Report plenary meeting
Report
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, deze ochtend stond ik op en hoorde ik een dame, een zekere Miranda Ulens, op de radio zeggen: ‘Beste politieke partijen, pas op, pas op. Want als ge niet goedkeurt wat we gisteren in ons interprofessioneel akkoord hebben afgesproken, dan zullen wij het kot in brand steken, dan krijgt ge stakingen zoals ge ze nog niet vaak hebt gezien.’
Ik heb even opgezocht wie die dame is. Die dame spreekt namens het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV). Ik heb geen lijst gezien waar ze in 2014 op stond, de ‘lijst Miranda Ulens’ heb ik niet gezien. Ze heeft dus weinig democratische legitimiteit. Maar ik heb wel gezien dat die dame en haar organisatie in 2014 een overeenkomst gesloten hebben met de Federale Regering en beloofd hebben dat ze ervoor gaan zorgen dat tegen het einde van deze legislatuur mensen niet meer op 56 jaar op brugpensioen gestuurd worden, in de vergeetput geduwd worden, maar dat mensen tegen het einde van deze legislatuur pas op 60 jaar in de vergeetput of het brugpensioen geduwd worden en, meer nog, dat ze ervoor gaan zorgen dat de vrijstelling van beschikbaarheid voor werk wordt opgetrokken tot 65 jaar.
Diezelfde dame zegt eigenlijk, vrij vertaald: ‘Politici, ik heb in 2014 met u een overeenkomst gesloten, maar gisteren heb ik met mijn vrienden samengezeten, en eigenlijk beslissen we om die overeenkomst te verbreken, en in plaats van dat jullie nu boos mogen zijn, gaan jullie dit goedkeuren of we zetten het land op zijn kop.’ Die dame, die niet eens opgekomen is onder de ‘lijst Miranda Ulens’, zegt eigenlijk: ‘Zet de poorten naar dat brugpensioen open, beste politici, ook al zijn jullie het compleet niet met mij eens, en vertrouw mij voor geen haar, want ik respecteer geen akkoorden.’
Minister, we hebben op Vlaams niveau zwaar ingezet op een activeringsbeleid. Als dat er door zou komen, wat zijn de gevolgen op Vlaams niveau?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Ronse, ik denk dat het altijd goed is dat de sociale partners een akkoord sluiten, maar ik ben ook echt ontgoocheld in het feit dat men het SWT en die landingsbanen terugschroeft. Kom bij om het even welke werkgever en hij zal u spreken over de krapte die de groei van de onderneming fnuikt. Op dat moment een signaal geven dat mensen vanaf 58 jaar bij een collectief ontslag niet meer naar een job moeten gaan zoeken, is een verkeerd signaal. Wij hebben al dat talent nodig. Als er een collectief ontslag is, is mijn visie altijd al geweest om die mensen een ontslagpremie te geven en ze daarna op dezelfde actieve manier te begeleiden naar een nieuwe job. Actief beschikbaar voor de arbeidsmarkt!
Ik heb gezien dat ook collega Hendrik Bogaert het er gisteren in Terzake mee eens was dat we op die manier zouden moeten gaan werken. Ik ben daar heel blij om.
Als we toch nog het SWT doen, moeten we het in elk geval niet meer aangepast beschikbaar doen. Welk effect heeft het als we weer een instroom krijgen van het SWT? Wij gaan die mensen op dezelfde manier benaderen als alle andere werkzoekenden, maar deze mensen moeten niet zelf actief gaan zoeken naar een job, en ze moeten ook geen job aannemen indien de wedde die ze in hun toekomstige job gaan verdienen, lager is dan het SWT en de uitkering die zij op dat moment hebben.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik vanmiddag toch echt verbaasd was – mijn mond viel open – toen we, terwijl het ventiel van het SWT nog niet opnieuw opengedraaid is, de eerste berichten kregen dat BNP Paribas Fortis duizenden jobs ter discussie stelt. Ik denk dat dit voor mij heel duidelijk is: stop met dat SWT, en laat ons proberen de mensen maximaal te begeleiden naar een nieuwe job, nadat ze eventueel een ontslagpremie gekregen hebben. (Applaus bij de N-VA)
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, zoals ik het heb begrepen, moet dat akkoord nu naar de Kamer gaan want de regering kan het niet bekrachtigen. Het staat eigenlijk haaks op wat in de Arbeidsdeal en het Zomerakkoord beslist is. We zitten op federaal niveau met een minderheidsregering in lopende zaken die, als ze zo’n koerswijziging willen doorvoeren, dat naar het parlement moet sturen. Ik heb grote twijfels of die waanzin daar ooit goedgekeurd geraakt. Maar je weet nooit wat er daar gebeurt.
U verwijst er zelf naar – en ik heb het ook gelezen: er wordt gesproken over mogelijk 2500 mensen bij de reorganisatie van BNP Paribas Fortis. Dat zijn er 2300 meer dan de 200 zogenaamde SWT’ers die men inschatte voor de herstructurering van komend jaar, mensen die men op 58 jaar zou dreigen te laten gaan. Hoe kunnen we vanuit Vlaanderen op dat worstcasescenario, als het zover komt, anticiperen?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Toen ik de reacties hoorde – het ging over ‘de toekomst hypothekeren’ en ‘de factuur opsturen naar de volgende generaties’ –, dacht ik dat het over het begrotingswerk van de Federale Regering ging, want die zadelt de toekomst op met een gat 7,7 miljard euro. Maar nee, het ging over een tweehonderdtal SWT’ers die erbij zouden komen in navolging van een akkoord tussen de sociale partners.
Minister, u was er weer als de kippen bij om daar commentaar op te geven. Het staat iedereen, voor alle duidelijkheid, vrij om dat te doen, maar u bent nu niet voor SWT bevoegd – in de toekomst misschien wel, maar vandaag niet. Vandaag hebt u wel een loeihard signaal gekregen van de Europese Commissie, die een vernietigend rapport heeft vrijgegeven over de arbeidsmarkt en die wijst op een aantal gebreken. Personen met een migratieachtergrond krijgt u niet aan het werk. Er zijn weliswaar meer werkenden dankzij de conjunctuur. Er zijn weliswaar meer ouderen aan het werk, want ouderen werken wel degelijk graag, als ze niet op straat worden gezet. Het grote probleem zijn echter niet die tweehonderd SWT’ers, maar die tienduizenden ouderen die u niet aan het werk krijgt. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, collega Ronse, we zouden het bijna vergeten, maar deze week is er een akkoord gesloten dat bijzonder belangrijk is voor onze economie, voor de 3,6 miljoen werknemers en voor de 750.000 ondernemingen in dit land. Voor werknemers gaat het over extra koopkracht en voor de ondernemingen gaat het over garanties op hun competitiviteit en hun concurrentiekracht de komende jaren.
Een klein onderdeel gaat over SWT, waarrond een aantal zaken strenger en versneld zijn afgebouwd in vergelijking met de arbeidsdeal van deze zomer. Er is ook dat elementje van die tweehonderd potentiële SWT’ers, dat in vergelijking met de voorbije jaren met een jaar is uitgesteld.
Collega’s, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het brugpensioen allang niet meer bestaat. Collega Ronse, ik zou voorstellen dat u die term niet meer in de mond neemt. Het is SWT. SWT, beste collega’s is op een nooit geziene manier door de huidige Federale Regering afgebouwd. We komen van 107.000 SWT’ers en op dit moment zijn het er nog 65.000. Minister, collega Ronse, zijn jullie bereid om het hele interprofessioneel akkoord (IPA), het hele sociale overlegmodel, op de helling te zetten vanwege dit ene kleine symbooldossiertje dat jullie hier aanhalen? We zijn het immers grondig eens over de afbouw van SWT.
De vraag is duidelijk.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Ik denk dat onze partij zeer duidelijk heeft laten merken dat we niet verheugd zijn met het SWT-luik in het nieuwe IPA. Eigenlijk kan dit niet. Aan de ene kant voert Vlaanderen een activeringsbeleid voor oudere werknemers, terwijl er aan de andere kant een akkoord is waarbij de deur openstaat voor SWT, voor als bedrijven vinden dat bepaalde mensen niet meer in het bedrijf passen.
Voor wie wakker is: zo’n SWT-systeem komt voor de bedrijfswereld eigenlijk goed uit, want de bedrijven sturen de factuur eigenlijk door naar de overheid. Ik denk dat we daar toch ook een duidelijk signaal moeten sturen en dat we onze verantwoordelijkheid moeten opnemen, dat we moeten investeren in opleidingen om die oudere mensen actief aan het werk te houden. Als er dan toch ontslagen vallen, dan zijn er genoeg vacatures. We zitten met een krappe arbeidsmarkt, zoals u hebt gezegd, minister, dus het kan bijna niet anders dan dat die mensen vroeg of laat weer aan werk geraken.
Ik ga beginnen bij collega Ronse.
Als er bij BNP Paribas effectief weer een collectieve ontslagronde komt, dan zullen wij zoals altijd, na het sociaal overleg, maar wel zo snel mogelijk, met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) de competenties van die mensen gaan inschatten en gaan kijken hoe we die mensen effectief kunnen begeleiden naar een nieuwe job. Dat zijn dingen die we vaak doen.
Collega Bothuyne en collega Kherbache, het slechte aan het signaal van die tweehonderd, voor mijn part zelfs als het er maar tien zijn, is dat we aan werkgevers eigenlijk zeggen: ‘Je moet niet investeren in de mensen want je kunt ze op straat gooien als je ze niet meer moet hebben. Zet ze maar in het SWT, ze kunnen naar huis gaan. En als Muyters dan met VDAB iets heel goed vindt, dan moeten ze nog gaan werken.’ Dat is een signaal dat we niet mogen geven. Die werkgevers moeten ervoor zorgen dat hun mensen worden bijgeschoold, dat ze competenties bijkrijgen zodat ze, zoals wij hebben gevraagd, langer kunnen werken om het sociaalzekerheidssysteem in ere te houden en te behouden zoals het vandaag is.
Collega Bothuyne, daar is tweehonderd man te veel voor. Of het er tweehonderd zullen zijn... (Applaus bij de N-VA)
Laat ons hopen dat het er nog minder zullen zijn, want dat zou betekenen dat er weinig collectief ontslag is en dat er weinigen op 58 jaar gaan. Collega Ronse zegt dat er wordt gesproken over 2500 bij BNP Paribas. In de kranten lees ik dat het effectief gaat over mensen vanaf 58 jaar – ik weet niet of dat kan want ik ben geen jurist. Als dat het geval zou zijn, zal het getal van 200 heel rap overschreden zijn. En het verkeerde signaal is er. Daar heb ik echt een probleem mee. Laat ons daarmee stoppen.
Mijnheer Bothuyne, u vroeg aan mij of ik dit hele akkoord op de helling zet. Uw eigen collega Hendrik Bogaert gaat mee in mijn redenering: ‘Geef die mensen een premie en laat ons hen daarna begeleiden naar een nieuwe job. Dat is wat we willen doen.’ Dat is ook wat wij willen doen. We staan op één lijn, en ik hoop dat het een partijstandpunt was. Als dat zo is, kunnen we samen met de liberalen en CD&V in die richting verdergaan: stoppen met de SWT-regeling, de mensen een ontslagpremie geven en hen daarna via VDAB als klassieke werkzoekenden benaderen en aan een nieuwe job helpen. (Applaus bij de N-VA)
Collega's, deze situatie voelt eigenlijk bijzonder absurd aan. We zijn het kamerbreed eens over het feit dat we moeten investeren in elk talent, in elke werknemer en vooral ook in 55-plussers. Sinds het begin van deze legislatuur in 2014 is er een politieke meerderheid die zegt: ‘Op de schop met het brugpensioen, met het brugpensioen bis. Het is niet activerend. Het is een vergeetput.’ En toch gaan we nu het einde van de legislatuur in met een instapleeftijd die nog altijd op 58 jaar ligt in het land waar de pensioenleeftijd het laagst ligt in heel West-Europa.
En we laten ons dan nog eens door een aantal partijen en sociale partners die geen democratische legitimiteit hebben chanteren. Door een Miranda Ulens en anderen die zeggen: ‘Pas op. Als je niet akkoord gaat met de verbreking van onze belofte aan u, dan gaan we staken.’ En ze gaan toch al staken op 15 maart.
Collega's, laat ons het been stijf houden voor onze welvaart. Laat ons de kiezers, de mensen die vandaag hard aan het werk zijn, recht in de ogen kijken. In de vuilnisbak met die versoepeling van de instap voor het brugpensioen! (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.