Report plenary meeting
Actuele vraag over de Vlaamse ondersteuning van de ontslagen werknemers van Carrefour bij hun zoektocht naar een nieuwe job
Actuele vraag over de begeleiding van ontslagen werknemers van Carrefour naar een nieuwe job
Actuele vraag over de begeleiding van ontslagen werknemers van Carrefour naar een nieuwe job
Report
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, de laatste maanden worden we overspoeld met hoeraberichten van de Vlaamse Regering en de Federale Regering: de economie trekt aan, er zijn vele openstaande vacatures, nieuwe zaken openen, er is de taxshift, er is zogenaamd de stijging van het nettoloon enzovoort. En plots komt daar dan een dossier als Carrefour tussen gefietst, waarbij meer dan 1200 jobs op de helling staan. Daarmee worden we terug met onze voeten op de grond gezet en worden we geconfronteerd met de realiteit.
Ik wil immers van de gelegenheid gebruikmaken om ook, tussen al die hoeraberichten in, te zeggen dat er nooit wordt gesproken over de vele faillissementen van kleine kmo’s, van eenmanszaken, waarbij veel jobs verloren gaan, en dat is het spijtige van de zaak. Wat ook spijtig is in het dossier van Carrefour, is dat mensen opnieuw de dupe zijn van het falende beleid van hun directie gedurende de jongste decennia. De directie slaagde er zelfs in om naar aanleiding van de herstructurering een filmpje te verspreiden waarbij 80 procent ging over de investeringen die ze zou doen, en amper 10 à 20 procent over de ontslagen en de families die er de dupe van zouden worden. Ik vind het een bijzonder slechte evolutie. Minister, natuurlijk kunt u daar niks aan doen, maar wat belangrijk is, is dat we die mensen die zullen worden ontslagen, zo snel mogelijk aan een job helpen. Er zijn daarvoor verschillende methodes. Er is sprake van een crisiscel. Misschien kunt u daar straks op reageren, maar natuurlijk is mijn vraag wat u binnen uw bevoegdheid kunt doen om deze mensen zo snel mogelijk aan een nieuwe job te helpen.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we de 1233 mensen die hun job hebben verloren of recent aangekondigd kregen dat ze hun job gaan verliezen, vandaag in dit Vlaams Parlement niet gaan helpen door het proces van de directie van Carrefour te maken, maar wel door na te gaan op welke manier we die mensen opnieuw een perspectief kunnen bieden. Als we de cijfers bekijken, dan zien we dat er netto in 2018 48.000 nieuwe jobs bij komen, dat er in de supermarkten vandaag 1000 openstaande vacatures zijn en dat er qua winkelpersoneel 4500 openstaande vacatures zijn. We hebben in dit mooie huis al heel vaak gesproken over een nijpende krapte op de arbeidsmarkt, die een probleem is. In die zin biedt dat probleem toch echt wel een onvoorstelbaar perspectief voor de mensen bij Carrefour die vorige week het bijzonder pijnlijke en slechte nieuws te horen kregen. Dat zijn ongetwijfeld 1233 zeer getalenteerde mensen, waarvan er 180 mensen actief zijn op de hoofdzetel als administratief personeel. De rest, ongeveer 1000 mensen, zijn mensen die in de winkels staan, die daar ook ervaring mee hebben. Wij hebben op Vlaams niveau VDAB, dat als ik me goed herinner ook bij ING zeer proactief, nog voor er een tewerkstellingscel was opgestart, al competenties en zo meer in rekening bracht. Minister, vandaar mijn vraag: zijn wij hier op Vlaams niveau al klaar om die mensen hun talenten vast te nemen en daarmee naar bedrijven te gaan, niet enkel de heel grote spelers, maar ook kmo’s die op zoek zijn naar getalenteerde, gemotiveerde en ervaren mensen? Minister, staan wij klaar?
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, de collega’s hebben het daarnet al aangehaald: het nieuws over Carrefour heeft de afgelopen dagen de media gedomineerd. Vorige week donderdag kregen de werknemers van Carrefour een ijskoude douche. Ze kregen immers te lezen dat er wegens een herstructurering meer dan 1200 jobs zouden verdwijnen. Een van die werknemers is bijvoorbeeld een kassierster van pakweg 46 jaar. Collega’s, wij gaan allemaal naar de supermarkt, wij doen allemaal inkopen: jullie weten over wie ik het heb. Zij en heel wat van haar collega’s zitten op dit moment met heel wat vragen, met heel wat onrust. Welke impact zal dit nieuws bijvoorbeeld hebben op haar toekomst, op haar job, op haar financiële situatie, op haar gezinsleven misschien zelfs? Ze leest ondertussen in de kranten ook heel wat analyses van economen en arbeidsmarktspecialisten, die, voor een groot stuk terecht, het verhaal brengen dat het goed gaat met onze economie, dat er heel wat jobs bij komen en dat dit in het grote verhaal eigenlijk weinig impact heeft. Tot op zekere hoogte kan ik dat ook volgen, en begrijp ik dat, maar ik heb veel meer begrip voor de zorgen en de onrust en de vragen die de mensen bij Carrefour vandaag de dag hebben over hun toekomst en over wat er op dit moment zal moeten gebeuren.
Minister, mijn vraag aan u is dus heel helder: op welke manier kunt en zult u garanderen dat die mensen de nodige ondersteuning krijgen, de juiste ondersteuning krijgen om niet alleen verder aan de slag te kunnen blijven op onze arbeidsmarkt, maar dat ook op een kwalitatieve manier, die niet moet onderdoen voor de manier waarop ze op dit moment al aan de slag zijn op onze arbeidsmarkt? Welke stappen zult u daarin ondernemen? (Applaus bij Groen)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, minister, de aankondiging van Carrefour vorige week is en blijft een schok. Het is een schok voor die 1200 mensen en hun gezinnen. Heel veel Vlamingen hebben zich dezelfde vraag gesteld: zal mijn job misschien de volgende zijn die wordt ‘weggedigitaliseerd’? Zal mijn job de volgende zijn die daarvan het slachtoffer wordt? Die mensen moeten wij een antwoord en perspectief kunnen bieden.
De digitalisering gaan we niet tegenhouden, die willen we ook niet tegenhouden. De mensen zullen blijven pakjes bestellen bij Bol.com, bij Vente-Exclusive en binnenkort bij IKEA. Daarom is mijn vraag, minister, hoe kunnen we die mensen bij Carrefour begeleiden naar de 250.000 nieuwe vacatures die openstaan? Hoe kunnen wij hen niet alleen een job maar ook een volwaardige job bezorgen?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega's, ik sluit aan bij jullie medeleven. Het is nooit fijn om je job te verliezen zonder dat je daar zelf om gevraagd hebt. Je hebt de omgeving waar je graag werkt, je collega's waar je misschien zelfs mee bevriend bent en plots krijg je die koude douche. Plots is er die onzekerheid, je hebt dat wellicht niet zien aankomen. Trouwens, niemand weet al of hij ontslag krijgt of niet, vandaag is het nog totale onzekerheid. Aangenaam is zeker anders.
Natuurlijk is er wel een positief element. Mijnheer Annouri, u hebt dat juist naar voren gebracht. Mijnheer Sintobin, u doet een beetje negatief, u vraagt waar de hoerastemming vandaan komt. Ja, er is krapte vandaag op de arbeidsmarkt. Ja, de werkloosheid daalt al 29 maanden op rij. En ja, we hebben het grootste aantal vacatures ooit gehad in 2017, er waren 12 procent meer vacatures dan een 2016. En ja, zoals de heer Ronse zegt, zelfs bij de concurrenten van Carrefour zijn er vacatures, vrij veel zelfs in die sector. Dat is positief nieuws. Het is veel aangenamer om te gaan zoeken naar een alternatief als er openstaande vacatures zijn. Dus dat is een goede zaak.
Wat kunnen wij daar nu aan doen? U kent de wetgeving. Er moet eerst sociaal overleg komen. Er moet nog worden bepaald hoeveel mensen effectief hun job verliezen en welke mensen dat uiteindelijk zullen zijn. Dat zou in dat sociaal overleg naar voren komen, maar wij hebben daar niet op gewacht.
Ik ben vrijdag gaan samenzitten met Brussels minister van Werk Gosuin en Waals minister van Werk Jeholet. We hebben opnieuw, zoals de heer Sintobin naar voren brengt, een crisiscel opgericht. Daarin zitten onze drie arbeidsbemiddelingsbureaus: VDAB, Forem en Actiris gaan samen bekijken wat we kunnen doen. Er zijn drie elementen die daar een rol spelen. Zelfs al is het sociaal overleg dat moet plaatsgrijpen het eerste dat moet gebeuren, misschien kunnen we toch al wat suggesties doen voor onderwerpen voor het overleg.
Bijvoorbeeld, men zou in kaart kunnen brengen welke competenties de mensen die zullen worden ontslagen, hebben opgebouwd op de werkvloer. Dat is het competentievisum dat ze zouden kunnen meegeven aan de mensen, wat daarna de invulling van vacatures kan vergemakkelijken. Het zou mooi zijn, het zou goed zijn, dat Carrefour zich daartoe engageert in dat sociaal overleg, om dat te maken. Ik heb daarover gesproken met de directie van Carrefour en dat gesuggereerd.
We zouden ook al infosessies kunnen organiseren. Niet voor de mensen die ontslagen zijn, want we weten nog niet wie dat zijn, maar voor hun vertegenwoordigers zodat die weten wat er nu kan gebeuren, hoe het gaat gebeuren, en wat er na het sociaal overleg gaat gebeuren.
We maken ons nu al klaar voor de tewerkstellingscel die daarna zal worden opgericht. Daar zullen VDAB, Forem en Actiris, na het sociaal overleg, na het outplacement, na een warme overdracht naar VDAB voor de mensen die nog niet aan de slag zijn, elke persoon begeleiden naar een nieuwe job.
En collega Annouri, u vraagt garanties. Ik kan garanderen dat die mensen maatwerk zullen krijgen en dat we voor alle mensen die nog geen job hebben gevonden na hun outplacement, zullen nagaan hoe we hen optimaal kunnen begeleiden naar een nieuwe job. Dat is de inspanningsverbintenis die wij vanuit Vlaanderen kunnen doen.
Ik kan u nog zeggen – en dat is voor mij toch wel belangrijk – dat ik intussen mails van werkgevers krijg die mij vragen hoe ze in contact kunnen komen met die potentiële kandidaten voor nieuwe jobs. Ze hebben jobs en ze vragen mij hen te sturen. Het is te vroeg, zoals ik al zei, want we weten nog niet wie ontslagen is. Ik geef die bedrijven die vacatures hebben, door aan VDAB, zodat VDAB te gepasten tijde die link en matching kan doen tussen de openstaande betrekkingen en de mensen die effectief zullen worden ontslagen.
Ik denk dat we aan die mensen – en we weten nog niet welke mensen het zullen zijn – een boodschap van hoop kunnen geven dat er, niettegenstaande het vervelende dat ze van job zullen moeten veranderen, potentieel is op de arbeidsmarkt zodat ze morgen opnieuw een job kunnen hebben. Laat ons die boodschap van hoop maar aan die mensen geven.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil niet negatief klinken, maar het is natuurlijk wel zo dat die mensen van de ene dag op de andere worden geconfronteerd met hun ontslag, tussen alle hoeraberichten in. Het is niet de eerste keer de afgelopen jaren. Recent was er Bombardier, en er zijn nog voorbeelden.
Collega Ronse, ik vind het mijn plicht om inderdaad de directie van zulke bedrijven op hun verantwoordelijkheid te wijzen dat door hun slecht beleid in de afgelopen decennia 1200 mensen worden ontslagen. U zegt dat er vacatures zijn. Het zal wel zijn dat er vacatures zijn, maar u weet net zo goed als ik dat veranderen van job voor heel wat mensen niet evident is, en zeker niet als ze op een bepaalde leeftijd zijn. Het kost misschien een extra verplaatsing. Het vraagt ook een familiale reorganisatie. Zo gemakkelijk zeggen dat ze maar van job moeten switchen, is niet gemakkelijk. (Opmerkingen)
Neen, dat wordt hier achter mij gezegd.
Ik wil er ook op wijzen – en dat stoort mij aan zulke bedrijven als Bombardier, Carrefour en vele multinationals – dat ze Europese steun krijgen, federale steun via fiscale achterpoortjes. Carrefour heeft zelfs in 2009 Vlaamse steun gekregen en in 2010 hebben ze 1700 mensen ontslagen.
Minister, mijn bijkomende vraag is wat er gebeurt met de steun die Carrefour de afgelopen jaren heeft gekregen.
Mijnheer Sintobin, u moet proberen korter te spreken. Het zijn altijd dezelfde mensen.
Zolang het niet van mijn tijd afgaat, is het niet erg.
Collega's, ik denk dat we het hoofd koel moeten houden. Koel houden, enerzijds voor de 1233 mensen die effectief van job zullen moeten veranderen, maar anderzijds ook voor de vele ondernemers en kmo's die vandaag bijna vruchteloos op zoek zijn naar nieuwe mensen.
Ik zie, collega's, een minister die klaarstaat om die mensen op te vangen, om effectieve garanties te geven zodat ze op zeer korte termijn een nieuwe job zullen krijgen. Ik zie werkgevers en kmo's die snakken naar die mensen. Wat mijn enorme angst is, is, minister, dat er op federaal niveau een beslissing zal worden genomen waardoor we het talent van die mensen niet eens meer zullen kunnen activeren, namelijk dat men het vroegere brugpensioen opnieuw in gang zou zetten. Het zou volgens mij een criminele beslissing zijn, enerzijds voor die mensen – talent dat we zomaar afschrijven –, en anderzijds voor de ondernemingen – talent dat we hun zomaar zouden ontnemen.
Minister, wat is uw visie hierop?
De heer Annouri heeft het woord.
Al goed dat uw partij mee in de federale meerderheid zit, collega Ronse.
Minister, ik heb uw antwoord goed gehoord. U hebt gelijk dat het nog te vroeg is. Op dit moment is er bij Carrefour zelfs een ondernemingsraad bezig. U hebt een inspanningsverbintenis gedaan, zal ik maar zeggen. Op 19 februari zult u ook de resultaten zien van het plan dat zal worden opgesteld door VDAB, Forem en Actiris. We zullen dat opvolgen.
Minister, maar wat er nu gebeurt met Carrefour, is geen geïsoleerd geval. Vorig jaar stonden wij hier met, denk ik, exact dezelfde collega's in verband met ING. Ook daar zagen we dat de digitalisering een effect heeft op onze arbeidsmarkt en dat daarmee jobs verloren gaan. De ‘creatieve destructie’ heet dat zo mooi, met heel vergaande gevolgen voor mensen op de arbeidsmarkt.
Wat ik jammer vind aan uw beleid, minister, is dat, telkens wanneer dat gebeurt, u zegt dat u met een plan komt en dat u ervoor gaat zorgen dat die mensen worden begeleid.
Het is tijd voor een beleid dat daar op voorhand op inspeelt en dat niet wacht tot er jobs worden weggevaagd om dan pas met een heroriënteringsplan te komen. Er zijn verschillende experten die hebben gesproken over een transitiefonds. Hoe zult u ervoor zorgen dat mensen in de toekomst – het is niet de eerste keer en het zal niet de laatste keer zijn – al op voorhand voorbereid zijn om geheroriënteerd te worden?
Minister, het is zeer positief dat u in zo'n vroeg stadium al initiatieven neemt om die mensen te kunnen toeleiden naar nieuwe jobs.
In de nieuwe economie zijn er drie dingen die we nog moeten doen. Ten eerste moet de Vlaamse Regering meer investeren in bijscholing, opleiding, hervorming. Ik denk dat we daarover – pact is het modewoord – een echt pact zouden kunnen maken. Ten tweede, diegenen die het moeilijkste opnieuw aan een job geraken, zijn de 55-plussers. Ik vind nog steeds dat er voor de 55-plussers een extra bijkomende doelgroepkorting moet komen. Ten derde, als we de mensen perspectief willen bieden… Wel, dertig jaar geleden ongeveer was er Flanders Technology. Dat had een doel, namelijk er proberen voor te zorgen dat nieuwe technologie niet wordt aanzien als een bedreiging maar als een hefboom voor vooruitgang voor de economie en voor de mens.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Ik heb die artikels natuurlijk ook allemaal gelezen. Op micro-economisch vlak is dit voor heel veel mensen een persoonlijk drama. Ik heb de artikels ook gelezen als ondernemer. We weten allemaal dat er heel veel vacatures openstaan. Dit kan tegelijkertijd ook een antwoord bieden op die openstaande vacatures.
Ik heb wel een bedenking. Het gaat niet zo goed in de retail. Die sector staat onder druk. Het is te eenvoudig om die mensen automatisch toe te leiden naar de vacatures die nu openstaan in de supermarktketens. Het zou een antwoord kunnen bieden op hun nood aan een job, maar tegelijkertijd moeten we naar hun competenties en talenten kijken om te zien of we hen niet kunnen begeleiden naar sectoren die iets minder onder druk staan. Het is mijn uitdrukkelijke vraag om er bij VDAB echt op aan te dringen om verder te kijken dan enkel de supermarktketens.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, een aangekondigd ontslag van 1233 werknemers, van 1233 gezinnen, is in eerste instantie een persoonlijk drama voor vele van die werknemers. Onze aandacht moet in eerste instantie gaan naar hoe we de focus kunnen leggen op de vele vragen en bekommernissen van die werknemers.
Ik heb gehoord dat u gaat samenzitten met de regionale ministers van Werk, met VDAB en dies meer. We zitten toch nog in de eerste fase van het collectief ontslag waarbij wordt gekeken hoe het aantal ontslagen kan worden beperkt en hoe personeel kan worden geheroriënteerd intern en extern. Men zal er alles aan trachten te doen om oplossingen te vinden voor die werknemers. Daarom vind ik het belangrijk om ook met de vakbonden te gaan samenzitten. Zij zijn daar dagelijks mee bezig. Hebt u met hen samengezeten om te kijken hoe men de sociale gevolgen van die aankondiging zoveel mogelijk kan beperken?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Kherbache, ik heb dat niet gedaan: federaal minister Peeters en de Federale Regering hebben dat gedaan. Ik heb daar ook weerslag van gekregen. Ik zie ook niet echt in wat wij kunnen doen met de vakbonden. Dat is het sociaal overleg. We moeten die mensen ook niet dubbel dezelfde zaken laten zeggen. Met VDAB, Forem en Actiris bereiden we wel dat sociaal overleg voor en kijken we op welke manier we mee die ondersteuning kunnen geven.
Mevrouw Vanwesenbeeck, u had een vraag over het elders inzetten van die competentie. U kent ondertussen een beetje het beleid dat we voeren in Vlaanderen.
Het is expliciet de bedoeling wat minder te kijken naar het curriculum vitae en naar de plaatsen waar iemand voordien heeft gewerkt. We moeten stoppen met de idee dat iemand die in retail heeft gewerkt enkel opnieuw in retail terechtkan. We zitten helemaal op die lijn. VDAB werkt volgens die lijn. Dit punt komt straks nog aan bod bij de behandeling van een andere actuele vraag. Dit kan immers ook een antwoord zijn op het bestaan van knelpuntberoepen in veel sectoren. We moeten de mensen tonen dat ze niet enkel naar hun eigen sector moeten kijken. Ze moeten ook daarbuiten kijken. Ze kunnen een heel ander beroep uitoefenen. Wie weet hoe gelukkig ze worden als ze dit hebben geprobeerd?
Er is net het beeld geschetst dat het niet goed gaat in de retailsector. Ik krijg ook andere signalen. Wat de digitalisering betreft, zijn er bedrijven die niet enkel meedraaien, maar ook vooroplopen. Die bedrijven zijn uitdrukkelijk op zoek naar bijkomende mensen. Net voor de sluiting van Carrefour is tijdens De Zevende Dag nog een goed voorbeeld getoond. Een schoenenhandelaar heeft hier duidelijk op ingespeeld en zoekt meer personeel. Indien dit goed wordt aangepakt, is dat effectief geen bedreiging. Dat kan een voordeel zijn.
Mijnheer Van Rompuy, volgens mij scoren we op het vlak van digitalisering sterk. We zien dat ook in internationaal opzicht. We hebben goede onderzoeksinstellingen. We hebben onze speerpuntclusters die samenwerking en innovatie aanmoedigen. In het nieuwe digitale tijdperk is dit nodig. Om de angst van de mensen gedeeltelijk weg te nemen, proberen we hen in september 2018 naar een technologiefestival te laten gaan. Daar kunnen ze dan voelen en zien wat de toekomst op digitaal vlak net is. Op die manier bieden we een antwoord en kunnen mensen hun kansen grijpen. Onze ondernemingen die daar aanwezig zullen zijn, zullen de kans krijgen bij anderen inspiratie op te doen. Ze kunnen opnieuw nagaan op welke wijze ze op een positieve wijze op dat geheel kunnen inspelen.
Mijnheer Annouri, u vindt het spijtig dat ik niet op de digitalisering inspeel. Ik wil dat weerleggen. Heel de filosofie van de loopbaancheques houdt net in dat we mensen laten nadenken over hun eigen loopbaan. Ik ga akkoord dat heel wat werkgevers zelf nog niet bezig zijn met een loopbaanfilosofie in hun eigen bedrijf. Om die reden hebben we in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) met de werkgevers en de vakbonden het Guldensporenakkoord afgesloten. We gaan na hoe we vanuit het Vlaams beleid de competenties van de werkgevers kunnen bijschaven en hoe we kunnen bijdragen aan een loopbaangerichte filosofie van de werknemers. Dat akkoord wordt nu uitgerold. Op die manier bieden we hulp.
Gisteren heb ik de start gegeven van de New Skills Agenda for Europe. We kijken opnieuw naar het geheel van de competenties. Dat gebeurt samen met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), die het huidige systeem verder zal analyseren en zal nagaan op welke wijze we hier beter op kunnen inspelen in functie van elders in Europa aan de gang is. Ik ben daar heel open over. Ik ben klaar om met de OESO na te gaan wat we nog kunnen verbeteren. Volgens mij beginnen we helemaal niet vanop nul. Er is al een competentiematching. Op dat vlak staan we ver voor op andere landen en andere regio’s.
Mijnheer Ronse, wat mijn visie op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) betreft, wil ik niet dat mensen met een bepaalde leeftijd of mensen met meer ervaring, als ik het zo mag formuleren, het signaal krijgen dat ze vandaag geen plek meer hebben op de arbeidsmarkt. Voor mij is het essentieel dat er plaatsen op de arbeidsmarkt zijn. We zien dat steeds meer 55-plussers aan het werk zijn. Het zijn er nog te weinig, maar we voeren in dit verband een beleid. We zien dat mensen die langdurig werkloos zijn en in die categorie vallen tegenwoordig steeds meer werk vinden. Er zijn nog drempels en vooroordelen, maar we proberen ze stap voor stap weg te werken. Ik zou het verkeerd vinden een groep mensen het signaal te geven dat ze niet meer thuishoren op de arbeidsmarkt.
Mijnheer Sintobin, ik herhaal dat ik het ook persoonlijke drama’s vind voor die mensen. Ik ben het daar helemaal mee eens. Mevrouw Kherbache heeft dit ook naar voren gebracht. Het is nooit fijn voor iemand zijn job of zijn collega’s te verliezen. Dat is effectief niet gemakkelijk. Ik denk dat we die mensen wel heel wat steun, perspectief en hoop bieden.
Dat is de weg die ik verder wil opgaan. Ik hoop dat men in de toekomst vanuit bedrijven zelf, waar je ziet aankomen dat er wijzigingen zijn, meer zelf het initiatief neemt om mensen naar een loopbaan te begeleiden, binnen of buiten een bedrijf, en dat men mensen opleidt.
U vroeg of ik de steun ga terugvorderen. Als die steun in het verleden is gegeven om de mensen verder op te leiden, als die steun is gegeven om die mensen in een loopbaanperspectief te zetten, dan zou ik zeggen: neen, want dan hadden ze er nog meer aan moeten besteden. Maar als die steun is gegeven met een werkgelegenheidsgarantie of dergelijke meer, dan zullen we die uiteraard terugvorderen, zoals we dat ook in het verleden hebben gedaan. Als die gebeurd is voor investeringen of dergelijke meer, dan zullen we dat opnieuw bekijken.
Zij hadden nog meer moeten doen ten aanzien van hun werknemers op het vlak van opleiding en loopbaanbegeleiding. Wat er gebeurt bij Carrefour, is niet iets dat van vandaag op morgen gebeurt. Dat is iets dat er al zat aan te komen. En daar hadden ze beter op kunnen anticiperen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Bedankt, minister. Ze hadden vooral iets moeten doen aan het concept van hun winkels. Ik weet niet of u ooit in een hypermarkt van Carrefour bent geweest: daar is de tijd stil blijven staan.
Het zijn menselijke drama’s. Wij praten hier over van alles en nog wat, en als ik bepaalde collega’s bezig hoor, vinden ze die 1200 ontslagen niet zo erg, ‘want er zijn toch honderden vacatures’. Voor mensen die ontslagen worden op een bepaalde leeftijd en in bepaalde werksituaties, is dat een menselijk drama en is dat niet zo evident om van job te veranderen.
En wat die steun betreft: ze hebben niet alleen Vlaamse steun gekregen. Het is wel cynisch dat ze in 2009 500.000 euro Vlaamse opleidingssteun gekregen hebben en in 2010 1700 mensen hebben ontslagen. Dat is de manier van werken van deze bedrijven. Het zijn die bedrijven die wij federaal, Europees en Vlaams ondersteunen. Ik vind dat wij het geld moeten terugvorderen.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, ik zal als politicus nooit ofte nooit aan bedrijven zeggen hoe zij moeten ondernemen. Dat is onze taak niet. Ook niet aan Carrefour. Het is wel onze taak om klaar te staan en hoop te geven voor die 1233 mensen die inderdaad een persoonlijk drama te verwerken krijgen. Maar het is evenzeer onze taak om niet laf te zijn en ook hoop te geven aan die ondernemers en hun werknemers die vandaag keihard op hun tandvlees zitten, op zoek naar collega’s die hen kunnen versterken, om met nieuwe collega’s de orders aan te kunnen.
Daarom zou het echt een laffe maatregel zijn om dat brugpensioen goed te keuren. Dat zou niet goed zijn. Vanaf 2014 zijn er 3883 mensen in brugpensioen/SWT gekomen. Daarvan zijn er maar 91 aan het werk. Dat kunnen we vandaag echt niet maken op onze arbeidsmarkt. Ik pleit dus voor hoop, doorzetting en overtuiging. (Applaus bij de N-VA en van Daniëlle Vanwesenbeeck)
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik heb het daarnet al aangehaald: wat nu met Carrefour gebeurt, dat is niet de eerste keer in Vlaanderen, en het zal niet de laatste keer zijn. Ik wil mijn opmerking van daarnet herhalen. Ik vind het jammer om tot de conclusie te komen dat we hier in Vlaanderen case per case, elke keer als er iets misloopt, met een soort beleid lijken te komen om die mensen toch op een zo goed mogelijke manier op te vangen. En dat is goed. Ik geloof in uw intenties. Ik zal samen met u blijven opvolgen dat we die mensen die bij Carrefour ontslagen dreigen te worden, op de juiste manier begeleiden, zodat ze op een goede manier aan een nieuwe job geholpen worden.
Maar in deze tijden van digitalisering is er nood aan meer. En daar wringt het schoentje. U zegt dat u het een en het ander aan het ondernemen bent. Too little, too late. Kijk naar de ons omringende landen. Kijk naar Nederland. Kijk naar Duitsland. Zij zijn daar al heel veel stappen verder in dan wij. Ik vind, minister, dat het uw verantwoordelijkheid is om de handen in elkaar te slaan met onder andere de vakbonden en de werkgevers om na te denken over hoe u, bijvoorbeeld via een transitiefonds – maar dat kunnen ook allerlei andere methodes zijn – ervoor kunt zorgen dat onze arbeidsmarkt klaar is voor de veranderingen die eraan zitten te komen. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, het belangrijkste is dat we die mensen aan een nieuwe job helpen.
Tot slot nog één woord over het brugpensioen. De tijd dat het brugpensioen eenvoudig een brug naar het pensioen was, is voorbij. Het brugpensioen is geen hangmat meer. We hebben op federaal niveau samen beslist dat ook die mensen verplicht zijn om een nieuwe baan aan te nemen. Collega Ronse, al die mensen die hun leven lang hard gewerkt hebben, die aan het einde van hun loopbaan de pech hebben om ontslagen te worden, die mensen mogen we niet in de armoede duwen. Die moeten we naar een nieuwe job kunnen toeleiden.
Dat is het verschil tussen onze sociale zekerheid en uw zogenaamde sociale zekerheid.
De actuele vragen zijn afgehandeld.