Report plenary meeting

Algemene bespreking

Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met de overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, ondertekend te Brussel op 18 februari 2014.

De algemene bespreking is geopend.

De heer Sintobin heeft het woord.

Ik begrijp dat er akkoorden moeten worden afgesloten met andere landen maar als ik goed ben ingelicht, dan maakt dit akkoord het mogelijk dat de bestendiging van de export van kinderbijslag naar Marokko wordt verstevigd en – en dan verwijs ik naar de actuele vraag van daarstraks – dat Marokkanen die in ons land komen werken, meteen aanspraak kunnen maken op de integratie van kinderbijslag. Dat kost ons land toch wel wat geld. Vandaar dat wij ons zullen onthouden bij de stemming over dit ontwerp van decreet.

De heer Van Overmeire heeft het woord.

Deze overeenkomst is goed besproken in de commissie, we hebben nog een aantal bijkomende vragen gesteld aan de minister die schriftelijk zijn beantwoord. In een ideale wereld zou die overeenkomst er op verschillende punten anders uitzien maar de zaak is natuurlijk dat wanneer we dit niet goedkeuren, het algemeen verdrag van 1968 van toepassing blijft. En wat daarin staat, gaat voor de punten waar men kritiek op kan hebben, evengoed op. De budgettaire weerslag, voor zover die kan worden berekend, zou eerder voordelig zijn met de nieuwe overeenkomst dan met het verdrag van 1968. Maar nog eens, in een ideale wereld zouden er op verschillende punten andere accenten zijn gelegd maar we leven helaas niet in de ideale wereld, zoals we allemaal dagelijks vaststellen. Ten opzichte van het verdrag van 1968 is deze overeenkomst van 2014 – en er zijn trouwens analoge overeenkomsten met landen als Algerije en Tunesië – verdedigbaar.

Vraagt nog iemand het woord? (Neen)

De algemene bespreking is gesloten.