Report plenary meeting
Actuele vraag over de beschikbaarheid van laptops voor alle leerlingen, met het oog op aanloopleren
Actuele vraag over de algemene exitstrategie en de heropstart van het onderwijs
Actuele vraag over de aanpak van de coronacrisis in het onderwijs
Report
De heer D’Haese heeft het woord.
Bedankt, voorzitter. Minister, sinds maandag wordt er opnieuw les gegeven in onze scholen, of dat was toch de bedoeling. De leerkrachten hebben keihard gewerkt tijdens de paasvakantie om nieuw onlinemateriaal klaar te krijgen. Geen paasvakantie, geen lockdownvakantie, maar heel veel creativiteit, heel veel inzet om hun leerlingen door deze coronacrisis te krijgen. Ze waren maandag nog maar net begonnen, of Smartschool liep vast. ‘Oeps, er ging iets mis’, was het enige wat ze nog op hun scherm te zien kregen. Ze moesten vooral niet de helpdesk contacteren.
Maar volgens u was er eigenlijk niets aan de hand. Smartschool is niet echt gecrasht, zei u maandagavond, er waren alleen wat vertragingen. Minister Weyts, als uw medewerker morgen met de Jaguar van het kabinet keihard tegen een muur rijdt, dan gaat u hem toch ook niet geloven als hij zegt dat hij niet gecrasht is maar enkel een klein beetje vertraging heeft opgelopen? Want dat is wel exact wat er gebeurd is. Smartschool en Bingel zijn keihard tegen de muur gelopen. Hoe is het mogelijk dat dat op voorhand allemaal niet getest is? Dit was toch perfect te voorzien, dat er een grote piek zou komen in het verbruik? Leerkrachten hebben keihard gewerkt tijdens de paasvakantie om hun materiaal klaar te krijgen. Ouders hebben ervoor gezorgd dat hun kinderen klaarzaten om les te krijgen. Iedereen zat voor zijn computer om te beginnen. En paf, het systeem valt plat.
Bovendien zijn er dan ook nog eens heel wat kinderen die geen computer hebben om achter te gaan zitten. U hebt hier al bekendgemaakt dat u 10.000 tweedehandslaptops ging zoeken om die jongeren aan de slag te zetten. Dan werd duidelijk dat er bijna 20.000 aanvragen waren van de scholen, twee keer zoveel dus. Dan bleek maandag dat amper 2000 van die laptops effectief bij die leerlingen geleverd werden en dat 17.000 leerlingen dus niet met die preteaching zijn kunnen beginnen deze week.
Toen ik u daar vorige week een, volgens mij heel beleefde, vraag over stelde, was uw antwoord: ‘Voor jullie is het altijd ‘njèh, njèh, njèh!’. ‘Njèh, njèh, njèh’: wat is dat voor een houding als minister? U zou beter naar oplossingen zoeken in plaats van op die manier te reageren.
En uw vraag luidt, mijnheer D’Haese?
Jullie hebben een half miljard euro vrijgemaakt om de zelfstandigen te ondersteunen. Ik vind dat een goede zaak. Hoe is het mogelijk dat er niet een paar miljoen euro kan worden gevonden om nieuwe laptops aan te kopen om onze kwetsbare leerlingen te helpen? Mijn heel concrete vraag is dus: hoe zult u ervoor zorgen dat die preteaching niet verder in de soep loopt en dat we vooruit kunnen met ons onderwijs?
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het coronavirus houdt ons nu al verschillende weken in een soort van houdgreep, en niet het minste in onze scholen. Het was van meet af aan duidelijk dat er een zeer grote uitdaging lag voor onze scholen om al die verschillende leertrajecten voor alle leerlingen maximaal te kunnen waarborgen. Onze scholen hebben het allerbeste van zichzelf gegeven. Alle leerkrachten zijn aan de slag gegaan en hebben de voorbije weken keihard gewerkt om na Pasen met die nieuwe leerstof te kunnen starten, via het aanloopleren, preteaching zo men wil, via online afstandsonderwijs. Er is uiteraard een cruciale voorwaarde, namelijk een pc en een internetaansluiting.
Minister, u hebt in deze vergadering breed applaus gekregen voor het project dat u samen met de Koning Boudewijnstichting en met Digital for Youth uit de grond hebt gestampt, namelijk tienduizend laptops. We hebben ondertussen gezien dat de vraag vele malen groter is dan die tienduizend en dat het nog enige tijd zou kunnen duren vooraleer alle kinderen die het het meeste nodig hebben, over een laptop zouden kunnen beschikken. Minister, mijn vraag is heel eenvoudig: welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat alle leerlingen op tijd die laptop kunnen bezitten, want alle leerlingen hebben recht op leren?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik had een vraag gesteld naar hoe u de opstart van de economie, de voorzichtige exitstrategie, zou combineren met onderwijs, want de twee hangen natuurlijk samen. Maar wij hebben tien minuten voor de vergadering al meteen uw standpunt mogen ontvangen, dus zal ik mijn vraag herformuleren.
Preteaching is geen evidentie. Als ouders – via gelekte nota's – het vooruitzicht krijgen dat ze mogelijk opnieuw aan de slag zouden gaan, dan moeten ze met hun kinderen iets kunnen aanvangen. Het onderwijs heeft als eerste taak om kinderen op te leiden, kennis en vaardigheden bij te brengen, maar het is natuurlijk ook een deel opvang. Ouders kunnen niet thuis leraar spelen en tegelijkertijd gaan werken. Dat gaat niet. Om nog maar te zwijgen over de bijkomende stress die preteaching op heel wat gezinnen legt, zeker op precaire gezinnen. We vernemen dus het standpunt dat de scholen mogelijk zouden opengaan.
In het vorige debat met minister Crevits heb ik aangehaald dat in een crisis het van kapitaal belang is om perspectief te bieden en een duidelijk traject af te spreken zodat mensen weten waaraf en waaraan. Als ik vandaag probeer om thuis mijn kind les te geven, zoals 1 miljoen ouders in Vlaanderen dat proberen te doen, en ik verneem dat de school van mijn kind mogelijk open zal gaan vanaf 15 mei, moet ik dan naar mijn werknemer bellen om te zeggen dat ik mogelijk vanaf 15 mei opnieuw ga werken? En moet die werknemer dan mogelijk naar zijn leverancier of zijn klanten bellen dat hij mogelijk op 15 mei weer actief zal worden?
Minister, ik begrijp dat het zeer moeilijk is. Het is enorm moeilijk, dat beseffen we allemaal. Het is verleidelijk om snel met nieuwe informatie te komen waar iedereen naar hunkert. We weten ook dat het volledig opengooien van alle scholen niet mogelijk is. U hebt in uw standpunt duidelijk gemaakt dat dat niet de bedoeling is, waarvoor dank, en dat u mee stapt in een dynamiek van een stappenplan, waarvan wordt aangekondigd dat de Nationale Veiligheidsraad dat naar buiten zou brengen.
Minister, het is ‘eieren of jong’. Ik denk dat we misschien vandaag al een beetje, maar vrijdag zeker nog meer duidelijkheid moeten geven, ook aan de scholen: wie gaat open, wanneer en waarom?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, dag drie van preteaching. Ik heb de voorbije dagen met heel wat leerkrachten en ouders gesproken en er loopt toch nog van alles mis. Leerkrachten hebben het gevoel dat ze er alleen voor staan. Smartschool crasht. Ik vind het bizar dat leerkrachten zelf een computer met een camera moeten kopen om hun werk te kunnen doen. En voor ouders is het ook niet evident want probeer maar thuis te werken als je kind elke twee minuten komt vragen hoe je weer precies moet aanloggen op Bingel.
Om nog maar te zwijgen van al die ouders die vandaag aan de slag zijn, die hard aan het werken zijn in een van de essentiële beroepen. Die hebben natuurlijk ook kinderen. Die kinderen krijgen vanaf maandag nu ook schoolwerk, maar die zitten in de opvang. Is er begeleiding in de opvang voor het schoolwerk dat zij moeten doen? En dan zijn er nog al die kinderen van wie de ouders zelfs helemaal niet kunnen helpen, omdat ze amper weten welke problemen ze eerst moeten oplossen, kinderen in heel kwetsbare thuissituaties, kinderen zonder computer, kinderen met wie leerkrachten al wekenlang geen contact meer hebben gehad en die hopeloos achterop dreigen te hinken.
Preteaching, nieuwe leerstof, we begrijpen dat. Het klinkt in theorie en in een persbericht ook goed, maar we maken ons een beetje zorgen dat u niet genoeg rekening houdt met de realiteit. Er is onvoldoende ondersteuning voor leerkrachten. Er is ook geen algemeen plan van aanpak om de kinderen die vandaag niet worden bereikt, te bereiken. De meeste van de beloofde computers zijn nog altijd niet geleverd. Ik hoor dat scholen nu ook de boodschap krijgen dat er sowieso niet voldoende laptops zullen zijn.
Minister, bent u het met mij eens dat het systeem van preteaching op dit moment te veel vraagt van ouders en leerkrachten en dat een hele grote groep leerlingen uit de boot valt en hopeloos achterop dreigt te geraken?
Minister Weyts heeft het woord. U hebt acht minuten.
Er waren verschillende vragen. Ik zal proberen binnen acht minuten te antwoorden, maar de kans lijkt me klein.
We hebben de verantwoordelijkheid op ons genomen om namens het onderwijsveld een advies te leveren aan de Nationale Veiligheidsraad, en dat in samenspraak met virologen. Wie zijn ‘we’? Het onderwijsveld. Dan spreek ik over een veertigtal verschillende partners. Ik denk dat ik mag zeggen dat het volledige onderwijsveld gevat is, met alle gevolgen van dien inzake vertrouwelijkheid en efficiëntie van vergaderingen.
We hadden de ambitie om te komen tot één breed gedragen advies en we zijn daar ook in geslaagd. Dat is op vraag van het onderwijsveld ook gecommuniceerd. Waarom? Niet alleen als gevolg van de veelheid aan partners en partijen aan tafel, maar omdat er vandaag een vroegere nota is gelekt aan de andere kant van het land met een ander scenario. Dan kunnen wij niet zeggen dat we dat niet volgen, want wat volgen we dan wel, terwijl daarover is samengezeten met veertig partijen? Ik ben dan ook ingegaan op de vraag van de mensen uit het onderwijsveld om daarover te communiceren. Men mag toch ook enige duidelijkheid hebben over datgene wat wij vanuit onze eigen bevoegdheid adviseren aan de Nationale Veiligheidsraad.
Het was een huzarenstukje om overeenstemming te bereiken over alle modaliteiten inzake de opstart en er zijn zelfs twee draaiboeken volledig uitgewerkt met betrekking tot veiligheid en pedagogische richtlijnen. We hebben dag en nacht gewerkt. Dit is ons ook in dank afgenomen door de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES), die het hebben herwerkt in hun advies en begeleiding ten aanzien van de andere gemeenschap.
Ben ik er nu vrolijk over dat die opdracht is geslaagd? Neen, verre van. Het is een verschrikkelijk moeilijke beslissing, omdat we keuzes moeten maken. Maar het is niet omdat een beslissing moeilijk is, dat we die voor ons uit mogen schuiven. Dus, we hebben zelf onze verantwoordelijkheid genomen en dat zal ons tonnen kritiek opleveren. Het zal te laat zijn en te vroeg. Het zal te weinig en te veel zijn. En iedereen heeft gelijk, omdat we keuzes moeten maken, omdat we constant een afweging moeten maken.
Als je door de veiligheidsmaatregelen enkel gefaseerd scholen kan openen, hoe kies je dan de onderwijsniveaus, de leerjaren? Daarvoor hebben we eigenlijk een soort van weegschaal gebruikt waarbij we altijd trachten een optimaal evenwicht te vinden tussen enerzijds de pedagogische nood, de nood voor een leerjaar om directe instructies te krijgen via les van de leerkracht, en anderzijds de extra risico's op het vlak van besmetting die dat met zich mee zou kunnen brengen. Voor de ene groep is het besmettingsrisico veel groter. Het zesde jaar secundair onderwijs bijvoorbeeld vormt niet alleen een probleem op het vlak van besmetting ten aanzien van de leerkracht, maar ook onderling. Dat zijn volwassenen. Dat is iets heel anders, verhoudingsgewijs, dan de besmettingsgraad bij kleinere kinderen, maar daar zitten we dan meer met het probleem van de social distancing.
We hebben daar voortdurend afwegingen gemaakt en zo zijn we tot effectieve keuzes gekomen. En het zijn moeilijke keuzes. Ik word er niet vrolijker van. Dit is niet het ideale, dit is het mogelijke.
Zo zijn we tot het concrete voorstel van vrijdag 15 mei gekomen. Waarom die dag? Niet omdat het de dag is na het naamfeest van de heilige Corona. Maar zo kunnen we alvast één dag proefdraaien en dan remediëren in het weekend. De week nadien zijn er maar drie echte lesdagen en hebben we een buffer om te kunnen aanpakken.
Gelet op de afweging die we voortdurend moeten maken tussen enerzijds veiligheidsrisico's en anderzijds pedagogische noden, hebben wij heel nauw samengewerkt met de GEES. Ik heb heel veel gecommuniceerd met mevrouw Erika Vlieghe en onze diensten hebben heel goed samengewerkt, tot ieders tevredenheid. Ook wat we nu voorleggen, is een advies dat de goedkeuring krijgt van mevrouw Vlieghe.
Het is een afweging, het is het mogelijke. In eerste instantie vertrekken we vanuit de veiligheid voor leerkrachten en leerlingen. We hebben een heel draaiboek uitgewerkt, waarbij we ook de perimeter bepalen. Er mogen maximaal een tiental leerlingen aanwezig zijn per klas. We bepalen de afstand en de bufferzone ten opzichte van de leerkrachten, heel gedetailleerd.
Ook op pedagogisch vlak hebben we een draaiboek volledig uitgeschreven. We kiezen ervoor – aangezien we nu eenmaal keuzes moeten maken – om het zesde leerjaar van start te laten gaan, omdat dat het allerbelangrijkste schakeljaar, overgangsjaar is. Daarbij adviseren we om te starten met maximaal twee volle of vier halve dagen per week en het verder te coveren met afstandsonderwijs. Ook het eerste en het tweede leerjaar mogen van start gaan, omdat dat kritische jaren zijn, waarin de basis wordt gelegd voor alle verdere kennisverwerving. Zij mogen starten met vier volle lesdagen. Tot slot hebben we gekozen voor het zesde jaar secundair onderwijs, omdat dat natuurlijk een cruciaal overgangsjaar is, naar de arbeidsmarkt of naar het hoger onderwijs.
We geven ook het advies mee dat we de werking al na één week zouden evalueren: is het praktisch allemaal mogelijk, hoe is het gelopen? Vervolgens zouden we bekijken of we ruimer kunnen gaan en of we kunnen overgaan tot een heropening met een focus op het kleuteronderwijs, de scharnierjaren van het tweede en vierde jaar secundair onderwijs en de praktijkgerichte opleidingen in het secundair onderwijs. We zullen dus nagaan of we bijkomende scholen en/of leerjaren kunnen openen.
Dit is een heel zware en moeilijke beslissing. Ik assumeer elke kritiek daarop. Maar het is wel een verantwoordelijke beslissing die we nemen. Het is een advies, maar breed gedragen. We hopen dat de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap zich kunnen terugvinden in deze algemene lijnen, zoals eigenlijk vooraf voorgespiegeld.
Ik ga in op de vragen rond de laptops en de preteaching. Wat de laptops betreft, hadden wij met Digital For Youth de ambitie geuit om 10.000 laptops te kunnen verzamelen. We hebben een overdonderende vraag gekregen, namelijk naar 18.000 laptops. Ik heb gewerkt met de vzw Digital For Youth. Het is niet toevallig dat we hebben gekozen voor een vzw. Ik wilde namelijk snel schakelen, en via die vzw dienden we ons niet te beroepen op de wet op de overheidsopdrachten. Als we dat als overheid zelf in handen wilden houden, dan moesten we natuurlijk publiceren en de wet op de overheidsopdrachten volgen. In dat geval waren we nu zelfs nog niet begonnen met de gunning, laat staan met de levering. We hebben dus geprobeerd om daar zo snel mogelijk in te gaan. En ja, er zijn soms wat leveringsproblemen. Er is coronahinder voor iedereen. Maar ik vind de cijfers nog altijd indrukwekkend. Het was een gigantische logistieke operatie. Men heeft mij gegarandeerd dat er tegen het eind van deze werkweek, tegen vrijdag, 5000 laptops geleverd zullen zijn.
Ik vind dat toch al straf. Ik geef u de cijfers: er zijn er 3500 vertrokken, er zijn er 5278 verwerkt, wat wil zeggen dat die klaar liggen voor verzending, en we hebben al 12.700 gebruikte laptops ingezameld. Rekening houdend met een uitval van ongeveer 20 procent, gaan we die doelstelling van 10.000 laptops dus wel halen. We moeten alleen zien dat we ze zo snel mogelijk kunnen verspreiden, maar daar kampen we natuurlijk met dezelfde hinder waar iedereen die een activiteit uitoefent in dit land, mee kampt.
Maar ik heb hier nog nooit vragen over gehad. Nog nooit heb ik in precoronatijden de vraag gehad of daar een probleem is. Want je moet weten dat 97 procent van het secundair onderwijs met Smartschool werkt. Ook toen waren er al enkele procenten die niet met Smartschool konden werken. We hadden daar misschien eerder op moeten reageren, dat is juist. Maar laat dit dan een positief gevolg zijn van deze coronacrisis. Er vloeien ook positieve, structurele gevolgen uit voort: we willen er uiteindelijk met z’n allen voor zorgen dat elk kind dat in Vlaanderen school loopt, ten minste toegang heeft tot een pc of laptop. Dat zou een mooi gevolg kunnen zijn van deze crisis.
Wat Smartschool betreft, is die oproep massaal gevolgd. Leerkrachten hebben het beste van zichzelf gegeven en hebben lesinhoud gecreëerd met filmpjes, grafieken en bijlagen allerhande – heel zware bestanden – en met heel veel streams. Daardoor is het Smartschoolplatform onder druk komen te staan, maar het is bij mijn weten niét gecrasht. En voor meer dan de helft van de scholen is het ook perfect gelopen; zij ondervonden niets van de hinder. Stel dat dus niet zo negatief voor. Het is inderdaad een succes, omdat de leerkrachten zo fantastisch hun best hebben gedaan, en zulke zware bestanden met lesinhoud allerhande hebben gemaakt. Ik vind dat we op dat vlak goed werk hebben geleverd met het hele onderwijsveld.
En ja, die kinderziektes moeten er inderdaad uit. Daar ben ik het volledig mee eens. Maar ik heb ook in 200.000 euro voorzien voor Smartschool, want die kinderziektes moeten eruit. En dat zal ook wel gebeuren. Dit is een gigantische operatie die we hebben opgestart, met kinderziektes en wat hinder, maar volgens Smartschool is de hinder beperkt gebleven tot een uur, met daarna wat vertraging. Dat is wat het is. Dat zou niet mogen gebeuren, omdat daar toch enige expertise en ervaring aanwezig is, maar bij Smartschool zeggen ze dat hun platform qua activiteit is verveertigvoudigd, en op één dag verdubbeld. Dat brengt dan inderdaad wat moeilijkheden met zich mee, maar ze doen allemaal hun uiterste best.
En dat is ook de boodschap die ik wil meegeven: we doen allemaal ons uiterste best. Mijn administratie en mijn diensten zijn dag en nacht aan het werken. En alle beslissingen die we nemen zijn vatbaar voor kritiek; alles ligt gevoelig. Maar we nemen wel die beslissingen en we nemen onze verantwoordelijkheid.
Minister Weyts, ik ga toch even recapituleren. Er worden vandaag 150.000 leerlingen niet bereikt met lesgeven. In een stad als Antwerpen is dat een op de drie. Er is een enorm tekort aan laptops. Begin deze week waren er 17.000 leerlingen die moesten starten met preteaching zonder laptop. En dan nog: een laptop is geen leerkracht. Wij vragen vandaag aan de ouders om hun kinderen te ondersteunen en dat is allemaal niet gemakkelijk. Ik krijg berichten van ouders die vakantie beginnen te nemen om hun kinderen les te kunnen geven. Er zijn ouders die eens goed moeten slikken als ze het handboek fysica zien van hun zoon of dochter waaruit ze moeten lesgeven.
Experten zeggen al van in het begin van deze crisis dat je niet enkel in onlinemateriaal moet voorzien. Je moet ook voor buddy’s en bijlessen zorgen. En ik zie dat niet goed komen. Daarom hebben wij zelf onze verantwoordelijkheid genomen: we hebben ondertussen meer dan tweehonderd leerkrachten samengebracht om leerlingen bijles te geven die vandaag door de mazen van uw net glippen. Maar het is uw verantwoordelijkheid, minister, om de mazen in dat net eindelijk eens te dichten.
Want u zegt al ongeveer drie weken hetzelfde over die laptops. U zegt dat u snel schakelt, maar u schakelt niet. U hebt vorige week gezegd dat we er volgende week niet zouden geraken, en deze week hebben we vastgesteld dat we er niet geraakt zijn. Ik vind dat een zeer vreemde houding voor een minister.
Hoe gaat u voorkomen dat tienduizenden leerlingen op het einde van dit jaar niet zullen slagen of slechte punten zullen behalen op hun examen omdat ze zich niet goed hebben kunnen voorbereiden? Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze coronacrisis vooral voor sociaal zwakkere leerlingen geen onderwijscrisis wordt?
Minister, wij voelen allemaal goed aan dat het een kwestie van capaciteit is. Wij bevinden ons vandaag met heel wat organisaties in de frontlinie: woonzorgcentra, lokale besturen … Er worden van ons ongewone dingen verwacht in de strijd tegen het coronavirus. Lokale besturen moesten op één dag grensovergangen sluiten, woonzorgcentra zitten met personeelsproblemen. Het is vaak de capaciteit die iedereen doet kreunen bij het aangaan van die strijd.
Zo ook in het onderwijs. Wij blijven u maximaal steunen om het absoluut noodzakelijke project van de laptops te kunnen realiseren. Maar ik stel mij ernstige vragen bij de capaciteit om dat op zo kort mogelijke tijd te doen. Ik denk dus dat u daar niet een maar twee tanden bij moet steken, om voldoende mensen beschikbaar te hebben om die laptops klaar te maken en om ze verdeeld te krijgen bij de leerlingen die ze nodig hebben.
Minister, hebt u zicht op de capaciteit van Digital for Youth? Wat kunnen zij op één dag klaarmaken? Hebt u op dat vlak ook contact gehad met de lokale besturen? Er zijn ondertussen heel wat initiatieven in Vlaanderen om laptops in te zamelen ten behoeve van de kinderen die het nodig hebben.
Minister, dank voor de toelichting en voor de grotere duidelijkheid op alvast een aantal punten, onder andere over het waarom van het eerste, het tweede en het zesde, en ook het zesde middelbaar. Want daarover komen straks natuurlijk weer vragen: zijn die van drie en vier en vijf dan minder besmettelijk, enzovoort? Maar goed, dat is om de capaciteit en de distancing te kunnen realiseren.
Maar het brengt natuurlijk een tweede vraag met zich mee. Hoe moet je je als ouder organiseren als je kind halftijds naar school gaat? Zo krijg je opnieuw die cascade. Ik heb dat aangehaald: onderwijs is een cruciale schakel in het geheel. Daarom heb ik gezegd dat duidelijkheid en perspectief nodig zijn. Ik vrees dat dit enkel een goede poging is. U hebt gezegd dat u ermee naar buiten bent gekomen om een lek te counteren, omdat anders nog meer verwarring zou zijn ontstaan. Maar opnieuw: wat met bijvoorbeeld kleuters? Heel veel ouders hebben kleuters, of kinderen deels in de school en kleuters. Gaan die dan naar de opvang? Zal dat geen toevloed veroorzaken in de opvang? Hoe zit het dan daar met distancing?
Minister, ik vrees dat het plan dat u hebt voorgesteld – althans voorlopig in de communicatie – slechts voor een deel duidelijkheid biedt, maar nog onvoldoende om de broodnodige perspectieven te krijgen waarnaar wij zo hunkeren voor al die werkende en andere ouders die vooruitzichten willen krijgen.
Ik heb nog een laatste punt. Ooit was er eens een staking van de leerkrachten die drie maanden duurde. Alle leerkrachten: het hele land lag plat. Toen waren er kinderen die drie maanden lang vakantie hadden. Dat was echt vakantie. Dat was niet coronagewijs, met preteaching en afstandsleren. Er was geen internet. Dat is ook geen verloren generatie gebleken. Ik wil er niet voor pleiten om dat meteen zo in te voeren, maar ik wil wel benadrukken dat we op een bepaald moment echt een knoop zullen moeten doorhakken, zodat het voor iedereen wél duidelijk wordt waar we aan toe zijn.
Minister, u had het vooral over de exitstrategie. We vinden het allemaal heel spijtig dat de communicatie daarover weer slecht verloopt. Maar mijn vraag ging over vandaag, over de preteaching. 15 mei, dat is nog drie weken. We zien dat er vandaag van alles misloopt. We hebben nood aan concrete oplossingen, op dit moment. Die concrete oplossingen zijn er. Ik zie mijn collega Lalynn Wadera, schepen van Onderwijs in Leuven, die erin is geslaagd om vorig weekend al meer laptops uit te delen dan u op dat moment via uw project. Dat lukte haar omdat ze samenwerkt met ICT-coördinatoren, met lokale scholen, met vrijwilligers. Dat werkt. Die nood aan laptops zal blijven bestaan. U zult er echt over moeten nadenken hoe u daar verder mee aan de slag gaat.
Hetzelfde met de jongeren die onder de radar zijn verdwenen. Drie weken, dat is te veel. In Antwerpen werd een project opgestart met het OCMW, met het jeugdwerk, met de scholen, om heel proactief contact te leggen met die jongeren. We kunnen ons die drie weken niet permitteren.
Minister, wat gaat u nu, vandaag, doen om concreet met dat soort oplossingen aan de slag te gaan en zo echt het verschil te maken voor dat soort jongeren?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, er moet mij toch iets van het hart. Ik hoor collega D’Haese zeggen dat hij tweehonderd leerkrachten moet inzetten omdat die andere leerkrachten, die zo hard hun best doen, het niet goed doen. Mijnheer D’Haese, bij mij in het dorp rijden leerkrachten rond met de fiets om bundels in de bussen te steken. Preteachen gebeurt niet alleen met de computer.
Op een laptop kun je ook typen, maar wanneer je op YouTube naar lessen wilt kijken, kan dat ook op PlayStation, Wii, smart-tv, tablet en smartphone. Er zijn veel meer mogelijkheden, en een daarvan is meestal wel in een gezin aanwezig. De laptops en computers uit de school zelf kunnen ook worden ingezet. Doe nu dus niet alsof u het broddelwerk van die mensen uit het onderwijs moet rechttrekken. Het is echt onwaarschijnlijk dat u dat hier durft te beweren.
De draaiboeken zijn net binnengevallen bij Schooldirect. Ik raad u allemaal aan om die draaiboeken eens te bekijken, die zijn echt heel interessant. Daarmee zijn natuurlijk niet alle vragen opgelost – we hebben ons ook nog nooit in een dergelijke situatie bevonden – maar we kunnen wel al een heel aantal zaken aanpakken.
Wanneer die platformen niet werken, dan zorgt dat voor frustratie, absoluut, maar wat is het alternatief? Niets? Dan pas, zoals de heer Schiltz zegt, is er inderdaad geen onderwijs meer.
De heer Laeremans heeft het woord.
Het ei waarop wij allemaal zaten te wachten, is eindelijk gelegd. Ik begrijp dat u als gevolg van dat lek vanmorgen hebt beslist om dat voorbarig bekend te maken. Als lid van de commissie Onderwijs zou ik in elk geval graag dat document krijgen. Het zal misschien te kort dag zijn om dat morgen te bespreken, maar misschien kan samen met de commissievoorzitter worden bekeken of dat zinvol is. Ik wil dat graag krijgen om de details te kunnen bekijken.
Smartschool heeft enorm zijn best gedaan; ik heb er de afgelopen jaren ook mee leren werken. Met een kleine speler – een kleine kmo – hebben zij toch enorm veel bandbreedte gekregen, maar het was wel te verwachten dat de capaciteit van hun servers niet zou volstaan. Kan er ook worden gekeken naar andere experimenten met Google Chrome? In mijn oude school bijvoorbeeld, met 1300 leerlingen, heeft iedereen een laptop, een ander soort, wat online werkt. Dat systeem werkt perfect en al die leerlingen zijn dus mee. Misschien moet men eens gaan kijken naar de ‘good practices’ zoals dat in het Engels heet, naar het goede praktijkvoorbeeld in het Sint-Theresiacollege in Kapelle-op-den-Bos, want ik denk dat dit ook de goede richting is.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Wat die heropstart betreft, is dat lek misschien een handig excuus, maar het is voor mij absoluut geen excuus om vandaag te communiceren. Dat was echt niet nodig en u kon perfect wachten tot vrijdag en de bijeenkomst van de Nationale Veiligheidsraad om met een eendrachtig standpunt naar buiten te komen. Ik vermoed dat u daar geen behoefte aan hebt en dat u het interessanter vindt om verschillen uit te vergroten. Ik vind dat jammer in coronatijden en ik vind die eendracht en die duidelijkheid, en ook het feit dat er geen speculatie en chaos zou zijn tot vrijdag, te verkiezen boven die communicatie vandaag.
Wat de computers betreft, zegt u dat nog niemand hebt gehoord. We hebben echter al heel vaak, voor de coronacrisis, het tekort aan ICT-middelen aangekaart. Weken geleden hebben we al gezegd dat er te weinig laptops zouden zijn en dat het onmogelijk was om die tijdig te leveren. Nu blijkt dat heel wat scholen gisteren pas van u te horen hebben gekregen of er op hun vraag over het aantal laptops zal kunnen worden ingegaan. Voor velen was het antwoord dat het niet zal lukken en dat ze toch een andere piste zullen moeten bewandelen. De preteaching is begonnen. Wanneer zal iedereen zijn laptops hebben? Wanneer deze fase achter de rug is? Dit is absoluut geen goed beleid, er waren nog andere vzw’s en u had dat anders moeten aanpakken. Het loont nog altijd de moeite om extra te investeren in computers.
We willen zoveel mogelijk leerlingen bereiken met onze preteaching, en ik heb alles gedaan om de mazen in het net zo klein mogelijk te maken. We hebben dat onder meer gedaan via de campagne over de laptops. Ik heb daarnet een beetje onderdreven, het zijn er 5800 in 186 scholen tegen eind deze week. Om dat in deze tijden logistiek klaar te spelen, vind ik niet slecht.
En twee, het zal ook een blijver worden, omdat er door die oproep en door de media-aandacht nu verschillende bedrijven geconnecteerd zijn met de vzw. En die bedrijven blijven natuurlijk ook constant laptops boekhoudkundig afschrijven. Zo'n laptop is boekhoudkundig afgeschreven na drie jaar. Er is dus een permanente stroom van gebruikte laptops die kunnen worden gebruikt en hergebruikt. Dat is een positief gevolg, waardoor ik denk dat we onze ambitie om elk kind dat in Vlaanderen schoolloopt te voorzien van een laptop of pc, kunnen realiseren.
Maar er zijn andere mogelijkheden. Mijnheer Daniëls, mijn zoon volgde voorheen Smartschool op zijn smartphone. Ik begreep dat niet en ik geef toe, hij had zelfs geen laptop. Hij heeft er nog maar recentelijk een gekregen en dat was omdat ik dat hier vorige keer heb gezegd; dat was hem opgevallen en dat heeft me dan iets gekost.
Er zijn natuurlijk alternatieven. In de richtlijnen van Schooldirect voor de paasvakantie werd gevraagd aan de leerkrachten om deze tijd ook te gebruiken om de kinderen die ze nog niet hebben gehoord, te contacteren, te bellen of te schrijven. Het systeem van Smartschool is zo slim dat je kunt zien wie zich niet aanmeldt, wie er geen gebruik van maakt. Je weet dus wie je pappenheimers zijn en waar je ze moet gaan zoeken.
Heel wat scholen zorgen voor een bedeling van papieren taken of lesinhoud, maar er zijn er ook heel veel – ook deze week in het kader van preteaching – die afhaalmomenten organiseren. Een specifiek moment afspreken met ouders kan ook. De Veiligheidsraad heeft vorige week de beslissing genomen dat verplaatsingen in het kader van preteaching worden beschouwd als essentiële verplaatsingen. Dat is goed, want daarvoor waren er incidenten met leerkrachten die zaken per fiets of per auto ronddeelden en die werden tegengehouden en geverbaliseerd door de politie, omdat het geen essentiële verplaatsing was. Dat euvel is nu van de baan.
We hebben uiteindelijk aan de scholen gevraagd om als diegenen die ze bellen of schrijven of mailen, niet antwoorden, gebruik te maken van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) of buurtnetwerken, zodat die uiteindelijk op de deuren gaan kloppen met de melding: wij horen niets van uw kind, neem uw ouderlijke verantwoordelijkheid.
Het is een fijnmazig systeem, maar er zullen er nog altijd door vallen. Dat betreur ik uitermate, maar ik probeer de mazen zo fijn mogelijk te houden. Alle suggesties om de mazen nog fijner te maken, zijn welkom. Dat kunnen we met z'n allen doen.
Wat het voorstel betreft dat nu op tafel ligt, ik wou natuurlijk ook wel verder gaan, absoluut, en velen aan tafel, maar we moeten natuurlijk ook de virologen mee hebben. Ik kan toch niet communiceren: ‘ja, we gaan de scholen voor de helft opendoen’, terwijl de virologen zeggen: ‘Nee, dat is gevaarlijk.’ Wat zou er dan gebeuren, zeg? Ik zou geen leerkrachten hebben en ik zou geen leerlingen hebben. Dat wou ik dus niet doen.
Mevrouw Meuleman, u zegt dat ik de verschillen uitvergroot. Wij zijn er verdorie in geslaagd om met veertig onderwijspartners en met de virologen één advies naar voren te schuiven, niet het ideale, maar het mogelijke. Ik vind dat niet bepaald getuigen van verdelende capaciteiten, maar misschien van het tegenovergestelde. We hebben daar fantastisch werk geleverd, al zal het vatbaar zijn voor kritiek. Er is nu duidelijkheid voor een beperkte groep, maar voor meer mochten we niet, konden we niet. Dat betreur ik, maar niet beslissen, dat was geen optie.
Minister, ik ben heel blij dat u een laptop hebt kunnen kopen voor uw zoon, maar beseft u dat heel veel ouders dat vandaag niet kunnen, computers aankopen voor een kind, voor twee kinderen, voor drie kinderen? De kloof tussen uw woorden in het parlement en de situatie op het terrein is zo onwaarschijnlijk groot.
U zegt hier: ‘goed werk, indrukwekkende cijfers, succes’. Intussen zegt u ook dat er in de helft van de scholen problemen zijn om op te starten. Dan verwijt u ons dat wij negatief zijn. Het is de derde dag van de preteaching en de problemen zijn allesbehalve van de baan. De platformen blijven vastlopen. Tegen het einde van de week zullen we iets meer dan een vierde van de jongeren zonder computer bereikt hebben. Wel, als u vraagt naar voorstellen, dan is mijn concreet voorstel – en ik heb het daarover al in het begin van mijn vraag gehad, maar ik krijg daar geen enkel concreet antwoord op – dat u bijlessen en buddysystemen organiseert om die leerlingen vooruit te helpen.
Mijnheer Daniëls, uiteraard geven de leerkrachten het beste van zichzelf. Leerlingen vallen vandaag ook door de mazen van het net, of wilt u dat misschien ontkennen? Dat is niet de schuld van de leerkrachten, maar van het beleid dat hier wordt uitgerold.
Kunt u afronden?
Ja, wij nemen dan onze verantwoordelijkheid. Wij spreken leerkrachten aan die de mensen die door de mazen van het net vallen, verder willen helpen, want die mazen van het net moeten kleiner worden. U zegt dat het net erg fijnmazig is, en toch glippen er 150.000 leerlingen door, dat is 15 procent van het leerlingenbestand.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u, minister. Ik blijf nog zitten met mijn vraag over de kleuters. Is er kleuteropvang voorzien voor ouders van wie een deel van de kinderen naar school zal kunnen gaan of moet gaan? Is hiervoor voldoende capaciteit?
U zegt dat u liever meer klassen had opengesteld, maar dat de virologen daarin moeten meegaan. Dat is natuurlijk exact wat er in de Nationale Veiligheidsraad gebeurt, want daar zitten politiek en expertise samen. U zegt dat professor Vlieghe de boodschap waarmee u naar buiten bent gekomen, heeft gevalideerd. Dat was om een ander lek te dichten. Zo wordt het echter allemaal wel heel moeilijk. Als de Nationale Veiligheidsraad naar buiten treedt, dan weten we dat er op basis van de adviezen van de virologen een beslissing is genomen. Dat is helder en duidelijk. Daarom blijf ik nog een beetje op mijn honger zitten.
Ik kan niet genoeg benadrukken dat de kloof tussen capabele leerlingen die thuis goed ondersteund worden en andere leerlingen die in moeilijke situaties verkeren, groot zal worden. Er wordt bovendien een enorme druk gelegd op ouders die nu thuis hun kinderen les moeten geven. Ik hoop dat we hier zo snel mogelijk meer duidelijkheid in scheppen.
Met alle respect, minister, u zegt hier dat u al het mogelijke hebt gedaan, maar dat klopt gewoon niet. Ik begrijp niet waarom u nog altijd niet hebt beslist om zelf te investeren in laptops. U blijft een beroep doen op de caritas van bedrijven, terwijl er in het beleidsdomein Welzijn wel eigen tablets worden aangekocht.
Waarom hebt u niet samengezeten met de lokale besturen? De schepenen hebben nog altijd niets van u gehoord, terwijl er op het terrein heel veel goede dingen gebeuren om in samenspraak met de lokale partners, het OCMW en het jeugdwerk in kaart te brengen waar die jongeren zich bevinden en om met hen contact te leggen. Dat is wat er uiteindelijk moet gebeuren.
Ik blijf ook met mijn vraag zitten over wat er nu moet gebeuren met de kinderen van ouders die vandaag aan het werk zijn. Zij zitten in de opvang. Het is totaal niet duidelijk of zij wel begeleiding krijgen bij het opvolgen van hun schoolwerk. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat die kinderen de dupe worden van het feit dat hun ouders aan de slag zijn?
Het is voor ons een feit dat er vandaag nog altijd te veel kinderen aan hun lot worden overgelaten. Ik geef u huiswerk om daar de volgende drie weken nog keihard aan te werken.
De actuele vragen zijn afgehandeld.