Report plenary meeting
Report
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, gisteravond waren we getuige van alweer een nieuwe episode in het brexitverhaal. Eerst met de goedkeuring van de zogenaamde brexitwetten, nadien met de afkeuring van de agenda, die ervoor kon zorgen dat de nodige wetten op korte termijn door het parlement konden worden gejaagd om op 31 oktober een brexit mogelijk te maken en ten slotte met het pauzeren van het wetgevingsproces door premier Johnson zelf. Een ordelijke brexit tegen 31 oktober lijkt ons dus nóg minder haalbaar. Het is nu aan de Europese Unie om te beslissen of ze al dan niet uitstel zal verlenen.
Collega's, ik hoef jullie er wellicht niet van te overtuigen dat de brexit, zowel mét als zonder deal, ook grote gevolgen zal hebben voor ons Vlaanderen en vooral voor mijn West-Vlaanderen, dat ook een van de buitengrenzen zal worden van de Europese Unie. Vlaanderen wordt na Ierland zelf het hardst getroffen van alle EU-landen of -regio's. En hoewel de nakende brexit er ook al voor zorgde dat 42 bedrijven, goed voor ongeveer 2000 nieuwe jobs, naar Vlaanderen trokken, betekent een no-dealbrexit volgens de KU Leuven en volgens de studiedienst van de Vlaamse Regering, een verlies van 2,5 procent van ons bruto binnenlands product, alsook een verlies van maar liefst 28.000 jobs. Zelfs wanneer er sprake zal zijn van een brexit mét akkoord, betekent dit nog een vermindering van 1,8 procent bruto binnenlands product, en uiteraard ook het verlies van een aantal jobs.
Collega's, het is duidelijk dat er verschillende maatregelen nodig zijn om onze Vlaamse kmo's en exportbedrijven verder bij te staan. We zien dat er in het regeerakkoord ook al heel wat aandacht is voor de nakende brexit. Het Brexit Actieplan wordt verder uitgerold en er wordt invulling gegeven aan diverse acties.
Uiteraard ben ik ook blij te horen dat de in het regeerakkoord aangekondigde brexit taskforce al werd samengesteld vanuit de regering en reeds heeft samengezeten. Dat zorgt ervoor dat we hopelijk ook vanuit Vlaanderen snel en accuraat zullen reageren op verdere nieuwe episodes in deze brexitsoap.
Minister-president, welk concreet pakket aan maatregelen voor onze kmo's en grotere exportbedrijven heeft Vlaanderen achter de hand?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanryckeghem, ik dank u voor uw vraag. Gisteren heb we hierover in de commissie al uitgebreid – meer dan een uur – een interessant debat gevoerd.
Ik zal nog iets toevoegen aan uw inleiding. U hebt twee mogelijkheden geschetst: een no-dealbrexit en een dealbrexit. Ik wil daar nog een derde element aan toevoegen: het geval van een dealbrexit waarbij we in de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk tot een soort van derdelandensituatie komen. In die situatie bevindt bijvoorbeeld Noorwegen zich vandaag. Dan zijn de economische gevolgen voor Vlaanderen en per definitie voor West-Vlaanderen gelukkig nog een stuk lager. In het geval van een dealbrexit moet het dus het opzet zijn om tot zo’n verhouding met het Verenigd Koninkrijk te kunnen komen.
U vraagt naar de genomen maatregelen. We hebben maatregelen genomen op drie niveaus: het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), Flanders Investment & Trade (FIT) en op het niveau van onze positie naar Europa.
Wat VLAIO betreft, is er een geïntegreerde frontofficewerking opgezet, met 45 bedrijfsadviseurs en 5 voorlichters, die klaarstaan om brexitgeïmpacteerde bedrijven te informeren en te begeleiden in de administratieve mallemolen. Daarnaast zorgt VLAIO voor informatie, opleiding en advies over de brexit. In samenwerking met FIT werd een meldpunt online gebracht en werden er brochures ‘Are you brexit ready?’ verspreid.
Ik kan u vertellen dat reeds meer dan 31.000 bedrijven, voornamelijk kmo's – dat is evident wanneer je over die aantallen spreekt – van die dienstverlening hebben gebruikgemaakt. Er werden door VLAIO ook heel specifieke steunmaatregelen in de steigers gezet.
Een, de kmo-portefeuille. Met die portefeuille kunnen kmo's in Vlaanderen kennis inkopen bij geregistreerde externe leveranciers, in de vorm van opleiding en advies over hoe ze de administratieve formaliteiten kunnen opvolgen.
Je hebt de kmo-groeisubsidie, die zich op bedrijven richt die activiteiten hadden in het Verenigd Koninkrijk en die zich naar elders willen heroriënteren. Je hebt ook de strategische transformatiesteun, die bedrijven met nieuwe opleidingstrajecten en met nieuwe investeringsprojecten ondersteunt bij die transformatie. Dat kan gaan van basissteun van 8 procent voor de investeringen tot 20 procent voor de opleidingen. Dat voor wat het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) betreft.
Minister-president, kunt u afronden, alstublieft?
Als men de maatregelen vraagt, kan ik er ook niets aan doen dat de vorige regering – de vorige regering, mijnheer Muyters – zo veel maatregelen genomen heeft.
Flanders Investment & Trade (FIT) heeft heel specifieke maatregelen genomen voor de logistieke sector, heeft ook subsidies uitgetrokken voor bedrijven die willen exporteren en internationaliseren naar nieuwe markten.
Wat de EU betreft, zijn er heel wat dingen die ik gisteren uitvoerig in de commissievergadering toegelicht heb. Ik kan daar vandaag een nieuwigheid aan toevoegen. Ik heb vanmorgen een goed gesprek gehad met de minister-president van het Waalse Gewest, en alle eisen die Vlaanderen aan de federale overheid vraagt om te verdedigen op Europees niveau, worden ook door onze Waalse vrienden ondersteund. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister-president, ik heb nog een korte bijvraag. Hoe zullen onze Vlaamse ondernemingen en beroepsorganisaties op de hoogte gehouden worden van deze maatregelen van de Vlaamse Regering?
Collega Vanryckeghem, ik wil u ook feliciteren met uw eerste tussenkomst aan dit spreekgestoelte. (Applaus)
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het heel eigenaardig dat deze vraag toegelaten is, aangezien we daar gisteren uitgebreid over gecommuniceerd en van gedachten gewisseld hebben. Ik gun mijn goede vriend en collega wel die vraag, maar in feite kan dat niet. Dat is mijn mening daarover.
Ik zal u misschien onmiddellijk antwoorden, collega Tommelein, waarom die toegelaten is. Ik ben me er wel degelijk van bewust dat er gisteren een commissievergadering geweest is, maar er zijn gisterenavond natuurlijk nog wel belangrijke zaken gebeurd in Westminster. Daarom heb ik die vraag toegelaten.
De vragen waren alleszins niet van die aard, maar goed. Gisteren is er dus in de commissievergadering een heel duidelijke uitleg geweest. Minister-president, ik kan nog eens herhalen dat de vorige regering met minister-president Bourgeois daar heel veel aandacht aan besteed heeft, en dat dit in uitvoering is. Er wordt ook 2 miljoen euro extra vrijgemaakt door FIT voor de bedrijven. Het belangrijkste is toch dat wij ook een aantal opportuniteiten hebben. Vandaag staat ook in de krant dat er een aantal bedrijven extra naar Vlaanderen komen in het kader van de brexitsaga. Ik ben heel tevreden over de opvolging en de manier waarop de Vlaamse Regering dit aanpakt.
Er kwam nog aan het licht dat zowel de transportsector als de visserijsector bijkomende actie verwachten van de regering. Wat kan heel concreet voor die twee sectoren gedaan worden om ze te ondersteunen?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik wens mijn collega en regiogenoot Vanryckeghem mee te ondersteunen in de bezorgdheid die er is. Ik denk dat dit een gigantische impact zal hebben. Dat is niet nieuw, we weten dat al drie jaar.
Vandaar heb ik een aanvullende vraag. Ik heb gezien dat de taskforce deze week opnieuw is samengekomen. Die zet het werk verder dat de Vlaamse Regering de afgelopen jaren ingezet heeft. In principe was de brexit voorzien op 29 maart van dit jaar. Het is een beetje straf dat we nog altijd bezig zijn met alle scenario’s in kaart te brengen: we zitten al acht maanden over tijd. Ik krijg vanuit het veld ook heel wat bezorgde en blijvende signalen, specifiek uit de visserijsector, maar ook uit andere sectoren. Er is discussie of de middelen die vanuit Europa voorzien worden, voldoende zullen zijn. Vlaanderen voorziet nu 2 miljoen euro extra. Bent u van mening dat die 2 miljoen euro voldoende zal zijn voor de impact die er zal zijn op onze Vlaamse bedrijven en economie? Dienen er niet meer middelen voorzien te worden?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de vorige sprekers bijtreden. Ik zal het verhaal niet helemaal herhalen, maar zeker in mijn provincie staan tienduizenden banen op het spel. Dit noopt tot schokdempers, maar we hebben gisteren vernomen dat het geld van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie niet zal lukken. Er is meer kans geld te krijgen uit het Europees Globaliseringsfonds, maar het zal wellicht lang duren voor het de bedrijven bereikt.
Minister-president, we hebben gisteren kort met u van gedachten gewisseld. We hebben gevraagd of u in de begroting in een bedrag kunt voorzien dat als een schokdemper kan dienen. Ik wil nu nog eens vragen wanneer we dat bedrag zullen kennen, zodat we weten in hoeveel geld is voorzien. Ik heb over 2 miljoen euro horen praten, maar ik weet niet of dat bedrag klopt.
De heer De Meester heeft het woord.
Voorzitter, de impact van de brexit op de tewerkstelling in Vlaanderen zal, ongeacht of er nu al dan niet een deal komt, zeer groot zijn. Volgens de net aangehaalde studie die de KU Leuven in samenwerking met de diensten van de Vlaamse Regering heeft uitgevoerd, komen we uit op een jobverlies in heel Vlaanderen, niet enkel in West-Vlaanderen, van 15.000 tot 28.000 jobs. Het gaat dan vooral om de textiel-, chemie- en voedingssectoren. Ik zwijg dan nog over de haven van Antwerpen, bijvoorbeeld.
Minister-president, in uw regeerakkoord staat dat u 120.000 mensen meer aan de slag wilt helpen. Het ziet er echter naar uit dat u een flink stuk onder nul zult beginnen indien we de pech hebben dat de brexit slecht uitdraait voor Vlaanderen. U hebt het over activering, maar mijn vraag is in welke jobs u die mensen zult activeren. Hebt u bijkomende maatregelen genomen om specifiek de tewerkstelling te beschermen en eventueel bijkomende jobs te creëren in de bedreigde sectoren, namelijk de textielsector, de chemiesector en de voedingssector?
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. We hebben hier gisteren een uitvoerig debat over gevoerd. U hebt in uw zeer uitvoerig antwoord meer dan een tiental maatregelen aangekondigd.
U hebt verwezen naar het gesprek dat u deze ochtend met minister-president Di Rupo van het Waalse Gewest hebt gehad. Ik vind het positief dat het Waalse Gewest dezelfde eisen deelt. We weten natuurlijk dat het Waalse Gewest in het verleden met betrekking tot handelsverdragen als het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) en het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) een ander standpunt hebben ingenomen. Er zal in de toekomst een handels- en investeringsverdrag met het Verenigd Koninkrijk komen. Ik hoop dat het Waalse Gewest dan niet andere standpunten zal innemen. Ik zou hierover graag nog een bijkomende toelichting krijgen.
We hebben gisteren ook gesproken over het Solidariteitsfonds van de Europese Unie en over de Europese cohesiefondsen. In dit verband zijn eventueel nog bepaalde wijzigingen mogelijk. Toevallig is premier Michel deze ochtend hierover ondervraagd in het Federaal Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden. Volgens premier Michel is een interfederaal standpunt ingenomen, maar ik heb hem niet over het Solidariteitsfonds van de Europese Unie of over het Globaliseringsfonds horen spreken. Kunt hierover misschien nog een bijkomende toelichting geven?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, we hebben gisteren al een uitvoerig debat over de brexit gehouden. Ik weet dat er dienaangaande elke dag wel iets gebeurt aan de overzijde van het Kanaal. Ik vrees dan ook dat dit iedere dag actueel zal blijven.
We worden geconfronteerd met de gevolgen van een harde of een zachte brexit. Er is net al gezegd dat tot 28.000 jobs verloren zullen gaan. Ik zal toch het aandachtspunt willen herhalen dat ik gisteren heb geformuleerd. We moeten uiteraard de nodige aandacht schenken aan het jobverlies, maar een punt dat soms wordt onderbelicht, is de jobwinst die we kunnen hebben als we bedrijven kunnen aantrekken die ten gevolge van de brexit terug naar de EU komen.
Daar knelt natuurlijk het schoentje. Als ze naar de EU komen, moeten we ons er als Vlaamse natie van bewust zijn dat we ze liefst naar ons laten komen. We moeten ervoor zorgen dat we naar jobwinst gaan.
Minister-president, u hebt gisteren gezegd dat er in de kering nu al tweeduizend extra jobs gegenereerd zullen worden. Ik vind dat een goede zaak. Mijn aandachtspunt en mijn vraag blijven echter. Ik weet dat FIT nu bevoegd is en de opdracht gekregen heeft om daarvoor te zorgen. Ik wil aan u vragen om daar de nodige aandacht aan te blijven besteden.
Collega’s, u zult het mij niet kwalijk nemen dat ik de antwoorden die ik gisteren zeer uitgebreid gegeven heb in de commissie, hier niet extensief ga herhalen, anders heeft het commissiewerk niet veel zin, denk ik.
Mijnheer Vanryckeghem, u vroeg mij hoe de bedrijven daarvan op de hoogte gehouden worden. Die werden allemaal individueel aangeschreven. We hebben individueel aan elk bedrijf laten weten welke de verschillende toegangskanalen zijn tot meer informatie over de brexit en welke diensten daarvoor verantwoordelijk zijn.
Maandag hebben we twee sectoren gehoord in de brexit taskforce, namelijk de transportsector en de visserij. Ik wil daar een woordje uitleg bij geven. Wat was het probleem van de transportsector? Ze moeten bijkomende expeditiecompetentie hebben. De transportsector heeft gezegd: gelukkig hebben wij ons niet gericht op de eerste deadline van de Brexit, want dan hadden we nu al een jaar of anderhalf jaar overtollig personeel in dienst, dat dan eigenlijk niets omhanden had. Wij hebben dus gewacht, maar nu zien we wel die datum op ons afkomen. De vraag is: is de competentie op de markt aanwezig? Ik moet eerlijk zeggen dat we maandag die vraag gekregen hebben, maar dat ik daar vandaag nog geen pasklaar antwoord op heb. We moeten met opleidingsinstituten en dergelijke bekijken hoe we dat snel kunnen bijbenen. Maar dat is zeker een uitdaging.
De tweede sector die een concreet probleem aanhangig maakte, was de visserijsector. De visserijsector zag zich genoodzaakt om de route van onze kust naar Ramsgate en dergelijke te frequenteren. Frankrijk had echter intenties om net op die vaarroute een offshore windmolenpark aan te leggen. De visserijsector heeft ons gevraagd om met Frankrijk in contact te treden om te bekijken of er geen andere oplossingen mogelijk waren. Dat zullen we dus ook doen.
Zijn de bijkomende middelen van 2 miljoen euro voldoende? Wel, ik zou zeggen: we zullen zien. Er zijn nog veel scenario’s. Wordt het het scenario van de no deal, wordt het het scenario van de deal, wordt het het scenario van derde landen? In het scenario van de no deal hebben we minstens nog een jaar, uitbreidbaar tot twee of drie jaar. Tendeert het naar een partnership zoals met Noorwegen, dan is dat natuurlijk een heel andere opgave dan wanneer we in een van de twee andere scenario’s terechtkomen. Mevrouw, ik heb het u gisteren gezegd en ik zeg het u vandaag ook: wij zullen dat in het oog houden en indien nodig daar budgettair de ruimte voor bijmaken.
Mijnheer De Meester, u vroeg hoe de Vlaamse Regering bijkomende jobs gaat creëren. Wel, dat is nu het verschil tussen mijn maatschappijmodel en het uwe. De overheid creëert geen bijkomende jobs, we zullen dat met de privésector moeten doen. Ik stel vast dat er vandaag enorm veel vraag is naar werkkrachten op de arbeidsmarkt, een vraag die niet ingevuld geraakt. Ik zie hier een mogelijkheid om mensen die in de ene sector hun job verliezen, om te scholen naar de andere sector. Daar hebben we de instrumenten voor. Daar hebben we organisaties als VDAB voor.
Mijnheer Vanlouwe, u vroeg wat de opstelling is van de federale overheid versus Europa. Die is ook in beweging. Ik maak me sterk dat ze, als we ons met de gewesten en de gemeenschappen in dit land samen opstellen ten opzichte van de federale overheid, er gehoor aan zal geven om inderdaad de eisen die ze in het verleden niet altijd goed vertaald heeft naar Europa, nu anders te vertalen, zeker en vast omdat de regionale regeringen wel werken en de federale overheid op dit moment niet de meest slagkrachtige overheid is.
Ten slotte, mijnheer Deckmyn, nog iets over de bedrijven die van het Verenigd Koninkrijk naar hier komen. Zoals ik u gisteren gezegd heb, zijn er 42 heel concrete beslissingen van bedrijven om naar hier te komen. Die staan inderdaad garant voor die 2000 banen waarover u spreekt. Er zijn op dit moment nog 136 heel concrete dossiers waar FIT aan werkt. Laten we hopen dat die veel succes hebben. Ik heb alleszins aan FIT aangeboden om daar zelf voor in de bres te springen indien dat kan helpen om die bedrijven naar hier te krijgen. Ik volg dat op de voet op.
Voorzitter, ik ga afronden, want verschillende collega’s staan te popelen om naar de match Genk-Liverpool te gaan kijken. Ik wens Genk veel succes.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. Wij kijken uit naar de maatregelen die deze Vlaamse Regering zal nemen om het brexitverhaal, met of zonder deal, voor onze Vlaamse bedrijven met zo weinig mogelijk hindernissen te laten verlopen.
Collega, ik zal u moeten teleurstellen, want de vergadering is nog niet afgelopen. U zult niet naar het voetbal kunnen gaan kijken.
De actuele vraag is afgehandeld.