Report plenary meeting
Report
Het antwoord wordt gegeven door minister Crevits.
De heer Van Grieken heeft het woord.
De aanleiding van mijn vraag is de drugsoorlog die volop aan de gang is in Antwerpen. Op drie weken tijd waren er zes drugsaanslagen en de afgelopen drie jaar waren er zestig zware geweldsdelicten die terug te leiden zijn tot drugs.
De stad Antwerpen kan zijn baseline bijna aanpassen als: ‘Elke dag een nieuwe drugsaanslag’. Drugscriminelen zoeken namelijk altijd de zwakste schakel, en de zwakste schakel blijkt de stad van de heer Bart De Wever te zijn.
Ik weet niet hoe lang de N-VA en Bart De Wever met de socialisten hebben onderhandeld, maar vriend en vijand zijn het erover eens dat Bart De Wever de controle over zijn stad kwijtgeraakt. Hij kan eigenlijk naar niemand wijzen. Hij is zelf al zes jaar hoofd van de politie en zijn partij heeft vierenhalf jaar de minister van Binnenlandse Zaken geleverd.
Over één ding heeft hij natuurlijk wel gelijk: dat ook de gebruikers – de yogasnuivers noemt hij ze – de criminele keten mee in stand houden. Als het gaat over lijstjes en scores, staat Antwerpen jammer genoeg hoog inzake concentratie van drugs in het leidingwater. Is het niet cocaïne, dan is het XTC.
Zo kom ik op het terrein van het preventiebeleid. Het Vlaams Belang is tegenstander van het gedoogbeleid dat al jaren wordt gevoerd. De overheid moet ontraden. Onderzoek heeft trouwens deze week nog uitgewezen dat veelvuldig gebruik van cannabis de kans dat je later aan psychoses lijdt verdrievoudigt. In Amsterdam is de helft van alle psychoses het gevolg van overmatig cannabisgebruik.
Minister, zal de Vlaamse Regering nog initiatieven nemen inzake drugspreventie?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Van Grieken, u moet het met mij doen, maar dat geeft u de gelegenheid om ook eens in een andere bevoegdheid een kijkje te nemen.
Iedereen betreurt enorm wat er deze week is gebeurd, ikzelf ook. Wat kan Vlaanderen doen? Minister Vandeurzen en de organisaties waarmee hij werkt, zetten heel fel in op een preventief beleid. Wij zijn daarvoor bevoegd. Met preventie alleen kun je er echter niet geraken. Een preventief beleid moet samengaan met een goed repressief beleid. Als je alleen op het ene of alleen op het andere inzet, zal het niet lukken.
De cijfers over het effectief gebruik van drugs, zijn de laatste jaren vrij stabiel gebleven in Vlaanderen. Het is van belang dat we inzetten zowel op het beheersen van de vraag naar drugs als op het aanbod. Wat ik deze week in de kranten heb gelezen over het aanbod, is vrij fenomenaal. Dan moet je een combinatie proberen te maken tussen preventie en zorg.
Minister Vandeurzen is ervan overtuigd dat het niet goed is om nu plots van koers te veranderen. Het is belangrijk om verder in te zetten op wat we doen, en dat is toch vrij indrukwekkend. De planning voor dit jaar toont dat er nog een cannabiscampagne is gepland die heel specifiek gericht is naar jongeren tussen 14 en 17 jaar. Het Quality Bars-project is opgestart in 2018. Er is een campagne met de Vlaamse Stichting Verkeerskunde rond drugsgebruik in het verkeer omdat daar het effect natuurlijk ook spectaculair is. Er zijn ook initiatieven voor het uitgaansleven.
Minister Vandeurzen werkt dus naarstig verder om zijn preventief beleid uit te rollen, maar ik wil toch benadrukken dat preventie en repressie hand in hand gaan. Het ene kan niet zonder het andere.
Minister, natuurlijk ben ik teleurgesteld als u het hebt over een aankomende preventiecampagne over drugs in het verkeer. Het is niet omdat granaten onder auto's worden gegooid, dat dat iets te maken heeft met het verkeer.
Ik heb mijn voorbereiding gedaan. In de beleidsdocumenten is het zoeken met een vergrootglas naar een drugspreventiebeleid. Als we zien wat er beschikbaar is op websites of brochures, is het zelden of nooit een kordate manier om te wijzen op de gezondheidsrisico's. De waarheid is: wie illegaal drugs gebruikt, zorgt er ook voor dat de drugshandel in stand wordt gehouden. Wie de drugshandel in stand houdt, houdt al die geweldsdelicten in stand. Het genot is voor de gebruiker, de kost van de gezondheidszorg is voor de samenleving. Ik denk dat we moeten afstappen van het veel te softe preventiebeleid. De overheid moet veel meer en straffer ontraden.
De heer Parys heeft het woord.
Zolang er een vraag is naar drugs, zullen er natuurlijk netwerken zijn die proberen aan die vraag te voldoen. Dat kan gaan over cannabis, maar ook over methyleendioxymethamfetamine (MDMA), over ketamine, over coke.
En zolang die vraag blijft bestaan, zullen er altijd mensen zijn die proberen om daar geld aan te verdienen. Wij bepleiten dus dat er effectief wordt ingezet op preventie en op repressie, dat we alleen maar investeren in wat bewezen heeft ook effectief te werken, en dat we die doelgroep tussen twaalf en achttien jaar, die heel susceptibel is om met drugs te beginnen, meestal cannabis in eerste instantie, viseren in de campagne die de overheid opzet.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. We moeten zeker en vast zien wat het resultaat van die campagnes is. Het geweer van schouder veranderen, dat kan niet de bedoeling zijn. Maar het probleem blijft groot. De collega heeft het terecht aangehaald: waar er een vraag is, zal er ook een aanbod blijven komen. Je moet die problematiek langs twee kanten tegelijk aanpakken. En dus zou het een goede zaak zijn om de lopende initiatieven onder de loep te nemen en te bekijken wat er nog extra kan worden gedaan, zodat ook aan de verbruikerskant de kraan kan worden dichtgedraaid.
Ik ben het niet oneens met wat de twee collega's zeggen die aanvullend het woord hebben genomen.
Collega Van Grieken, ik herhaal nog eens dat voor mij preventie en repressie samengaan. Als je illegale circuits hebt, moet je ze uiteraard vinden en je moet er ook iets aan kunnen doen, maar het beleid van collega Vandeurzen is er sterk op gericht om niet alleen top-down vanuit de overheid, maar samen met organisaties werk te maken van een grotere preventie.
Ik ben zeker bereid, collega Schiltz, om aan collega Vandeurzen over te maken dat het goed is om te evalueren. Hij staat er niet om bekend dat hij de minister is die niet evalueert. Het klopt natuurlijk wel dat er nog altijd een vraag is en, zoals ik deze week heb gelezen, dat er ook een spectaculair aanbod blijft circuleren. Het is een heel hardnekkig en groot probleem, waar we met zijn allen zeer consequent en gestaag de strijd verder tegen moeten aanbinden.
Iedereen die met zijn twee voeten in de samenleving staat, weet gewoon dat het al lang niet meer softdrugs, maar ook harddrugs zijn die heel normaal zijn in brede lagen van de samenleving. Ik sta hier vrij alleen. Er zijn vage uitspraken als ‘als er een vraag is, is er een aanbod’. Natuurlijk gaat het er wel om om die vraag te beperken, en om vooral goed te informeren. En dat gaat niet door de softe campagnes die er nu zijn of het gebrek aan informatie. Nederland komt terug op heel zijn gedoogbeleid inzake drugs. Ik stel voor dat de volgende Vlaamse Regering daar ook werk van maakt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.