Report plenary meeting
Actuele vraag over de herhaaldelijke vraag van experts naar een kenniscentrum (cyber)pesten
Report
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, op vrijdag 14 februari was het niet alleen Valentijn, maar werd ook het startschot gegeven van de Week tegen Pesten. Velen van ons hebben met de stipactie ook duidelijk aangetoond dat pesten niet kan.
Ook het resultaat van een onderzoek van de Universiteit Gent (UGent), samen met het agentschap Zorg en Gezondheid, is vrijdag bekendgemaakt. Dat onderzoek werd afgenomen bij 11.000 Vlaamse jongeren. Ook in 2014 heeft men dat onderzoek gedaan. En er blijkt toch wel vooruitgang te zijn. In 2014 gaf nog 18 procent van de jongeren aan dat ze al eens zouden hebben gepest. In 2018 was dat nog 11 procent. We zijn dus op de goede weg. Ook de voorzitter van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten geeft aan dat de resultaten hoopgevend zijn. Men heeft ook gepeild naar cyberpesten. En daar blijkt het grof taalgebruik nog altijd een van de hoofditems te zijn.
Minister, hoe kunnen wij, ondanks de resultaten die toch wel hoopgevend zijn, blijven inzetten op preventie en sensibilisering?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, ik zie verschillende collega's – toch alvast van onze fractie – met de vier stippen van de actie STIP IT van Ketnet op de hand. Die actie symboliseert de Week tegen Pesten. De Week tegen Pesten wordt in Vlaanderen al voor het 15e jaar op rij georganiseerd, en met succes, zoals de collega aangaf. De UGent heeft onder 11.000 jongeren onderzoek gedaan en er is inderdaad een dalende trend, zowel voor cyberpesten als voor het fysieke pesten. Dat is hoopgevend. Het is hoopgevend om te zien dat sensibiliseringscampagnes hun vruchten beginnen af te werpen.
Maar toch mogen we niet op onze lauweren rusten. Dat stellen ook experten, zoals Gie Deboutte, voorzitter van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten. Hij stelt, integendeel, dat we nog een tandje bij moeten steken op het vlak van sensibilisering en preventie. Hij pleit heel duidelijk voor de oprichting van een kenniscentrum dat de wetenschappelijke inzichten inzake pesten bundelt, maar vooral omzet in concrete tools voor mensen in het onderwijs en voor beleidsmakers.
Minister, onze vraag is heel duidelijk: bent u bereid om gehoor te geven aan de oproep van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten en over te gaan tot de oprichting van een kenniscentrum voor cyberpesten en pesten? (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, de cijfers mogen, zoals u zegt, dan al bemoedigend zijn en de goede richting uitgaan, toch blijft pesten een belangrijke zaak, die een impact heeft op het welbevinden van jongeren. Het is een zaak die een geweldige impact heeft op het welbevinden van jongeren. Daarom heb ik er in mijn beleidsnota expliciet voor gepleit om in te zetten op de geestelijke gezondheid en het welbevinden, specifiek van kinderen en jongeren. En dat is hetgeen we willen doen.
We hebben een oproep voor een beheersovereenkomst over de geestelijke gezondheidsbevordering van jongeren. We zullen bekijken wat er uit de resultaten van die oproep komt.
Of een kenniscentrum het beste antwoord is, dat weet ik niet zo zeker. Waarom? We hebben vandaag een netwerk. En expertise is inderdaad belangrijk, dat zal ik niet ontkennen. Daarom hebben we die oproep voor die beheersovereenkomst ook gedaan. We hebben vandaag het Netwerk Kies Kleur tegen Pesten. Maar als ik de experten hoor, dan zeggen zij vooral: ‘Zorg voor een verankering. Zorg voor een coördinerende aanpak. Zorg voor een geïntegreerd beleid. Ga naar een holistische benadering.’ Ik denk dat we daarnaartoe moeten werken. Hoe kunnen we pesten niet als een zaak apart behandelen, maar een plaats geven in de hele aanpak naar het welbevinden van jongeren? En dat is wat we willen doen met de oproep voor de beheersovereenkomst, om dat welzijn, dat welbevinden van de jongeren in de toekomst beter te kunnen schragen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij te horen dat er kritisch moet worden omgegaan met het oprichten van een apart kenniscentrum voor pesten. Ik ben er ook van overtuigd dat de nabijheid op het terrein heel belangrijk is en dat we dat ook op het terrein moeten aanpakken, met de expertise die er vandaag zeker is.
De Week tegen Pesten is een zeer mooi initiatief, dat vooral gericht is op jongeren. Maar het is natuurlijk wel heel breed: ook pesten op de werkvloer komt aan bod, pesten in sportclubs, enzovoort. Ook online is het een belangrijk item: het cyberpesten kunnen we vandaag niet meer wegdenken. En daarom is het toch wel heel belangrijk dat er op verschillende domeinen een aanpak is rond pesten. Minister, daarom wil ik graag een oproep doen: kunt u er bij uw collega’s op blijven aandringen om elk binnen hun domein de nodige acties te ondernemen om dat pesten tegen te gaan? Ik denk dat de ministers van Economie, Onderwijs en Sport specifieke acties kunnen ondernemen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben verheugd u te horen zeggen dat u voorstander bent van een integrale gecoördineerde aanpak van een pestbeleid. Wel, minister, dat is precies de titel van een voorstel van resolutie dat ik hier in de voorbije vijf jaar heb ingediend en twee keer is weggestemd. Ik ben blij dat er een opening is na uw voorganger, minister Vandeurzen, om te gaan naar die gecoördineerde integrale aanpak van pesten.
Ik heb een bijkomende vraag. De vraag van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten was tweeledig: enerzijds was er een vraag naar een kenniscentrum, anderzijds was er de expliciete vraag om scholen, sportclubs en dergelijke effectief financieel te ondersteunen en te belonen voor het werk dat ze doen tegen pesten. Minister, bent u bereid om op die tweede vraag concreet in te gaan?
De heer Daniëls heeft het woord.
We hebben het over cyberpesten. Waar vroeger het pesten stopte als men thuiskwam, of thuis van het werken, gaat cyberpesten 24/7 door, en meestal ook nog anoniem. Ik ben blij dat er dit jaar vanuit de verschillende acties aandacht is voor cyberpesten.
Ik hoor hier zeggen: laat ons een nieuw kenniscentrum oprichten. Ik deel de mening van de minister vanuit mijn fractie, dat dat niet wijs zou zijn. Dat zou alweer iets nieuws zijn om daarbovenop te doen. Het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid is het ideale platform om van te vertrekken.
We hebben ook ons 1712-oproepnummer. Ik vraag u, minister, om nog beter in te zetten op de kennis van de chats van 1712 van mediawijsheid bij onze jongeren en om absoluut een vuist te maken tegen pesten, ook tegen cyberpesten, en om misschien samen met minister Dalle een oproep te doen naar sociale mediafora om daar – zeker bij minderjarigen – te kunnen optreden.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Ik heb de vraag over het interdisciplinaire aan minister Weyts gesteld en hij heeft die niet beantwoord. Bedankt dat u die wel beantwoord hebt.
Ik ga u nog een vraag stellen. Collega Daniëls haalt terecht de problemen van cyberpesten aan. Dat kwam ook in de media, onder meer met TikTok. Bent u bereid of gaat u ook initiatieven uitwerken om ouders meer op de hoogte te stellen van die problemen? Ik kan me voorstellen dat bepaalde ouders niet goed weten wat er gebeurt.
Bent u ook bereid – dat is eigenlijk meer voor minister Weyts, maar ik doe mijn best bij u – om scholen te verplichten om een antipestbeleid te voeren?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We weten allemaal dat pesten een enorme impact heeft op het welzijn van kinderen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om hen aan te leren hoe ze er moeten mee omgaan. Dat heeft natuurlijk zeer langetermijngevolgen.
Aan de andere kant zijn er onderliggende redenen waarom bepaalde kinderen pesten. Dat is ook iets waar we aandacht voor moeten hebben. Wat zijn de oorzaken dat een kind een ander kind gaat pesten? Daar staan we te weinig bij stil.
Scholen kunnen veel meer inzetten. We moeten echt die handvaten aanreiken om in te zetten op die geestelijke gezondheid op scholen. Dat kan al door eenvoudig bepaalde coping-mechanismen aan te leren die een bepaalde rust in de klas brengen. Dat staat ook in het regeerakkoord. Ik ben zeer blij en hopelijk zien we op korte termijn resultaten, zowel bij minister Beke als bij minister Weyts.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij collega Segers. Er wordt allang gevraagd naar een kenniscentrum pesten. Dat gebeurt zowel binnen als buiten dit parlement. Onze fractie heeft mee die voorstellen van resolutie ingediend, wij zullen dat standpunt behouden.
Een kenniscentrum moet breed blijven omdat het niet alleen gaat over cyberpesten, niet alleen gaat over jongeren. Het is juist het punt om kennis te centraliseren.
Minister, we hebben ook een gecoördineerde aanpak nodig, zodat onderwijs en werkplekken en jeugdwerk en iedereen die in aanraking komt met pesten ook weet wat te doen en een aanspreekpunt heeft. Dat zorgt ervoor dat er niet gewoon wordt opgetreden maar dat het ook sensitief, doordacht, en evidencebased gebeurt, op een manier die werkt. Het is niet genoeg dat wie wordt gepest, gewoon niet meer wordt gepest. Het is belangrijk dat die mensen zich thuisvoelen in de klas, op hun werk en in hun omgeving en dat ze er echt geluk vinden.
‘Health in All Policies’, dat staat in mijn beleidsnota. Welzijn in alle beleidsdomeinen, daar gaat het om. Er zijn verschillende vragen gesteld. Moeten we daarop niet werken in onderwijs? Jazeker, daarom de methodiek gezonde school. Moeten we niet werken in de media? Ja, daarom het kenniscentrum Mediawijs, dat rond cyberpesten initiatieven heeft genomen. Kunnen we een aantal zaken in de toekomst misschien met de bevoegdheden van mijn collega’s nog versterken? Allicht wel. Net daarom hebben we die oproep gedaan, om te kijken naar die geestelijke gezondheidsbevordering over de verschillende lijnen heen. Hoe kunnen we ook in de geestelijke gezondheidszorg een aantal zaken verder versterken? Dat is waar we in de toekomst verder moeten aan werken. Bovenal – want dat is een terechte vraag die hier gesteld is – zowel bij de daders als bij de slachtoffers: wat mankeert eraan, wat mist men, waarom doet men dat? Hoe kan men de jongeren, meisjes, jongemannen de nodige geborgenheid geven zodat ze datgene wat ze vandaag doen, in de toekomst niet meer zouden doen?
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Iedereen is het erover eens dat pesten niet kan, nergens en nooit. Ik vind het heel belangrijk dat er op een goede manier mee omgegaan wordt. Vandaag hebben we al veel experts op het terrein, hulpverleners, leerkrachten, die daar elke dag mee bezig zijn. Daar moeten we ook zeker het volste vertrouwen in hebben.
Preventie en sensibilisering blijft natuurlijk stap één. Maar laat ons de inspanningen zeker uitbreiden tot alle domeinen. Ik kijk uit naar de verdere acties die ondernomen zullen worden. (Applaus bij CD&V)
Minister, mevrouw Groothedde heeft een aantal argumenten aangevoerd waarom we een kenniscentrum nodig hebben. Ik wil er nog één vermelden. Uit het onderzoek van het Kinderrechtencommissariaat ‘Geweld, gemeld en geteld’ is gebleken dat er wel veel informatie beschikbaar is, via vele bronnen, maar dat het voor leerkrachten ook niet duidelijk is hoe ze aan correcte en betrouwbare informatie kunnen komen. Er is dus wel degelijk nood aan centralisering van die informatie en het samenbrengen op één punt van de tools die beschikbaar zijn en waarop men een beroep kan doen. Daarom pleiten we voor een kenniscentrum.
De strijd tegen cyberpesten moeten we ongelooflijk hard continu voeren, want pesten verwoest levens, vaak zelfs letterlijk. Ik ben blij dat u bereid bent te kijken naar een gecoördineerde transversale aanpak.
Collega’s, ik wil u allen oproepen om de minister daarbij te helpen. We gaan ons voorstel van resolutie opnieuw indienen, en ik nodig u allen uit om die mee te ondertekenen zodat we werk kunnen maken van een gecoördineerde integrale aanpak. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.