Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van bijzonder decreet houdende wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
De algemene bespreking is geopend.
Wie vraagt het woord?
Mevrouw Pira krijgt de eer om te beginnen. (Opmerkingen)
Wij hanteren gewoon een carrousel, waarbij altijd een andere partij als eerste mag beginnen. Dat komt groot en klein tegemoet. (Opmerkingen van Marius Meremans)
Ook als u niet akkoord gaat, doe ik het toch. (Gelach. Opmerkingen)
Voorzitter, ik had eigenlijk als laatste mijn hand opgestoken, met als bedoeling om dan als laatste te komen. (Gelach)
Maar goed, ik zal de spits afbijten. Minister, ik heb drie grote opmerkingen bij de twee ontwerpen van decreet die voorliggen, het bijzondere decreet en het gewone decreet. Ik wil beginnen met iets dat er niet meer in staat. Collega’s, misschien herinnert u zich een hoogoplopende discussie, ongeveer een jaar geleden, hier in de plenaire vergadering van het parlement, over een aantal zaken die, zo zei men, ‘stoemelings’ in het Kiesdecreet waren geslopen. Het ging over de verhoging van de kiesplafonds. Het ging over grotere verkiezingsaffiches die weer mogelijk waren. En het ging over radiospotjes tijdens de sperperiode, en zelfs verkiezingsspotjes in de bioscoopzalen.
Het deed mij denken aan de Belgavoxtijden, diep in de vorige eeuw.
Daar was heel veel heisa rond. Er waren een paar sterke tussenkomsten. Wij moeten toch vaststellen dat even stil als deze nieuwigheden erin waren geslopen, ze even stil opnieuw verdwenen. Ze staan er niet meer in. Minister, blijkbaar bent u op andere gedachten gebracht, waarvoor dank. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Dan heb ik het verkeerd gelezen.
Een tweede opmerking gaat over de halvering van het aantal provincieraadsleden. Collega’s, daarover gaan we ons onthouden. Langs de ene kant is die halvering het gevolg van de hervorming van de provincies. Jullie weten allemaal dat dit niet onze hervorming is. Ik heb het hier al meerdere keren gezegd. Wij hebben een ander voorstel. Dat heeft te maken met stads- en streekgewesten. Wij hebben daarover een voorstel van decreet ingediend. De halvering van het aantal mandaten zien wij veeleer in dat hele veld van intercommunales en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, dat wij op termijn zien inkantelen in die stads- en streekgewesten. Daarom kunnen wij ons niet akkoord verklaren met de halvering van het aantal provincieraadsleden: omdat dat vasthangt aan een hervorming waarmee wij het niet eens zijn. Anderzijds is die halvering het logische gevolg van de afslanking van de provincies. Daarom gaan we ons onthouden.
Ten derde wil ik het hebben over een aantal dingen waarover wij amendementen hadden ingediend, maar die er jammer genoeg niet in staan.
Het gaat dan in eerste instantie over stemrecht op 16. Daarover zijn er hoorzittingen geweest en werden er heroïsche discussies gevoerd. We vinden het jammer dat de historische kans is gemist om meer jongeren bij de politiek en de verkiezingen te betrekken door hun stemrecht op 16 te geven, ondanks het feit dat er eigenlijk een ruime meerderheid voor was. Sp.a en Groen waren voor, en binnen de meerderheid ook Open Vld en CD&V. Wij kunnen alleen maar vaststellen dat jullie dikwijls met elkaar overhoop liggen in de media, maar niet de moed hebben om voor een keer een wisselmeerderheid te vormen. Jammer. Wij blijven daarvoor strijden.
Wij hadden ook een amendement ingediend over de vervanging bij de gemeenteraadsverkiezingen van het systeem-Imperiali door het systeem-D’Hondt. Velen onder jullie zijn lokale bestuurders en weten dus wellicht waarover het gaat. Wij denken dat die vervanging voor een meer evenredige vertegenwoordiging zou zorgen. Jullie weten allemaal dat het systeem-Imperiali in de gemeenteraadsverkiezingen de grote partijen bevoordelen. Wij hebben jammer genoeg geen steun gekregen voor dat amendement. Daaruit moeten wij afleiden dat de meeste partijen er hier van uitgaan dat ze na de volgende gemeenteraadsverkiezingen zeer groot zullen zijn en te allen tijde zullen kunnen profiteren van het systeem-Imperiali. Ik hoop, collega’s, dat jullie hier geen spijt van krijgen. Ik kijk nu al uit naar de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar. (Applaus bij Groen)
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, ik heb begrepen dat u de twee decreten, die weliswaar aan elkaar gelinkt zijn, apart wenst te behandelen. Ik zal toch al naar de beide decreten verwijzen, zonder al te veel in detail te willen treden, want ik denk, minister, dat we vandaag niet al te veel zullen horen wat niet al in de commissie werd gezegd. De standpunten zijn bekend. Ik geef enkele korte bedenkingen om ons stemgedrag van straks toe te lichten.
De halvering van het aantal provincieraadsleden is natuurlijk ook gelinkt aan de eerdere hervorming die al in de plenaire vergadering werd goedgekeurd: de afslanking van de provinciale bestuursniveaus. Minister, ik moet er u niet van overtuigen dat wij graag hadden gezien dat we daarin in het Vlaams Parlement verder waren gegaan, dat wij waren gekomen tot een afschaffing van het provinciale bestuursniveau. Wat ons betreft had daarvoor in de plaats een meer democratisch gelegitimeerde samenwerking tussen gemeenten mogen komen. Daarbij zouden we finaal het provinciale bestuursniveau hebben afgeschaft.
Wat dan die halvering van het aantal provincieraadsleden betreft, zouden we liever hebben gezien dat men ook voor het aantal gedeputeerden had gekozen voor een halvering. Waar men nu van zes naar vier gaat, had men wat ons betreft ook kunnen opteren om voor een halvering van zes naar drie gedeputeerden te gaan. In de context van deze hervorming die nu voorligt, had dat ons alleen maar consequent geleken.
Door die halvering van het aantal provincieraadsleden zullen we er natuurlijk ook voor zorgen, wanneer men niet kiest voor een provinciale kieskring dat, wat ons betreft, de evenredigheid er op achteruit zou kunnen gaan. En dus kunnen wij ook niet akkoord gaan met de kiesomschrijvingen die vermeld staan in de bijlage bij het decreet. Wij hadden inderdaad liever gezien dat er was gekozen voor één provinciale kiesomschrijving, omdat we inderdaad bekommerd zijn om die evenredige zetelverdeling. Met het beperkte aantal zetels dat nu nog overeind blijft in de diverse provincies, is de grootst mogelijke kiesomschrijving de beste garantie voor een zo evenredig mogelijke zetelverdeling. Want de kans lijkt me inderdaad zeer reëel dat in de kleinere kiesomschrijvingen enkel de vier grootste partijen zetels zullen behalen, waarbij de stemmen voor de andere partijen dan gewoon van geen tel zullen zijn, waardoor men dus de facto een kiesdrempel zal invoeren in een aantal kiesomschrijvingen.
Ik kan ook kort zijn over de amendementen die tot strekking hebben om het stemrecht te verlagen naar 16 jaar. Wij zijn daar geen voorstander van. Wat dat betreft, zijn wij dus tevreden dat dat uiteindelijk niet in de ontwerpen is terechtgekomen. Ik heb daarvoor ook weinig of geen overtuigende argumenten gehoord of gelezen in heel de discussie. Ik merk evenmin een grote roep vanuit de doelgroep om inderdaad het stemrecht of de stemplicht, de opkomstplicht, te verlagen van 18 naar 16 jaar.
Samenvattend, voorzitter, minister: met de praktische aanpassingen die in de ontwerpen zijn opgenomen, kunnen wij akkoord gaan. Maar wat de fundamenten van de hervormingen betreft, zijn het wat ons betreft toch té kleine stapjes. Ze gaan weliswaar in de goede richting, maar het zijn té kleine stapjes. Daarbij ontbreekt in dit dossier wat ons betreft helaas ook de écht fundamentele kracht van verandering. Daarom zullen we ons op beide ontwerpen van decreet onthouden.
De heer Meremans heeft het woord
Voorzitter, collega’s, aangezien de twee ontwerpen, dat van bijzonder decreet en dat van gewoon decreet, eigenlijk een efficiëntere indeling van ons Vlaanderen nastreven, zal ik ze samen nemen, om het efficiëntere dan ook te benadrukken via dit betoog.
Ik begin met het eerste ontwerp van decreet, het gewoon decreet. Ik ga even terug naar de gemeenteraadsverkiezingen op 14 oktober 2012. Daarvan is er een evaluatierapport opgesteld. Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft daarin een heel aantal suggesties geformuleerd. Wel, die suggesties zijn terechtgekomen in de beleidsnota van minister Homans. Zij heeft die dan ook willen omzetten in het ontwerp van decreet. Het decreet geeft trouwens ook uitvoering aan het regeerakkoord, waarbij we het aantal gedeputeerden zullen verminderen. Het zijn er zes. Normaal waren er vijf gepland in 2018, nu gaan we naar vier.
Gisteren ging het in de commissie Binnenlands Bestuur over intercommunales, intergemeentelijke samenwerking. We waren het er allemaal over eens dat het aantal mandaten moet worden beperkt. Ik betreur dan ook dat Groen niet zal stemmen voor de beperking van het aantal uitvoerende mandaten. Ik betreur het dat de bevolking straks moet lezen dat Groen niet akkoord kan gaan met een inkrimping van het aantal gedeputeerden en van het aantal provincieraadsleden. Terwijl het mijns inziens logisch is dat, als je bevoegdheden verminderen, je dan ook minder volk nodig hebt om die bevoegdheden uit te voeren. U hebt het over het afschaffen van de provincies. Ik heb ook het voorstel gelezen van Groen.
In jullie voorstel staat ook dat jullie die provincies een tijdlang willen laten samengaan met die stads- en streekgewesten. Dat staat er inderdaad zo in. We hebben nu vijf provincies. Jullie willen blijkbaar gaan naar een heleboel meer provincies, met nog meer mandaten en eigen secretariaten. Daar zijn we allemaal niet voor. Wij willen gaan voor die efficiëntie-oefening.
Mijnheer Meremans, ik zou toch een beetje intellectuele eerlijkheid van u willen. Ik dacht dat ik zeer goed had uitgelegd waarom wij ons wat betreft de halvering van het aantal provincieraadsleden gaan onthouden. Dat heeft te maken met het feit dat het enerzijds een gevolg is van een hervorming waar wij niet achter staan. Wij hebben een ander voorstel. Anderzijds vinden wij dat het logisch is dat je het aantal provincieraadsleden halveert als je de provincies afslankt. Vandaar een onthouding. Ik denk dat dat perfect gemotiveerd is. Wat u nu zegt, is pure nonsens, ik heb daar geen ander woord voor.
Dus het is nonsens als ik zeg dat Groen niet mee stemt met de vermindering van het aantal gedeputeerden en het aantal provincieraadsleden? Als dat nonsens is, dan stemt u wel mee. Maar u stemt niet mee. Ik heb daarmee toch niets fout gezegd?
Als ik een onthouding motiveer... Ik kan ze eigenlijk niet beter motiveren, hoor. Ik heb zelf gezegd dat ons voorstel van stads- en streekgewesten, waar we die hele groep van intercommunales en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op termijn zien inkantelen, voor een ontzettende efficiëntie-oefening zou zorgen voor het oplossen van het democratisch deficit en dus voor een ongelooflijke vermindering van mandaten. Wij hebben trouwens het werkstuk van minister Homans gisteren toegejuicht, mijnheer Meremans. U hoeft ons echt geen intenties in de mond te leggen die wij absoluut niet hebben.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega's, voor de duidelijkheid: hier worden twee ontwerpen tegelijkertijd besproken, enerzijds het ontwerp van bijzonder Kiesdecreet dat, mevrouw Pira, enkel en alleen gaat over de halvering van het aantal provincieraadsleden van 350 naar 175, over een vermindering van het aantal gedeputeerden en over de lijstverbinding. Punt. Alle andere zaken, bijvoorbeeld het stemrecht voor 16-jarigen en dergelijke meer – dat debat is inderdaad gevoerd –, zitten in het andere ontwerp van decreet.
Mevrouw Pira, u en uw fractie moeten natuurlijk uw eigen stemhouding bepalen, maar ik vind uw houding bijzonder vreemd in het actuele klimaat, waar iedere partij de andere partijen probeert te overtroeven in politieke maagdelijkheid, en waar we gisteren inderdaad een zeer constructief debat hebben gehad over intercommunales en mandaten, met een kamerbrede goedkeuring. Ik spreek enkel over een bijzonder Kiesdecreet. Dat u zich op het gewone decreet onthoudt of zelfs tegenstemt, dat zou ik nog kunnen begrijpen. Maar ik begrijp met de beste wil van de wereld niet dat een partij die altijd aan de zijlijn staat te roepen dat er minder politieke mandaten moeten zijn, nu niet voor de vermindering van 175 en 10 gedeputeerden stemt. Dat gaat mijn verstand te boven. (Applaus bij de N-VA)
Minister, ik had het misschien in het begin moeten zeggen, maar ik heb een globale appreciatie gegeven van de twee ontwerpen, zoals mijn opvolger ook heeft gedaan. Daarom heb ik het ook gehad over stemrecht op 16 jaar. Ik denk dat de volgende sprekers dat ook zullen doen en dat we geen twee rondes houden.
Maar ja, een onthouding is een onthouding en mag worden gemotiveerd. Ik zal niet herhalen wat ik aan de heer Meremans heb gezegd.
Voorzitter, ik wil voor de juistheid van het verslag even opmerken dat de minister heeft gezegd dat de vermindering van het aantal gedeputeerden ook in het ontwerp van bijzonder decreet zit, maar dat lijkt mij niet het geval te zijn. De vermindering van het aantal provincieraadsleden zit in het ontwerp van bijzonder decreet, de afschaffing van de lijstenverbinding zit in het ontwerp van bijzonder decreet, maar het verminderen van het aantal gedeputeerden zit in het gewone ontwerp van decreet.
Inderdaad, het gewone ontwerp van decreet gaat over de deputaties, die ook allemaal een eigen kabinet hebben. Wij tonen daarmee aan de bevolking dat we inderdaad wel degelijk snijden in het eigen vet, als ik het zo mag zeggen.
Verder wil ik nog een aantal andere wijzigingen noemen, zijnde een vereenvoudiging, digitalisering, flexibilisering, digitaal stemmen, het afschaffen van de handscanner, van de teststem en het gebruik van een audiomodule door kiezers met een visuele handicap, alsook de wijziging in het aantal provinciedistricten, die we trouwens groter maken. Dat was ook een vraag in het arrest van het Hof om daaraan tegemoet te komen.
Het ontwerp van bijzonder decreet, waarvoor een tweederde meerderheid nodig is, daarmee ga ik terug naar het belangrijkste boek dat we hebben en dat is de Bijbel. En de bijbel voor ons, dat is het Vlaams regeerakkoord. Wat zegt het Vlaams regeerakkoord? “Wij slanken de provincies verder af. We halveren, rekening houdend met het inwonersaantal van elke provincie, het totale aantal provincieraadsleden en beperken het aantal gedeputeerden tot vier.”
Ingevolge het decreet van 18 november 2016 met de vernieuwde taakstelling en de gewijzigde financiering van de provincies oefenen de provincies vanaf 2018 geen bevoegdheden of taken meer uit in de culturele en persoonsgebonden aangelegenheden. Dus, het is dan ook logisch dat we die taken gaan doen met minder volk; dat zal elke leerling van het tweede leerjaar wel begrijpen, voor de collega’s van Groen.
Het ontwerp van bijzonder decreet zorgt voor de halvering van 350 naar 175 en de afschaffing van de lijstverbinding, namelijk de zogenaamde apparentering. U kent de cijfers. Antwerpen zal er dus 39 tellen, Limburg 30, Oost-Vlaanderen 36, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen 35.
Goed, nu, collega’s, wat mijn partij betreft, voeren we daarmee het Vlaams regeerakkoord uit. U weet uit mijn vorige betogen dat ik niet zo’n fervent supporter ben van het handhaven van provincies. We gaan hier naar een afslanking, maar laat heel duidelijk zijn dat dit nog zal terugkomen in – laat ons hopen – de volgende legislatuur. We willen eigenlijk komen tot twee beleidsniveaus: en sterke stad of gemeente en een nationale – of de Vlaamse overheid. (Opmerkingen. Gelach)
Alles wat nationaal is, is voor mij Vlaams. (Applaus bij de N-VA)
En ik denk dat sommigen onder jullie dat ook nog gezegd hebben. Maar dat is heel lang geleden.
Wat voor ons ook nog belangrijk is, is dat de dotatie voor partijen ook wordt geregeld in die provincies. We hebben toen gezegd, en ik herhaal het nu, dat wij voorstander zijn van een regeling van de partijfinanciering via de provincies en door de provincieraad.
Dan het stemrecht op 16 jaar. Ik zal het daar heel kort over hebben, we hebben daar al uitvoerig over gedebatteerd. Ik heb toen ook gezegd dat wij wilden luisteren, maar we zijn niet overtuigd geraakt. De argumentatie kan ik opnieuw aanhalen, u kent het rechten-en-plichtenverhaal, het onderscheid tussen burgers die mogen stemmen en burgers met een opkomstplicht. Het is ons nog altijd onduidelijk of dit echt wel leeft onder de 16-jarigen. Ik heb die indruk niet. We hebben hoorzittingen gehouden, de eerste met vertegenwoordigers van de politieke jongerenorganisaties. In de tweede hoorzitting kwam slechts één iemand opdagen: de Kinderrechtencommissaris. De welluidende namen uit de academische wereld zijn gewoon niet opgedaagd. Als dit zo’n hot item is, waar we allemaal moeten van wakker liggen, had ik die academici wel verwacht. Dat was dus niet het geval. Ik geef het toch maar mee.
Betekent dat nu dat de N-VA 16-jarigen maar onnozelaars vindt die niets te vertellen hebben en niet willen participeren? Ik zal het in het Frans zeggen: ‘au contraire’. Integendeel, want we zijn enorm voor een versterking van de jeugd, we zijn er enorm voor om jonge mensen op te leiden. Zoals onze jongerenpartij zegt: we willen de burgerschapsvorming gestalte geven. Maar dat doen we ook al in de derde graad van het secundair onderwijs, dat enorm belangrijk is. Wij ontvangen bijna elke week jonge mensen om met hen samen die politieke vorming te geven.
We kregen natuurlijk te horen dat die vraag wel leeft bij jongeren, en dan komt men telkens met onderzoeken aandraven, maar ik kon dat telkens weerleggen met andere onderzoeken die dat tegenspreken, zoals een Waals onderzoek – daar doen ze ook onderzoek – van oktober 2015. (Opmerkingen)
Daaruit blijkt dat 79 procent van alle jongeren tegen stemrecht op 16 is. Een Nederlandse peiling bij jongeren tussen 12 en 24 zegt dat 66 procent tegen stemrecht is voor 16-jarigen; bij de 16- en 17-jarigen was ook de meerderheid tegen.
Ik ben ervan overtuigd dat straks nog andere onderzoeken zullen worden aangehaald. Op dit ogenblik vinden wij dit echter niet opportuun. Daar blijven we bij. Om de verschillende redenen die ik net heb aangehaald, vind ik nog steeds dat het stemrecht het best begint op 18 jaar.
Met deze twee ontwerpen van decreet worden echt stenen verlegd. We gaan voor een vermindering van het aantal politieke mandaten. We kunnen hierover zeuren, maar ik herhaal dat we het wel degelijk uitvoeren. Dit staat in het Vlaams regeerakkoord. We halveren het aantal provincieraadsleden en gedeputeerden. We nemen maatregelen om de provinciale en lokale verkiezingen op vlotte wijze te regelen.
Volgens mij mogen we onszelf wel wat op de borst kloppen. Ik hoop dan ook dat veel Vlaamse volksvertegenwoordigers voor deze ontwerpen van decreet zullen stemmen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, het gaat hier om twee ontwerpen van decreet betreffende de kiesverrichtingen. Dat lijkt op het eerste gezicht altijd wat tinten grijs te bevatten. Het is niet kleurrijk, maar wel actueel. We voelen dat vandaag aan het democratisch vertegenwoordigingsproces wordt geknaagd. We moeten ons daarover vandaag goed bezinnen om de juiste beslissingen te kunnen nemen in functie van de verkiezingen van volgend jaar.
We zijn goed op tijd. Dat is belangrijk in het leven. Wat de uitvoering betreft, vind ik dit zeer belangrijk.
Een aantal verantwoorde aanpassingen zijn ook logisch. We zitten met afgebouwde provinciale taken en bijgevolg ook met minder gedeputeerden en provincieraadsleden. Het aantal dat we overhouden, moet volgens ons voldoende draagkracht hebben om de nodige beslissingen met voldoende mensen en voldoende draagkracht te nemen.
In tegenstelling tot wat daarnet is gesteld, willen we dit graag evalueren en in elk geval niet elimineren. De democratie vraagt meer dan ooit herkenbare, aanspreekbare politici. Tijdens de besprekingen is even gedacht aan grote provinciale kieskringen of aan nog kleinere entiteiten. Uiteindelijk zijn de oude arrondissementele kieskringen als compromis uit de bus gekomen. Eigenlijk mocht het allemaal nog wat dichter bij de grond en bij het terrein zijn. Volgens ons is de evaluatie van de nieuwe provincieraden en van de nieuwe taakstelling nodig om ervoor te zorgen dat ze uiteindelijk van onderuit voldoende representatief zullen zijn.
Het stemrecht voor 16- en 17-jarigen heeft geen meerderheid gekregen. Wat de versteviging van de democratie betreft, zou dit volgens ons een goede zaak zijn geweest. Als mensenpartij lijkt het ons logisch te luisteren naar die oprukkende kritische groep in de jonge garde. We mogen hier geen maatschappelijke doofheid voor hebben.
Mijnheer Meremans, moet dit uit de academische wereld komen? Ik weet het niet. Voor ons kwam dit uit de dagelijkse leefwereld. De lokale en provinciale verkiezingen hebben betrekking op het jeugd-, cultuur-, sport-, milieu- en onderwijsbeleid. We zijn ervan overtuigd dat de 16- tot 18-jarigen hierover ideeën hebben. Volgens ons is dit een gemiste kans. De volgende lokale verkiezingen zullen pas in 2024 plaatsvinden. We zijn ervan overtuigd dat in elke glazen bol staat geschreven dat het dan een feit zal zijn.
Voor het overige bevatten beide ontwerpen van decreet heel wat nuttige versoepelingen en aanpassingen. We hopen dat ze een efficiënter verloop van de verkiezingen zullen garanderen. Een tijdige goedkeuring vandaag zou dan ook een goede zaak zijn.
De heer De Meulemeeester heeft het woord.
Voorzitter, indien u het niet erg vindt, zal ook ik de twee ontwerpen van decreet samen bespreken.
De belangrijkste wijziging in de kiesdecreten is ongetwijfeld de halvering van het aantal provincieraadsleden en de beperking van het aantal gedeputeerden tot vier per provincie.
Dat is een meer dan logisch gevolg van de inhoudelijke afslanking van de provincies, zoals die eerder is goedgekeurd. Als de bevoegdheden en de budgetten van de provincies worden beperkt, is het maar normaal dat we ook snoeien in de politieke organen van die provincies. Deze politieke afslanking toont ook aan dat deze meerderheid bereid is om te besparen op de politiek zelf. In tijden waarin iedereen de mond vol heeft van minder mandaten en postjes ben ik ervan overtuigd dat ook de oppositie dit ontwerp van decreet mee zal goedkeuren. Door de halvering van het aantal provincieraadsleden was ook een hertekening van de bestaande provinciedistricten noodzakelijk. Nogal wat provincieraden hebben het daar moeilijk mee. De afslanking, gecombineerd met de samenvoegen van het aantal districten, valt soms zwaar. Toch is het noodzakelijk. Zoals gezegd, is een afslanking niet meer dan logisch, gelet op de inhoudelijke inperking van de provincies. Bovendien is er het grondwettelijke beginsel van de evenredige vertegenwoordiging. Zonder een samenvoeging van de districten komt dat onder druk te staan, wat voor de Raad van State een ‘no pasaràn’ was. Misschien moeten we dat nog eens goed uitleggen aan de diverse provincieraden.
De andere aanpassingen in de beide ontwerpen van decreet zijn veeleer technisch van aard, om de organisatie van de verkiezingen vlotter te doen verlopen. Het is goed dat er rekening wordt gehouden met het evaluatierapport dat het ABB maakte na de vorige lokale verkiezingen. Het is ook goed dat men heeft gekozen om de digitalisering meer kansen te geven. In die zin kijken we ook uit naar de besluiten die nog zullen moeten worden genomen door de Vlaamse Regering. In haar conceptnota maakt de minister bijvoorbeeld gewag van de mogelijkheid om voordrachtsakten digitaal in te dienen. Hopelijk zal dat inderdaad mogelijk zijn, zeker nu dit ontwerp van decreet enkel nog maar in één dag voorziet om dergelijke akten in te dienen, met name op zaterdag, de 29e dag voor de verkiezingen.
Voorzitter, collega’s, het zal u niet onbekend zijn dat Open Vld een voorstander is van stemrecht vanaf 16 jaar. De argumenten pro wegen volgens ons zwaarder door dan de argumenten contra. Diverse staten en vooral deelstaten in Europa hebben het al ingevoerd, en met succes. Ook bij ons zijn er heel wat voorstanders, zoals onlangs tijdens de hoorzittingen nog is gebleken uit het betoog van de kinderrechtencommissaris. Stemrecht vanaf 16 jaar kan de politieke betrokkenheid van jongeren alleen maar vergroten.
Toch stellen we jammer genoeg vast dat er ook tegenstanders zijn. Alleen zijn hun argumenten onzes inziens niet overtuigend. Het argument dat jongeren zelf geen vragende partij zijn, houdt niet stand als je kijkt naar de geschiedenis van de politieke rechten en de mensenrechten. Het is niet omdat een meerderheid een bepaald recht niet vraagt, dat je dat recht meteen aan iedereen moet ontzeggen. Rechten worden niet toegewezen op basis van het feit of men goesting heeft of niet. Wellicht was ook een meerderheid van de vrouwen geen vragende partij in 1948, en misschien was ook in 1981 een meerderheid van de 18-jarigen geen vragende partij voor een verlaging van 21 naar 18 jaar. Trouwens, als je die redenering doortrekt, kun je je de vraag stellen of we wel ooit een staatshervorming hadden gehad. Misschien was een meerderheid van de mensen niet gewonnen voor extra regeringen en extra parlementen. Al een geluk dat we bij de voorbije staatshervormingen dat mogelijke bezwaar dus niet hebben gebruikt.
Daarnaast zeggen tegenstanders dat jongeren van 16 jaar niet klaar of niet matuur genoeg zouden zijn om te stemmen. Ook dat argument houdt volgens onze fractie niet stand. Men onderschat daarmee onze 16-jarigen. Over enkele weken sturen vele duizenden ouders hun kinderen van 8 jaar een week of zelfs langer op kamp onder leiding van, u kunt het al raden, 16-jarigen. Vindt men die dus niet matuur genoeg om in het stemhokje te kiezen voor lokaal beleid? Dit is ook niet consequent volgens onze eigen regels. 16-jarigen mogen bijvoorbeeld wel mee handtekeningen leveren om een gemeentelijk referendum af te dwingen. Dat mag wel.
Deze principiële bezwaren tegen stemrecht vanaf 16 jaar overtuigen ons dus niet. We begrijpen dat sommige partijen toch voet bij stuk houden en de sprong niet wagen. We betreuren dit, maar we zijn ervan overtuigd dat van uitstel geen afstel komt. Wat ons betreft staat het in de sterren geschreven dat 16-jarigen in Vlaanderen in de toekomst mee zullen mogen stemmen. Ik dank u. (Applaus bij Open Vld)
De heer De Loor heeft het woord.
Collega's, minister, het kon niet fout gaan. Het leek een walk in the park te worden. Ik heb het dan over stemrecht voor 16- en 17-jarigen. In de commissie hebben we hoorzittingen georganiseerd met de Vlaamse Jeugdraad, met alle politieke jongerenorganisaties, ook met de kinderrechtencommissaris. We hebben ook schriftelijke adviezen gekregen van academici.
In de voorbije weken en maanden hebben we veel media-optredens gezien van alle partijen. Ik heb veel collega's zien passeren in kranten, op de radio, opiniestukken op knack.be. Zelfs tot in De Zevende Dag werd de discussie over stemrecht voor 16- en 17-jarigen uitvoerig gevoerd. Een dag voor de behandeling en de stemming in de commissie aan bod kwamen, was er de persnota van Chiro nationaal. Op congressen van sommige partijen werd dat stemrecht voor 16-jarigen goedgekeurd. Er was dus een heel ruim draagvlak, er was een grote meerderheid voor stemrecht voor 16- en 17-jarigen.
We gingen er dus van uit dat het stemrecht voor 16- en 17-jarigen het zou halen met de vingers in de neus. Participatie voor en door jongeren, daar waren en zijn we het kamerbreed over eens. Maar toch liep het fout bij de stemming over de amendementen van zowel Groen als sp.a in de commissie.
Ik ben een optimist en we rekenen op het voortschrijdend inzicht van de meerderheid. Vandaar dat collega's Robeyns, Soens en ikzelf opnieuw ons amendement indienden met betrekking tot stemrecht voor 16- en 17-jarigen. Waarom doen we dat? Omdat sp.a het belangrijk vindt jongeren te laten participeren in de samenleving en in de politiek. Hiertoe kan stemrecht een waardevolle bijdrage leveren, natuurlijk binnen een veel breder kader van meer toegankelijke communicatie over politiek, maar ook meer maatschappelijke en politieke vorming, zowel in scholen als in jeugdbewegingen, scholierenparlement, Jeugdraad enzovoort.
Dat stemrecht kan er ook voor zorgen dat politici de jongeren nog beter vertegenwoordigen. Die historische kans mogen we niet laten liggen. Daarom dienen we ons amendement opnieuw in.
Ik citeer uit een opiniestuk van begin deze maand van de hand van twee leden van de Vlaamse Jeugdraad, Eveline en Joris. Ze eindigen hun opiniestuk met de zin: “Neem ons, jongeren, eindelijk serieus. Alleen dan kunnen we dat ook bij jullie doen.” Daarom hopen we, collega's, dat we vandaag alsnog het stemrecht voor 16- en 17-jarigen zullen goedkeuren door middel van ons amendement. Dank u. (Applaus bij sp.a)
Wat ik raar vind in uw betoog over deze ontwerpen van decreet, is dat u het de hele tijd hebt over stemrecht voor 16-jarigen. Maar wat in het ontwerp van decreet staat, namelijk een halvering van het aantal mandatarissen, en waar de sp.a-voorzitter zo zware uitspraken over heeft gedaan, rept u met geen woord. Vindt u het niet goed misschien of verbergt u iets? U hebt het nu gehad over stemrecht op 16 jaar, over uw amendement maar niet over de inhoud van het ontwerp van decreet wanneer het gaat over een halvering van het aantal mandaten. Is sp.a daar dan niet voor?
Mijnheer Meremans, natuurlijk en vanzelfsprekend is sp.a voor het verminderen van het aantal mandaten. En u moet al blind of doof geweest zijn de voorbije weken, maanden en jaren – ja, bij sp.a zelfs jaren – om die vraag nu nog te durven stellen, mijnheer Meremans. (Applaus bij sp.a)
Dan mag ik er dus van uitgaan, mijnheer De Loor, dat u ons zult steunen in dit ontwerp van decreet, dat u akkoord gaat met die geweldige stap die we zullen zetten in de halvering van het aantal mandaten. Voor ons is dat heel belangrijk. Misschien staat halvering van het aantal mandaten op uw badge, ik weet het niet want ik kan het niet zien van hier. Ik had gedacht dat u hier werkelijk de forcing zou voeren maar ik ben blij dat het inzicht er is bij sp.a. Ik ben daar blij mee, welkom!
Mijnheer Meremans, het is nu al de tweede keer in een halfuur tijd dat u diezelfde kromme redenering maakt. De minister heeft bij de toelichting zelf gezegd dat die decreten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Wij zullen daar straks op dezelfde manier over stemmen. (Applaus bij sp.a)
Minister Homans heeft het woord.
Ik heb daarnet al een korte uiteenzetting gegeven, maar ik wil aan het eind van de bespreking van de twee ontwerpen van decreet nog even reageren.
Mijnheer De Loor, in tegenstelling tot wat u zegt, hebben die twee decreten wel degelijk raakvlakken maar zijn ze niet ontegensprekelijk met elkaar verbonden. Ik zal u zeggen wat er wel ontegensprekelijk met elkaar verbonden is: het zogenaamde afslankingsdecreet waar de taken, de bevoegdheden en de personeelsleden van de provincies zijn afgeslankt. Dat is allemaal al goedgekeurd in dit parlement. De politieke mandaten in de provincies zijn echter nog niet verminderd. Ik heb daarnet al gezegd dat dit in het bijzonder decreet staat, en mijnheer Janssens, ik dank u voor uw correcte aanvulling. Dat bijzonder decreet gaat alleen over de halvering van het aantal provincieraadsleden, dus min 175 politieke mandaten, en de lijstverbinding. Het andere ontwerp bevat andere bepalingen. Wanneer u hier een pleidooi houdt voor stemrecht vanaf 16 jaar en dergelijke meer, wat houdt u dan tegen om op het groene knopje te drukken bij de stemming over het bijzondere decreet? Dat gaat alleen over de halvering van het aantal politieke mandaten en de lijstverbinding. Alle andere zaken die hier zijn aangekaart, hebben te maken met het andere ontwerp van decreet.
Ik vind het onbegrijpelijk dat als er minder taken zijn voor de provincies, en die zijn er, hier niet wordt gestemd voor minder postjes. De partijen die zich nu zullen onthouden, zeggen dat er minder taken zijn, wat niet naar hun zin is omdat zij het liever anders hadden gezien, maar u weet ook wat het standpunt is van mijn partij. Wij hebben echter een regeerakkoord en wij voeren dat loyaal uit. Dit parlement heeft zijn goedkeuring al gegeven voor minder bevoegdheden en taken voor de provincies. Hoe kunt u dat dan rijmen met het feit dat u nu niet op het groene knopje drukt wanneer het gaat over de halvering van het aantal politieke mandaten die eigenlijk ook te maken hadden met de werklast van de provincies die nu drastisch verminderd is? Ik begrijp dat met de beste wil van de wereld niet.
Ik onderneem nog een laatste poging om de mensen die niet op het groene knopje willen drukken, alsnog te overtuigen. Ik denk dat de burger dit van ons verwacht, De Vlaming verwacht dit van ons. We maken als politici geen al te beste beurt. Wel, hier gaan we voor minder politieke mandaten: 175 van de 350 provincieraadsleden verdwijnen. Dat is een behoorlijk aantal. Het zou een heel duidelijk signaal vormen van dit Vlaams Parlement dat de verklaringen van alle partijvoorzitters en alle partijen, die alle tot doel hadden om de kampioen te zijn inzake het afslanken van de politieke mandaten, betekent dat we het ook menen.
Ik doe dus een heel vriendelijke oproep aan elke volksvertegenwoordiger om voor het ontwerp te stemmen. Ik herhaal: het gaat over een halvering van het aantal provincieraadsleden en de lijstverbinding. Wat u over het andere ontwerp van decreet denkt, kan zijn ingegeven door andere, legitieme overwegingen. Maar ik zou het echt niet begrijpen als in dit Vlaams Parlement niet iedereen op het groene knopje zou drukken om het aantal politieke mandaten te verminderen. Als we nog naar onszelf in de spiegel willen blijven kunnen kijken en als politici enige geloofwaardigheid willen hebben, dan roep ik op om dit ontwerp goed te keuren. We moeten het vertrouwen van de burgers opnieuw winnen. Wie dat niet doet, verliest elke geloofwaardigheid.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, u speelt een politiek spelletje rond die onthoudingen. Ik wil u eens uitleggen wat een onthouding betekent. Eén: wij hebben dat regeerakkoord niet onderhandeld. Ik hoef me niet aan die bijbel te houden, mijnheer Meremans. Twee: uw voorganger, minister-president Bourgeois, die verantwoordelijk was voor het binnenlands bestuur, heeft toen een hervorming voorbereid die erg dicht ligt bij wat wij als partij voorstellen. Ook in dat voorstel zit een schrapping van het aantal mandaten. Zelfs de complete hervorming van de provincies zit erin, met het aanpakken van de bestuurlijke verrommeling en al die intercommunales. Oké, ik ben bereid te erkennen dat een regeerakkoord een compromis is. Ik heb daar geen problemen mee. Het is dan toch niet zo moeilijk om te begrijpen dat we niet tegen stemmen? We vinden de vermindering van het aantal mandaten een belangrijke stap vooruit. Maar een fundamentele hervorming ligt er niet op tafel. Het is een Belgisch compromis tussen een partij die een fundamentele hervorming wil – ik hoef u uw eigen congresteksten niet in herinnering te brengen – en twee partijen die niet zo ver willen gaan. Uw standpunt ligt niet zo ver verwijderd van wat wij willen. Ik gun u de eer voor wat u hebt binnengehaald. U kunt er voluit van genieten. Maar u moet ons, de oppositie, de ruimte laten om te erkennen dat er een stap vooruit is gezet, maar dat dit niet de fundamentele hervorming is die we wensen. En ik denk dat ook uw achterban dit geen fundamentele hervorming zal noemen. Ik besef dat wat u hebt gedaan, beperkt is door de grenzen van wat deze meerderheid oplegt, maar u mag niet van de oppositie verwachten dat we enthousiast op het groene knopje duwen. We erkennen dat er een stap vooruit wordt gezet, maar meer dan dat is het niet.
Wat ik schadelijk vind aan de manier waarop u het debat voert, is dat u eigenlijk aan die onthouding een hele intentie toedicht die er helemaal niet achter zit. Het is niet omdat mijn fractie zich straks zal onthouden dat we tegen de halvering van die mandaten zijn. Dat is absoluut niet het geval. Minister, we hebben gisteren constructief uw rapport, een goed rapport, rond de intercommunales besproken, maar ook daar hadden wij een heel andere optie klaarliggen. Goed, we zetten stappen vooruit, maar het is niet zo dat een onthouding betekent dat we niet zien dat er wel degelijk een aantal mandaten worden geschrapt. U en ik weten, als we dit onder vier ogen bespreken, dat we een stap verder hadden willen zetten.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ook wat mijn fractie betreft, denk ik dat wij een consequente stemhouding aannemen. Toen hier de afslanking van de provinciale bestuursniveaus ter bespreking en ter goedkeuring voorlag, hebben wij ons ook onthouden. Wanneer wij nu zien dat u in het regeerakkoord zelf hebt moeten inbinden op uw eigen partijprogramma, dan is dat natuurlijk voor uw rekening, en dat moet u niet de oppositie verwijten.
De finaliteit van mijn fractie inzake de afslanking van de provinciale bestuursniveaus is ze af te schaffen en desnoods te komen tot een vrijwillige samenwerking tussen een aantal gemeenten, maar in elk geval moet voor ons het nutteloze provinciale bestuursniveau worden afgeschaft. Dat zou meteen betekenen dat we niet tot een halvering van het aantal provincieraadsleden zouden komen en dat we niet naar een vermindering van het aantal gedeputeerden zouden gaan, maar dat we komen tot een volledige afschaffing van die mandaten. Het gaat toch wel net iets verder dan wat nu voorligt, het gaat net iets verder dan wat u onderhandeld hebt in het regeerakkoord.
Het feit dat u bij de onderhandeling van het regeerakkoord hebt toegegeven aan de eisen van zowel CD&V als Open Vld om toch nog een voldoende aantal provincieraadsleden en een voldoende aantal gedeputeerden over te houden, is uiteindelijk de reden waarom wij dit niet kunnen goedkeuren. We gaan het toch niet afkeuren omdat het inderdaad kleine stapjes in de goede richting zijn, maar we kunnen dit niet van ganser harte goedkeuren omdat de finaliteit van mijn partij heel anders is dan wat hier voorligt en dan wat u in het regeerakkoord hebt onderhandeld.
De heer Meremans heeft het woord.
Collega Rzoska, er bestaat een woord voor uw betoog: paling in het groen. Paling in het groen, want u kunt het ook anders zeggen. U zou kunnen zeggen dat u niet volledig akkoord gaat, maar dat we naar een vermindering van het aantal mandaten gaan. Dat is wat de bevolking vraagt en daarmee geven we een heel sterk signaal vanuit het parlement. Maar dat doet u niet en dat betreur ik echt wel.
U kunt niet aan de ene kant voor camera's en in kranten zeggen dat u geen vertrouwen meer hebt in de politiek en dat we moeten gaan naar de vermindering van een aantal mandaten, maar als het voorligt, het aan de andere kant niet goedkeuren. Het is boter bij de vis in dit geval, boter bij de paling. Het zou een goed signaal zijn naar de kiezer indien we dit allemaal zouden goedkeuren. Daarmee zouden we een duidelijk signaal geven. Dat de ene verder wil gaan dan de andere, daar kan ik perfect inkomen, maar als signaal is het echt wel een gemiste kans. Ik vind dat spijtig.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega's van de meerderheid, u kunt ons allerlei intenties toedichten wanneer we ons onthouden bij decreten, maar u kunt niet eigenhandig het verslag van deze bespreking wissen wanneer ik opnieuw herhaal dat sp.a geen enkel probleem heeft met de halvering van het aantal mandatarissen in de provincieraad. Ik heb daar geen enkel probleem mee.
Het is wel zo dat wij problemen hebben met de hervorming die u op tafel hebt gelegd. We vinden dat die hervorming op een aantal punten halfslachtig is, op een aantal punten geïmproviseerd is. Als we spreken met welzijnsinstellingen, met culturele organisaties, met jeugdorganisaties die tot vandaag hebben samengewerkt met provinciale besturen, dan horen we dat de grote hervorming op het terrein ofwel niet veel voorstelt, ofwel slecht wordt geïmplementeerd.
Ik laat me niet opsluiten in de zwart-witdiscussie die u er vandaag van wilt maken. Ik denk trouwens dat, als we iets willen doen aan de bestuurlijke verrommeling en het verminderen van politieke mandaten, we op de eerste plaats moeten kijken naar het veelvoud aan structuren dat er ook tussen Vlaanderen en de gemeenten is en waar we het gisteren over gehad hebben in de commissie Bestuurszaken.
Dat zijn de intercommunales, dat zijn de dochterstructuren en dergelijke meer. Daar liggen een aantal veelbelovende voorstellen op tafel, ook van mijzelf en van Kurt De Loor, dat bijvoorbeeld in het beperken van het aantal bestuursleden en raden van bestuur van intercommunales en hun dochters verder gaat dan het voorstel van de regering. Ik kan daar ook grote symboliek aan verbinden en u beschuldigen van postjesjagerij, maar ik ga dat hier niet doen, omdat ik het debat wil voeren. Ik wil de vooruitgang die we samen kunnen boeken om de bestuurlijke verrommeling en het teveel aan structuren, mandaten, vergoedingen en het gebrek aan transparantie dat daarmee gepaard gaat, terug te dringen, absoluut een kans geven.
Stop dus alstublieft met die intentieprocessen ten aanzien van de oppositie. We hebben ook onze voorstellen ingediend die allemaal in dezelfde richting gaan. We hebben duidelijk uitgelegd waarom we ons zullen onthouden bij de stemming over die decreten. De sp.a-fractie heeft geen enkel probleem met een halvering van het aantal mandatarissen in de provincieraden. (Applaus bij sp.a)
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, ik dacht niemand van postjespakken te hebben beschuldigd. Ik geef u gelijk, en de heer Rzoska zei ook al dat we gisteren een sereen en zelfs constructief debat hebben kunnen voeren over de mandaten binnen de intercommunales over alle partijgrenzen heen.
U hebt zelf verwezen naar het afslankingsdecreet en de taakstelling van de provincies en dergelijke meer. U was het daar niet mee eens en dat is uw volste recht, maar het is in dit parlement wel met een democratische meerderheid goedgekeurd. Er zijn minder taken en er zijn minder bevoegdheden. Nu gaat het in de twee decreten over minder politieke mandaten: het bijzonder decreet over de halvering van het aantal provincieraadsleden en de lijstverbinding en het andere decreet gaat over allerlei andere zaken. Het is niet meer dan logisch dat als je minder taken en minder bevoegdheden hebt - en u kunt daar inderdaad een andere visie over hebben, maar het is intussen wel zo beslist - dat je daar ook minder politieke mandaten tegenover stelt.
Mijnheer Janssens, mijnheer Vandenbroucke, en mijnheer Rzoska, ik begrijp wel dat u vanuit de oppositie niet staat te springen voor een regeerakkoord. Wij hebben ook water bij de wijn moeten doen. Zo ontstaat een regeerakkoord. Dat is de logica zelve. Dat u het niet eens bent met sommige bepalingen uit dat regeerakkoord en dat u een aantal zaken graag anders opgelost wilde zien, is uw volste recht. Maar zoals ik nu al voor de derde keer zeg, begrijp ik een onthouding voor die 175 provincieraadsleden echt niet. Als wij enige geloofwaardigheid willen behouden tegenover de burger, die dat ook terecht van ons vraagt en van elke politieke partij, dan vraag ik u bij deze, voor de laatste keer en op een vriendelijke manier om, wat het bijzondere decreet betreft, enige consequentie aan de dag te leggen en op het groene knopje te drukken. Wat u met het andere decreet doet, is uw eigen keuze – dat is het altijd, ook wat het bijzondere decreet betreft – maar als u en uw partijvoorzitters in dit debat nog een greintje geloofwaardigheid willen overhouden, dan stemt u voor.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, mijnheer Meremans, ik ga nog even kort iets herhalen. Ik ga volledig akkoord met de redenering dat door de afslanking van de bevoegdheden er ook minder mandaten moeten overblijven, maar we hebben als Groen een ander voorstel voor een nog grotere vermindering van het aantal mandaten, we hebben een ander voorstel voor een efficiënte organisatie van Vlaanderen. Het zou veel efficiënter zijn dan wat nu voorligt. Want wij vinden dat die afslanking van de provincies leidt tot meer verrommeling in plaats van minder. We hebben gewoon een ander voorstel. Als dat niet meer mag in dit parlement, dan begrijp ik het niet meer.
Natuurlijk mag dat. (Gelach)
Minister, u hebt van waar u zit een vrij volledig overzicht van de zaal. Uw smeekbede doet mij vermoeden dat u hebt zitten tellen en dat u vreest dat u met uw meerderheid niet aan een tweederdemeerderheid zult komen. Dat zullen we zo dadelijk zien bij de stemming. Maar uw smeekbede is in het geheel niet overtuigend. Als u met uw eigen partij bij het regeerakkoord niet hebt binnengehaald wat u zelf wilde, en wanneer u het dan hebt over de geloofwaardigheid van de politiek, namelijk inbinden op uw eigen partijprogramma, dan denk ik dat u daarmee de geloofwaardigheid van de politiek ook geen goed doet. En dus gaan wij ons definitief onthouden bij de stemming over de beide ontwerpen van decreet.
Mijnheer Janssens, mijn smeekbede, zoals u het noemt, heeft natuurlijk niets te maken met het feit dat ik denk dat ik het niet ga halen. We hebben inderdaad een tweederdemeerderheid nodig, maar iedereen van de oppositie heeft gezegd zich te zullen onthouden, en die onthoudingen tellen niet mee. Wij gaan het dus inderdaad halen. Zo slim ben ik wel, mijnheer Janssens. Daar had het dus niets mee te maken.
Mijn smeekbede was gewoon om over alle partijgrenzen heen in dit Vlaams Parlement de politieke geloofwaardigheid te kunnen behouden ten aanzien van de burger. Dat is het enige wat ik gevraagd heb. (Opmerkingen)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van bijzonder decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 1127/1)
– De artikelen 1 tot en met 9 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van bijzonder decreet houden.