Report plenary meeting
Actuele vraag over de afname van het aantal winkels in Vlaanderen over het laatste decennium
Actuele vraag over de achteruitgang van het aantal winkels in Vlaanderen
Report
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, winkelstraten zijn vaak het visitekaartje van een dorp of een stad. Sterker nog, dynamische winkelstraten die gezellig en leuk zijn ingericht en waar een zekere sfeer hangt, zijn het kloppend hart van een dorp of een stad. Mensen ontmoeten elkaar daar, mensen gaan daar hun inkopen doen, gaan er iets eten of drinken en ondersteunen de lokale handelaars. Dat bepaalt mee het gezicht van onze steden en gemeenten.
Het tegenovergestelde is natuurlijk ook waar. Als er leegstand is, wordt de sfeer plots anders. Dan is het triester, dan wordt de dynamiek gefnuikt. Dat is te vaak nog het geval in Vlaanderen.
Dit weekend las ik een artikel in De Tijd over een onderzoeksrapport waaruit bleek dat de leegstand in Brussel en Vlaanderen de afgelopen tien jaar met 4 procent is toegenomen, en dat het aantal winkels in Brussel en Vlaanderen de afgelopen tien jaar met 15 procent is afgenomen. Het was allemaal zeer genuanceerd en er werden tal van redenen aangehaald. De e-commerce is er een van. Dat heel belangrijke debat hebben we al heel vaak gehad: hoe we onze lokale handelaars daarin kunnen ondersteunen. Maar er is evengoed de toename van grote winkels langs invalswegen naar steden en gemeenten, waar veel mensen hun inkopen gaan doen, waardoor de centra onder druk komen te staan. Dat zijn problematische zaken.
De afgelopen jaren zijn er op het Vlaamse niveau heel wat maatregelen genomen. Op zich zijn dat goede maatregelen, maar die hebben duidelijk niet het gewenste effect gehad. Na tien jaar zien we een daling van het aantal winkels, en zien we dat de centra van dorpen en steden voor een stuk aan het leegbloeden zijn. Daar moet u iets aan doen.
Minister, welke nieuwe stappen gaat u als minister samen met de lokale besturen nemen om dit te keren? (Applaus bij Groen en de PVDA)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik heb natuurlijk ook hetzelfde artikel gelezen en heb dezelfde bezorgdheid. Er staan inderdaad dramatische cijfers in. De laatste tien jaar zijn tienduizend winkels verdwenen en is er een daling van 15 procent. Als Bruggeling ken ik de situatie daar het beste. Daar is er ook een daling van 13,9 procent, terwijl Brugge toch een centrumstad is waar heel veel toeristen rondlopen en waarvan je zou verwachten dat het er bloeit en bruist. We zagen dus een enorme daling. Er zijn al een aantal redenen aangehaald: e-commerce, het veranderende gedrag van mensen om over te gaan tot het meer besteden van hun geld aan tripjes en reizen: dat zijn zaken die we moeilijk in de hand hebben. De Vlaamse Regering heeft initiatieven genomen, maar iedereen beseft dat de hefbomen ook bij het lokale beleid liggen. Die samenwerking is heel belangrijk.
De heer Muyters heeft als minister initiatieven genomen, denk aan de wijzigingen in het integraal handelsvestigingsbeleid en het inzetten op sterke kernwinkelgebieden. Hoe gaat u als minister deze problematiek verder aanpakken? (Applaus bij de N-VA)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, zoals mijn collega net zei: het is voor lokale handelaars in Vlaanderen enorm belangrijk, niet enkel omwille van de kleren of de schoenen die we dragen, maar ook omwille van de beleving die en het leven dat ze brengen in onze dorpen en steden. Ik kreeg vanmorgen nog een berichtje van een van mijn lokale handelaars in Diest. Zij vertelde mij dat ze heel fier was dat ze dit jaar al haar tiende jeugdbewegingsfuif kon sponsoren. Zij vroeg mij of ik aan ‘die mensen in Brussel’ – ze gebruikte een andere term, maar soit – het belang van lokale handelaars eens kon uitleggen. Groot gelijk heeft ze.
De cijfers die mijn collega’s aanhalen, bewijzen dat er een nieuwe sterke visie nodig is. We staan inderdaad voor grote uitdagingen. Er is veel nodig: minder belastingen, minder regels voor werken, een sterk ruimtelijk beleid. Maar last but not least moeten we inderdaad een antwoord vinden op de grote uitdaging die het online winkelen voor ons stelt.
Collega’s, ik wil daar niet over doemdenken. Consumentenvoorkeuren veranderen altijd. We winkelen met z’n allen inderdaad meer online. Dat is logisch. Maar dat biedt ook meer kansen. We moeten die kansen grijpen. Het is een hele omwenteling richting het ‘fygitale’ winkelen: de combinatie van fysiek en digitaal winkelen. Daarin moeten we de lokale handelaars de komende jaren volop ondersteunen. We moeten ervoor zorgen dat de lokale boekhandel om de hoek evenveel wapens heeft, dat hij dezelfde wapens heeft als een bol.com.
Minister, in het regeerakkoord staan hierover sterke principes. Ik vraag me af wat uw eerste prille visie is om die de komende jaren uit te werken.
Mag ik de collega’s Vande Reyde en De Vreese feliciteren met hun eerste toespraak op dit spreekgestoelte? (Applaus)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, dit is een heel interessante vraag. Ik kan de drie sprekers bijtreden. Als er iets is wat mij sterk heeft gechoqueerd toen ik voor de eerste keer mijn totale bevoegdheidspakket bekeek, is dat de leegstand, ondanks alle goede maatregelen die in de voorbije jaren zijn genomen, is toegenomen, en dat de zorgen van onze lokale winkeliers niet kleiner zijn geworden. Jullie haalden aan dat de e-commerce natuurlijk een rol speelt, maar het zou fout zijn – dat hebt u ook niet gedaan – om e-commerce af te zetten tegen wat ons winkelapparaat vandaag doet.
In het regeerakkoord staat inderdaad een mooi woord, namelijk het stimuleren van de ‘fygitale’ handel. Ik vroeg me deze middag af hoe ik me dat nu precies moet voorstellen. Ik zal dit met een uit het leven gegrepen voorbeeld doen. Collega Fournier heeft het voorbije weekend nieuwe schoenen gekocht. Nee, ze draagt ze vandaag niet. (Gelach)
Ze is naar de winkel gegaan, maar daar hadden ze de specifieke schoenen die ze wilde niet in haar maat. Ze kon er op een scherm uitkiezen wat ze precies wilde. Ze heeft haar keuze kunnen maken, een stukje live en een stukje digitaal, en ze kan haar schoenen ophalen in de winkel. Ze moet zich dus niet wenden tot onlineplatformen, ze kan gebruikmaken van de sterkte van de lokale winkel. Collega Fournier, nu zijn we allemaal heel benieuwd wanneer u hier met uw nieuwe schoenen zult aankomen. Dit zijn manieren waarop ons shoppingapparaat inspeelt op de moderne manier van werken.
We moeten nu de evaluatie maken van het decreet op het integraal handelsvestigingsbeleid – dat is toch de bedoeling, lang geleden is dat begonnen met de winkelnota van Kris Peeters, dan is er een decreet gekomen en nu zijn we toe aan een evaluatie van dat decreet. Daarbij is het erg belangrijk dat we de onlinemogelijkheden en het digitale mee integreren in het decreet en daar een aantal nieuwe hefbomen zoeken om ervoor te zorgen dat winkelen niet alleen floreert, maar ook instrumenten heeft om te kunnen groeien.
Collega De Vreese, u had het over de stad Brugge. Ik ken de cijfers niet van buiten, maar ik denk dat Brugge het uitstekend doet inzake leegstand. De cijfers zijn wat ze zijn, maar ze doen het goed. De beleidsnota die ik nu aan het voorbereiden ben, zal niet alleen ingaan op de evaluatie van het decreet zoals we het kennen, maar zal ingaan op de instrumenten.
In uw schriftelijk ingediende vraag had u ook een lijst gemaakt van de premies die we toekennen aan lokale besturen om handelspanden op te kopen. Die cijfers zijn een beetje beter geworden. Er zijn ondertussen vier steden en gemeenten die een aanvraag hebben ingediend, waardoor de subsidies dit jaar hoogstwaarschijnlijk op zullen geraken. Dat is van belang, want je kunt instrumenten aanreiken aan lokale besturen, maar als ze er geen gebruik van willen maken, dan zit je daar met je middelen en kun je ze niet inzetten.
Collega's, we moeten dus gezamenlijk een nieuw instrumentarium ontwikkelen. Ik zal dat niet alleen doen, ik kijk ook uit naar jullie suggesties. Het zal ook samen gebeuren met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), met de bevoegde collega's voor het ruimtelijk beleid en met onze handelsorganisaties, die uiteraard zeer goed geplaatst zijn om mee te helpen kijken hoe we stimulansen kunnen ontwikkelen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik kijk uit naar de beleidsnota die straks – wat een relatief begrip is – klaar zal zijn. Ik ben het helemaal eens met collega Vande Reyde als hij zegt dat e-commerce geen bedreiging is. Dat barst van het potentieel, we kunnen er heel wat zaken mee doen.
Maar ik wil het natuurlijk hebben over de lokale besturen, want dat is natuurlijk ongelooflijk belangrijk. We horen het al langer en het valt me op dat in de afgelopen dagen het signaal komt dat de lokale besturen, die de eerste partner zijn om de kernen te versterken, wat in de steek worden gelaten. Ze krijgen heel veel verantwoordelijkheden maar niet per se de ondersteuning om met die verantwoordelijkheden om te gaan. Verschillende lokale besturen gaan zelfs tegen elkaar in concurrentie, houden enkel rekening met de eigen territoria. Wat zich daarbuiten afspeelt, daar trekken ze zich weinig van aan. Dat is natuurlijk geen efficiënte manier van beleid voeren.
Minister, het is goed dat we die lokale besturen vertrouwen geven, maar het is beter dat we ze ondersteunen, en het zou nog beter zijn als u ze mee helpt coördineren. Op welke manier gaat u ook die gaten dichtrijden?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, u hebt al op een aantal vragen geantwoord die ik nu ging stellen, onder andere het onderdeeltje over het project dat gelanceerd was over de aankoop van handelspanden en handelszaken. Het stelt me gerust dat u daar hard mee bezig bent. Mijn vraag is ook of u van plan bent om opnieuw zo’n soort project te lanceren. Ik wilde ook even dieper ingaan op de e-commerce, omdat dat een van de redenen is die aangehaald worden. Gaan we de leegstand van onze winkels en het feit dat het aantal winkelzaken vermindert, volledig oplossen? Neen, maar we kunnen misschien wel de nodige aandacht besteden aan het web dichter brengen bij onze winkeliers. Ik heb net gezien dat u ook echt van plan bent om dat te doen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Voorzitter, ik heb wel papiertjes bij, want ik vind eigenlijk dat u nieuwe parlementsleden niet moet feliciteren omdat ze al dan niet aflezen van een papiertje. De echte uitdaging voor nieuwe parlementsleden ligt erin dat wij de wetgevende macht opnieuw versterken en dat het nemen van de opties in de toekomst hier in het parlement gebeurt. Een van de grote dingen die we daarbij moeten doen, is zorgen dat wij zelf met ideeën aankomen en dat we de opties die we nemen voor de toekomst, bijvoorbeeld over de lokale handel, zelf mee vorm geven.
Ik wil daar vandaag ook mee starten. Daarom heb ik een aantal praktische ideeën meegenomen, die ik u zal bezorgen, minister. Ze komen van een Europese studie die heel uitgebreid de verschillende opties weergeeft waarop onlinehandel wordt gecombineerd met fysiek winkelen. Dat is een heel nuttige studie, heel uitgebreid en heel handig om toekomstige opties te bespreken in het parlement en er samen aan te werken om er in de toekomst voor te zorgen dat de lokale handelaars volop ondersteund worden. (Applaus bij Open Vld)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, ik moet eerlijk zeggen dat uw antwoord mij niet geruststelt. In de studie van De Tijd van dit weekend is immers Hasselt, de stad waar ik woon, de koploper in het aantal winkels dat verdwenen is in de laatste tien jaar. Het is toch wel erg absurd dat er bijna een verdubbeling van de leegstand is – 76 procent meer – maar tegelijkertijd enorm veel bijgebouwd wordt. In Hasselt is dat een heel project, Quartier Bleu, en er zijn nog enkele andere projecten, waar meer dan 25.000 vierkante meter aan winkelruimte bijkomt. Het is dus een groot probleem in die kwestie dat projectontwikkelaars allerlei projecten blijven ontwikkelen, los van enige stadsplanning. Ten tweede is er een eenzijdige visie op die stadsplanning vanuit het lokaal bestuur. Vroeger had je in Hasselt een bioscoop, had je bankjes, een feestzaal, dat is allemaal verdwenen. Je hebt nu louter winkels. Minister, wat is uw visie rond die aspecten? Want enkel de punten die u hebt opgenoemd gaan daar niets aan veranderen.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, onze fractie heeft alle vertrouwen in het beleid dat u in dit kader zult voeren. Maar we denken dat drie verschillende factoren bijdragen aan bruisende kernen van steden en gemeenten. Een eerste factor is een goede mobiliteit en een doordachte ruimtelijke ordening. Kernversterking, voldoende openbaar vervoer, meer fietsinfrastructuur kunnen mensen uiteraard meer naar de winkelstraten lokken. Ten tweede moeten we inzetten op innovatie langs de aanbodzijde, want niet alle sectoren doen het slecht, verre van. Winkels die innoveren en aansluiting vinden met die aanbodzijde, doen het absoluut beter bij de gemiddelde consument. Ten derde moeten we steden en gemeenten ondersteunen, zodat ze krachtig, doelgericht en vernieuwend kunnen investeren in handelskernen – ik denk dan aan begeleiding van e-commerce en leegstandbeleid. Ten slotte nodig ik misschien alle collega’s uit om samen met collega Fournier een bezoek te brengen aan die fantastische West-Vlaamse schoenenwinkel om haar schoenen op te halen. (Applaus bij CD&V)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor alle aanvullingen. Wat e-commerce betreft, hebben we aan VLAIO gevraagd om de zaken uit het regeerakkoord al toe te passen op alle lopende acties die vandaag bestaan voor de lokale besturen. En zij hebben de handschoen ook opgenomen. We gaan dus niet wachten tot alle acties zijn afgerond, om dan pas die nieuwe zaken te implementeren.
Collega Vande Reyde, ik apprecieer het enorm dat u mij een aantal tips wilt geven. Ik vind het ook zeer goed dat u de uitvoerende macht wilt versterken, maar het was wellicht anders bedoeld. En of u nu wel of geen papiertje gebruikt: voor mij is het allemaal om het even. Maar ik sta hier al vele jaren, en dat vragenuurtje is eigenlijk bedoeld om heel dynamisch te zijn. Als je dan gewoon teksten begint af lezen, dan verlies je wat van die dynamiek. Ik vind het veel boeiender om hier gewoon het debat te kunnen voeren. En dat is wat de voorzitter ook bedoelt.
Collega Vanryckeghem, dit was uw eerste tussenkomst in de plenaire, denk ik. Gefeliciteerd daarvoor, niet namens de voorzitter, maar namens mijzelf. (Applaus)
De kern van de zaak is voor mij de evaluatie van het decreet op het handelsvestigingsbeleid. Dat moeten we eerst en vooral goed proberen te doen. Dat zal snel gebeuren, samen met de VVSG, en samen met de organisaties die de winkeliers begeleiden.
Wat de vraag van collega De Witte betreft: uiteraard heeft ons ruimtelijk beleid, en de manier waarop we daarmee omgaan, een impact. Dat kan niet anders. De Vlaamse overheid ondersteunt de VVSG, om de lokale besturen te begeleiden in de keuzes die ze maken. Ik kan niet verhelen dat alle grote ketens zich op een bepaald moment in het verleden aan de rand van de stad vestigden. Dat was toen de grote nieuwigheid, en iedereen wilde daarnaartoe. We zijn daar nu een beetje van aan het terugkeren: je voelt dat het belangrijk is dat die handelskern sterk blijft.
We zien nu dat heel wat lokale besturen daarop inspelen. Maar het klopt wel dat er op bovenstedelijk en bovengemeentelijk niveau zal moeten worden samengewerkt, om te vermijden dat iedereen gewoon naar zijn eigen portemonnee kijkt, of naar de mogelijke inkomsten. Men vergeet dan dat de concurrentie tussen gemeenten misschien ook nadelig is voor het laten bloeien van de handelskernen.
Die zaken moeten we allemaal mee opnemen in die evaluatie. Het belangrijkste voor mij is dat we nieuwe instrumenten kunnen ontwikkelen. Mevrouw De Vreese vroeg naar het project rond het opkopen van handelspanden, en of we dat nog eens zouden doen. Wel, ik sluit dat niet uit. Maar ik wil wel een goede evaluatie van wat we nu hebben gedaan.
Ik heb vastgesteld dat het moeilijk is geweest om snel lokale besturen te vinden die tot opkoop overgingen. Het zou kunnen dat het nu al meer bekend is, en dat er een grotere vraag is. En dan ben ik zeker bereid om te zoeken naar middelen om dat nog eens te doen. Maar het zou ook kunnen dat we tot de conclusie komen dat we beter inzetten op een aantal nieuwe instrumenten, die ook beter rekening houden met de digitale wereld. Maar u zult de evaluatie mee kunnen volgen, en daarna nemen we uiteraard een aantal beleidsbeslissingen.
Collega’s, ik begrijp dat u er niet gerust op bent dat het allemaal opgelost raakt. En ik ben er zelf ook niet gerust op. Ik heb daarnet ook gezegd dat deze kwestie mij grote zorgen baart. Je hebt winkels nodig om een kern levendig te houden. Je hebt mensen nodig die naar de kern willen komen, en dan is je handelsapparaat natuurlijk van vitaal belang om je stad levendig te houden.
Maar uit de grote interesse vanop alle banken leid ik af dat we samen aan een goed, nieuw instrumentarium kunnen werken, zonder de oude zaken, die goed hebben gefunctioneerd, weg te gooien. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw laatste antwoorden. Als we willen terugkeren naar die levendige, dynamische dorps- en stadscentra, dan moeten we werk maken van drie zaken. Er moet ten eerste een diversiteit zijn aan het soort winkels. Dat is ook een belangrijk punt dat nog niet werd aangehaald. Er moet een goede spreiding zijn tussen lokale ondernemers en winkelketens. Want we zien dat die laatste de afgelopen jaren een inhaalbeweging hebben ingezet, en de lokale ondernemers aan het wegduwen zijn.
Ten tweede moeten we die centra opnieuw versterken – ik ben blij dat u het zelf hebt aangehaald. Er komen geen winkels meer langs de grote invalswegen. We proberen de bedrijvigheid terug te brengen naar het centrum.
Ten slotte is de stap naar digitalisering belangrijk voor de lokale ondernemers. Ook dat hebt u aangehaald, en ook hier zult u in ons een partner vinden. Die digitalisering biedt heel wat mogelijkheden. Laten we de lokale ondernemers dan ook de juiste tools geven om daarmee aan de slag te gaan. Als u die die drie stappen zet, dan kunnen we spreken van een verstandig beleid. En dat is het beleid dat wij mee zullen blijven bepleiten in dit parlement. (Applaus bij Groen)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoorden. Iedereen die vandaag gesproken heeft, draagt de winkeliers een warm hart toe. We zijn bereid om de zaken die gebeurd zijn te evalueren en te kijken wat er nog nodig is. Ik zal die evaluaties met veel interesse volgen. Om inderdaad een bloeiende stadskern te hebben die bruist en leeft, moeten we een combinatie hebben van verschillende zaken: horeca, cultuur en onze winkels. We blijven dat mee opvolgen en ik ben blij om te zien dat u ook zo gemotiveerd bent om dat samen met ons te verwezenlijken. (Applaus bij de N-VA)
Voorzitter, ik heb daar weinig aan toe te voegen. Ik denk dat we allemaal op dezelfde lijn zitten. Ik ben heel blij dat er een aantal acties ondernomen zijn om tot die visie te komen.
Minister, staar u niet blind op de ruimtelijke aspecten. Die zijn natuurlijk superbelangrijk, maar de echte uitdaging in de komende jaren zal zijn te zorgen dat die handelaars ondersteund worden in die ‘fygitale’ ontwikkeling – inderdaad een mooi woord – en dat ze dezelfde wapens hebben als de pure onlinespelers.
De actuele vragen zijn afgehandeld.