn, waardoor de binnenlandse vakanties misschien nog relevanter zullen worden.
De vraag naar tenten is heel terecht. Mijn administratie heeft een uitleendienst die eind vorig jaar is versterkt met een extra investering in digitalisering en in tenten en kampmateriaal. We bekijken samen met hen hoe we dat zo efficiënt mogelijk kunnen organiseren, zeker wanneer een aantal kampen op een ander moment of een andere locatie moeten plaatsvinden, in eigen land en in Vlaanderen.
Een aantal collega’s hebben gewezen op het belang van een goede communicatie met de lokale besturen. Dat is effectief zeer terecht. Onze burgemeesters en lokale besturen willen ook graag helderheid. Wij proberen via verschillende kanalen met hen te communiceren, onder meer via Bataljong, dat het jeugdwerk van de lokale besturen ondersteunt, via de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en via een aantal rechtstreekse contacten.
Het moment om dat nog eens extra in de verf te zetten is wanneer de Nationale Veiligheidsraad zich uitspreekt over deze kwestie. Ik vermoed bijvoorbeeld dat men daar vrijdag geen uitspraak ten gronde over zal doen, maar wel dat men zegt daar nog op terug te zullen komen. Het jeugdwerk kan dan vragen om daar tegen de derde week van mei op terug te komen. Het zou ook niet slecht zijn dat onze lokale besturen dat dan kunnen integreren in hun planning.
Mijnheer Rzoska, u hebt verwezen naar het feit dat dit niet alleen voor die 1 miljoen jongeren en kinderen belangrijk is, maar in het bijzonder ook voor die kwetsbare kinderen en jongeren. Dat is een zeer terecht aandachtspunt. Wanneer we vandaag extra voorzichtig zijn in ons overleg met het veld, dan is dat vooral omdat we omstandigheden willen creëren om die activiteiten te laten plaatsvinden, mits de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat veiligheid en gezondheid worden gerespecteerd.
Ik denk dat we al die bezorgdheden delen en we kijken dan ook uit naar de besluitvorming daarover binnen de Nationale Veiligheidsraad.
Dit soort van beslissingen is heel belangrijk omdat zij nauw verweven zijn met onder meer de heropstart van de economie en het welzijn van onze jongeren. Ik denk dat nu eens te meer opvalt hoe belangrijk het werk is van die jeugdorganisaties en welke impact dat heeft voor de jongeren.
De duidelijkheid waar u naar verwijst, is echt cruciaal. Ik ben heel blij dat uw standpunt onveranderd is. Toen ik daarnet de nieuwsflits zag passeren waarin wordt opgeroepen om burgemeesters meer beslissingen te laten nemen, sloeg de angst me om het hart, omdat dat in dit soort van situaties net nefast zou zijn. Men kan niet uitleggen dat de Chiro in de naburige gemeente open is en die in jouw dorp niet, omdat de burgemeester daar een andere beslissing heeft genomen. Het is dan ook heel belangrijk dat elke lokaal bestuur wacht met een advies tot de Nationale Veiligheidsraad effectief een beslissing heeft genomen, zodat er nadien niets moet worden herroepen.
De actuele vraag is afgehandeld.