Report plenary meeting
Report
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, mag ik vragen om deze actuele vraag samen te voegen met de volgende actuele vragen, want ze gaan allemaal over het exitscenario. Anders moet ik mezelf herhalen.
Minister Weyts, u hebt die vraag al aan mij gesteld. Ik heb heel duidelijk gemaakt dat de actuele vraag van collega Laeremans veeleer gaat over de interministeriële conferentie en het verschil in aanpak tussen de verschillende gemeenschappen. Ik kan me vergissen, maar dat is niet exact hetzelfde als de actuele vragen die daarop volgen. Daarover beslissen jullie, maar ik had al nee gezegd.
Laten we ons gewoon aan de volgorde houden, want anders gaan we die volgorde beginnen te betwisten. Het zal dan een kort antwoord zijn, minister Weyts, en dat is uw volste recht.
Ik wil wel aan alle vraagstellers aan minister Weyts vragen om zich te houden, niet letterlijk en woordelijk, aan de actuele vraag die u hebt ingediend. Als u denkt dat de vraagsteller voor u ook een belangrijk aspect heeft aangeraakt, begin daar dan niet op te focussen, want anders heeft minister Weyts wel meer dan een punt.
Zullen we dan in herhaling vallen? Ik denk het wel, maar dat kan ook niet anders met zoveel verschillende vragen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik kan in ieder geval niet in herhaling vallen na wat collega Ronse heeft gezegd.
Collega's, we moeten starten met een groot dankuwel aan alle leerkrachten en directies voor de preteaching die of het aanloopleren dat ze mogelijk hebben gemaakt. Ik heb heel knappe zaken gezien. Het is het grootste onderwijsexperiment – ik zeg dat met groot respect voor de leerkrachten – dat we ooit hebben gedaan in Vlaanderen. Ook respect voor de ouders om het te organiseren, te motiveren, achter de veren te zitten, maar ook soms te reclameren. Dat is wellicht het beeld in de meeste Vlaamse gezinnen.
Collega's, in het onderwijsveld en ook bij de leerkrachten is er een drang om toch maar opnieuw te starten, omdat ze voelen dat ze met het aanloopleren toch niet alles kunnen doen wat ze willen doen. Er worden regelmatig vragen gesteld zoals: gaan er nu geen kloven komen tussen leerlingen met dat aanloopleren? Ja, als we niks hadden gedaan, was die kloof wellicht nog veel, veel groter geweest.
Op 18 april vernamen we uit de media dat er een mogelijkheid zou zijn dat scholen zich langer zouden kunnen concentreren op effectief lesgeven en ook op evalueren. Vanuit onze fractie wil ik dit onderstrepen: evalueren is niet alleen een alles-of-nietsexamen, het is ook kijken waar leerlingen staan. In het woord ‘evalueren’ zit ook het woordje ‘leren’, controleren. Zowel voor het gewone leren, instructie, les, als voor het evalueren moet er voldoende tijd zijn.
Minister, ik heb begrepen dat u de mogelijkheid wilt bieden dat scholen begin juli ook nog kunnen delibereren en proclameren, niet omdat ze zogezegd niet zouden hebben gewerkt in de paasvakantie, absoluut niet – dat wil ik vanuit onze fractie onderschrijven –, maar wel dat dit mogelijk zou zijn. Kunt u daar iets meer toelichting over geven?
Minister Weyts heeft het woord.
U weet dat ik al een hele tijd en heel regelmatig samenzit met een heel breed onderwijsveld en met verschillende onderwijspartners. We bereiden ons maximaal voor op verschillende scenario's die zich kunnen aandienen, en we trachten zo ver mogelijk vooruit te kijken. Een van de scenario's is: wat met het einde van het schooljaar, wat met deliberatie en proclamatie?
Als we de kans hebben, zouden we dan niet de tijd die ons nog rest, maximaal besteden aan leren? Als we evalueren, kunnen we dat dan in de laatste week van juni doen? We kunnen desgevallend ook de mogelijkheid creëren dat scholen na 30 juni delibereren. Die mogelijkheid bestaat vandaag niet. We zouden decretaal dan een voorstel moeten maken waarin staat dat men op basis van lokaal overleg, met de leraars en de scholen zelf, die beslissing kan nemen. Dat is de enige optie die ik ter zake heb voorgesteld, en ik heb daarover al herhaaldelijk gesprekken binnen het onderwijsveld gevoerd.
Ik hoor u ten eerste heel duidelijk zeggen, en dat is niet onbelangrijk, dat het een keuze van de scholen is. Ze kunnen hiervoor vrijwillig opteren. We zeggen dus niet dat het zo moet.
Ten tweede leeft de vraag naar het maximaliseren van de resterende lestijd, zowel bij leerkrachten, leerlingen als ouders. Het spreekt voor zich dat dit op een veilige manier moet gebeuren. We moeten dit ook rechtszeker maken. In onze fractie, en ik denk ook bij de collega’s, bestaat er de bereidheid om dat decretaal te regelen zodat we niet allerhande beroepsprocedures over ons heen krijgen.
Ik heb nog een bijkomende vraag, minister. Als we de resterende tijd maximaal willen gebruiken, wanneer start die resterende tijd dan? Dat is natuurlijk de vraag van 10 punten waar we allemaal mee worstelen. Hoe kunnen we dit organiseren? Bestaat er daarnaast nog een mogelijkheid om proclamaties te organiseren? U sprak net over proclamaties, maar kunnen die wel plaatsvinden omdat er dan vele ouders en leerlingen in een zaal samenkomen.
Dank u wel, mijnheer Daniëls, om u zeker niet aan de regels te houden die ik net heb willen afspreken. U begint over een heel ander onderwerp, en dat beseft u goed genoeg.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Dat voorstel heeft voor bijzonder veel commotie gezorgd, en ik denk dat dat onnodig was. Heel wat leerkrachten zijn volgens mij bereid om nog een paar dagen in juli te komen delibereren en ook les te geven tot het einde van juni. Alleen was uw drang om te communiceren zo groot en van die aard dat het leek alsof die leerkrachten dit moesten doen als compensatie voor de lockdownvakantie die ze hadden gehad. De tweet van Miguel Wiels heeft daarbij zeker niet geholpen. Hij vond ook dat leerkrachten de hele tijd niets deden, dus dan moest de zomervakantie maar ingekort worden. Het resultaat was een hele storm. De vakbonden stonden op hun achterste poten, en niet onterecht, als je die hele communicatie te verwerken krijgt. Ik vind het een heel spijtige zaak dat dit zo is gelopen. Ik denk dat niemand zich au fond tegen dit principe verzet, maar de manier waarop er naar het onderwijs wordt gekeken, heeft voor heel veel reacties gezorgd. Leerkrachten hebben in de paasvakantie hun best gedaan, minister, en het is jammer dat u op die manier de vlucht vooruit wilde nemen en dat u niet eerst aan het draagvlak hebt gewerkt voor u hierover communiceerde.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik zie leerkrachten echt ongelooflijke dingen doen. Ze hebben deze paasvakantie keihard gewerkt om filmpjes op te nemen en online lessenbundels samen te stellen. Ik denk dat dat vooral bewijst dat leerkrachten het allerbeste willen voor hun leerlingen en best wel bereid zijn om ook in juli nog een paar dagen langer te werken voor de deliberatie, en dat al zeker in deze speciale tijden, maar laat hen dat zelf beslissen. Het probleem draait vooral rond uw communicatie. U kondigde dat plots zonder overleg met de sector aan. Dat kwam bij veel leerkrachten over alsof ze toch al genoeg vakantie hadden.
U zegt tegen ons dat u op een aantal van onze vragen nog niet kunt antwoorden omdat u rustig wilt overleggen. Daar heb ik alle begrip voor, maar dan moet u ook niet plots een paar ballonnetjes oplaten, want daar heeft niemand een boodschap aan.
De heer D’Haese heeft het woord.
Heel kort en gewoon om uzelf te citeren, minister: u zei in de commissie van twee weken geleden dat het heel belangrijk was om eerst het draagvlak te creëren en dan pas te communiceren. U zegt dat u over die maatregel hebt overlegd, maar als ik de leerkrachten en vakbonden hoor, was dat niet bepaald het geval. Ik zal niet in herhaling vallen, maar ik wil u absoluut oproepen om deze voluntaristische communicatie te stoppen, en om eerst te overleggen met de mensen op het terrein en dan pas te communiceren.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, ik moet zeggen dat uw suggestie om het schooljaar tot de eerste week van juli 2020 te verlengen ons wat heeft verrast. U hebt altijd de lijn aangehouden dat u in voortdurend overleg met de koepels en de vakbonden stond en dat er alleen zou worden gecommuniceerd over beslissingen, niet over standpunten of suggesties. Ik durf te veronderstellen dat dit ideetje niet per ongeluk is gelanceerd, als een soort loslippigheid, maar als een bewuste proefballon, omdat de vakbonden, met wie u allicht in gesprek bent geweest, niet bereid zijn om op een positieve manier in die richting mee te denken.
Het Vlaams Belang betreurt deze manier van werken en communiceren, maar we staan wel open voor uw suggestie. Uiteindelijk gaat het slechts om drie dagen meer in juli 2020 en op die manier kunnen we in het middelbaar onderwijs nog wat van de verloren lestijd inhalen.
Minister, waarom zou u de mening van de leerkrachten niet willen kennen? Zou u een online bevraging willen opzetten, waarop iedereen met zijn stamboeknummer kan inloggen om te zeggen of hij het er al dan niet mee eens is?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, mijn fractie gaat akkoord, op voorwaarde natuurlijk dat de scholen voldoende autonomie aan de dag kunnen leggen om dit mogelijk te maken, dat er sociaal overleg is en dat de noodzaak zich hiertoe leent. Misschien is dit afhankelijk van de wijze waarop de scholen de preteaching hebben aangepakt. We hebben bij de leerkrachten en de schoolteams in elk geval veel betrokkenheid gezien.
Ik durf al even naar 1 september 2020 te kijken. Hoe we het nieuwe schooljaar zullen starten is belangrijk. Ik vermoed dat 1 september dit jaar nog meer dan anders een belangrijke datum zal worden. We hebben het nu over het einde van het schooljaar, maar wij kijken alvast naar het begin van het nieuwe schooljaar, want daar zullen we heel wat tijd aan moeten besteden.
Mijnheer Laeremans, ik denk dat u me vorige week hebt opgeroepen tot meer communicatie en nu moet het minder communicatie zijn. Ik moest communiceren in de plaats van al die pedagogen en virologen. Standpunten evolueren. Dat geldt ook voor de mijne.
Ik denk dat er onnodig commotie is ontstaan. Dat was niet de bedoeling. Ik heb gewoon geantwoord op de vraag of die piste op tafel lag. Ik wil daar niet over liegen. Ik heb dat bevestigd. Ik vind het een goede piste en ik denk dat dit ook wordt gedeeld. Dit is al herhaaldelijk doorgesproken tijdens de vergaderingen met het onderwijsveld. Er is geen overeenstemming over, maar we kunnen de vakbonden niet verwijten dat ze op dit vlak op hun strepen staan. Uiteindelijk is dit opgenomen in ons postcoronadraaiboek. De violen zijn enigszins gelijkgestemd, maar het is uiteindelijk belangrijk, ook voor de bonden, dat de lerarenteams en de scholen zelf beslissen of ze dit praktisch kunnen organiseren. Dat lijkt me de evidentie zelve. Ik wil hier niet over liegen. Er is gezegd dat dit zonder overleg is gebeurd, maar ik herhaal dat er wel degelijk overleg is geweest. We hebben dit herhaaldelijk besproken.
Minister, ik wil nog eens onderstrepen dat zij die hebben rondgetoeterd dat het voor de mensen in het onderwijs een lockdownvakantie is, natuurlijk boter op het hoofd hebben. Zij hebben de mensen dat gevoel gegeven, maar ik heb niet het gevoel dat het in de zogenaamde paasvakantie een stille zaterdag voor het onderwijs was. Tijdens die stille zaterdag werd hard gewerkt. Veel leerkrachten en schooldirecties hebben voortgewerkt om vanaf afgelopen maandag een goed traject aan te bieden.
Ik vermeld nog even dat 30 juni 2020 een dinsdag is. Het is dus mogelijk het schooljaar te verlengen, niet voor lessen aan de leerlingen, maar voor deliberaties en proclamaties. Zo verliezen we geen kostbare lestijd vanaf de week voordien. Ik neem aan dat u er rekening mee houdt of die proclamaties al dan niet kunnen. De mogelijkheid is er, maar de scholen moeten dat puur fysiek kunnen organiseren.
De actuele vraag is afgehandeld.