Report plenary meeting
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2019
Report
Algemene bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de algemene bespreking van het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019, het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2019.
Wie vraagt hierover het woord? Is iemand van de regering aanwezig? Neen. Minister Tommelein heeft mij deze ochtend kenbaar gemaakt dat hij dat hij toch nog even wenst te reageren op een aantal betogen. We hebben het speciaal naar deze middag verplaatst, in de hoop dat alle fractievoorzitters aanwezig zouden zijn. De vergadering wordt geschorst. Ik ga minister Tommelein zoeken en dan gaan we verder met deze boeiende vergadering.
– De vergadering wordt geschorst om 14.01 uur.
– De vergadering wordt hervat om 14.04 uur.
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega’s, dit is de laatste begroting van de legislatuur, en meteen is het ook de laatste begroting van mijzelf als minister van Begroting. Het doet mijzelf, maar ook de regering, bijzonder veel plezier dat we die in schoonheid kunnen afsluiten. We zijn er drie jaar op rij in geslaagd om met de Vlaamse Regering een begroting in evenwicht voor te leggen. Dat is sowieso toch wel een prestatie te noemen.
Want we hebben tijdens deze regeerperiode maar liefst 1,5 miljard euro geïnvesteerd; investeringen die noodzakelijk zijn om de economie te laten groeien, maar ook om onze welvaart op niveau te houden. We hebben geïnvesteerd om meer rusthuizen te kunnen bouwen, we hebben geïnvesteerd om onze kinderen in moderne, energie-efficiënte scholen les te laten krijgen. We hebben geïnvesteerd om de technologische vooruitgang via onderzoek en ontwikkeling te ondersteunen, en we hebben ook de wegen en de fietspaden vernieuwd.
Maar eindelijk – en daar is al heel veel discussie rond geweest de voorbije periode – is er schot gekomen in het Oosterweeldossier, een project van onschatbare waarde voor de mobiliteit. Ik heb gisteren in het debat al gezegd dat dat voor mij geen louter Antwerps dossier is. Dat is ook geen Vlaams dossier op zich, maar een belangrijk Europees dossier.
Maar dat is niet alles, collega’s. We hebben ook de belastingen hervormd, en mijnheer Lantmeeters en anderen hebben dat ook uitdrukkelijk uiteengezet in hun tussenkomsten. We hebben de belastingen hervormd, en we hebben de taxshift volledig doorgevoerd, en dit ook volledig, wat het Vlaamse luik betreft, mee opgenomen in de begroting, zonder dat we daar extra lasten voor hebben ingevoerd.
We hebben ook de fiscale autonomie in Vlaanderen gebruikt om de belastingen te verlagen. We hebben de registratierechten voor de gezinswoning op 7 procent gebracht, en we hebben gezorgd dat mensen die een minder dure woning kopen – van 200.000 euro in de gemeenten en van 220.000 euro in de kernsteden en de Vlaamse Rand – een korting krijgen van 5600 euro. Zo zullen de meeste eerste woningen die gekocht worden, een lager tarief hebben dan vroeger het geval was.
En we hebben de erfbelastingen met 10 procent verlaagd. Ik heb onmiddellijk meegegeven dat de volgende Vlaamse Regering daar verder werk van moet maken, om dat efficiënter en billijker te maken, en ervoor te zorgen dat zeker die toch nog altijd hoge tarieven in de zijlijn verder worden aangepakt. Maar het hoogste tarief hebben we alleszins geschrapt. En we hebben er ook voor gezorgd dat er tussen partners, tussen mensen die samenwonen, een vrijstelling geldt die toch niet onbelangrijk is. We hebben ook de onroerende voorheffing verlaagd voor wie energetisch renoveert. Wie boven een winkel gaat wonen, krijgt lagere onroerende voorheffing. Dat is toch niet onbelangrijk. We hebben ook de verkeersbelasting voor propere voertuigen verlaagd. Dat zijn allemaal, stuk voor stuk, belangrijke belastingverlagingen geweest voor de Vlamingen.
We hebben samen met dit parlement inspanningen geleverd om de begroting overzichtelijker en inzichtelijker te maken. Dit is in de voorbije legislatuur een stokpaardje geweest van parlementsvoorzitter Peumans. Ik wil hem uitgebreid danken voor de niet-aflatende inspanningen die hij gedaan heeft om de parlementaire controle mogelijk te maken. Bij dezen vraag ik dan ook eens een applaus voor de voorzitter, voor wat hij daar allemaal voor heeft gedaan. (Algemeen applaus).
Voorzitter, er bestaat een competitie voor de beste burgemeester van de wereld, maar als er een competitie zou zijn voor beste voorzitter van de wereld, dan ben ik ervan overtuigd dat u zeker in aanmerking zou komen.
We hebben ook gedacht aan de toekomstige generaties, door onszelf een schuldnorm op te leggen en onze Vlaamse instellingen te laten investeren in Vlaamse obligaties. Dankzij al die inspanningen behouden we in Vlaanderen een gunstige, zelfs een uiterst gunstige rating, waardoor Vlaanderen lagere rentekosten betaalt.
We zijn een van de slechts vier regio’s in Europa die een betere rating hebben dan hun eigen federale overheid. De rating van Vlaanderen is beter dan die van België. Dat bewijst dat de budgettaire discipline van de Vlaamse Regering beloond wordt. Ik ben er trots op aan mijn opvolgster, mevrouw Peeters, maar ook aan degenen die na haar komen, een begroting na te laten die structureel gezond is. Zelfs met 1,5 miljard euro aan nieuw beleid in de loop van deze legislatuur en het doorvoeren van de taxshift zal de volgende Vlaamse Regering zicht hebben op een beleidsruimte van 1 miljard euro, mijnheer Rzoska. U kunt vinden dat dit allemaal te optimistisch is, maar u kent mijn manier van werken, ‘optimism is a moral duty’.
Vlaanderen moet structurele hervormingen blijven doorvoeren, dat is belangrijk voor de toekomst. Het werk is nooit af. Alles kan beter. Daarnet zei de heer Danen dat ik goed kan communiceren over wat goed gaat en dat ik niet altijd openlijk communiceer over wat minder goed gaat. Dat is niet altijd juist: ik communiceer ook over zaken die minder goed gaan, zonder dat in de vitrine te zetten, maar ik communiceer er wel degelijk over. Ik hoop dat we verder gaan op de ingeslagen weg. We mogen nooit vergeten dat we in een van de welvarendste regio’s van de wereld wonen en dat we het in vergelijking met heel wat mensen in de rest van de wereld bijzonder goed hebben.
Collega’s, straks zal ik plaatsnemen op de laatste rij van dit halfrond. Mevrouw Talpe, ik dank u dat u mij vier jaar hebt vervangen. U hebt dat zeer goed gedaan en ik vind het spijtig dat u dit parlement nu even moet verlaten. Ik dank u voor al uw inspanningen. (Algemeen applaus)
Ik hoop dat ik vanaf januari samen met u allen verder mag werken aan de toekomst van Vlaanderen, van onze kinderen en – iets wat sinds een paar weken ook voor mij persoonlijk belangrijk is – van onze kleinkinderen. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.