Report plenary meeting
Report
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Bourgeois.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, vandaag verscheen het rapport van Randstad, een kritische analyse van de resultaten van het arbeidsmarktbeleid in ons land. De conclusie is dat België in zijn geheel de afgelopen tien jaar onvoldoende vooruitgang boekt op de belangrijkste knelpunten, en dat geldt ook voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Uiteraard scoort Vlaanderen beter dan Wallonië en Brussel, gelukkig maar, maar het is ook zo dat, ondanks de betere cijfers van 2018, Vlaanderen met zijn sterke economie en het talent dat er is op Europees niveau toch maar een magere middenmoter is.
We lezen nu het signaal van Randstad. Gisteren zeiden de Vlaamse sociale partners en de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) dat ze ongerust zijn omdat de Vlaamse arbeidsmarkt niet is voorbereid op de toekomst. De digitalisering rolt zich intussen uit. Het signaal van de Vlaamse sociale partners en de Vlor is dat er nood is aan een ambitieuze leercultuur omdat we anders de boot zullen missen.
Minister-president, ik hoop dat u, als u die kritische rapporten leest, zich niet beperkt tot het verwijzen naar verantwoordelijkheden van andere bevoegdheidsniveaus maar dat u toch zelf kritisch genoeg bent om na te gaan hoe Vlaanderen het beter kan doen. Wat is dus uw conclusie uit die rapporten? Hoe kunt u het in Vlaanderen beter doen als we kijken naar de knelpunten die men signaleert?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Kherbache, uiteraard lezen wij die kritische analyses en zijn we zelf altijd kritisch voor het beleid en de resultaten ervan, maar ik wil toch beginnen met het goede nieuws. Het verrast mij een beetje dat u dit niet vermeldt.
Het is zo dat we sinds het vorige recordjaar 2008 nog nooit zo hoog gescoord hebben inzake werkgelegenheidsgraad. Het vorige record dateert van 2008. Toen zaten we op 72,3 procent. De studie van Randstad gaat tot en met 2017. In 2018 zitten we aan 74,4 procent, in het derde kwartaal zelfs aan 75,4 procent. Dit is goed nieuws. Nooit voorheen in de geschiedenis zijn zoveel mensen in Vlaanderen aan het werk geweest.
Moeten we zelfgenoegzaam zijn? Neen. Ik deel uw analyse dat het beter kan, dat het beter moet, dat er bijkomende maatregelen moeten komen. Er zijn er al een hele reeks genomen. We hebben de loonkost drastisch verlaagd met federale en Vlaamse maatregelen. Collega Muyters heeft zeer effectieve maatregelen genomen voor de 55-plussers, voor de langdurig werklozen, voor de mensen met een arbeidshandicap, voor de mensen met een migratieachtergrond.
Maar het is evident dat we vooruit moeten, dat we niet zelfgenoegzaam mogen zijn. Vlaanderen scoort in de middenmoot in Europa, België scoort ondermaats. Laat ons dat gezegd hebben. We gaan niet vergelijken met de andere landsdelen. Vlaanderen zit in de middenmoot, België scoort ondermaats.
U zegt: niet verwijzen naar het federale niveau. Maar wij voeren een beleid, collega Muyters voert een beleid, met één hand op de rug gebonden omdat het federale niveau verantwoordelijk is. Ik denk aan alles wat betrekking heeft op de loonkost, op lage loonkosten voor laaggeschoolden, op de loopbaan, waarbij je meer in functie van competenties dan van anciënniteit moet werken. Ik denk ook aan de verhoging van de pensioenleeftijd. Weet dat wij nog altijd gemiddeld op 60,3 jaar met pensioen gaan. We zitten veel te laag ten opzichte van de Europese Unie. Ik denk aan de flexibiliteit van de arbeidsmarkt, uiteraard ook in Vlaanderen.
Collega Muyters gaat verder inzetten op de activering van die langdurig werklozen. Er zijn er 8 procent minder. VDAB heeft meer dan 17.500 dossiers op maat begeleid. De mensen met een migratieachtergrond worden geïntegreerd op de werkvloer. We hebben de beste cijfers binnen de Europese Unie. 45 procent is aan het werk na 2 jaar. Duitsland, Denemarken en Zweden scoren lager op dat vlak.
Levenslang leren is ook een mentaliteit die moet veranderen, en ik hoop dat dat gebeurt vanuit het onderwijs. Ik heb die studie besteld bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het meest verontrustende daaraan is dat 82 procent van de Vlamingen niet gemotiveerd is om levenslang te leren. Ik vind dat je de school moet verlaten met de volgende mentaliteit: ik heb een diploma, maar nu begint het. Het zal veranderen. Er zal veel veranderen. Het zal snel veranderen, en we moeten daarvoor open staan. Ik zie hier ook een grote verantwoordelijkheid voor de werkgevers, die mensen niet mogen afschrijven op 45-50-55 jaar, die mee moeten werken aan dat levenslang leren.
Tot slot is er de digitalisering. Daar zetten we massaal op in, met Science, Technology, Engineering and Mathematics (STEM), met duaal leren, met de STEM-academies. Dat zijn werkpunten voor Vlaanderen die we onderschrijven. Het goede nieuws is dat de doelstellingen 2020, die wij nog samen gemaakt hebben, ofwel al behaald zijn ofwel binnen bereik zijn, zodat we die kunnen halen in 2020.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister-president, u zegt: wij doen voldoende. Wij doen alle inspanningen en dat is voldoende. U moet toch wel de realiteit onder ogen durven te zien. Minister Muyters is nu tien jaar minister van Werk geweest. En inderdaad: de cijfers van 2018 zijn positief. Dat heb ik daarnet ook aangegeven. Maar ondanks die positieve cijfers blijft Vlaanderen met zijn rijkdom en met zijn talent een middenmoter. Meer nog: de afgelopen jaren is het aantal leefloners gestegen. De afgelopen jaren is het aantal Vlamingen dat keihard werkt en toch niet kan rondkomen gestegen. De afgelopen jaren is het aantal werkzoekenden dat uit de boot valt, dat uit de statistieken valt en nergens nog begeleiding krijgt gestegen. Dan kunt u toch onmogelijk beweren dat men in Vlaanderen voldoende doet om iedereen zekerheid op werk te garanderen?
Minister-president, in het laatste rapport over het arbeidsmarktbeleid van professor Struyve staat de lezen dat een kwart van de werkzoekenden in het eerste jaar werkloosheid geen enkel aanbod heeft gekregen van VDAB. En het zijn vooral de meest kwetsbaren die niet bereikt worden. Hoe gaat u die groep beter bereiken, want daar ligt een grote tewerkstellingskans?
De heer Ronse heeft het woord.
Mevrouw Kherbache, u gelooft minister Muyters niet, u gelooft de minister-president niet, u gelooft mij niet. Ik ga een kort citaat voorlezen uit de conclusies van het rapport van professor Stijn Baert. “Voor de belangrijke werkloosheidsvallen van vele groepen werklozen, zoals Vlamingen in het SWT, is het federale niveau verantwoordelijk.” Zijn conclusie over tien jaar Muyters: “De Vlaamse Regering lijkt dan ook haar job gedaan te hebben. Om echter ook de ambitie van een 80 procent werkzaamheidsgraad waar te maken, moet in Vlaanderen het percentage inactieven naar beneden. Daarvoor is de Vlaamse Regering aangewezen op maatregelen die op het federale niveau genomen moeten worden.” Dat is niet wat de minister-president zegt, niet wat minister Muyters zegt, niet wat ik zeg. Ik citeer letterlijk uit een rapport van professor Stijn Baert van de UGent.
Mevrouw Kherbache, u hebt blijkbaar moeite met uw oppositiekuur omdat u zo zuur reageert op een rapport dat aantoont dat de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen systematisch stijgt. Als socialist zou u applaus moeten geven voor zo’n rapport. U zou tevreden moeten zijn dat de welvaart stijgt, dat we meer kunnen investeren in de sociale zekerheid. U blijft zuur, zuur, zuur. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik zal hier niet mee doen aan het spelletje zwartepieten. Wat ons bezorgd moet maken, is op welke manier we kunnen remediëren aan mensen die werkloos zijn en niet passen in de aangeboden job. Dat is onze taak hier. We moeten niet kijken naar hiertegenover, naar wat men kan doen op federaal niveau. We moeten vooral kijken naar wat we kunnen doen op Vlaams niveau.
Als we daarnaar kijken, ben ik er echt van overtuigd dat VDAB zich veel meer dan in het verleden kan focussen op de echte knelpunten, op zij die vandaag nog werkloos zijn. Dat is niet gemakkelijk. We zijn de weg van de gemakkelijksten eruit te nemen, al voorbij. Moeilijk plaatsbare werklozen begeleiden naar een job: dat zal de prioriteit zijn van VDAB in de volgende jaren.
Mevrouw Libert heeft het woord.
Minister-president, het klopt dat het activeringsbeleid effectiever en intensiever is geweest. Als we kijken naar de doelgroep van 25- tot 50-jarigen, zien we zelfs een tewerkstellingsgraad van boven 80 procent.
Toch wil ik me aansluiten bij het betoog van mevrouw Claes dat 50-plussers, kansengroepen maar ook de stille arbeidsreserve die we in het Vlaams Parlement al regelmatig naar boven hebben gehaald, nog steeds niet aan een gepaste job geraken. Als we dan zien dat de werkgevers, de bedrijven snakken naar werknemers en hun vacatures niet ingevuld krijgen, dan blijft er een mismatch tussen die vacatures en mensen die nog steeds geen gepaste job vinden.
Het rapport is goed, maar het is nog onvoldoende om van Vlaanderen een topregio te maken. Willen we de doelstelling halen die minister Muyters aan het begin van de legislatuur naar voren heeft geschoven, dan moeten we ook de kansengroepen aan een job helpen.
Mevrouw Kherbache, ik sluit me aan bij wat de heer Ronse heeft gezegd. Het stoort mij dat u ad hominem gaat, dat u minister Muyters aanvalt. Ik kan hier aantonen dat we alle doelstellingen die we samen hebben geformuleerd, halen of overschrijden. U zult uit mijn mond niet horen dat Frank Vandenbroucke een slechte minister van Werk was. Ik vond dat een goede minister, maar minister Muyters is nog beter, want hij heeft betere resultaten. (Applaus bij de N-VA)
Hij activeert tot op de leeftijd van 62 jaar. Sinds 2014 is de activering van 55-plussers gestegen van 44 procent naar 52 procent, wat boven onze doelstelling is. Voor mensen met een migratieachtergrond zijn we van 53 procent naar 61 procent gestegen. Van mensen die gevlucht zijn, nieuwkomers, krijgen we na twee jaar 45 procent aan het werk. In Duitsland is dat maar 27 procent, in Zweden maar 19 procent, in Denemarken maar 32 procent. Dat gebeurt door integratie op de werkvloer.
Mevrouw Claes, de 55-plussers krijgen activering op maat. Die pakketten worden aangeboden. Bij mensen met een handicap zijn we gestegen, dankzij onder andere de Vlaamse Ondersteuningspremie, van 43 naar 48 procent. De doelstelling was 43 procent. We zitten er 5 procent boven. Bij langdurig werklozen werkt het systeem van tijdelijke werkervaring. Die mensen worden begeleid.
Ik ben het niet eens met diegenen die zeggen dat je niet naar het federale niveau moet kijken. Een aantal essentiële hefbomen zitten federaal. Het minimum minimorum zou toch moeten zijn dat het arbeidspact, de arbeidsdeal wordt uitgevoerd. Daarin is overeengekomen dat er degressiviteit zal zijn van de werkloosheidsuitkeringen. Daarin is overeengekomen dat de leeftijd voor brugpensioen zal worden verhoogd. We hebben een gemiddelde eindeloopbaan op 60,3 jaar. We zitten daarmee aan de staart in Europa. We hebben dat niet in handen op Vlaams vlak. Dat is federale materie.
Ook de loonkost voor laaggeschoolden is hoog. Kijk om u heen. Ga naar onze bedrijven. Ga naar onze moderne industrie. Kijk hoeveel jobs wij hebben voor ongeschoolden en laaggeschoolden: nauwelijks. Onze loonkosten zijn zeer hoog. Al die logistieke bedrijven gaan in hoofdzaak naar de buurlanden. We hebben het meegemaakt na de sluiting van Ford Genk. Kijk naar de flexibiliteit van de arbeidsmarkt. Kijk naar de loopbaancurve. Mensen van 55 jaar worden weggeduwd als er saneringen zijn, omdat onze loopbanen niet in functie van de competenties staan, maar in functie van het aantal jaar dat je gewerkt hebt.
Maar ik ben de laatste, collega's, om te zeggen dat wij hier op onze lauweren mogen rusten. Het werk is niet af. Ik vind dat wij – en dat is ook de prioriteit van collega Muyters – moeten inzetten op de inactieven. Er is een heel groot deel inactieven. Onze werkloosheid is historisch laag, maar daarnaast zijn een heel aantal mensen niet aan het werk. U noemt de langdurig werklozen. Er zijn ook heel veel mensen met uitkeringen of mensen die niet in het systeem zitten. Daar wordt echt op gefocust. Ik denk dat de maatregel duaal leren, die we nu generiek uitrollen vanaf 1 september, effect zal hebben, ook met betrekking tot de digitalisering, en ook, hoop ik, met betrekking tot levenslang leren. Persoonlijk ben ik daar voorstander van. Ik denk dat je duaal leren in de toekomst ook zou moeten gaan hanteren de hele loopbaan lang, voor mensen die moeten bijscholen. Mensen die op de werkvloer geconfronteerd worden met nieuwe outillering en hoogtechnologische machines, moeten ook de kans krijgen, met duaal leren, om bij te leren.
STEM-plannen en digitaliseringsplannen, daar zetten wij 100 procent op in, maar ik roep ook de werkgevers op om mensen die bij hen werken, levenslang te laten leren en om dat te stimuleren, om dat klimaat te creëren. Ik roep ook het onderwijs op om jonge mensen de wereld in te sturen met die mentaliteit. Je hebt een diploma. Dat is een startpunt, maar dan begint het. En het verandert razendsnel. U hebt het rapport van de OESO gelezen, dat zegt dat 14 procent van de jobs in dit land geautomatiseerd zullen worden en zullen wegvallen, en dat 23 procent van de jobs zal veranderen. Dat moet voor iedereen een signaal zijn dat we moeten inzetten op flexibiliteit, op levenslang leren, op open staan voor nieuwe evoluties, op competenties. Dat is een taak van iedereen. Dat is een taak van het onderwijs. Dat is een taak van mentaliteit. Dat is een taak van de hele samenleving. Dat is ook een taak van de werkgevers, die mensen niet mogen afschrijven op 45-50 jaar, maar mensen met een rugzak aan ervaring moeten stimuleren en helpen om te gaan met nieuwe technologieën.
Ons werk is dus niet af. Ik wil, dames en heren, dat wij niet stoppen aan de doelstelling van 76 procent, die we samen geformuleerd hebben. Ik vind dat Vlaanderen de ambitie moet hebben om aan te sluiten bij de noordelijke Hanzelanden, waar er 80 procent werkgelegenheidsgraad is: Nederland, de Scandinavische landen, het Balticum, Duitsland. Dat moet onze ambitie zijn. Maar ik voeg eraan toe: wij hebben niet alle hefbomen die daartoe doen, in eigen handen. (Applaus bij de N-VA)
Minister-president, als u naar het federale verwijst, kan ik u alleen maar bijtreden dat de Federale Regering, waar uw partij trouwens ook in heeft gezeten, heel wat kansen heeft laten liggen om de arbeidsmarkt beter te doen functioneren. Daar ben ik het mee eens. Wij hebben natuurlijk andere voorstellen dan de uwe, maar daar ligt ook een verantwoordelijkheid.
Ik ben het trouwens ook met u eens dat Frank Vandenbroucke een schitterende minister van Werk was. En ik ben het ook met u eens als u zegt dat er enorm veel talent is in Vlaanderen. Maar, minister-president, Vlaamse zelfgenoegzaamheid is hier echt misplaatst. Er is veel talent, er is een sterke economie, maar we moeten ervoor zorgen dat iedereen hier in Vlaanderen de zekerheid heeft van een job, de zekerheid van een job waarmee ze de maand kunnen rondkomen. En daar is er nog veel werk aan de winkel. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.