Report plenary meeting
Actuele vraag over het verzekeren van de veiligheid van leerlingen en leerkrachten wanneer scholen heropenen
Report
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, heel wat kinderen, ouders en leerkrachten verlangen tot de scholen weer opstarten. We hebben het vandaag al genoeg over preteaching gehad. Het is absoluut niet evident, niet voor kinderen uit kansrijke gezinnen en zeker niet voor kinderen uit kansarme en kwetsbare gezinnen. Een grote groep wordt niet bereikt en bovendien voelen heel wat leerlingen van klein tot groot het gemis en het verlangen naar sociaal contact met vriendjes en leerkrachten.
Tegelijkertijd is er een grote ongerustheid bij heel wat leerkrachten, ouders en kinderen met betrekking tot dat heropstarten, wanneer dat ook moge gebeuren. We hebben vandaag geleerd dat het heropstarten op 15 of 18 mei 2020 kan gebeuren en in verschillende fases zal verlopen, maar dat is nog niet helemaal duidelijk. Het zal absoluut in veilige omstandigheden moeten gebeuren.
Er is een nota met aanbevelingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Voor het heropstarten zouden de leerkrachten moten worden getest. Bij het binnenkomen van de school moet de social distancing worden gerespecteerd. Aan de schoolpoort zou de temperatuur van de leerlingen moeten kunnen worden gemeten. Na elke les moet al het materiaal worden ontsmet. Er zullen mondmaskers beschikbaar moeten zijn. Er zijn heel wat voorwaarden om de scholen in veilige omstandigheden te laten heropstarten.
Minister, we zien in veel steden en gemeenten initiatieven om mondmaskers te verdelen. Dit gebeurt heel versnipperd. Sommige gemeenten doen het, andere niet. Hoe zal het met de scholen gaan? Zullen we een rush op mondmaskers krijgen of zult u ervoor zorgen dat u de scholen logistieke ondersteuning biedt en dat u er enige uniformiteit is? Kunt u aangeven wat u zult doen om het heropstarten veilig te laten verlopen?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, de scholenteams en de leerkrachten staan al sinds midden maart 2020 in voor de opvang van leerlingen, zowel in het gewoon onderwijs als in het buitengewoon onderwijs. Ik denk dat het voor iedereen duidelijk is dat de veiligheid in al die situaties altijd een issue is geweest.
Ondertussen is Schooldirect verschenen. Die mails worden volop gelezen en ik wil een pluim geven aan iedereen die aan die communicatie meewerkt. Tijdens crisissen is communicatie altijd heel belangrijk. Dit is een houvast voor heel veel scholen, directeurs en leerkrachten.
Minister, in een vorige editie van Schooldirect is verwezen naar een draaiboek, waarin de gezondheid en de veiligheid van de onderwijsprofessionals en de leerlingen altijd op de eerste plaats staan. Tijdens de plenaire vergadering van vorige week heb ik u al gevraagd hoe u de scholen zult ondersteunen om een risicoanalyse op te stellen, want zo’n analyse is fundamenteel om onze scholen op een veilige manier te heropenen.
Ondertussen heb ik heel wat bezorgde mails gekregen van directeurs en leerkrachten die zich vragen stellen. Hoe zullen ze de risicoanalyse precies moeten invullen? Hoe moeten ze dat aanpakken? Bepaalt de risicoanalyse dan ook het moment waarop een school kan heropenen? Zullen scholen op verschillende momenten moeten openen?
De scholen moeten de afweging maken tussen de risico’s en de pedagogische noden. Een aantal directeurs vreest dat zij effectief de specifieke afweging moeten maken of ze hun school veilig kunnen openen. Welke initiatieven zult u nemen om voor rust te zorgen, zeker bij de mensen die de beslissingen moeten nemen, zoals schooldirecteurs en leerkrachten? Hoe zult u hen ondersteunen om die opening zo veilig mogelijk te organiseren?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, we hebben lang en hard gewerkt aan het opstellen van een draaiboek op het vlak van preventie en veiligheid. We hebben dat samen gedaan met de preventieadviseurs van de koepels en het Gemeenschapsonderwijs, met de artsen van het Agentschap Zorg en Gezondheid, met de onderwijsinspectie, met mensen van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en met de inspectiediensten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO).
Daarbovenop hebben we vervolgens de input van de sociale partners verwerkt. We hebben dat besproken met de groep uit het onderwijsveld, die een veertigtal aanwezigen telde. We hebben gevraagd welke heel praktische problemen zij nog zagen. We hebben die problemen gebundeld en we hebben getracht daar een antwoord op te formuleren.
Er zijn twee belangrijke stelregels die aan de grondslag van dit draaiboek liggen. De eerste is de social distancing. Dat wil dus zeggen dat we concrete normen hebben uitgewerkt: 4 vierkante meter per leerling en er wordt gewerkt met halve klasgroepen. Die inschatting is ook gevalideerd door professor Vlieghe. De tweede is natuurlijk de hygiëne, en dan vooral de handhygiëne als belangrijkste element. We vragen om daarvoor in de nodige tijd en het nodige materiaal te voorzien.
De vraag over de mondmaskers komt regelmatig terug, maar daarover is men er binnen de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES) nog niet volledig uit. Dan gaat het over de vraag wie een mondmasker moet dragen, of dat al dan niet moet worden verplicht en hoe dat praktisch moet met de jonge leeftijden, in het eerste en het tweede studiejaar, want dat is ook nogal moeilijk. Daarover moeten we het advies van de GEES nog inwachten.
Een hele reeks andere aanbevelingen gaan over onderhoud, over ventilatie, om zo veilig mogelijk te kunnen opstarten. Uiteraard gaan we dat ook aanpassen naargelang de evolutie van de wetenschappelijke inzichten, maar de herstart zal altijd geval per geval afhankelijk zijn van een risicoanalyse. Per school zullen we daarom een lokale risicoanalyse uitvoeren, via een samenwerking met de interne preventiediensten, want elke school heeft een interne preventiedienst, de externe preventiediensten en de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s). We vragen trouwens ook om aandacht te besteden aan het psychosociale luik. Dat we ook daarover een vooruitblik doen, zit ook in ons draaiboek, zodat men weet dat er met dat psychosociale zeker ook rekening moet worden gehouden. Dat draaiboek is ook positief beoordeeld door professor Vlieghe.
Mevrouw Vandromme, wat uw concrete vraag betreft: de lokale risicoanalyse moet ook gebeuren op basis van een draaiboek, waarbij die preventieadviseur alles kan afvinken. Elke school is echter verschillend, dus die zal een zekere appreciatie, een inschatting moeten doen, maar die moet natuurlijk wel groen licht geven nog vooraleer de scholen kunnen heropstarten, op basis van die checklist die we hem of haar leveren. Die moet beoordelen of er vanuit die praktische regeling veilig kan worden herbegonnen met het geven van lessen.
Minister, ik ben blij te horen dat die risicoanalyse er komt, en dat die door u overkoepelend wordt begeleid. Ik denk dat dat een noodzaak is voor we ook maar aan een opstart kunnen beginnen te denken. Mijn vraag was er ook een naar logistieke ondersteuning. Er zijn op dit moment nog tekorten aan mondmaskers en handgel, en misschien moeten er ook nadars komen aan de ingang van de scholen. Dat heeft ook een enorme kostprijs. Laat u dat over aan de gemeenten? Zult u hen daarin verder ondersteunen? Ondersteunt u scholen? Denkt u aan groepsaankopen, heel praktisch?
Het zou ook goed zijn dat er richtlijnen komen over mondmaskers, want het zou eigenaardig zijn, mochten leerkrachten die wel dragen in een bepaalde school en in een andere niet. Je zult maar kinderen hebben in die verschillende scholen.
Het zou toch kunnen dat heel wat leerkrachten, omdat ze tot de kwetsbare groepen behoren, omdat ze ouder zijn of onderliggende gezondheidsproblemen hebben, nog niet zullen kunnen starten, dat er een tekort aan leerkrachten dreigt. Het kan ook dat er kinderen zijn die onderliggende gezondheidsproblemen hebben en voor wie dit een risico inhoudt. Doet u ook voor die mensen iets? Doet u iets aan dat mogelijke probleem van leerkrachten en kwetsbare kinderen?
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik heb al eventjes de risicoanalyse en het draaiboek doorgenomen. Ik merk dat dit inderdaad heel gedetailleerd is, heel punctueel. Dit zal in elk geval dus al een goede richtlijn zijn voor de scholen. Ik ben heel blij dat ook het psychosociale welzijn van leerkrachten en leerlingen is meegenomen, want we leven allemaal in een hectische tijd, met leerlingen die met verlies te maken hebben gehad of leerkrachten die zich helemaal niet veilig voelen. Ik denk dat men daar heel veel aandacht aan moet blijven schenken.
Toch denk ik dat die risicoanalyse nog een uitdaging blijft voor scholen. Er is in elke school inderdaad een preventieadviseur, maar die wordt soms ook gedeeld door heel veel verschillende scholen. Ondertussen heeft men daar eventjes over nagedacht, en bijvoorbeeld in het stedelijk onderwijs in Antwerpen denkt men ongeveer twee weken nodig te hebben om alle risicoanalyses op te maken.
Mijn vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat er geen bottleneck ontstaat bij de vragen die zullen worden gericht aan externe preventieadviseurs. Niet alleen het onderwijs zal opstarten, maar ook heel veel andere sectoren. Is er een crisiscentrum?
Uw tijd is echt om.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb nog niet het hele deel gelezen, dus het is nog een beetje gissen. Wij hadden op voorhand al gevraagd of u ook steekproefgewijs testen zou laten uitvoeren bij een aantal scholen. Ik zeg maar wat: hoe is de toestand in Sint-Truiden vooraleer we daar veilig kunnen opstarten?
Tien leerlingen per klas: is dat absoluut? Kan men een grotere klas van bijvoorbeeld zesentwintig leerlingen splitsen tot dertien leerlingen en hen in een ruimer lokaal zetten?
Kan men ook stagiairs betrekken om mee les te geven? Ik denk dat een aantal leerkrachten toch geen les mogen geven om veiligheidsredenen. Stagiairs zouden dan een rol kunnen spelen.
Ik heb het nog niet gelezen, vandaar mijn vragen, die ook al vroeger waren opgedoken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Administratie, koepels, vakbonden, externe preventiediensten: ik heb niet alle geledingen waarmee u een akkoord voor de draaiboeken hebt bereikt, kunnen opschrijven, maar het zijn er duidelijk heel veel. Ik ben aan het lezen en voor veel van mijn vragen kom ik al een antwoord tegen. Collega's, andere vragen kan men bijna niet in een draaiboek onderbrengen, omdat ze afhangen van de lokale situatie. Een school met twee vestigingsplaatsen heeft meer plaatsen dan een school zonder vestigingsplaatsen. Een school zonder kleuterschool heeft minder lokalen dan een school met kleuterschool. Men zal elke school afzonderlijk moeten bekijken.
Minister, er zijn nog drie weken tot 15 mei, de datum die met bewuste redenen naar voren wordt geschoven. Er kan dus nog heel wat gebeuren. Het is niet morgen.
Ik had nog een concrete vraag over het buitengewoon onderwijs. Voor het lager buitengewoon onderwijs en voor het secundair buitengewoon onderwijs OV3 en OV4 worden er maximum drie leerjaren naar voren geschoven. Zijn er specifieke afspraken met bijvoorbeeld Welzijn over beschermingsmiddelen? Het gaat toch over een groep waar er een grotere kans is om het virus via druppels over te dragen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, veel mensen zitten te wachten op het openen van de scholen, maar het moet inderdaad veilig. We mogen niet onderschatten hoeveel leerkrachten vandaag bang zijn: leerkrachten in risicogroepen, leerkrachten die in kleine klassen lesgeven. Maar ook ouders zijn bang. We zullen echt moeten zorgen dat ouders hun kinderen naar school willen sturen. In die zin is het goed dat het draaiboek er is, dat de risicoanalyses worden gemaakt.
Ik heb toch nog een aantal vragen. Ik hoor u zeggen: ‘We vragen om het nodige materiaal te voorzien.’ Er zal in ieder geval beschermend materiaal nodig zijn zoals mondmaskers en handgel. Heeft de Vlaamse administratie Onderwijs al een bestelling geplaatst? Het lijkt mij logisch dat scholen van materiaal worden voorzien. Het mag geen situatie worden waarbij het van gemeente tot gemeente verschilt. Ik heb dezelfde vraag over de teststrategie. Is er al overleg geweest met minister De Backer? Wat gebeurt er met leerkrachten die symptomen vertonen?
En dan heb ik nog een laatste vraag. Er wordt een risicoanalyse gemaakt, maar is het dan uiteindelijk de school zelf die beslist of ze opengaat of niet? Dat lijkt me wel belangrijk om te weten.
Een maximaal mogelijk aantal antwoorden ligt al besloten in het draaiboek dat we hebben gecommuniceerd. We hebben het ook gecommuniceerd om gerust te stellen. Toen vanochtend een bepaald scenario naar buiten kwam, dat niet door ons werd geadviseerd, kwam er onmiddellijk reactie vanuit het veld: ‘Wat betekent dat voor mij, hoe zit het met mijn veiligheid?’. We hebben er dus wijs aan gedaan om de draaiboeken, die degelijke werkstukken zijn en waarvoor we ook een grote appreciatie van de GEES hebben gekregen, onmiddellijk te bezorgen als geruststellende communicatie.
Over de mondmaskers moet de GEES zich nog uitspreken; voor testen zagen ze nog geen onmiddellijke noodzaak. Zodra ze dit anders zien en de wetenschappelijke inzichten evolueren, stappen we daar vanzelfsprekend in mee.
Dat is echt een gezondheidsaspect waarover je mij of het onderwijs niet moet vragen hoe daarmee omgegaan moet worden. Dat is zuiver het gevolg van het advies van de virologen ter zake. Het is wel zo dat type OV3 en type OV4 een aparte risicoanalyse vergen. Ook het buitengewoon onderwijs vergt een eigen risicoanalyse, waarbij we meegeven dat daar toch opgelet moet worden. Maar die scholen en die leerkrachten kennen dat het best zelf. Ze weten hoe ze daar veilig mee kunnen omspringen.
Wat het beschermend materiaal betreft, bekijken we intern in de Vlaamse Regering of we dat aan scholen zelf laten of tewerk zullen gaan met groepsaankopen. Want er zijn verschillende vragen. Het gaat niet alleen om mondmaskers of alcoholgel. Ik denk dat we misschien ook moeten bekijken of er mobiel sanitair gehuurd zou kunnen worden door de scholen. Zeker als we de volgende fase kunnen ingaan, naar nog meer openen, dan zullen die mobiele sanitaire installaties nodig zijn.
We verwachten dat er voor de leerkrachten voldoende capaciteit zal zijn. We splitsen wel de klassen, maar anderzijds wordt ook slechts een beperkte groep van leerlingen uitgenodigd en opgeroepen naar de scholen. Er is ook een beperkte lestijd. Ik heb u het scenario geschetst.
Ik denk dat ik daarmee de belangrijkste vragen beantwoord heb.
Dank u wel. Ik hoor ‘risicoanalyses’ en heel veel andere mooie woorden, minister. Ik denk dat dat zeer goed is, ik breek dat totaal niet af. Ik denk dat het belangrijk is dat dat ook op Vlaams niveau geregeld wordt. Maar dat logistieke is toch iets dat ook heel dringend is. Drie weken lijkt misschien veel, maar is misschien niet zo veel. We hebben ook gezien in de woonzorgcentra wat het betekent als je niet meer aan bepaald materiaal kan geraken, als mensen zich onvoldoende beschermd voelen.
De vraag naar mondmaskers zal komen, ook al is er nog geen duidelijke uitspraak over het iedereen verplichten tot het dragen ervan. Mensen zullen die willen om dat veilig gevoel te garanderen. Ik denk dat het voor scholen een onmogelijke opdracht wordt om in al dat logistieke te voorzien, ook financieel. Ik denk dus dat ondersteuning van Vlaanderen ook op dat logistieke vlak echt essentieel is en snel moet gebeuren, willen we niet opnieuw achteroplopen. Dat is toch een les die we geleerd hebben in deze coronatijden: dat je snel genoeg moet handelen om alles op tijd klaar te krijgen.
Dank u wel, minister. Ik denk dat we niet genoeg kunnen benadrukken dat duidelijkheid en geruststelling in dezen belangrijk zijn. Ik hoop dat we in de toekomst op dezelfde manier verder kunnen werken als met de nieuwsbrief die vandaag verspreid is, met duidelijke richtlijnen rond hoe scholen moeten werken en met die risicoanalyse. Er zullen heel wat vragen blijven. Ik hoop dat we de scholen ook antwoorden kunnen blijven bieden. Ik wens in elk geval alle leerkrachten en directeurs die nu aan de slag kunnen, veel goede moed toe.
De actuele vragen zijn afgehandeld.