Report plenary meeting
Report
De heer Gryffroy heeft het woord.
– Wilfried Vandaele, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Gepersonaliseerde geneeskunde, wellicht vraagt iedereen zich af wat dat is. We zijn allemaal uniek. Hoe unieker of individueler men zich als mens kan laten behandelen in de gezondheidszorg, hoe beter voor de gezondheid, maar ook hoe lager de gezondheidskost. We spreken dus over een vorm van aanpak. Interventie wordt dan bepaald door genetische eigenschappen, maar ook een levensstijl of omgevingsgerelateerde data moet men in rekening gaan brengen.
We hebben er al heel wat kennis rond in Vlaanderen: MedTech Flanders, Health House Leuven, BlueHouse Innovation Center in Genk enzovoort. Met innovatie, waarin we als Vlaanderen en Vlamingen willen excelleren, moeten we dit dus ook hier kunnen doen, niet alleen in de farma- en biotechsector, maar ook in de gepersonaliseerde geneeskunde. We noemen dat dan geneeskunde op maat.
In de opstart rond gepersonaliseerde geneeskunde neemt flanders.health de lead om deze brede speerpuntcluster in de toekomst te realiseren. Deze zou om te beginnen moeten werken op drie lijnen. Hoe moeten we de kennis verbeteren van gepersonaliseerde geneeskunde? Wat is het toepassingsniveau op het terrein? Hoe ontwikkelen we een ethisch en juridisch kader?
Ik las in de krant over flanders.health als mogelijke speerpuntcluster. Wat is de algemene doelstelling van dit voorbereidingstraject om eventueel te komen tot een speerpuntcluster?
Minister Muyters heeft het woord.
De farmasector zelf was al vragende partij om vanaf de start in 2018 van het innovatief bedrijvennetwerk een speerpuntcluster te zijn. Alleen zagen we dat ze op dat moment nog geen ambitieus programma van tien jaar hadden met een duidelijke focus, en ook dat ze niet over een breed draagvlak beschikten.
Ik denk dat er intussen veel is veranderd. U hebt zelf aangegeven dat big data en artificiële intelligentie en de daaraan gekoppelde geneeskunde een aantal mogelijkheden scheppen. We hebben instellingen en farmaceutische bedrijven die daar echt al stappen in hebben gezet. Het komt er nu op aan ervoor te zorgen dat de voordelen van de gepersonaliseerde geneeskunde worden gebruikt. Iemand op maat kunnen behandelen, heeft, zoals u zegt, heel veel voordelen en is veel efficiënter. Die gepersonaliseerde geneeskunde als focus voor de speerpuntcluster lijkt me dan ook een goede zaak.
Hoe moet het nu verder? Zij zijn sinds 2018 een innovatief bedrijvennetwerk en dit gedurende drie jaar. Zij krijgen nu dus nog twee jaar om hun ambitieus programma effectief uit te werken met duidelijke doelstellingen, KPI’s (key performance indicator) enzovoort, om dan een speerpuntcluster te hebben en gedurende tien jaar gericht onderzoek te kunnen doen naar gepersonaliseerde geneeskunde.
Om intussen de boot niet te missen heb ik ervoor gezorgd dat zij een beroep kunnen doen op instrumenten die normaal gezien alleen worden toegewezen aan de strategische onderzoekscentra (SOC’s) of aan de speerpuntclusters. Ik denk dan aan ICON-projecten (interdisciplinair coöperatief onderzoek) die daarvan gebruik zullen kunnen maken. Ik heb daartoe een extra budget uitgetrokken.
Die projecten krijgen dat geld niet zomaar maar zullen moeten blijven voldoen aan de strenge excellentienormen. Ze zullen de bestaande jury’s moeten passeren. Op die manier kunnen we effectief inzetten op die gepersonaliseerde geneeskunde en een grote stap vooruitzetten in de geneeskunde.
Minister, dit klinkt in elk geval veelbelovend, zeker voor de gepersonaliseerde geneeskunde, die een heel breder waaier is. Ik denk dan aan het Nederlandse bedrijf MedEye, dat zich heeft gespecialiseerd in het detecteren van medicatie op basis van grootte, gewicht en kleur, en dat op die manier fouten detecteert zodat mensen niet de verkeerde medicatie zouden krijgen in ziekenhuizen. Daardoor is al gigantisch veel geld bespaard.
Wanneer al die bedrijven binnen de sector van de gepersonaliseerde geneeskunde via het netwerk kunnen worden gebracht tot een speerpuntcluster, dan is dat veelbelovend voor flanders.health. En misschien zijn er nog van die superinteressante innovatieve bedrijvennetwerken die een beetje onder de radar zitten. U zegt dat zij eerst een draagvlak moeten hebben en dat dit bottom-up moet gebeuren. Is het niets, dan wordt het niets maar misschien zijn er nog andere innovatieve bedrijfsnetwerken (IBN) waar u toekomst in ziet. Kunt u daar nog iets over vertellen? Ziet u nog andere IBN’s die kunnen uitgroeien tot een speerpuntcluster?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat we allemaal uniek zijn en dat er heel wat expertise en potentieel is bij onze bedrijven voor onze Vlaamse economie. Er was effectief gezegd dat flanders.health die speerpuntcluster kon zijn. U zegt zelf dat dit na twee jaar kan, maar op voorwaarde dat zij een positieve evaluatie hebben. Wanneer precies vindt die evaluatie plaats? Werden bij het overleg andere bedrijven betrokken? Werd ook het Agentschap Ondernemen gecontacteerd?
Zij zijn een innovatief bedrijfsnetwerk en dat is voor drie jaar, van 2018 tot 2021. Zij zeggen nu dat ze graag bottom-up speerpuntcluster willen worden en daarvoor een draagvlak hebben. Zij hebben een focus dankzij die gepersonaliseerde geneeskunde, die ze nu zelf naar voren schuiven, en dus kunnen ze een ambitieus programma voor tien jaar naar voren brengen waarop ze projecten kunnen indienen bij de verschillende instrumenten. Zij zijn zelf bottom-up bezig en betrekken daarbij wie daarbij betrokken moet worden. Mijn administratie is bereid te bekijken hoe die speerpuntcluster tot die ambitieuze doelstellingen kan worden gebracht.
De filosofie van de speerpuntcluster is altijd geweest dat het van onderuit moet komen. Het zijn de bedrijven en de onderzoekstellingen samen die in een breed draagvlak, met grote en kleine bedrijven en onze onderzoeksinstellingen effectief komen tot zo’n ambitieus programma. Zij kunnen het verschil maken tegenover de situatie van vandaag.
Dus ja, we kunnen nu, in de twee resterende jaren, dat innovatieve bedrijvennetwerk effectief een programma laten schrijven om tot een speerpuntcluster te komen. Maar dan zal het aan die doelstellingen moeten voldoen.
Mijnheer Gryffroy, wat de andere innovatieve bedrijfsnetwerken betreft, heb ik vandaag geen vragen gekregen naar speerpuntclusters. We zullen al die innovatieve bedrijfsnetwerken effectief evalueren. En dan moeten we ook bekijken op welke manier, en of het zinvol is om sommige effectief te laten doorgroeien naar een speerpuntcluster. Maar ik denk echt dat het niet altijd nodig is om tot diepgaande langetermijnprojecten te komen voor elke sector. Heel vaak is het samenbrengen in een open innovatie van bedrijven uit verschillende sectoren met verschillende onderzoekstinstellingen al ruim voldoende om innovatief bezig te zijn voor bepaalde sectoren.
We hebben nu een aantal zeer mooie speerpuntclusters. Een aantal bedrijven en onderzoeksinstellingen die nu samenwerken, deden dat in het verleden niet. Op die manier zijn ze zeer innovatief bezig in een open innovatiefilosofie. Dat is een goede basis in ons innovatief programma vanuit Vlaanderen.
Ik wil graag focussen op twee punten.
‘Innovatieve bedrijfsnetwerken’ bevat het woord netwerk. Vier à vijf jaar geleden hadden onze bedrijven nog niet de cultuur om te netwerken. De laatste vier à vijf jaar hebben we dus een heel belangrijke stap gezet: netwerken als bedrijven om elkaar beter te leren kennen, om te bekijken wat je samen kunt doen en om te kunnen excelleren, om dan eventueel later, bottom-up te kunnen overgaan naar een speerpuntcluster.
Twee, er was een reden waarom ik deze vraag wilde stellen. Als je in de krant leest over flanders.health, is dat iets heel tastbaars, veel tastbaarder dan bijvoorbeeld Catalisti, Flanders’ FOOD enzovoort. Het gaat echt over onze gezondheid, over een behandeling op maat, over het feit dat we uniek zijn. Het gaat over het feit dat we op deze manier, door die unieke, individuele benadering rond een aantal aspecten, voor een betere gezondheid kunnen zorgen en daardoor zelfs een lagere kost van onze gezondheidszorg, met een betere zorg, kunnen bewerkstelligen. Wat moet je dan meer hebben? We zorgen op deze manier bij wijze van spreken zelfs voor een bijschaving van de federale begroting in de toekomst. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.