Report plenary meeting
Actuele vraag over de Vlaamse en Europese reactie op de invasie van Turkije in het noorden van Syrië
Actuele vraag over het bevriezen van vier leveringen van strategische goederen aan Turkije
Report
Het antwoord wordt gegeven door minister Weyts.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, collega's, wat er vorige week is gebeurd in Koerdistan, in het Koerdisch gedeelte van Syrië, is opnieuw een oorlog die is begonnen door Turkije – dat is de Turkse staat van president Erdogan, ik durf bijna zeggen dictator Erdogan. Voor de zoveelste keer heeft hij een binnenlands conflict en probeert hij dat op te lossen door een buitenlandse oorlog te starten. Hij is vanuit Turkije met zijn troepen het Koerdisch gedeelte van Syrië binnengetrokken. Syrië heeft een jarenlange strijd gekend, een oorlog, een burgeroorlog, maar vooral een strijd tegen de fundamentalisten, de islamisten van Islamitische Staat. Zijn idee, hoe krankzinnig en barbaars het ook is, is om een bufferzone te creëren om daar miljoenen Syrische vluchtelingen onder te brengen. Hij wil eigenlijk aan ontvolking doen, de vluchtelingen deporteren om hen naar een bufferzone te sturen en op die manier spanningen te creëren met de Koerdische bevolking.
Uitgerekend die Koerdische bevolkingsgroepen waren onze medestrijders, ze werden inderdaad bewapend door de Verenigde Staten, ze werden getraind en gesteund door de Verenigde Staten. Juist die bevolkingsgroep in het noorden van Syrië wordt opnieuw het slachtoffer. We weten ondertussen wat er gebeurd is, het wordt een escalatie van geweld. Ondertussen blijken daar zelfs al geheime troepen te zijn van Rusland, er zijn daar Arabische milities aanwezig die de kant van Turkije kiezen, er zijn de Koerdische milities, er zijn gevangenissen waar ondertussen al bepaalde gevangenen ontsnapt zijn. Er wordt totale instabiliteit gecreëerd in de regio, met een heropleving van Islamitische Staat, met een gevaar niet alleen daar, maar ook voor hier in Europa. Een buitenlands conflict zou dus ook wel eens binnenlandse gevolgen kunnen hebben.
Minister, hoe evalueert u die situatie en wat kunnen wij hier vanuit het Westen doen?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, de kranten staan er vol van. De Turken zijn Syrië binnengevallen, voor eigen politieke doeleinden natuurlijk. Ze hebben daar die bufferzone geïnstalleerd, maar iedereen weet waarom dit gebeurt. Het gebeurt om de Koerdische autonomie te fnuiken. Men heeft schrik, vooral in eigen land, dat de Koerden in Turkije een voorbeeld zouden kunnen nemen aan het streven naar autonomie van de Koerden in Syrië. Vandaar dat er niets anders opzit dan Syrië binnen te vallen, met verschrikkelijke gevolgen natuurlijk. Er zal een miljoenenstroom op gang getrokken worden, er worden nu openlijk door Turkije burgerdoelwitten geviseerd, IS-strijders en hun familie komen gewoon op straat. Het is zo erg geworden dat de enige steun die de Koerden nog hebben, het Syrische leger van president Assad is, dat hen moet steunen in hun strijd tegen de Turken.
Als we kijken naar ons land, zien we hier ook een heel grote steun voor het Erdoganregime. Het debat dat we al hadden over die Turkse voetballertjes die de militaire groet uitbrachten, bewijst trouwens heel duidelijk dat dit zowel bij oud als bij jong leeft. Men ondersteunt vanuit Vlaanderen eigenlijk ook die strijd. We moeten dus zeer aandachtig zijn voor de binnenlandse gevolgen van deze inval, ik ben daar toch zeer beducht voor. Heel veel Turken hebben trouwens een dubbele nationaliteit, veel van die Turken nemen dienst in het leger, sommige van die Turken – zo konden we in de media vernemen – gaan zelfs strijden in Syrië, wat toch heel vreemd is. Belgische staatsburgers gaan aan de kant van het Turkse leger strijden in Syrië, gaan daar eigenlijk op het randje na in dienst gesteld worden om een genocide uit te voeren. Ik vind dit allemaal erg verschrikkelijk.
Gelukkig zijn de reacties in Europa en in Vlaanderen goed door te stellen dat er sancties genomen moeten worden. Ik stel vast dat minister-president Jambon ook openlijk aan Europa gevraagd heeft om ervoor te zorgen dat er sancties genomen worden. Er zijn ook een viertal dossiers in Vlaanderen die dienaangaande geblokkeerd worden, als ik mij niet vergis.
Mijn vraag is dan natuurlijk heel duidelijk. Wat zal deze Vlaamse Regering doen om zowel hier in Vlaanderen, maar ook zeer zeker in Europa de collega’s te overtuigen om sancties in te voeren tegen Turkije?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik had een specifieke vraag aan minister van Buitenlandse Zaken Jambon over het besluit dat hij vorige week nam. Ik begrijp dat hij verontschuldigd is. Hij is met de koning en de koningin op stap, denk ik. Ik ben een grote fan van het koningshuis, dus ik ben ervan overtuigd dat u, minister Weyts, namens de regering gaat antwoorden. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De collega’s hebben de situatie al voor een stuk geschetst. Minister, heel wat landen hebben ondertussen Turkije al opgeroepen om de militaire actie in het gebied stop te zetten en via diplomatieke weg tot een oplossing te komen. Sommige landen zoals Duitsland, Nederland, Finland, Frankrijk hebben meteen ook alle wapenleveringen aan Turkije, dat nochtans een NAVO-lidstaat is, stopgezet. Ook in Vlaanderen werd vrij snel en vrij accuraat de inval veroordeeld en de minister-president kondigde dus heel snel aan dat de vier leveringen van de dual-usematerialen werden opgeschort. De minister-president verklaarde in die beslissing dat hij die vier lopende dossiers opschort zolang de toestand in de regio niet duidelijk wordt. Werd die beslissing genomen in onderling overleg met die betrokken bedrijven of betrokken leveranciers?
Ik stel die vraag omdat ik niet kan uitsluiten dat zij ergens een of andere beroepsmogelijkheid kunnen aanwenden, die de genomen beslissing van minister-president Jambon – die wij ook steunen – zou bedreigen.
Minister Weyts heeft het woord.
Gelet op de uithuizigheid van de minister-president zal ik zijn antwoord op deze vragen voorlezen. Ik begin bij de vraag rond de evaluatie van de situatie. Het spreekt voor zich dat die situatie als zeer ernstig wordt gezien, al valt ze op het terrein soms zeer moeilijk in te schatten. We stellen vast dat er verschillende milities aan het werk zijn, en dat het niet duidelijk is aan wiens zijde zij strijden. Er zijn ook wisselende allianties.
Maar laat het duidelijk zijn dat de Vlaamse Regering de inval van Turkije uitdrukkelijk veroordeelt, vanwege een duidelijke schending van het VN-Handvest. Turkije spreekt zelf over een antiterroristische operatie, maar voor ons is dit gewoon een invasie, waarbij misbruik wordt gemaakt van een machtsvacuüm dat werd gecreëerd door de Amerikanen, en dat niet werd ingevuld door, bijvoorbeeld, de Europese Unie.
Maar het is nogal cynisch om vast te stellen dat de Koerden, als dank voor hun schitterende werk in de strijd tegen islamterroristen, tegen Islamitische Staat (IS), nu opnieuw de dupe zijn, zoals ze dat al zo vaak zijn geweest in hun geschiedenis.
De Vlaamse Regering is bezorgd over het lot van de Koerden, en over de humanitaire gevolgen van dit conflict. We dringen er bij alle mogelijke internationale fora op aan om de daden van Turkije sterk te veroordelen, en op te roepen tot stabiliteit.
De communicatie van de minister-president was duidelijk: op 10 oktober heeft hij om economische sancties gevraagd. We willen dat Europa in dezen zo maximaal mogelijk als een eendrachtig blok optreedt. We willen de handelsrelaties met de Europese Unie herbekijken. En wat onszelf betreft, gaan we de beslissing over de levering van militair materiaal bevriezen. Daar kom ik later nog op terug.
Diezelfde dag hebben we er ook op aangedrongen om economische sancties tegen Turkije te agenderen, dit in het kader van een intra-Belgisch overleg met het directoraat-generaal Europa. Dit gebeurde ter voorbereiding van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober. Voorafgaand aan de Raad Buitenlandse Zaken hebben we afgelopen weekend ook contact gehad met het kabinet van minister Reynders, inzake een Europees wapenembargo tegen Turkije.
Ik denk dat die Vlaamse druk ook wel enigszins effect heeft gehad. Het was tijdens de Raad Buitenlandse Zaken dat de Europese Unie de Turkse militaire actie heeft veroordeeld. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken haalde het al aan: dit is een enorme stap vooruit; het is voor het eerst dat de Europese Unie een NAVO-lidstaat uitdrukkelijk veroordeelt.
De lidstaten hebben zich ook geëngageerd om zelf sterke nationale standpunten in te nemen. Daarnaast hebben we inderdaad beslist om de lopende wapenhandelsdossiers te bevriezen. Dat gebeurt niet in overleg met de betrokken partijen. Want, voor alle duidelijkheid: dit zijn dossiers die in aanvraag zijn, die in de pijplijn zitten. Die zijn nog niet goedgekeurd. De beslissing daarover gebeurt trouwens op basis van wettelijke normen en criteria, en wij – de minister-president en de minister bevoegd voor de buitenlandse handel – nemen die beslissing zelf. Het is ook niet zo dat die levering werd geschorst; het is de behandeling van de aanvraag die werd geschorst. Die dossiers zijn dus tijdelijk bevroren.
Wat doet Vlaanderen nog? In de aanloop naar de Europese Raad blijven we maximaal druk uitoefenen, met het oog op een strenge aanpak van Turkije. Wat kunnen we nog meer doen? We kunnen de hoge vertegenwoordiger Mogherini aanschrijven, of op een andere manier contacteren, om te vragen de sancties tegen Turkije aan te scherpen. Ik denk aan de stopzetting van de pretoetredingssteun en economische sancties.
En wat onze eigen bevoegdheden betreft, denk ik dat we ook het maximaal mogelijke moeten doen om, op alle mogelijke niveaus, het signaal te geven dat we deze actie van Turkije uitdrukkelijk veroordelen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Bedankt voor uw klaar en helder antwoord, minister. Het is ook zo dat minister-president Jambon een van de eersten was om te reageren, en een duidelijk standpunt in te nemen met betrekking tot bepaalde dossiers van dual-useleveringen. Hij was ook een van de eersten om daarin een beslissing te nemen. Ook op federaal niveau is het een goede zaak dat men probeert in te schatten wat de gevaarlijke gevolgen kunnen zijn voor ons land.
Straks gaan we hier nog ons voorstel van resolutie bespreken met betrekking tot die inval. U hebt al naar bepaalde punten verwezen; ik ga niet vooruitlopen op het debat. Ik denk dat we allemaal – dat blijkt hier toch uit dat debat, ik hoop dat de andere partijen dat zullen delen – beseffen dat wat er gebeurt in het Midden-Oosten, opnieuw een zeer gevaarlijke oorlog dreigt te worden.
We kennen de oorlog die een kleine tien jaar bezig is geweest in Syrië. We stellen nu vast dat Turkije binnenlandse problemen exporteert naar het buitenland. Het viseert – sommigen zeggen ‘stigmatiseert’ – een bepaalde bevolkingsgroep, namelijk de Koerden. Turkije probeert hen bijna uit te moorden of dat gebied te ontvolken door Syrische vluchtelingen in die bufferzone te plaatsen. We komen daar seffens zeker op terug bij het debat over ons voorstel van resolutie.
Minister, ik hoor graag de heel nobele intenties omtrent eventuele sancties en dergelijke meer. Ik hoop dat het niet bij intenties blijft.
Het is alleszins al een goede zaak dat de aanvraag met betrekking tot de dualusegoederen bevroren is. Ik hoop dat men het niet achteraf, via een omweggetje, weer goed zal maken omdat de problematiek dan minder acuut is. U hebt sterk benadrukt dat de handelsrelaties met Turkije moeten worden herzien. Nu, eerlijk gezegd vind ik dat net iets te soft. Ik vind dat men heel luid en duidelijk moet zeggen dat wij willen stoppen met de toetredingsonderhandelingen van Turkije tot de EU. Deze zaak toont nogmaals aan dat Turkije niet thuishoort in Europa. Ik vind dat vanuit dit parlement heel duidelijk het signaal moet komen dat Turkije geweerd moet worden uit de EU. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik dank u voor uw helder antwoord en de duiding. Ik ben wat mijn vraag betreft inderdaad gerustgesteld dat de beslissing van minister-president Jambon behouden kan blijven en niet via een of andere beroepsprocedure of protest elders kan worden herroepen. Het is minister-president Jambon geweest die de beslissing vrij snel heeft genomen. Ik neem aan dat hij dan ook de opheffing van de bevriezing zal doen op het moment dat hij de tijd rijp acht. Dat vond ik belangrijk om in te brengen.
Zoals de heer Vanlouwe zegt, bespreken we hier seffens het voorstel van resolutie, en ik zal dan verder ingaan op andere zaken.
De heer Tommelein heeft het woord.
Ook voor de liberale fractie is de inval van Turkije in Koerdistan in Noord-Syrië cynisch en verwerpelijk, temeer daar het opnieuw burgers zijn, kinderen zijn, die daar de grootste slachtoffers van worden, maar deze inval heeft ook een aantal elementen die nog minder leuk zijn, zoals IS-strijders die gevangengenomen werden en intussen kunnen vluchten zijn.
Voor ons is belangrijk, minister, en u hebt het goed verwoord, dat we ons niet mogen laten intimideren, door geen enkele staat en ook niet door Erdogan. Dat betekent dat wij vragen dat er een krachtdadig en eensgezind antwoord komt van de Europese Unie. Wij vragen inderdaad dat de toetredingsonderhandelingen van de EU nu worden stopgezet. Dat lijkt mij logisch, met die belangrijke nuance, mijnheer Deckmyn, dat dat niet voor altijd is. Het is niet omdat de situatie vandaag zo is, dat het binnen honderd jaar evenmin kan. Dan zijn er andere leiders en een andere bevolking en kan de situatie totaal anders zijn. Dat betekent wel dat wij vragen dat de toetredingsonderhandelingen nu stoppen.
Wij roepen ook op om de emotionele reacties, ook onder onze eigen bevolking, onder controle te houden. Wij begrijpen dat wel, maar hier moeten we blijven samenleven, van welke afkomst we ook zijn.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik denk dat we het er in dit parlement over eens zijn dat we de invasie door Turkije moeten veroordelen, heel hard veroordelen. Daar kunnen we allemaal samen heel duidelijk over zijn.
In dergelijke conflicten is er altijd slechts één slachtoffer en dat geldt langs alle zijden van het conflict, helaas ook voor het conflict dat nu een wespennest geworden is. Opnieuw zijn gewone burgers het slachtoffer. Ik denk dat we daar oog voor moeten hebben.
Onze fractie is het eens met de stappen die nu gezet zijn. Inhoudelijk wil ik straks nog wel enkele opmerkingen en suggesties geven tijdens de bespreking van de resoluties. We denken dat die stevige reactie, die de Vlaamse Regering tot op heden aangehouden heeft, de juiste is.
We willen ook wel de aandacht behouden voor de wapenexport en voor wat gisteren in de media kwam, de rol van de Antwerpse haven daarin en het feit dat we niet altijd zicht hebben op wat er ons land verlaat. Ik denk dat het belangrijk is dat we daar ook in deze context, in dit conflict, de nodige aandacht voor hebben.
Tot slot hopen wij dat de forsheid waarmee hier gereageerd wordt, ook in andere conflicten en bij andere rollen mee mag spelen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, wij hebben vanaf het begin van de legislatuur gezegd dat we, als er goede dingen gebeuren, ook zullen zeggen dat het goed is. Het krachtdadig optreden van de minister-president en het bevriezen van die 'dual use'-leveringen aan landen als Turkije, is heel juist en heel goed. We hopen dat die lijn in de toekomst aangehouden wordt, zoals mijn collega net al zei, voor andere landen, bijvoorbeeld in de buurt van Jemen. We hopen dat het niet enkel over dit land gaat. Bij de doorstroming van wapens zien we namelijk dat het soms gemakkelijker gaat, als men kan beweren dat het niet om invoer gaat.
Ik wil nog iets duidelijk maken. Ik kan het me in mijn ergste dromen niet voorstellen dat er zou worden afgetoetst met de bedrijven of er een bevriezing van een aanvraag mag zijn. Ook hier is het een heel juiste houding van de minister-president om, onafhankelijk van de bedrijven, toch te durven zeggen dat die 'dual use'-leveringen, die leveringen van mogelijk militaire wapens, echt niet kunnen. Ik vraag met aandrang om die lijn door te trekken naar elk continent, naar elk land in een oorlogssituatie.
Minister Weyts heeft het woord.
Een nieuw element dat in deze discussie naar voren kwam, in vergelijking met de discussie ervoor, is dat van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Het is een heel duidelijk standpunt van de Vlaamse Regering dat de EU vandaag niet moet uitbreiden. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor Turkije. Het toetredingsproces is trouwens gekoppeld aan strikte voorwaarden, namelijk de welbekende Kopenhagencriteria. Ik denk dat ik niemand ervan moet overtuigen dat Turkije zelfs in de verste verte niet beantwoordt aan de criteria die daarin vooropgesteld worden inzake democratie, inzake rechtsstaat, inzake respect voor de mensenrechten of inzake respect voor minderheden. In de verste verte niet. De toetreding van Turkije tot de Europese Unie is dus een probleem dat zich niet stelt.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik stel vast dat tijdens de tweede zitting na de installatie van de nieuwe regering al felicitaties komen van de oppositie voor de zeer goede en consequente houding van de minister-president.
Inderdaad, er is een krachtdadige veroordeling geweest en er zijn dossiers van bepaalde leveringen effectief opgeschort. Natuurlijk moet dat steeds goed onderzocht worden. Hier heeft de minister-president een heel snelle en correcte beslissing genomen.
Tegelijkertijd – maar dat is eigenlijk het voorwerp van het debat dat we straks zullen voeren – is er het debat over de toetreding van Turkije. Is dat eigenlijk nog een waardige kandidaat-lidstaat? Kan dit land eigenlijk nog altijd die toetredingssteun genieten, die gedurende vele jaren 600 miljoen euro per jaar bedroeg? Is een dergelijk regime dat nog wel waard?
Het voorwerp van een ander debat is de invloed van dat Turkse regime hier in ons land, bijvoorbeeld in de voetbalclub in Beringen waarover we gesproken hebben. Ik als Brusselse Vlaming voel en zie die spanningen heden ten dage ook in Sint-Joost-ten-Node en in andere wijken. Ook daar moet onmiddellijk een halt aan worden toegeroepen, want dit is natuurlijk onaanvaardbaar in onze samenleving.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Je kan hier toch al een en ander vernemen. Ik heb zonet collega Tommelein zeer stoer horen aankondigen dat Turkije eigenlijk uit Europa moet. Een heel stoere verklaring, om onmiddellijk daarna te zeggen: ‘Maar niet voor altijd.’ Dat is het betere tsjevenwerk, mijnheer Tommelein.
Met de inval van Turkije in Syrië is er een kans op genocide. Er komt een enorme vluchtelingenstroom op gang, de vluchtelingensluizen worden opengezet. IS-strijders komen op straat. Dit is ontoelaatbaar. Voor ons is het heel duidelijk: geen Turkije in de EU, nu niet, nooit. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik heb zeer goed geluisterd naar de verschillende betogen. Ik zou me toch even willen richten tot mevrouw Lambrecht van de sp.a-fractie. U hebt me toch wel verkeerd willen begrijpen. Ik ben heel duidelijk geweest, en u kunt dat gelukkig nalezen in het verslag. Ik vroeg of er onderling overleg is geweest met de bedrijven om te vermijden – dat is ook de essentie van de vraag – dat er ergens een eventuele beroepsmogelijkheid zou bestaan of een juridische actie zou kunnen worden ingeroepen door een bedrijf of een leverancier, wat dan net de besliste opschorting zou bedreigen. Ik ben mijn vraag begonnen met te zeggen dat het besluit dat is genomen, snel en daadkrachtig was genomen. We steunen dat ook ten volle. Ik vond het toch belangrijk om dit heel helder te stellen, wat ik ook in mijn repliek heb gedaan.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. De CD&V-fractie is ervan overtuigd dat sancties ook hier kunnen samengaan met diplomatiek overleg. Dat zal later moeten blijken. Ik kijk uit naar het debat deze namiddag.
De actuele vragen zijn afgehandeld.