Report plenary meeting
Actuele vraag over het acute lerarentekort
Report
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, voorzitter, collega’s, stellen dat het lerarentekort een nijpend probleem is, is een open deur intrappen.
We konden recent lezen dat een directeur van een basisschool ouders had aangesproken met de oproep om een handje te helpen in de klassen. Heel veel directeurs vinden allerlei creatieve oplossingen: ze spreken gepensioneerde leerkrachten aan, ze hebben heel wat flexibele leerkrachten in hun team. Maar toch, de tekorten zijn wat ze zijn. En het zal er niet beter op worden. Want de prognoses zeggen dat heel wat leerkrachten aan de vooravond van hun pensioen staan. En heel wat jonge leerkrachten geven het lesgeven jammer genoeg snel op. De situatie die we in Nederland zien, is ook niet echt hoopgevend.
Nochtans kunnen we in het regeerakkoord lezen dat een van de vijf strategische doelstellingen net over dat lerarentekort gaat. En in de beleidsnota lazen we heel wat concrete voorstellen: van een Vlaamse onderwijsambassadeur tot de zijinstromers die extra anciënniteit zouden kunnen meenemen, de planlast die zou kunnen worden aangepakt en een loopbaanpact. Daarbij spreken we zowel over de werving van leerkrachten als over aanvangsbegeleiding, werkzekerheid en professionalisering.
Ik denk dat iedereen hier ermee akkoord kan gaan dat er geen wonderoplossing is.
Minister, we hebben binnenkort een aantal hoorzittingen in de commissie Onderwijs. U hebt al verklaard dat u het lerarenpact niet ziet als een volgeladen kar die niet meer kan vertrekken omdat ze eigenlijk te vol is. Wanneer zult u het fluitsignaal geven, zodat de kar effectief kan vertrekken? Wat is uw timing en uw concrete planning? Dat is wat ik in de klassen hoor. De directeurs en de bezorgde leerkrachten en ouders vragen me wanneer we in er Brussel mee denken te starten. Dat is ook mijn concrete vraag aan u.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, er is een directeur die haar partner en haar 71 jaar oude vader naar de klas moet laten terugkomen om de boel draaiende te houden. Er is een directeur die in vier verschillende klassen en zelfs in twee graadklassen moet inspringen om ervoor te zorgen dat de kinderen les krijgen. Dat zijn twee concrete voorbeelden. Ik zal u straks de getuigenissen over de problematiek van het leerkrachtentekort bezorgen die ik de voorbije dagen heb verzameld.
Steeds meer directeurs worden al van 1 september met een tekort aan leerkrachten geconfronteerd. Hierdoor kunnen ze hun teams niet invullen. Ik heb het dan nog niet over de problematiek van de ziektes, waardoor het nog veel moeilijker wordt. Het is een situatie die we al langer kennen. Het is een publiek geheim dat de situatie in Vlaanderen ernstig is.
Het kan nog erger. Een directeur heeft alle ouders een brief gestuurd met de vraag of ze in klassen kunnen helpen omdat de juffen ziek zijn. Al wat ik hier vertel, vormt nog maar het topje van de ijsberg. Als we niet snel reageren, gaan we naar Nederlandse toestanden, waar scholen worden gesloten en er minder klasdagen voor de leerlingen zijn. Dat kan de bedoeling niet zijn.
Minister, u hebt verklaard dat u hiermee bezig bent. U hebt een beleidsplan, maar de leerkrachten, de directies, de ouders en natuurlijk de allerbelangrijksten, de kinderen, hebben daar geen boodschap aan. Het is nu tijd voor actie. Het is vijf over twaalf. We zitten nu met een acuut probleem.
Mijn concrete vraag is welke maatregelen u zult nemen om het acuut probleem van het leerkrachtentekort vandaag aan te pakken, zodat we onze mensen in het onderwijsveld niet in de kou laten staan. (Applaus bij sp.a en de PVDA)
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat iedereen het erover eens is dat we onmiskenbaar met een probleem zitten. Er is, voor alle duidelijkheid, wel een verschil tussen enerzijds een lerarentekort en anderzijds een lerarenbehoefte. Ik hoor regelmatig het getal zevenduizend vallen en naar 2024 verwijzen. Het gaat dan om de behoefte aan leraren, maar gelukkig is er, onder meer door de lerarenopleiding, ook een instroom. Dat is iets anders dan het tekort.
Er zijn indicatoren waaraan we kunnen zien welke tekorten er momenteel zijn. De beste indicator op dat vlak zijn de cijfers van VDAB. Die cijfers zijn niet volledig accuraat, want er zijn verschillende scholen die dit niet bij VDAB aanmelden en daar geen gebruik van maken. We stellen vast dat er een groeiend probleem is. De spanningsratio is de afgelopen jaren toegenomen. Ik heb hier de cijfers voor december 2019. Voor het basisonderwijs zitten we met een spanningsratio van 2,4. Dat betekent dat er voor elke vacature 2,4 kandidaten zijn. Voor het secundair onderwijs is dat 2,8, maar daar zit natuurlijk een vertekening op naargelang de vakken, het specialisme en de regio’s. In mijn eigen regio, Halle-Vilvoorde, is de spanningsratio 1,1. Daar trekken we aan de alarmbel.
We moeten proberen zo snel mogelijk maatregelen te nemen. Ik zal hier niet alle maatregelen opsommen die in de beleidsnota zijn vervat. Ik wil zo snel mogelijk vooruitgaan en om die reden heb ik verklaard dat ik niet tot een allesomvattend lerarenpact wil komen. Op die manier creëren we immers een kar waar iedereen, wetende dat het nu of nooit is, alles wil opleggen. Als dat limitatief moet zijn, geraakt die kar overladen. Ik probeer stapsgewijs vooruit te gaan.
Ik ben nu bezig met de bespreking van de validering van de anciënniteit van de zijinstromers. Dat is een snelle manier.
Die moeten niet meer opgeleid worden.
Ik kan natuurlijk ook de aantrekkelijkheid van de lerarenopleiding verhogen. Dat gaan we ook doen, maar het effect daarvan in functie van de lokale tewerkstelling is een uitgesteld effect na verschillende jaren. Vandaar de anciënniteit voor de zijinstromers. We zullen daar ook niet alles kunnen doen. We moeten daar keuzes in maken, want de budgettaire impact daarvan is gigantisch. Ook duaal lesgeven kan op iets kortere termijn worden ingevoerd. Daar werken we momenteel aan. Over de aanvangsbegeleiding en de loopbaan zijn we al enkele gesprekken aan het voeren met de sociale partners om te kijken wat we ter zake kunnen betekenen.
Het zit in de pijplijn. We zijn net bezig. We hebben wel de vaste ambitie om een probleem dat we met zijn allen onderkennen, aan te pakken, niet met een zaligmakende oplossing, want die is er niet, maar we zullen een veelheid aan maatregelen treffen. We gaan heel overtuigd resoluut vooruit.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Ik ben blij dat de alarmbel ook bij u erkend wordt. Ik geef u gelijk dat, als u het hebt over tekorten, we rekening moeten houden met die vakken, die een belangrijk punt zijn. Maar er is ook de regionale spreiding. Mijn zoon kwam vorige week thuis en vertelde dat hij geen juf had, want ze was ziek en hij moest bij een andere leerkracht gaan zitten. Het is bij ons zelfs ook al een probleem aan het worden. Er zijn heel veel signalen. De timing is cruciaal. Ik ben blij dat u aangeeft dat de zijinstromers voor u misschien wel de eerste stap zijn, want ik wilde net aangeven dat daar misschien de snelste winst gehaald kan worden.
Ik hoor niet alleen problemen in verband met het lerarentekort, maar ook het aanstellen van directeurs wordt stilaan een probleem. Dat is een heel belangrijke functie: een goede kapitein om je school te leiden naar personeelsbeleid. Ik stel voor dat we zeker de nodige stappen zetten in samenwerking met de verschillende stakeholders.
Minister, dank u wel voor uw antwoord.
Vorige legislatuur hebben wij met onze fractie een aantal concrete voorstellen op tafel gelegd om het beroep weer aantrekkelijk te maken en om een aantal zaken te heroriënteren. Inderdaad, door uw voorganger minister Crevits zijn er absoluut een aantal zaken uitgevoerd. Maar er zijn ook een paar fundamentele zaken op de lange baan geschoven. Ik denk maar aan het lerarenloopbaanpact, Operatie Tarra, waarover zoveel in de media is verschenen.
U belooft nu om aan de slag te gaan. U gelooft het misschien niet, maar wij willen en zullen ons daar zeer constructief in opstellen. Het bizarre is – u hebt het even aangehaald – dat zelfs in tijden van leerkrachtentekort, we geconfronteerd worden met het feit dat er toch honderden leerkrachten op zoek zijn naar een job en aan de andere kant directeurs geen leerkrachten vinden. Op heel korte termijn zouden wij met onze fractie graag volgend voorstel doen. Probeer de databank die er nu is bij VDAB om leerkrachten aan te trekken, zo ruim mogelijk open te trekken en verplicht de scholen om al hun vacatures daarop te zetten. Nu is het op vrijwillige basis. Verplicht ze dat doen.
Minister, bent u bereid om op ons voorstel in te gaan of hebt u nog andere concrete voorstellen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, eergisteren konden we het verhaal lezen van Farouk, een Syriër van 50 jaar, die 25 jaar Frans heeft gegeven in Syrië, een talencentrum heeft gerund en prof literatuur is. Hij vindt geen job. In onze centrumsteden hebben de helft van de kinderen wortels in immigratie, maar minder dan 5 procent van de leerkrachten heeft migratieroots. We zitten hier met een onaangeboord potentieel. U zegt in het regeerakkoord en in de beleidsnota dat u dat potentieel wilt aanboren en iets wilt doen om meer diversiteit in het lerarenkorps te krijgen. Ik heb u de schriftelijke vraag gesteld om dat te concretiseren. Daar hebt u mij vijf lijntjes op geantwoord. U hebt gezegd dat u gaat onderzoeken of u een nulmeting kunt doen. Dat was het enige concrete voorstel om meer diversiteit in het lerarenkorps te krijgen.
Minister, dat is zwakker dan zwak. Dat is zelfs geen zesje waard. Dat is bijzonder spijtig in tijden van lerarentekort. Daarom nog eens mijn vraag: hebt u ondertussen misschien al meer ideeën om via die weg een onaangeboord potentieel toch te kunnen valoriseren in het onderwijs? (Applaus bij Groen en de PVDA)
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Om het lerarentekort op te lossen, is het voor onze fractie essentieel om opnieuw maximaal vertrouwen te geven aan leerkrachten en directies. In dat kader is het voor ons cruciaal om in te zetten op de vermindering van de planlast. Als ik gesprekken heb met vroegere collega’s, dan hoor ik telkens opnieuw dat ze die verantwoordingsdrang echt beu zijn. Dat is irritatie nummer één. Leerkrachten willen lesgeven, en ik kan hen echt geen ongelijk geven.
In het regeerakkoord staat dat er een meldpunt komt voor planlast en regeldruk. Ik vind dat een zeer goede zaak, ik juich dat toe. Als we dat meten, dan kunnen we daar dingen van leren. Hebt u daar al stappen in vooruitgezet, en kunt u daar al iets meer over vertellen? Ik dank u alvast voor uw antwoord.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Ik wil even wijzen op een oproep, of eerder een noodkreet van PXL-opleidingshoofd Marc Hermans. Die zegt dat er ook een lage instroom is, en dat vooral de instroom van mannelijke leerkrachten zeer laag is. In 2015 was dat nog 33 procent, vandaag is dat maar 13 procent. Tel daarbij een deel dat niet slaagt voor de opleiding, en een groot deel dat afhaakt binnen de vijf jaar, en zo dreigt de meester in Limburg uit te sterven. Minister, wat gaat u doen om te voorkomen dat de meester in Limburg daadwerkelijk uitsterft?
De heer De Witte heeft het woord.
Collega’s, na de grootouders, de directeurs en de klassen met vier of vijf uur studie per week, krijgen we nu ook de ouders die voor de klas staan. De situatie wordt onhoudbaar, en wat ik vooral pijnlijk vind, minister, is dat dit perfect voorspelbaar was. Want in plaats van het lerarenberoep aantrekkelijker te maken, werd het net onaantrekkelijker gemaakt.
Ik geef drie voorbeelden. Ten eerste moeten leerkrachten langer werken voor minder pensioen. Uw collega’s in de Federale Regering hebben ervoor gezorgd dat leerkrachten 200 tot 300 euro aan pensioen verliezen per maand, terwijl ze langer werken. Ten tweede wordt de mogelijkheid van de landingsbaan vanaf 55 jaar afgeschaft. Vroeger konden leerkrachten vier vijfde gaan werken vanaf 55 jaar, en dat maakt een wereld van verschil als je je hele leven voor de klas hebt gestaan. Ten derde wordt het recht op loopbaanonderbreking ingeperkt, terwijl een korte pauze voor leerkrachten natuurlijk zeer belangrijk is.
Wat gaat u doen om de arbeidsvoorwaarden van leerkrachten opnieuw aantrekkelijker te maken?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de concrete vraag rond het meldpunt planlast betreft: we zijn inderdaad bezig met het reactiveren daarvan. Dat meldpunt moet het mogelijk maken om zo veel mogelijk planlast, door welk niveau dan ook gecreëerd, aan te pakken, zodat leerkrachten zich kunnen concentreren op hun kerntaken. En via die weg kunnen we ook zorgen voor het opnieuw opwaarderen van de job.
Ten tweede denk ik dat we met z’n allen ook zelf wel wat meer reclame kunnen maken voor die fantastische job van leerkracht. We doen dat niet door apocalyptische beelden te gaan schetsen, of door overdrijvingen allerhande, maar net door te benadrukken dat we inspanningen leveren, en dat we de job van leerkracht willen herwaarderen en appreciëren. We moeten een boodschap uitsturen die klinkt als ‘kom erbij’, en niet een boodschap van ‘let op, waar je uiteindelijk belandt is het sodom en gomorra’.
Ik hoor ook het voorstel om verplichtingen op te leggen aan de scholen. Aangezien de scholen nu zelf vragende partij zijn om leerkrachten aan te werven, ga ik er toch niet van uit dat we hen moeten verplichten. We kunnen hen stimuleren, en hen een aanbod doen om hun vacatures nog ruimer te gaan verspreiden. Maar een verplichting zie ik eerlijk gezegd niet bepaald zitten.
Er wordt hier ook gezegd dat we meer moeten inzetten op meer diversiteit en meer vervrouwelijking in ons lerarenkorps. En dat is allemaal wel waar, maar hadden we die luxe maar. Was dat maar ons enige probleem. Het probleem is dat we een tekort hebben, ongeacht het geslacht of een eventuele migratieachtergrond. We hebben gewoon leraren nodig. De rest is voor een volgende fase, absoluut. Dat is ‘nice to have’. Maar laat ons er in de eerste plaats voor zorgen dat we het lerarenambt aantrekkelijker maken voor iedereen, ongeacht geslacht, ongeacht een migratie- of culturele achtergrond.
Mijnheer De Witte, ik hoop dat niemand die in het zesde middelbaar zit en moet kiezen welke studie hij wil aanvangen of welke job hij wil doen, nu al gaat bekijken wat zijn pensioen later zal zijn. Ik geloof daar niet in, ik geloof dat mensen net kiezen voor het lerarenambt omdat het echt wel het mooiste beroep is dat er bestaat.
Er is niet alleen een probleem in het voor mij verre Limburg, het is een Vlaanderenbreed verhaal.
Het is belangrijk, zoals de minister ook aangaf, dat we de autonomie van de scholen en van de directeur blijven behouden en dat zij met de kracht die ze hebben op zoek gaan naar de leerkrachten die ze nodig hebben. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Ik merk aan de diverse fracties dat de urgentie van de problematiek door iedereen wordt onderkend en dat maakt me in elk geval blij. Geen werkzekerheid, vrijwilligers en gepensioneerden die de job moeten overnemen of leerkrachten zonder vereist diploma die voor de klas komen staan, het jaarlijks toenemend ziekteverzuim, de dalende instroom in de opleiding: het zijn allemaal ernstige signalen die wij krijgen dat het vijf over twaalf is en dat we er werk van moeten maken. Het is onze taak, over alle partijgrenzen heen, ervoor te zorgen dat onze leerkrachten opnieuw ambassadeurs kunnen worden want het zijn die mensen die er in de eerste plaats voor zullen zorgen dat meer mensen naar het onderwijs zullen komen. Ik hoop dat we daarvoor op iedereen kunnen rekenen. (Applaus bij sp.a, Groen en de PVDA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.