Report plenary meeting

Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.

Geachte minister, geachte parlementsleden, collega’s, op 1 april treedt het nieuwe Logiesdecreet in werking. Er is gedurende twee jaar hard aan gewerkt. U weet dat ik daar niet bij was, want ik zit hier nog niet zo lang. Er waren veel overlegmomenten en hoorzittingen. Het resultaat is het Logiesdecreet geworden, waarbij er werd geluisterd naar enerzijds de toeristische ondernemer door de administratieve drempels te verlagen en een aantal procedures te vereenvoudigen – dat kadert volledig in het plan van minister Muyters om het ondernemerschap eenvoudiger te maken – en anderzijds naar de markt. De toerist zelf wil veiligheid en kwaliteit. Die normen werden gerespecteerd. Als ondernemer klinkt mij dat als muziek in de oren omdat er naar de beide kanten werd geluisterd, maar ook omdat de toeristische sector voor Vlaanderen zeer belangrijk is. Hij genereert een heel grote inkomensstroom. We spreken over 12,2 miljard euro. Deze sector verdient dus een goed decreet.

Minister, er werden aan dat decreet een aantal soms strenge uitvoeringsbesluiten gekoppeld. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de verplichting tot twee vluchtwegen per logies. Dat creëert toch wel wat bezorgdheid bij de kleinere logiesuitbaters. Denkt u niet dat dat uitvoeringsbesluit kan leiden tot te zware investeringen bij voornamelijk die kleine logiesuitbaters?

Minister Weyts heeft het woord.

Voor alle duidelijkheid: het decreet en de uitvoeringsbesluiten zijn allemaal tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de volledige sector. De ambitie is grosso modo ervoor zorgen dat wij in Vlaanderen kwaliteitsvolle logiezen kunnen blijven aanbieden en zelfs eenvoudiger kunnen aanbieden, dus een verlaging van de drempel om logiezen te kunnen aanbieden. Voorheen moest men aan verschillende voorwaarden voldoen. We wilden de drempel naar beneden halen om logiezen te kunnen aanbieden door enerzijds vereenvoudiging, en anderzijds door inspecteurs die een en ander moeten controleren, meer te gaan inzetten als coaches, eerder dan als een soort billentikkers en inspecteurs.

Wat betreft die vereenvoudiging kan ik u het voorbeeld aanhalen waarbij voorheen elk logies in Vlaanderen minstens moest beschikken over een specifiek aantal eierdopjes, namelijk minimum zes eierdopjes, en daarbovenop nog eens ongeveer anderhalf eierdopje – ik weet niet hoe je dat moet doen – per aangeboden logies. (Opmerkingen)

En vanzelfsprekend ook zout. Ik weet niet of daar een klein lepeltje bij moest zijn, maar de eierdopjes moesten er wel zijn. We zijn teruggegaan naar een eenvoudige basis, namelijk als je in Vlaanderen toeristische logiezen wilt aanbieden, moet je beantwoorden aan zeven voorwaarden, die heel eenvoudig zijn. Je moet onder andere een bewijs van goed gedrag en zeden hebben, je moet een brandveiligheidsattest hebben en een brandverzekering. Dat zijn er slechts drie van de zeven. Dat is het enige wat je moet doen. Dan kun je je gewoon aanmelden. Vervolgens kun je gaan voor een erkenning door de Vlaamse overheid, dat is een trapje hoger met bijkomende voorwaarden, of kun je kiezen voor een specifieke benadering zoals hotel, bed and breakfast, en kun je dat buiten afficheren. Dan moet je ook aan enkele specifieke voorwaarden beantwoorden. Dat zijn in een notendop – of in een eierdopje – de voorwaarden.

Op één zaak willen we natuurlijk niet toegeven, en dat is op veiligheid, onder andere op brandveiligheid. Daarom hebben we een heel specifieke commissie brandveiligheid op poten gezet, samen met de sector. Eigenlijk verandert er ook op dat vlak niet veel behalve één zaak, namelijk inzake branddetectoren. Vroeger had je enkel een branddetector nodig in de hal, nu ook in de kamer. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met Airbnb, dat kamerverhuur aanbiedt, en mensen die gewoon een kamer aanbieden, waarbij wij en de brandweer vinden dat in elke kamer een branddetector aanwezig moet zijn. Maar laat ons wel wezen, dat kost ongeveer 30 euro. Ik denk dat die kost in het niets verdwijnt ten opzichte van de winst die we boeken op vlak van de vereenvoudiging, waarbij we het vooral mogelijk maken dat mensen als een soort van bijverdienste een maand per jaar of enkele periodes van het jaar hun huis of wat dan ook openstellen in functie van toeristische logiezen. Dan moeten ze enkel aan bepaalde basisvoorwaarden beantwoorden. Ik denk dat we een goede zaak doen voor het ondernemen en voor het toerisme op niveau, maar niet inboeten inzake brandveiligheid.

Vanuit ondernemersstandpunt is het natuurlijk een goede zaak om al die drempels naar beneden te halen, zeker dergelijke absurditeiten als eierdopjes en dergelijke meer. Ik ben blij dat dat is weggewerkt. Ik blijf er toch bij dat de kosten-batenanalyse van de bijkomende investeringen zeker voor de kleine logiesuitbaters nog altijd moeilijk ligt. U spreekt over 30 euro. Sommige logies spreken over 50 tot 60 euro per nacht als het gaat over een vluchtweg. Dat blijft natuurlijk wel een grote investering. Mijn vraag is om daar toch een klein beetje aandacht voor te behouden.

Mevrouw Brouwers heeft het woord.

Zoals u weet – de minister heeft er terecht naar verwezen – is het nieuwe Logiesdecreet een parlementair initiatief geweest. We hebben de rompslomp die de wereld van het logies altijd had, heel fel naar beneden willen halen. Maar er zijn de zeven basisvoorwaarden, waarvan hygiëne heel belangrijk is en brandveiligheid misschien wel een van de belangrijkste. Je hebt namelijk altijd het risico dat een brand mensenlevens kost. Wij hebben daar niet op willen toegeven. Wat wij ervan weten, is dat de minister, bij het opstellen van de uitvoeringsbesluiten, zich heeft laten bijstaan door brandweerdeskundigen. Het lijkt mij heel moeilijk om dat als parlementslid in twijfel te gaan trekken. En als zij vinden dat die twee vluchtwegen nodig zijn, dan zal dat wel zo zijn.

Dat geldt dan trouwens ook voor Airbnb, dat in dezelfde categorie wordt bekeken als de gewone B&B’s. Ik kan de minister enkel steunen. Bovendien zijn er afwijkingen mogelijk. Ze kunnen afwijkingen vragen.

De heer Landuyt heeft het woord.

Ik vind dat mevrouw Vanwesenbeeck dat fantastisch heeft verteld.  Ze heeft gewezen op de motivatie van het Logiesdecreet. De minister heeft het fantastisch uitgelegd. Die eierdopjes waren mij een beetje ontgaan. (Opmerkingen van Ben Weyts)

Voilà. Je kunt altijd dieper op de materie ingaan, zoals blijkt uit het gedrag van de minister. (Gelach)

Ik ben, in het bijzonder als burgemeester van Brugge, blij dat er geen toegeving gedaan wordt op het vlak van veiligheid. We delen volledig de stelling dat iedere burger een stuk moet kunnen meegenieten van het toerisme. Dat gaat vooral over de kamerverhuur. Zeker als de kinderen, al dan niet met hun eierdopjes, verdwenen zijn, komt er ruimte vrij om toeristen te ontvangen.

Op het vlak van veiligheid, weze het in naam van het ondernemerschap, mag je nooit toegevingen doen. Er bestaat beroering in de sector. We moeten de mensen ervan overtuigen dat je dat echt niet mag doen. Eigenlijk is de boodschap dat sommige huizen nog beter moeten worden beschermd inzake veiligheid, ook als ze niet worden verhuurd.

De heer Caron heeft het woord.

Voorzitter, minister, ook wij hebben het decreet gesteund. Maar ik kan mij helaas niet van de indruk ontdoen dat er via de uitvoeringsbesluiten toch weer een aantal regels zijn binnengeslopen, terwijl de initiële doelstelling was om minder regels toe te passen en op te leggen.

Wat veiligheid betreft, steun ik uiteraard mijn collega Renaat Landuyt. De vraag is of er hier ook geen andere elementen spelen, zoals concurrentie tussen hotels en B&B’s. Ik denk niet dat je met generieke maatregelen alleen, zoals twee vluchtwegen, de zaken oplost. Men moet de zaken oplossen afhankelijk van het type woning, het type kamer dat men verhuurt. Er moet voldaan zijn aan de veiligheidsvereisten.

Enerzijds speelt hier een soort van economische strijd. Anderzijds is er de Vlaamse regelzucht. Ik kan mij niet van die indruk ontdoen.

De heer Sintobin heeft het woord.

Voorzitter, de collega’s die dit dossier hebben gevolgd, hebben ook de lijdensweg van dit decreet meegemaakt. Iedereen zal zich ongetwijfeld herinneren hoe dit decreet uiteindelijk dan toch is goedgekeurd – ik dacht vorige week.

Ik vind het wat eigenaardig dat de collega, vlak nadat het decreet is goedgekeurd, al meteen kritische vragen stelt over uitvoeringsbesluiten. Ik volg haar natuurlijk wel voor een stuk. Maar ik volg haar niet wanneer ze zegt: ‘Er is voldoende overleg geweest.’ Minister, u weet dit ook: er zijn nog altijd mensen uit de sector die vinden dat er te weinig overleg is geweest.

Maar ik volg ook een beetje de opmerking van de heer Caron. Misschien is er toch iets meer aan de hand dan alleen het probleem van de veiligheid.

Ik denk dat we met z’n allen de veiligheid prioritair moeten stellen. Ik zou durven voorstellen om op korte termijn een evaluatie te maken van én het decreet én de uitvoeringsbesluiten.

Mevrouw Coudyser heeft het woord.

Er is ondertussen al heel veel gezegd. Ik wil even terug naar de essentie. De bekommernis van mijn collega is of er niet te veel investeringen zullen moeten gebeuren wegens de nieuwe regeling. Wel, ik kan bevestigen dat het antwoord ‘neen’ is. De minister heeft het voorbeeld gegeven. Misschien zal er in een kamer een extra rookmelder moeten komen. Nu, dat kost 30 euro, en daar doe je zes à zeven jaar mee. Daar zullen vele keren 50 euro inkomsten tegenover staan.

Aan de andere kant zijn er zeer duidelijke vereenvoudigingen en gelijke normen doorgevoerd. Zijn er te veel regels, te weinig regels? Ik herinner me het begin van de debatten toen de vraag werd gesteld: moet er nog een Logiesdecreet zijn? De minister en de decreetgever hebben daar onmiddellijk ja op geantwoord en wel om één reden: de brandveiligheid. Dit trekken wij door tot het einde.

Ik kan hier herbevestigen dat er heel veel overleg is geweest. Over die uitvoeringsbesluiten zijn er uren overleg geweest met de projectleider. Specifiek voor de brandveiligheid zeggen de brandexperts dat een tweede vluchtweg echt noodzakelijk is, willen we de veiligheid behouden. Wel, dat doen wij als decreetgever en als minister. Ook de Vlaamse Regering heeft dit bevestigd.

Het gebeurt zelden dat een minister een specifieke projectleider aanduidt, gewoon om uitvoeringsbesluiten op te stellen voor de uitvoering van het decreet. Dat hebben we heel nauwgezet gedaan. Die man was dus enkel daarmee bezig.

De organisatie van verschillende werkgroepen, onder andere met de brandweer, brengt mij bij een tweede punt. Men zegt hier dat economische argumenten hebben meegespeeld voor de branddetectoren en de vluchtwegen. Excuseer, maar het is gewoon gebeurd op basis van een discussie met de brandweer. Die heeft de lat een beetje lager gelegd, maar op een bepaald punt hebben ze gezegd: ‘Sorry, maar hier kunnen we niet meer onderuit in functie van de veiligheid, anders doen we echt niet meer mee.’ Ik heb hen toen volledig gesteund. Trouwens, het gros van de sector heeft dat ook gedaan in het volle besef van veiligheid, maar ook van kwaliteit. Ik steun hen daar volledig in. De brandweer is niet gevat door economische argumenten en de afweging tussen B&B’s en hotels. Doe dat echt niet.

Ik kan nog verschillende voorbeelden geven van versoepeling, bijvoorbeeld de inspectie van verwarmingstoestellen. Vroeger moest dat jaarlijks worden geïnspecteerd. Nu is dat tweejaarlijks geworden. De drempel lag vroeger op drie verhuureenheden voor kleinschalig logies, nu is dat vijf eenheden. Ook dat is een versoepeling. Zeg nu niet dat dit geen vereenvoudigd en kant-en-klaar decreet is en goede uitvoeringsbesluiten zijn, want zelfs Airbnb prijst het Vlaamse voorbeeld aan als iets dat zij ook graag toegepast zouden zien in de rest van de wereld. Inzake vereenvoudiging denk ik dat we zeer goed bezig zijn. Daarom dank ik het parlement, alle volksvertegenwoordigers die eraan hebben meegewerkt, en de sector die heel breeddenkend was. Er is veel overleg geweest – misschien vergelijkbaar met Oosterweel – maar het resultaat mag er absoluut wezen: kwaliteit, veiligheid en met Vlaanderen kunnen we op wereldvlak ook wel een voorbeeld zijn.

Collega's, aan veiligheid kun je niet toegeven. Ik wilde de vraag van de kleinere logiesuitbaters even onder de aandacht brengen. Het evenwicht tussen kosten en baten moeten we in het oog blijven houden. Anderzijds is dit zeker en vast een goed Logiesdecreet dat het toeristisch ondernemen een extra duwtje in de rug geeft.

Ik dank hierbij Marnic De Meulemeester en de collega-indieners van dit decreet en dit goede besluit. (Applaus bij de meerderheid)