Report plenary meeting
Report
De heer De Reuse heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, vorige week konden we weer kennisnemen van de MAHA-analyse (Model for Automatic Hospital Analyses), de cijfers die Belfius ons ter beschikking stelt van de financiële gezondheid van de ziekenhuizen.
Er stond goed nieuws in, er stond slecht nieuws in, en er staan ook altijd wat aandachtspunten in. Laat ons beginnen met het goede nieuws: er zijn weer enkele ziekenhuizen minder die verlieslatend zijn. Het slechte nieuws is dat de gezamenlijke winst die de algemene ziekenhuizen in Vlaanderen genereren, geslonken is tot een historisch dieptepunt van 0,7 procent op de omzet. Dat zal uiteraard een probleem geven omdat 1 procent nodig is om buffers op te bouwen om aan toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden.
Er zijn ook enkele pijnpunten aan de verdienmodellen. Er zijn de geneesmiddelen met de grote kortingen waarop de ziekenhuizen winst maken. Vorige week is het nog uitgebreid in de pers gekomen. Er komen donderwolken aan de hemel en de vraag is hoe dit zal aflopen.
Het Budget Financiële Middelen (BFM) volgt niet mee met de omzet, terwijl het toch de hotelkosten en de verpleegdagprijs zou moeten dekken. De uitdagingen voor het ziekenhuislandschap zijn natuurlijk niet gering. Ze zijn voor Vlaanderen anders dan Wallonië. In Vlaanderen zal de vergrijzing sterker toeslaan dan in Wallonië, er is ook de digitalisering van de economie en er zijn de nieuwe medische technieken die worden ontwikkeld.
Minister, hoe wilt u vanuit uw bevoegdheid extra incentives en middelen vinden om het ziekenhuislandschap gezonder te maken?
Mijnheer De Reuse, ik wil u feliciteren met uw eerste vraag vanop het spreekgestoelte. (Applaus)
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik kan hier zeer kort op antwoorden. Vlaanderen is niet bevoegd voor de exploitatie van de ziekenhuizen. U verwijst naar het BFM, maar de exploitatie van de ziekenhuizen is een federale bevoegdheid. Vlaanderen is wel bevoegd voor de bouw van de ziekenhuizen, sinds 2016. In 2019 is daar maar liefst 700 miljoen euro in geïnvesteerd: 135 miljoen euro gaat naar onderhoud voor instandhoudingsforfaits, 525 miljoen euro naar aflossingen voor oude engagementen en 65 miljoen euro naar strategische forfaits.
Dus, wat de infrastructuur betreft, bent u bij mij aan het goede adres, en ook in dit parlement. Wat de exploitatie betreft, moet u de vraag stellen aan mijn federale collega, minister De Block.
Vlaanderen heeft wel al regionale zorgstrategische plannen opgebouwd en de ziekenhuizen geresponsabiliseerd voor de toekomst. We hebben hen gevraagd om naar die toekomst te kijken.
Voor ons zijn er een paar duidelijke krijtlijnen die het toekomstige zorgaanbod moeten organiseren. Ten eerste moet er gezorgd worden voor een toegankelijke basiszorg. Ten tweede moet er gezorgd worden voor een concentratie van expertise voor complexe pathologieën. Ten derde moet er gezorgd worden voor een optimale regionale spreiding voor hoogtechnologisch zorgaanbod en gespecialiseerde zorg. Daarvoor heeft de Vlaamse overheid het Groenboek Hospital of the Future geïnstalleerd. U kunt dit raadplegen op de website. Daarin staan duidelijke krijtlijnen hoe wij het zorgaanbod in de toekomst in Vlaanderen zien.
Minister, eerst had ik gedacht dat u er zich heel gemakkelijk van af zou maken. Ik haalde die twee voorbeelden aan om de problematiek waar de sector mee te kampen heeft, te schetsen.
Vlaanderen heeft inderdaad enkele mogelijkheden inzake infrastructuur. Heel wat ziekenhuizen zetten in op vernieuwing van infrastructuur en bouwen heel wat. Dat is ook nodig omdat het ziekenhuislandschap een heel stuk verouderd was. Vlaanderen kan daar zeker en vast nog iets doen, want middelen die Vlaanderen daarvoor inzet, kunnen op andere plaatsen worden aangewend voor zorg.
Ook de netwerkvorming is zeer belangrijk. Vlaanderen heeft daar een heel belangrijke rol gespeeld. Dat is in volle ontwikkeling. We zien dat netwerkvorming voor heel wat problemen zorgt tussen verschillende raden van bestuur en artsenassociaties. Dat is des mensen. Minister, daar hebt u nog een mogelijkheid om maatregelen te nemen om dit beter te faciliteren.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik dezelfde opmerking maken: dit gaat vooral over federale materie.
U hebt wel de ziekenhuisnetwerken aangehaald, wat heel belangrijk is. Die zijn ook deels ingevoerd als gevolg van de financiële toestand, waardoor we ook de oeverloze concurrentie tussen de ziekenhuizen tegengaan omdat dat vaak leidt tot overconsumptie.
Minister, de deadline is 1 januari 2020. Kunnen de ziekenhuisnetwerken tegen dan erkend worden, waardoor elk ziekenhuis effectief deel uitmaakt van zo'n netwerk?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik wens me aan te sluiten bij mevrouw Saeys en bij de minister. Ik vind de vraagstelling eerlijk gezegd een beetje vreemd. Ziekenhuizen hebben heel specifieke problematieken, maar de financiering, het BFM, is een louter federale materie. We kunnen dat betreuren, maar we kunnen daar momenteel nog niet onderuit.
Vlaanderen ziet de noodzaak in van de netwerken. De zorgstrategische plannen worden ook volop uitgerold. Ik hoor dat deze week de laatste aanvragen normaal binnen moeten zijn. We zullen die discussie op een later moment in de commissie zeker verder kunnen voeren.
Ik vind de ziekenhuisfinanciering momenteel wel een bizarre discussie om in deze plenaire vergadering te voeren. Hopelijk zal de ziekenhuisnetwerking volgende week wat duidelijker zijn. We kunnen dan openlijk verder discussiëren met de minister in commissie.
Het klopt dat we aan de ziekenhuizen hebben gevraagd om tegen half oktober hun huiswerk te doen. Ik heb ook aan onze administratie gevraagd om een overzicht te geven. Als ik dat heb, wil ik dat graag komen toelichten in de commissie. Op die manier kunnen we kijken waar we met onze ziekenhuizen in Vlaanderen precies staan. Die opdracht heb ik al gegeven en we kunnen daar zeker op terugkomen.
Wat het tweede betreft, kan ik alleen verwijzen naar het regeerakkoord, waarin staat dat dit parlement wordt uitgenodigd om over de staatsinrichting en de bevoegdheidsverdeling een grondigere reflectie te doen. Dan kunnen we het misschien ook hebben over de ziekenhuizen, een aantal aspecten van de gezondheidszorg en de manier waarop we dat moeten organiseren in de toekomst. Ik kan het alleen maar zeggen zoals het vandaag is georganiseerd. Wij staan niet in voor de exploitatie, wel voor de bouw. En Vlaanderen heeft daarvoor dit jaar, in 2019, al voor 700 miljoen euro aan betalingen gedaan.
Afsluitend kan ik zeggen dat ik zeer tevreden ben dat ook de minister vraagt dat de communautaire koelkast opengaat en dat we dan inderdaad zo veel mogelijk middelen hierheen kunnen draineren. Dat zal inderdaad zorgen voor homogene bevoegdheden en voor een beter beleid. Dank u. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.