Report plenary meeting
Report
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister-president, volgende week vertrekt u naar China voor een belangrijk bezoek. Een bezoek aan China is in deze tijden voor heel wat domeinen en bevoegdheden bijzonder relevant. De actualiteit noopt ons echter om een aantal vragen en bedenkingen te uiten die u kunt meenemen tijdens uw bezoek.
Er zijn twee grote dingen. Aan de ene kant – en dat is hopelijk voor niemand in dit halfrond nieuw – is er de situatie in Hongkong, waar al maandenlang burgerprotesten zijn die steeds meer escaleren. Er wordt heel wat disproportioneel politiegeweld gebruikt. Afgelopen weekend waren er nog verschillende zwaargewonde slachtoffers. Er zijn ook al doden gevallen. Tijdens dit legitieme volksprotest worden ook parlementsleden gearresteerd.
Aan de andere kant, maar minstens even problematisch, is er de situatie van de minderheidsgroep de Oeigoeren in het westen van China. De afgelopen maanden kregen we nieuwsberichten over deportaties, over concentratie- en heropvoedingskampen. Als fractie – en we hopen dat we dit collectief delen – kijken we met afschuw naar die beelden. We denken dan ook dat het belangrijk is dat u daarmee aan de slag gaat tijdens uw bezoek aan China.
Minister-president, op welke manier zult u dit op tafel leggen tijdens uw bezoek aan China volgende week?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega's, we mogen niet uit het oog verliezen dat de eerste opdracht volgende week een handelsmissie is in het kader van het interfederaal buitenlands handelsbeleid. We gaan met bijna 200 Vlaamse ondernemers naar ginder met de bedoeling om contracten te tekenen en nieuwe contracten op te starten, vooral voor de agro-industrie, de cleantechindustrie en medische toepassingen. Dat is de eerste verantwoordelijkheid en ik zal mij ook 100 procent inzetten om die successen te boeken.
Tijdens deze handelsmissie heb ik eigenlijk een beperkt aantal politieke contacten. Je kunt natuurlijk niet blind blijven voor de situatie die u hebt geschetst. Ik zal van die politieke contacten – maar het eerste doel blijft een handelsmissie – gebruikmaken om de problematiek aan te kaarten. Maar laten we de nodige bescheidenheid aan de dag leggen: in vergelijking met het immense China is de speldenkop Vlaanderen natuurlijk niet bij machte om dat te veranderen. Wat wel belangrijker is, is dat de Europese Unie op dit moment handelsverdragen met China onderhandelt. Er wordt in hoofdstukken over de mensenrechten voorzien.
Samengevat: ik zal de zaak ter sprake brengen, maar laten we wel wezen, met de handelsverdragen tussen Europa en China kunnen we pas echt wegen op die elementen.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik deel alvast een groot geloof in de kracht van Vlaanderen om het op de agenda te plaatsen. Het is belangrijk om dit op te nemen.
Ik ben blij dat u alvast erkent dat we niet kunnen voorbijgaan aan de situatie. In de beperkte politieke contacten die er zijn, is het toch belangrijk om dat te doen. Zowel Europees als Vlaams zijn er een aantal hefbomen.
Minister-president, met wie specifiek zult u de komende week contact hebben op het politiek niveau? Het lijkt me toch relevant om te zeggen hoe u dit ziet en hoe u die zaken op de agenda zult plaatsen.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
De beelden die ons bereiken uit Hongkong zijn inderdaad van dien aard om ongerust te zijn: ongebreideld politiegeweld tegen de eigen bevolking, parlementsleden die worden opgepakt enzovoort. Ik deel de bezorgdheden van de heer Vaneeckhout, en dat is al de tweede keer vandaag.
Ik begin me zorgen te maken.
Ik ben ook tevreden dat de Vlaamse overheid zich volledig inschrijft in het Europees verhaal, een verhaal van protest tegen die wantoestanden.
Minister-president, ik volg u wanneer u zegt dat er een plaats en een moment is voor alles. Diplomatie is een hogere kunst die wel wat voorzichtigheid vereist, en ik ben er dan ook van overtuigd dat u op het gepaste moment onze bezorgdheden aan de juiste instanties zult overmaken.
De Vlaamse Regering houdt een strikt mensenrechtenbeleid aan in haar buitenlands beleid en Flanders Investment and Trade (FIT) is weliswaar een verzelfstandigd agentschap, maar het moet zijn activiteiten altijd ontplooien in lijn met het regeringsbeleid. En daar rekent het parlement sterk op.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik neem akte van het antwoord dat u hebt gegeven, ik heb daar zeker begrip voor maar ik wil toch een zijsprongetje maken naar aanleiding van een vraag die u gisteren nog hebt behandeld. Die ging over spionageactiviteiten en de rol van de Staatsveiligheid, die waarschuwingen heeft geuit aan hogere ambtenaren en zakenmensen. U begrijpt dat ik de bal verder kaats en vraag of u contact hebt gehad met de Staatsveiligheid, omdat zij toch wel dringende waarschuwingen hebben geuit ten aanzien van de veiligheid van gegevens en informatie. Kunt u daar concrete informatie over geven?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister-president, gisteren heb ik u inderdaad vragen gesteld over de brochure van de Staatsveiligheid. U hebt gisteren in uw antwoord beklemtoond de adviezen ter harte te nemen en voorzichtig te zijn.
Wat de prinselijke handelsmissie betreft waar u samen met een heel grote Belgische delegatie aan zult deelnemen, is het onze visie dat het goed is dat u namens onze regio elke gelegenheid te baat neemt om onze economische belangen te verdedigen en hoog op de agenda te plaatsen in het buitenland. Wij wensen u dan ook een hele zinvolle en productieve trip. Ik weet bijna zeker dat ik samen met andere collega’s, na uw terugkomst, nog met u zal kunnen reflecteren over welke stappen daar zijn gezet, welke contacten daar zijn gelegd en welke doelen zijn behaald.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister-president, dit is inderdaad een belangrijke economische missie. Het is trouwens niet de eerste handelsmissie naar China. Economie en handel staan daarbij voorop. Ik heb de hele uitleg al gekregen want ik heb u daar op 7 oktober een schriftelijke vraag over gesteld. Daaruit bleek dat innovatie, onderzoek en ontwikkeling helemaal voorop staan. Ik ben daar heel blij mee en wens u namens mijn fractie veel succes.
Het blijkt ook dat u inderdaad politieke contacten zult hebben met Han Zheng, vicepremier van de volksrepubliek. Wij ondersteunen de oproep van de heer Vaneeckhout om de problematiek van het oplopend geweld van de ordediensten in Hongkong aan te kaarten, alsook de problematiek van de heropvoedingskampen voor de Oeigoeren in de provincie Xinjiang.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik zal het kort houden, want ik steun volledig wat de heer Vaneeckhout heeft gezegd.
Minister-president, economie is inderdaad zeer belangrijk, dat vinden wij ook. China is heel belangrijk als handelspartner en dat belang zal enkel toenemen. Maar ook mensenrechten zijn belangrijk. We hebben dat gezien toen het over Catalonië ging en hopen dat ook hier te zien wanneer het over China gaat. Ik volg de vorige sprekers die u hebben gevraagd om, indien u een opening ziet om dat buitensporig geweld in Hongkong aan te kaarten, niet na te laten erop te wijzen dat wij dat geweld niet oké vinden, ook al willen wij economische handel.
In de Kamer hebben wij in 2018 een wetsontwerp goedgekeurd over het uitleveringsverdrag tussen België en de Volksrepubliek China. Wel, een vergelijkbaar wetsontwerp heeft tot de protesten in Hongkong geleid. Als het buitensporig geweld daar blijft toenemen, moeten we misschien overwegen om vanuit Vlaanderen op federaal niveau aan te kaarten of dat uitleveringsverdrag moet worden herzien.
Mevrouw Lambrecht, u zei dat u kort het woord zou nemen. Ik stel mij ondertussen de vraag wat ‘kort’ voor u betekent? U zit al 30 seconden over uw tijd.
Dus: uw vraag luidt?
Kunt u ook de situatie van de Oeigoeren in het oog houden?
Mijnheer Tommelein, mijnheer Vaneeckhout, ik zal uw vragen tegelijk behandelen. Er was inderdaad een onderhoud gepland met de viceminister. Maar om persoonlijke redenen kan ik pas zondag vertrekken. Men heeft het bezoek, dat eigenlijk maandag gepland was, verplaatst naar zondag. Dat onderhoud zal dus niet plaatsvinden.
Sta mij toe u de namen van de contacten die wij op politiek vlak zullen hebben, voorlopig te onthouden. Ik wil u die schriftelijk bezorgen, maar het zijn ingewikkelde namen. Het gaat om drie à vier contacten op ‘deputy’-niveau, onderministers dus.
Mevrouw Lambrecht, we hebben daarnet gesproken over de situatie in Hongkong én over de situatie van de Oeigoeren. Ik zal beide elementen ter sprake brengen.
Mijnheer Deckmyn, mijn diensten hebben inderdaad al contact gehad met de Staatsveiligheid. Ik zal morgenmiddag uitvoerig worden gebriefd over de do’s-and-don’ts in China in het kader van een officiële missie.
Minister-president, in het Vlaamse regeerakkoord hebben de regering en de meerderheid zich alleszins voorgenomen om het buitenlands beleid niet alleen economisch in te vullen, maar ook waardegedreven, op basis van onze waarden en normen. Ik ben dan ook blij dat we hier collectief kunnen vaststellen dat er een gemeenschappelijke verontwaardiging is over de situatie van zowel de Oeigoeren als over de situatie in Hongkong. Het is goed dat we dat hier herkennen en erkennen.
Ik roep u ertoe op om die boodschap mee te nemen – u hebt zich daartoe ook al geëngageerd – en ook nadien werk te maken van een bredere Chinastrategie. Ik denk dat de impact van China de komende jaren, zowel economisch als geopolitiek en strategisch, alleen maar groter zal worden. We moeten er in de commissie Buitenlands Beleid werk van maken om die bredere, Vlaamse Chinastrategie in handen te nemen. Onze fractie zal daarin alvast mee het voortouw nemen. Ik dank u. (Applaus bij Groen en sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.