Report plenary meeting
Report
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik ben in dezen een ervaringsdeskundige. Ik heb, inderdaad voorzitter, drieënhalve maand met zo’n speedpedelec of een snelle elektrische fiets van bij mij thuis tot aan het parlement gereden – we hebben nog altijd geen goed Nederlands woord, op een gegeven ogenblik werd het woord ‘zoeffiets’ gesuggereerd. Minister, ik denk dat u er samen met mij van overtuigd bent geraakt dat dit ook een sleutel zou kunnen zijn om het woon-werkverkeer te verduurzamen.
Mensen die elektrisch fietsen – en dan heb ik het niet enkel over de snelle elektrische fietsen, maar ook over de gewone elektrische fietsen – fietsen verder en kunnen grotere afstanden aan. En hun aandeel stijgt. Dat zie je ook in de verkoopcijfers van elektrische fietsen.
En dan gebeurt er af en toe wel eens een accident. Gisteren zijn nog een aantal cijfers naar buiten gekomen over fietsongevallen: 745 in 2016. Die cijfers zijn in het federale parlement gegeven. En dan zie je ook dat het aandeel van de elektrische fiets stijgt. Gisteren kwam het natuurlijk expliciet in beeld doordat er een fietsongeval gebeurde met een speedpedelec, waarbij blijkbaar – ik ken de casus niet helemaal – een onvoorzichtig inhaalmanoeuvre uitgevoerd is.
Het fietsvademecum wordt aangepast, er zijn op dit moment informatievergaderingen over bezig. Er wordt gezegd dat het fietspad minimum 1,75 meter breed moet zijn, en 2,5 meter als het over een fietssnelweg gaat. Maar als we van die speedpedelec, die snelle elektrische fiets, echt een succes willen maken, denk ik dat we moeten proberen om voorop te lopen, wat men in een aantal buitenlanden en buitenlandse steden ook heeft gedaan. We moeten dus goed kijken naar toekomstige evoluties. Minister, moeten we niet bij de heraanleg en renovatie van fietspaden, maar ook bij de aanleg van nieuwe fietspaden, zo veel mogelijk ruimte gebruiken en naar zeer brede fietspaden gaan, zodat we eventueel naar een trage en een snelle laan kunnen gaan waar het kan, om veilig fietsverkeer in de hand te werken?
Minister Weyts heeft het woord.
De recente gebeurtenissen hebben een beetje aanleiding gegeven, alleszins via de sociale media, tot een soort storm tegen de speedpedelecs, en anderzijds ook tot wat kritiek op de fietsinfrastructuur. Nu, ik heb mij bevraagd bij de politiezone en bij de burgemeester, en er was ten eerste geen speedpedelec bij betrokken. Het ging over een elektrische mountainbike, dus met een trapondersteuning, beperkt tot 25 kilometer per uur, en geen helmplicht. De betrokkene gebruikte blijkbaar wel geregeld een helm, maar was dat dramatisch genoeg op dat moment vergeten. Twee: de andere fietser is zelfs niet gevallen. De bestuurder van de elektrische mountainbike is degene die slecht ten val is gekomen, door de afwezigheid van een fietshelm, tegen een reling, met een dramatische afloop. Dat was het enige slachtoffer in dezen. En drie: de beheerder van de infrastructuur is de Vlaamse waterweg. Het gaat om een tweerichtingsfietspad van 2,5 meter breed, dus zelfs conform de nieuwe normen in het fietsvademecum.
De waarheid heeft haar rechten. Dit incident is echt geen reden om de elektrische fiets, of bij uitbreiding de speedpedelec, dan maar weg te gooien, samen met het badwater. Integendeel, ik omarm, samen met velen in dit parlement, de speedpedelec en de elektrische fiets als een belangrijk element in de modal shift. Want hoe gaan we anders die modal shift kunnen bewerkstelligen? Net dankzij die elektrische fiets bieden we een concurrentieel aanbod op het vlak van snelheid en comfort ten opzichte van de wagen.
Het fietsvademecum is rond. Daarin is de breedte van het fietspad afhankelijk van de intensiteit, of het eenrichtings- of tweerichtingsverkeer betreft, en het aandeel bromfietsen dat men verwacht. Daarvan is de breedte dus afhankelijk, waarbij men gaat van 3,5 tot 4 meter breedte die wordt aanbevolen. Dat zit dus wel goed voor nieuwe en aangepaste infrastructuur. We investeren resoluut in nieuwe fietsinfrastructuur, meer dan ooit tevoren. Maar altijd zal blijven dat we met elkaar rekening moeten houden. Net zoals dat geldt voor wagenbestuurders, geldt dat ook voor fietsbestuurders: houd rekening met elkaar, en dan raken we een eind verder. Maar ik weet dat ongevallen soms echt niet te vermijden zijn.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik volg u daarin wel, minister. En mocht ik de indruk gewekt hebben dat ik kritisch word over die speedpedelec: dat is absoluut niet het geval. Ik heb hem zelf getest, en het is een fantastisch vervoersinstrument. En ik volg u helemaal – dat is ook altijd mijn argumentatie als mensen zeggen dat die fiets behoorlijk snel gaat – dat het eigenlijk vooral afhankelijk is van degene die erop zit. Het is niet omdat mijn auto 120 kilometer per uur kan, dat ik daarom aan 120 kilometer per uur door een dorpskern begin te rijden. Je moet wel degelijk rekening houden met de anderen die gebruikmaken van – in dit geval – het fietspad.
Ik ben blij dat u zegt dat u dat blijft omarmen en stimuleren.
Minister, ik weet dat het nog altijd uw ambitie is om hoog in te zetten op fietsinvesteringen. We hebben daar geregeld discussies over gehad: haalt u die 100 miljoen euro of niet? Vandaag is dat mijn vraag niet. Mijn vraag is: moeten we toch niet een tandje bij steken met inhaalinvesteringen om de heel eenvoudige reden dat er toch nog behoorlijk wat fietspaden zijn die niet echt voldoen aan de normen opgelegd in het fietsvademecum? In de toekomst moeten we toch kunnen vermijden dat er nog meer fietsongevallen gebeuren, zonder daarom te willen dramatiseren.
De heer Van Campenhout heeft het woord.
Het ongeval dat is gebeurd, is natuurlijk absoluut te betreuren. Minister, ik volg u wel dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is. Men moet altijd rekening houden met de omstandigheden. In Antwerpen volgen wij al lang een draaiboek, waarbij dubbelrichtingsfietspaden zijn voorzien op snelle elektrische fietsen en ook op bakfietsen, want dat is ook een nieuwe realiteit. Wat we absoluut niet mogen doen, is de realiteit van elektrische fietsen ontkennen of ontmoedigen, integendeel. Met de fameuze knip in Antwerpen, blijkt de elektrische fiets voor veel mensen het geschikte alternatief voor de wagen. Mijnheer Rzoska, ik neem aan dat u zich daarbij kunt aansluiten.
In een vademecum moeten we wel rekening houden met de nieuwe mode van de elektrische fiets, maar het blijft wel altijd een verantwoordelijkheid. Het ongeval was zeer dramatisch. Ik ken de plek zeer goed, want ik heb er zaterdag nog gefietst in de prelude van het Belgisch kampioenschap. Een weggebruiker moet zich altijd aanpassen aan de omstandigheden, de infrastructuur en de andere weggebruikers. Er was hier een conflict van twee fietsers, voor alle duidelijkheid.
Los van het accident met dramatische afloop, ben ik blij dat er hier opnieuw een vraag wordt gesteld over de fiets. Dat kan alleen maar het draagvlak en de promotie voor fietsen vergroten. Het is zeer belangrijk dat we de fiets een heel belangrijke plaats geven in het verkeer.
Natuurlijk moeten we heel veel aandacht hebben voor de veiligheid van alle soorten en alle types fietsen. We mogen geen te strenge normen opleggen voor het aanleggen van fietspaden. Ik ben al verschillende keren tussenkomen in de commissie over het aanpassen van het Fietsfonds. Als we te strenge normen opleggen, kan het gebeuren dat in een stadskern bijna geen fietspad meer kan worden aangelegd.
Een speedpedelec is een nieuw vervoersmiddel en dat vraagt een aanpassing van iedereen, maar niet iedereen is zich daarvan bewust. Misschien zou het niet verkeerd zijn om een sensibiliseringscampagne op touw te zetten om de fietsers en iedereen bewust te maken van het nieuwe vervoersmiddel, van de speedpedelec die zich in het verkeer begeeft.
Een tandje bij steken, zeer graag. Ik heb de ambitie om aan meer dan 100 miljoen euro investeringen vanuit het gewest te geraken voor fietsinfrastructuur. Dat moet ons echt wel lukken.
We mogen niet te streng zijn. Het fietsvademecum is in de eerste plaats een aanbeveling voor de lokale besturen. We trachten ons als Vlaamse overheid daar maximaal aan te houden, maar het is vooral een aanbeveling inzake de aanleg van fietspaden door de lokale besturen.
We wijzigen de subsidievoorwaarden voor het Fietsfonds. De criteria voor lokale besturen om in aanmerking te komen voor subsidies, worden verruimd. Zo maken we het gemakkelijker om in aanmerking te komen voor subsidie. Ook de kosten voor onteigening zullen we voortaan subsidiëren. Ik heb ter zake een ontwerpregelgeving, die wordt geagendeerd in de schoot van de Vlaamse Regering. Daarmee zullen we de lokale besturen aanmoedigen om te investeren in lokale fietsinfrastructuur. Ze zullen ruimere subsidiemogelijkheden krijgen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Mijnheer Van Campenhout, ik ben een groot pleitbezorger van de speedpedelec. Blijkbaar twijfelt u daaraan, maar u mag gerust eens kijken naar de vragen die we daarover hebben gesteld in de commissie. Ik heb zelf ook een experiment uitgevoerd, dus ik weet wel waarover ik het heb.
Ik ben het dus wel eens met mevrouw Fournier. Er komen heel wat nieuwe modellen op de weg. Er is ook de cargofiets, waar ik in een provinciestad als Lokeren stilaan meer mensen hun boodschappen mee zie doen. We zijn er allemaal voorstander van om de modal shift echt in de praktijk toe te passen. Het is inderdaad zaak dat we vooruit proberen te denken bij de nieuwe types van fietsen die op de markt komen en die worden gebruikt om iedereen op een veilige manier te laten deelnemen aan het verkeer. Een vooruitlopend beleid op dat punt is een van de elementen waardoor we er met zijn allen voor gaan kunnen zorgen dat we het aantal files en het aantal filekilometers naar beneden krijgen. Fietsen is een gezondere manier om zich te verplaatsen. Dus, collega’s, als u op ongeveer 30 kilometer van dit huis woont, twijfel niet: een speedpedelec is wat u nodig hebt.
De actuele vraag is afgehandeld.