Report plenary meeting
Report
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, een studie van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) toonde aan dat het drinkwater in Vlaanderen van heel goede kwaliteit is. Dat is heel positief nieuws. Ik denk dat de Vlamingen dat ook mogen verwachten nadat u de factuur voor hen aanzienlijk hebt doen stijgen. Het is dan uiteraard het minste wat je kunt hebben: gezond kraantjeswater.
Maar als we de studie van de VMM lezen, zien we toch nog een feit waar we niet overheen mogen kijken. In heel wat publieke gebouwen, ik denk vooral aan kinderdagverblijven, maar ook scholen, zien we dat er nog heel wat loden leidingen aanwezig zijn. Het is zelfs in die zin ernstig dat er een tiental scholen het afgelopen jaar een verbod hebben gekregen om nog kraantjeswater voor hun kinderen en het personeel te gebruiken. In een welvarende regio als Vlaanderen moeten we daar toch paal en perk aan stellen. Als bevoegd minister hebt u de instrumenten in handen om ervoor te zorgen dat we de inhaalbeweging in de vervanging van loden leidingen, toch zeker in publieke gebouwen waar kinderen aanwezig zijn, versnellen.
Minister, ik vraag u op basis van het verslag van de VMM welke acties u versneld zult ondernemen om die loden leidingen vooral in kinderdagverblijven en scholen te vervangen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Beenders, ik heb gisteren bij de bespreking van de beleidsbrief in de commissie nog aangegeven dat we vanuit onze bevoegdheid zelf heel wat onderzoeken doen, heel wat studiewerk verrichten. Dat doen we ook om bij te leren, om bij te sturen. Maar telkens als er zo’n onderzoek is dat we zelf uitvoeren, komen er een hele reeks alarmerende vragen. Ik denk dat deze studie opnieuw bewijst hoe wij alles goed opvolgen en actie ondernemen om er iets aan te doen.
Ik denk dat u een aantal zaken in uw vraagstelling, in de manier waarop u de vraag formuleert, door elkaar haalt.
We moeten een duidelijk onderscheid maken tussen enerzijds de loden leidingen die op het openbaar domein liggen en die eigendom zijn van de drinkwatermaatschappijen, en anderzijds de leidingen die intern in een gebouw liggen. Dat kan in een woning, een school of een ziekenhuis zijn.
We hebben een loodpreventieactieplan dat nu wordt uitgerold. De leidingen die op het openbaar domein liggen en eigendom zijn van de drinkwatermaatschappijen, worden systematisch vervangen, en dat gaat goed vooruit. Er moet nog maar 4 procent van de leidingen vervangen worden. Je ziet dus dat dat vooruitgaat. Dat is ook opgenomen in het meerjarenprogramma van de drinkwatermaatschappijen. Dat is één zaak.
Daarnaast voeren de drinkwatermaatschappijen ook onderzoek uit, ook op onze vraag, bij een aantal scholen, zorginstellingen en kinderdagverblijven, om na te gaan wat de toestand daar is, omdat er zowel in private woningen als in die instellingen nog lood in de interne leidingen kan zitten. We merken bij de controles dat op de meeste plaatsen het resultaat positief is. Ik wil trouwens herhalen dat de volledige studie uitwijst dat 99 procent van ons drinkwater van zeer goede kwaliteit is.
Net door die gerichte onderzoeken naar de waterkwaliteit in instellingen en scholen, is het inderdaad zo dat de VMM in samenspraak met het departement Welzijn advies geeft, wanneer er zich problemen voordoen. Het kan zijn dat de leidingen gespoeld moeten worden, dat de leidingen vervangen moeten worden of dat het drinkwater tijdelijk niet gebruikt mag worden tot er nieuwe leidingen zijn.
Wat gaan we heel concreet doen? We sturen brochures naar scholen die hen erop wijzen dat ze hun leidingen moeten controleren en naar het resultaat moeten kijken. Ik wil ook dit meegeven: als een school zijn leidingen wil vervangen, dan wordt dat prioritair gesubsidieerd door het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION). Dat is ook wat de minister van Onderwijs een paar maanden geleden geantwoord heeft op een vraag van collega De Meyer. Als scholen hun leidingen dus willen vervangen, dan kunnen ze dat en is dat ook een prioriteit.
Er is trouwens bijzonder veel globaal geïnvesteerd in scholenbouw, wat ook die leidingen ten goede komt. Wat dat betreft, nemen wij zeker onze verantwoordelijkheid. U vraagt volgens mij ook niet dat wij nu alle private leidingen waar lood in zit, gaan vervangen en dat gaan bekostigen met de middelen uit de drinkwaterfactuur. Dat zou inderdaad betekenen dat we de waterfactuur fors moeten verhogen, en dat kan absoluut niet de bedoeling zijn. We hebben de juiste aanpak en er zijn ook middelen voorzien om naar vervanging over te gaan.
Ik vraag inderdaad niet dat u de private loden leidingen gaat vervangen via de inkomsten uit de waterfactuur en de factuur nog hoger te maken dan u ze al gemaakt hebt. Dat is inderdaad niet mijn vraag, en die insinuatie had ook helemaal niets met mijn vraag te maken.
U kunt inderdaad zeggen dat u al veel doet om lood te vermijden in leidingen. Ik heb ook gezegd dat we tevreden moeten zijn dat de algemene kwaliteit van het water goed is, maar we moeten streven naar 100 procent. Als er zo’n studie komt en daaruit blijkt dat we zelfs nog vorig jaar een kraantjeswaterverbod moesten uitvaardigen in acht scholen, vind ik dat we met die acht scholen aan de slag moeten. Eigenlijk is dat mijn vraag. Maak daar een prioriteit van, verwijs ze niet door naar een brochure en pak die dossiers vast. Er is een evaluatie geweest. We weten in welke scholen er problemen zijn en we moeten die begeleiden, zodat kinderen daar volgend jaar kraantjeswater kunnen drinken met de best mogelijke garanties voor de volksgezondheid. Dat is wat ik u vraag. We moeten naar 100 procent gaan. Als het over volksgezondheid gaat, is 99 procent voor mij niet genoeg.
De heer Danen heeft het woord.
Ik vond het ook vreemd vast te stellen dat er anno 2018 nog steeds scholen zijn waarvan de binneninstallatie lood bevat. Ik had inderdaad gedacht dat dat ondertussen al uit de wereld zou zijn geholpen. Het zijn er dan misschien maar twaalf, maar het zijn er wat mij betreft twaalf te veel.
Ik wil u echter een andere vraag stellen, minister. De metingen van de watermaatschappijen meten een aantal stoffen. Als ik het goed heb, is de lijst van stoffen in 2002 goedgekeurd en bepaald. Mijn vraag is of nieuwe polluenten die steeds vaker opduiken, zoals hormoonverstoorders en microplastics, ook gemeten worden. Als dat niet het geval is, plant u initiatieven om die alsnog te meten?
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik ben het eens met de minister als ze zegt dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is van enerzijds de overheid – en ook de semioverheid in veel gevallen – en anderzijds de privésector.
Collega Beenders, we kunnen natuurlijk niet alles tegelijk oplossen. We hebben het probleem gehad, of hebben het nog, van de asbestbuizen. Af en toe zijn dat er ook nog met leidingwater. Dan zijn er de loden buizen. Dan heb je inderdaad wat collega Danen eraan toevoegt. We kunnen hier elke keer een nieuw thema op tafel leggen, maar we weten allemaal dat dit niet van vandaag op morgen kan worden opgelost. Ik ben al blij dat er een actieplan is en dat dat gestaag wordt uitgevoerd. Dat moeten we als parlement aanmoedigen en in de gaten houden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me ook graag aansluiten bij deze vraag. Collega Beenders, wat de vragen betreft zoals u die in het begin stelde, ik denk dat eenieder zich afvraagt op welke manier er versneld kan worden bewerkstelligd dat alle gebouwen, zowel publieke gebouwen voor kinderen als private gebouwen, zo snel mogelijk kunnen worden omgevormd zodat daar geen loden leidingen meer aanwezig zijn. Uw reactie daarop verbaasde me toch enigszins. Men kan toch niet ontkennen dat er op het openbare domein gigantische inspanningen zijn gebeurd, en dat het privéterrein en de publieke gebouwen een gedeelde verantwoordelijkheid zijn, zoals de minister heel duidelijk stelde.
Minister, u haalt heel duidelijk en terecht ook aan dat de Vlaamse Regering, ook vanuit Onderwijs, bij scholenbouw prioritair aandacht geeft aan het verwijderen van loden leidingen. Natuurlijk komen er heel veel prioriteiten op de initiatiefnemers af. Minister, in die zin wil ik u vragen of er ook specifieke sensibiliseringsacties zouden kunnen gebeuren, bijvoorbeeld naar aanleiding van zulke rapporten. Ik weet dat er heel veel wordt gemeten. We weten vandaag heel veel, maar voor de mensen die we moeten aanzetten tot actie zou een extra trigger of sensibilisering interessant kunnen zijn.
Collega Beenders, wij pakken dit wel degelijk aan. Er is een loodpreventieplan, dat wordt uitgevoerd en waarvan we de resultaten zien. Er is het feit dat deze metingen gebeuren, dat we ook goed weten wat er is en wat er moet gebeuren. Het gesprek met die scholen wordt aangegaan. Het is niet alleen een brochure. Die brochure wordt bij alle scholen verspreid, maar met de scholen waar wordt gezien dat er inderdaad een verhoging is, wordt heel actief bekeken hoe men daarmee omgaat. Ook heel belangrijk is het feit dat dit een topprioriteit is bij de subsidies voor het onderwijs voor het heraanleggen van sanitaire installaties en drinkwaterleidingen. Ik wil gerust ook nog eens heel expliciet met het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) en die scholen rond de tafel zitten. Dat gebeurt al, maar als dat uw bezorgdheid is, zullen we zeker nog aanmoedigen dat dat verder gebeurt. Dit is nu net een voorbeeld van een dossier waarin dat systematisch wordt aangepakt.
Collega Danen, wat de andere nieuwe polluenten betreft: u weet dat er nog niet op alles wordt gecontroleerd. Niet alle technieken zijn voorhanden om dat op een gemakkelijke, toegankelijke manier te doen, maar waar we dat kunnen, wordt die lijst aangevuld. We hebben gisteren in de commissie trouwens ook gezegd dat we u schriftelijk zullen laten weten op welke stoffen dat op dit moment wordt onderzocht. We blijven ook innoveren ter zake. Als er nieuwe inzichten zijn, zullen die zeker op de lijst terechtkomen.
Mevrouw Rombouts, dat sensibiliseren en het bewust maken van scholen gebeurt zeker. De inzichten veranderen. Vroeger was het een aanbeveling dat een leiding waar geen magneet op plakte een loden leiding was, en dat men dat in de gaten moest houden. Nu zijn er nieuwe inzichten. We weten dat het vaak niet alleen de leidingen zijn, het kan ook dat er lood zit in bepaalde hechtingen in die leidingen, en dat er in een kromming lood vrijkomt. Op basis van al die nieuwe inzichten passen we telkens ook die actieplannen aan, maar ook de sensibilisering en de duiding voor ons onderwijs.
We pakken dat dus zeker aan. Collega Beenders, ik ben blij dat u dit belangrijke thema hier nog eens aanhaalt. Wat altijd wel een beetje ontbreekt, is hoe u het zou oplossen. U zegt dat we het moeten aanpakken, dat we iets moeten doen. Ik zeg dat, als we dat doen, we veel meer centen moeten hebben. Als ik dan zeg dat het ook betaalbaar moet zijn en vraag waar we dat geld dan moeten halen, dan zegt u dat u dat niet hebt gezegd. Het is misschien toch wel interessant om te zeggen hoe u dat dan wel zou doen.
Minister, ik denk dat dit al een uitnodiging is voor de regeringsonderhandelingen voor 2019. We willen graag met u aan tafel gaan om alle oplossingen die we hebben voor een heel aantal punten op tafel te leggen en samen uit te voeren. Met heel veel plezier, zelfs. Die uitnodiging is bij dezen dus aanvaard. Ja, wij hebben heel wat oplossingen om dit aan te pakken. Dat is ook maar evident. Sp.a werkt al jaren hard aan dit dossier.
Ik vind het alleen jammer dat bepaalde collega's het in een andere richting proberen te duwen.
Minister, in uw laatste repliek hebt u de essentie terug naar voren gehaald. U zegt hetzelfde als wat wij nu vragen: we moeten de garantie geven dat kinderen in scholen met 100 procent zekerheid gezond kraantjeswater kunnen drinken.
Wat wij vragen is simpel: neem die studie van de VMM ter harte. Ze bevat heel wat waardevolle informatie. Ga samen zitten met uw collega van Onderwijs, minister Crevits, en neem die scholen bij de hand. Zorg ervoor dat er binnen dit en enkele jaren in geen enkel publiek gebouw waar kinderen aanwezig zijn nog loden leidingen zijn. En dan zijn we de beste vrienden.
De actuele vraag is afgehandeld.