Report plenary meeting
Report
De heer Muyters heeft het woord.
Minister, iedereen ziet vandaag dat we niet gespaard worden op economisch vlak door corona. We hebben gelukkig een Vlaamse Regering die op heel korte termijn een aantal maatregelen heeft genomen om de grootste schokken op te vangen. Maar we zitten vandaag in een nieuwe fase waarin bedrijven zelfs smeken om opnieuw te kunnen beginnen of minstens een zicht te hebben op wanneer ze opnieuw zouden kunnen starten, uiteraard altijd met de veiligheid van hun medewerkers voor ogen. We zien dat dat ook gebeurt in het buitenland, dat er stappenplannen zijn voor welke sector wanneer opnieuw kan beginnen. Dat is een fundamentele zaak. Het is wellicht de beste en goedkoopste maatregel die kan worden genomen.
Dat is voor mij niet alles. Daarnaast zien we dat door corona een aantal zaken versneld werden. We zien dat er meer mensen thuis werken, dat veel medewerkers dat met volle zin doen, we zien dat er heel wat vergaderingen via videoconferenties gebeuren. Zoals u zelf hebt gezegd, zien we ook dat de online opleidingen in de lift zitten. We zien dat een aantal bedrijven die nog nooit met e-commerce hadden gewerkt, nu die e-business hebben leren kennen. Dat zijn een aantal positieve effecten.
Waar ik wat schrik van heb, is dat wanneer we weer in onze normale manier van werken zijn, het ook op dat vlak ‘business as usual’ is. Daarom denk ik dat we dat moeten verankeren. Ik zie daar een rol in weggelegd voor de sectorale sociale partners, en voor u en de minister-president om samen met die sectorale sociale partners te kijken hoe we enerzijds drempels kunnen wegnemen die er zijn om een snelle start te kunnen nemen, en anderzijds hoe we die positieve ervaring kunnen meenemen. Mijn vraag is of u in het aangekondigde relancecomité die sectorale aanpak ziet zitten en mee kunt nemen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Muyters, u hebt heel correct geschetst wat een breuk de coronacrisis teweegbrengt, ook in onze economische activiteiten. Er zijn globaal drie fases te onderscheiden. Een eerste fase is de fase waarbij je de totale lockdown hebt en je bedrijven moet helpen om te overleven. Dat is de reden waarom we een hinderpremie, een compensatiepremie, overbruggingskredieten en achtergestelde leningen hebben ontwikkeld.
De tweede fase is de fase die er nu aan komt, namelijk de manier om uit die lockdown te geraken, de exit. Heel veel bedrijven staan te popelen om op 4 mei weer te kunnen starten. Je ziet ook dat heel veel kleine of grote winkeliers vragen om de deuren te kunnen openen. Ik sta daar heel positief tegenover, op voorwaarde dat het veilig kan en dat er een akkoord wordt gesloten rond die veiligheid, dat er sterk overleg is tussen de sociale partners.
En u hebt absoluut gelijk als u zegt dat we niet alles negatief mogen bekijken en dat er ook nu sprongen voorwaarts worden gemaakt op domeinen waarover we ons zes maanden geleden afvroegen hoe we er ooit in zouden slagen om een sprong voorwaarts te maken. De digitale revolutie is volop bezig. Ik kan u wat dat betreft geruststellen, ook als het gaat over online en digitaal leren. We hebben al 4 miljoen euro extra vrijgemaakt voor de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) om de onlineplatformen groter te maken en een veel groter aanbod aan online leren te maken.
Het telewerken, met goede en minder goede kanten, zal veel meer ingeburgerd zijn nadien dan nu. Uiteraard, mijnheer Muyters, is dit als voorbereiding op het derde luik, namelijk de relance. De zaken die een sprong voorwaarts hebben betekend in deze moeilijke periode, zullen we zeker moeten meenemen. Dus, heel graag gestructureerd overleg.
We willen trouwens spoedig een groep van experten aanduiden om de relance te begeleiden. Ik kan u ook melden dat de voorzitter en de ondervoorzitter van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) deel uitmaken van de begeleidingsgroep. Ik heb ook elke week contact met werkgevers- en werknemersorganisaties om, nu nog voorlopig, te kijken hoe we de exit moeten voorbereiden; binnen enkele weken zal dat zijn om de relance mee te bepalen. Ik ga dus zeker akkoord met uw voorstel.
Minister, ik ben heel blij met uw antwoord. Het zit ook in de juiste richting.
Ik wil nog iets meegeven voor het overleg dat u regelmatig hebt met de sociale partners, met de voorzitter en de ondervoorzitter van de SERV. Als we eenmaal de exit realiseren, bestaat altijd de kans dat er hier of daar terug een besmettingshaard komt. Er zou een draaiboek moeten klaarliggen met de stappen die dan genomen moeten worden om de schade te beperken, zodat we dat niet moeten opstellen op het moment zelf. Bent u bereid om dat mee te nemen?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, geen hoger goed dan de gezondheid van alle Vlamingen. Elke heropstart moet dus gepaard gaan met minimale gezondheidsrisico's. Ik wil de vraag van de heer Muyters steunen om een kader te creëren per sector. Zo kunnen we de willekeur en de onduidelijkheid die er zat in een aantal beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad tegengaan, zodra Vlaanderen ervoor kiest om met de relance te beginnen.
Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat we rekening houden met de randvoorwaarden: veilig openbaar vervoer, veilige kinderopvang en voldoende beschermingsmateriaal waar nodig. Als we het verlies aan koopkracht voor veel werknemers en de economische ramp die veel werkgevers vrezen, willen tegengaan, dan zullen die randvoorwaarden een heel belangrijk deel uitmaken van de relance. In welke mate bent u daar al mee bezig in de taskforce?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
We moeten nu voorkomen dat alle negatieve berichtgeving ervoor zorgt dat burgers hun consumptie uitstellen en dat ondernemingen steeds minder investeren. Om die negatieve spiraal te doorbreken, heb je twee dingen nodig. Ten eerste heb je een ordentelijke, veilige exit nodig, zoals we die vrijdag zullen vernemen van de Nationale Veiligheidsraad. Ten tweede heb je voor de komende jaren een relanceplan nodig, een beetje zoals je na de Tweede Wereldoorlog een Marshallplan nodig had om een periode met enorme schulden en met een aangetast economisch weefsel weer te boven te komen. Die twee elementen heb je nodig om de negatieve spiraal waarin we dreigen te belanden, te kunnen doorbreken. Ik zal heel blij zijn als we vrijdag het begin van de exit kennen en als we samen met de regering – in het parlement heeft men ook plannen om aan de relance te werken – een relanceplan voor de komende jaren op de tafel kunnen leggen, zodat we de mensen een toekomstperspectief kunnen geven in deze bijzonder onzekere periode.
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, minister, er is hier al vaak gesproken over de nood aan vooruitzicht, om zo hoop te kunnen bieden. De doe-het-zelfzaken en de tuincentra mogen open, maar de kleinhandel niet, en dat zorgt meteen voor spanningen. Zo zal het nog wel een tijdje doorgaan. Daarom hebben wij er ook op gehamerd dat de communicatie van de Vlaamse Regering en de Nationale Veiligheidsraad helder is en dat er perspectieven in het vooruitzicht worden gesteld.
Het is duidelijk, zoals gisteren ook nog door de heer Van Ranst is toegelicht, dat het moet gaan over een gefaseerd stappenplan. Daarom is het belangrijk dat vrijdag naar buiten komt welke zaken er open kunnen, waarom ze al open kunnen en waarom andere zaken nog niet.
Maar wanneer wij vlak voor deze plenaire vergadering zien dat een nota van de expertengroep die de exitstrategie moet voorbereiden, op de straatstenen belandt, dan schiet het natuurlijk alle kanten uit. Minister, een crisis bestrijden we niet met perslekken. En ik werp absoluut geen steen naar u of naar de Vlaamse Regering, maar ik wil erop aandringen dat u de regering de opdracht geeft om er in die Veiligheidsraad op te hameren dat er een einde wordt gemaakt aan die lekken, dat er tucht en discipline wordt gehanteerd. Dit is té belangrijk.
Uiteraard, wij zijn een kmo-land bij uitstek. En als liberaal bloedt mijn hart, wanneer ik zie dat onze kleine winkels klaarstaan, hun best doen om te beantwoorden aan de sanitaire maatregelen en toch nog moeten wachten. Dan is het onmogelijk om hun dat uit te leggen, wanneer er zo’n bric-à-brac aan voorlopige maatregelen naar buiten komt.
Met andere woorden, een terugval zal ons nóg harder nekken dan vandaag. En daarom is het belangrijk om goed uit te leggen wat, wanneer en waarom. Dat is de enige manier om vol te houden. En ik zeg het opnieuw: een crisis bestrijden we niet met perslekken.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
We vinden het een goede zaak dat die taskforce wordt opgericht en dat er niet alleen wordt nagedacht over de exitstrategie, maar ook over de relance en inderdaad ook over de opportuniteiten voor de toekomst.
Ik geef u graag drie vuistregels mee die wat ons betreft absoluut moeten worden gerespecteerd. Ten eerste, de veiligheid van de consumenten en van de werknemers gaat natuurlijk voor alles. Neem alstublieft geen onnodige risico's, want de kans bestaat dat de prijs die we betalen als samenleving, maar ook als economie, achteraf nóg hoger oploopt. Ten tweede, baseer u op expertise en niet op lobbywerk. En ten derde, zorg voor een globale aanpak. We zitten allemaal te wachten tot dit voorbij is, zodat onze economie weer kan opstarten en de bedrijven weer kunnen openen. Maar dat moet altijd deel uitmaken van een breder plaatje; dan moeten de scholen en de kinderdagverblijven ook kunnen opengaan, dan moet het openbaar vervoer opnieuw kunnen rijden, dan moet er ruimte zijn voor mensen.
Minister, ik vraag u om daar alstublieft rekening mee te houden en in alle sereniteit te werken aan de relance.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting. Ik maak mij toch een klein beetje zorgen rond de veiligheid op het werk. Ook omdat we vandaag in de pers al verklaringen hebben gehoord: de maatregelen mogen niet erger zijn dan het virus zelf, mensen moeten zo snel mogelijk aan het werk, mensen moeten zich over hun angst heen zetten. En dat lijkt me toch niet de goede manier om hiermee om te gaan. Want uit de cijfers van de inspectie bleek dat 85 procent van de bedrijven die werden gecontroleerd op het naleven van de maatregelen, die maatregelen niet respecteerden en hun eigen werknemers op die manier dus in gevaar brachten. (Opmerkingen van Philippe Muyters)
Absoluut. 85 procent van de bedrijven die werden gecontroleerd, niet alle bedrijven. Het ging over veel bedrijven, veel werknemers. Het is dus heel belangrijk om daar in de opstart van die exitstrategie, van die relance, genoeg aandacht aan te besteden. Ik vind het heel belangrijk dat de vakbonden daarbij worden betrokken. Ik heb begrepen dat u dat ook van plan bent. Kunt u garanderen dat mensen pas aan het werk zullen worden gezet, als alles in het werk wordt gesteld om hun veiligheid te garanderen?
Minister Crevits heeft het woord. U hebt maximum zes minuten.
Collega's, ik dank u voor alle aanvullende opmerkingen. Ik probeer een aantal gezamenlijke bezorgdheden te verwoorden.
Ten eerste, mijnheer Schiltz, ik heb een uur geleden een tweetje geplaatst: “Mensen die de eerste adviezen van de experten nu lekken,... wie zijn ze en wat zijn hun bedoelingen? Compleet onverantwoordelijk. Bah”
Het gebeurt zelden dat ik het woord ‘bah’ – niet de componist, maar de gelaatsuitdrukking die daarmee gepaard gaat – in de mond neem. Dit is echt afschuwelijk. We zitten nu op een moment waarop alle mensen snakken naar helderheid en duidelijkheid. En als je goedbedoelde eerste aanzetten om uit die lockdown te geraken onmiddellijk in het publiek gooit en mensen zo doet geloven dat er daarover al beslist is, dan belanden we de komende dagen in een totale kakofonie. Ik heb daar dus echt geen begrip voor.
Ik zal proberen een paar duidelijke lijnen te schetsen. Ten eerste, de collega's die veiligheid belangrijk vinden – dat zijn jullie allemaal – mogen gerust zijn: je mag sowieso nooit in de situatie komen dat je bedrijven of winkels laat opengaan, wanneer er geen voldoende veiligheidskader is. Daarover wordt op federaal niveau onderhandeld. Dat is een kwestie van veiligheid op het werk. Ik heb begrepen dat er ook gewerkt wordt aan een soort van draaiboek, met veiligheidsvoorschriften die iedereen moet volgen. Ik vind dat een uitstekende zaak. Dat zal sectoraal moeten worden vertaald. Ook op bedrijfsniveau is het een heel belangrijke verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers om de angst weg te nemen en vertrouwen te scheppen. Een werkgever die zijn bedrijf opent met werknemers die angstig zijn, zal niet lang blijven draaien. Deze heropening, het verlaten van de lockdown, moet gebaseerd zijn op gezamenlijk vertrouwen. En dat kan er pas komen als men ook overtuigd is dat men veilig kan werken.
Collega D’Haese, bij die 85 procent waarnaar u verwijst, wil ik één nuance maken: het gaat om 85 procent van de bedrijven die gecontroleerd werden omdat er klachten waren. Het gaat dus niet om 85 procent van alle bedrijven. De communicatie daarrond heeft veel negatieve verwarring gezaaid. Maar met uw punt rond veiligheid ben ik het absoluut eens. De eerste opdracht is om ervoor te zorgen dat je veilig kunt werken, en dat alles helder is voor werknemers maar ook voor werkgevers. Ze moeten weten hoe je veilig kunt werken.
Ten tweede is het mijn overtuiging dat grote selecties eigenlijk niet zo wenselijk zijn. Ik zou liever hebben dat de regels gelijk zijn voor iedereen. Dat betekent dat er geen concurrentie meer is tussen het warenhuis waar ook huishoudartikelen worden verkocht, en de winkel die alleen maar huishoudartikelen verkoopt, en die dicht moet blijven. Die laatste krijgt dan misschien wel steun van de Vlaamse overheid, maar ziet misschien wel een veranderend gedrag ontstaan bij klanten, die het gewoon worden om elders te gaan. Ze raken het ontwend om naar die andere winkel te gaan.
We willen dus heel graag iedereen gelijk behandelen: gelijke regels, goede veiligheidsvoorschriften en uiteraard een ketenaanpak. Dat betekent dat je zeker moet zijn dat, als je weer bij mensen thuis mag gaan schilderen, ook de verfwinkels open zijn. De hele keten moet dus weer open zijn. Dat is iets waar we allemaal naartoe willen werken, denk ik. Maar dat zal niet gebeuren als het niet veilig kan. Ik heb wel begrepen dat vakbonden en werkgevers op dit ogenblik op alle fronten aan het spreken zijn met elkaar. En dat geeft mij wel een beetje moed. Ze maken geen ruzie met elkaar, maar ze proberen om tot dat kader te komen. Ik zal vanuit mijn bevoegdheden ook alles doen wat ik kan om tot dat gezamenlijke kader te komen.
Er zijn er die denken dat het na deze exit allemaal weer zal gaan zoals vroeger, maar dat is absoluut onjuist. Ik heb het al in mijn eerste antwoord aan collega Muyters gezegd: we moeten de goede dingen meenemen, maar de zorgen van vroeger blijven ook bestaan. We moeten naar een economie die vergroent, we moeten zorgen dat iedereen meekomt, dat er jobs gecreëerd worden als de bedrijven weer opengaan. Er zijn dus heel veel zorgen, en die zullen ertoe leiden dat er relancemaatregelen nodig zijn. Daarover zullen we ons gaan beraden met een aantal experten, zodat we de juiste maatregelen nemen.
Het is nu heel moeilijk om al in te schatten wat de impact zal zijn, maar op het ogenblik dat we hoop hebben dat zaken weer open kunnen gaan, zullen we heel kort op de bal moeten spelen. We zullen dat doen samen met de sociale partners, maar uiteraard ook met een aantal experten uit het veld.
Tot slot: gezondheid, veiligheid, economie, welzijn en welvaart gaan allemaal hand in hand. Dat betekent dat we moedige, verstandige maatregelen moeten nemen – niet elke dag opnieuw een aankondiging. We gaan voor beslissingen die we zo goed als mogelijk samen kunnen nemen. Ik hoop dat dat vrijdag op een goede manier zal kunnen gebeuren.
Ik dank de minister, en ik ben blij dat ongeveer iedereen in dit parlement hier een beetje op dezelfde lijn zit. Er moet duidelijkheid komen, ook voor de bedrijven, om te zeggen wie wanneer open kan gaan, en onder welke voorwaarden. Ik denk dat dat voor Vlaanderen fundamenteel is. We mogen in die exit, in die relance niet achterblijven. Laat ons niet vergeten: onze economie de kans geven om opnieuw op te starten, is wellicht de beste en goedkoopste maatregel die kan worden genomen.
De actuele vraag is afgehandeld.