Report plenary meeting
Report
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
We hebben allemaal in de krant kunnen lezen wat de gevolgen zouden zijn mocht de duizendjarige storm nu opsteken. Ik wil geen paniek zaaien, integendeel. Ik was zelf wel erg geschrokken, als bewoner van de kustregio, toen ik vernam dat mijn huiskamer volledig onder water zou staan. Dat geldt niet alleen voor mij, maar dat zou ook het geval zijn voor alle kustgemeenten van Knokke over Blankenberge tot De Panne. Als die storm opsteekt, zou Vlaanderen 10 procent kleiner worden, en dat vindt u ongetwijfeld geen goed vooruitzicht, zeker niet als het leukste stuk van Vlaanderen onder water zou komen te staan.
Voor velen is de kust een plaats om zich te ontspannen, maar dat is anders voor de kustbewoners of voor de havens. Mensen zijn bezorgd om hun veiligheid, hun huis, hun horecazaak, hun bron van inkomsten. Dit leeft heel sterk aan de kust. Mensen vragen zich af wat de kans is dat dit gebeurt en wat de impact daarvan zou zijn. De gouverneur kan wel zeggen dat er een evacuatieplan is, maar niemand wordt graag geëvacueerd. Dat kan gebeuren in uiterste nood, maar de mensen willen dan kunnen terugkeren en niet om vast te stellen dat alles volledig vernield is.
Minister, het Sigmaplan voor de dijken en het binnenland is al gedeeltelijk uitgevoerd, maar hoever staat u met de kustverdediging?
Minister Weyts heeft het woord.
De bescherming tegen de storm die zich mogelijks één keer in duizend jaar kan voordoen bestaat grosso modo uit twee hoofdonderdelen. Voor het binnenland is er inderdaad het Sigmaplan, dat een jaar na de overstroming in Ruisbroek van 1976 is goedgekeurd. Dat Sigmaplan van 1977 voorziet vooral in de versterking en beveiliging van heel het Scheldebekken en van de zijrivieren van de Schelde. Daarnaast is er het Masterplan Kustveiligheid.
Wat betreft het Sigmaplan hebben we ondertussen al 400 miljoen euro gespendeerd voor het versterken, verbreden en vernieuwen van dijken. Het plan omvat de aanpak van 650 kilometer dijken in het Scheldebekken. Daarvan is al 540 kilometer gerealiseerd. Daar is dus nog een stukje te gaan, maar er is al heel veel geïnvesteerd. Vorig jaar heb ik in Kruibeke een gecontroleerd overstromingsgebied geopend van maar liefst 600 hectaren.
Sinds de start in 2011 van de laatste fase en van de actualisering, zijn die gecontroleerde overstromingsgebieden al 46 keer in werking gesteld. Dat wil zeggen dat onze investeringen ons in die korte periode al 46 keer hebben behoed voor wateroverlast, van welke omvang ook. Het zijn investeringen die figuurlijk – en soms ook letterlijk – onder de waterlijn gebeuren, maar ze zijn dus absoluut nodig.
Het tweede luik is het Masterplan Kustveiligheid. Het betreft de versterking van de Vlaamse kust. Van die 68 kilometer kustlijn bestaat een derde toch uit zwakke plekken. Daarnaast zijn er de kusthavens – en dan vooral de kleinere jachthavens – die gevoelig zijn voor overstromingen. We investeerden al 100 miljoen euro, op een totaalbedrag van 300 miljoen waarin is voorzien. Op dit moment investeren we 60 miljoen euro. Steeds nemen we zowel zachte als harde maatregelen. De zachte gaan onder meer over zandsuppleties. Sinds 2011 hebben we al 6 miljoen kubieke meter zand opgespoten ter versterking en verbreding van de stranden. Zo zorgen we voor een eerste obstakel dat de golfslag moet breken. De harde maatregelen betreffen bijvoorbeeld de bescherming van de haven van Blankenberge met de bouw van hogere stormmuren. Wat de toegang tot de haven van Nieuwpoort betreft, zorgen we, lapidair gezegd, voor een stormkering. Het is een zeer grote deur van 43 meter breed die bij calamiteiten de haven moet beschermen. We realiseren dus grote investeringen, maar ze zijn absoluut noodzakelijk: denk maar aan de 46 overstromingen die we sinds 2011 hebben voorkomen.
Minister, ik dank u voor uw inspanningen. Het is wel zo dat het agentschap zelf stelt dat we niet klaar zijn met de verdediging van de kust; dat die werken pas tegen 2025 zullen zijn afgewerkt. Kunt u geen tandje bij steken? De omvang van het gevaar rechtvaardigt die vraag. U krijgt 9 op 10 voor het Sigmaplan. De kustregio is belangrijk. Het is de leukste regio van Vlaanderen, van groot economisch belang. Soms denk ik weleens: hoe verder men van Brussel is, hoe minder middelen men soms krijgt. Ik dring er dus op aan om een tandje bij te steken.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, goed dat de VRT een serie maakt die ons confronteert met een gevaar dat ons bedreigt. Een duizendjarige storm is taalkundig slecht geformuleerd, maar we weten waarover we het hebben. We werken aan kustbeveiliging, maar we moeten toch verder kijken dan onze neus lang is. Die stormen – ook de honderdjarige – worden gevaarlijker, ten gevolge van de klimaatverandering en de gestegen zeespiegel. Studiebureaus hebben al scenario’s uitgewerkt waarbij delen van het hinterland als wateropvangbuffers kunnen worden gebruikt. Ze bieden interessante ecologische mogelijkheden, alsook mogelijkheden op het vlak van mobiliteit, ten bate van de ontwikkeling van de steden en de dorpen. Ik stel voor om die inspanningen voort te zetten. Ook inspanningen ten bate van eilanden voor de kust moeten worden voortgezet. We moeten een globale aanpak en een langetermijndenken, waar ook de Vlaamse Bouwmeester mee bezig is, verbinden aan de kortetermijnoplossingen. Ik druk mijn waardering uit voor het al geleverde werk, dat belangrijk is.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de aanleiding voor de vraag is allicht de serie ‘Als de dijken breken’.
Ik ga akkoord met mevrouw Van Volcem dat we de mensen geen paniek mogen aanjagen, maar dat debat over de kustbescherming dateert al van de vorige legislatuur onder minister Crevits. Minister, ik ben tevreden dat er al inspanningen zijn gedaan. In de commissie hebben we onlangs over de maatregelen in de jachthaven van Nieuwpoort gesproken. U hebt nog andere maatregelen aangekondigd. Hoewel er veel middelen nodig zijn, pleit ik er toch voor een tandje bij te steken.
De heer Anseeuw heeft het woord.
‘Als de dijken breken’ is natuurlijk steengoede fictie en als kustbewoner en inwoner van dé stad aan zee hoop ik dat er alles aan wordt gedaan dat dat ook fictie blijft. Daarom is het goed dat er aandacht wordt gegeven aan die uitdaging, zowel door de media als door de Vlaamse Regering.
Minister, u hebt al veel zaken opgesomd, maar ik wil ook de aandacht vestigen op investeringsbeslissingen van de voorbije zomer, waarmee u tot 50 miljoen euro in Oostende gaat investeren met het oog op het verankeren van maritiem onderzoek en ook waterbouwkundig maritiem onderzoek, met onder andere 30 miljoen euro voor een golfslagbad en een sleeptank. Wij, de kustbewoners, danken u daarvoor.
De heer Verstreken heeft het woord.
Goeie fictie is inderdaad belangrijk, evenals samenwerking met Nederland. Hoedje af voor de VRT, dik in orde. In de vorige legislatuur werd hier al heel vaak gedebatteerd over de kustbeveiliging. Het blijft van groot belang. Het project Vlaamse Baaien dateert al van 2009.
Minister, onlangs hebben we in de commissie met u kunnen praten over het eiland dat voor Knokke zou moeten komen. Vandaag lezen we dat een projectgroep zegt dat het van Knokke tot en met De Panne moet komen. Dat is natuurlijk weer een heel ander verhaal. Is men daarover al met u in debat gegaan? Bent u bekend met deze nieuwe voorstellen, die ik vandaag lees op www.deredactie.be? Wat er ook moet worden gerealiseerd op korte of lange termijn, zijn er voldoende budgetten voor? Wat is de timing van de dingen die nu op stapel staan? Om het veilig te maken voor een duizendjarige storm zou je alle budgetten die momentele bij Leefmilieu zitten jaarlijks nodig hebben. Dat is natuurlijk niet realiseerbaar. Wat is wel mogelijk en geen fictie?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Als kustburgemeester, maar ook als kustparlementair ligt dit thema me heel na aan het hart. Mevrouw Van Volcem, u hoeft niet te vrezen, uw kamer zal niet zo snel onderlopen. Door die serie reageert de pers natuurlijk heel hard. In een artikel van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) staat dat de kans dat de dijken breken, heel klein is. Natuurpunt zegt dat er meer inspanningen nodig zijn. Frank Deboosere zegt dat het een kwestie van tijd is.
Minister, ik deel die mening niet. Ik weet dat u heel wat inspanningen doet. Ik volg dat thema van heel nabij. Wat wel belangrijk is, is een transparante en duidelijke communicatie en informatie naar kustgemeenten en kustburgemeesters, maar ook naar de bevolking. In 2012 heb ik in mijn gemeente en omstreken te maken gehad met de Sinterklaasstorm. U moet wel beseffen dat het thema veel meer leeft bij de inwoners dan u zelf denkt. Door een goede communicatie kunt u vele problemen voorkomen. Maak daar extra werk van.
We gaan voort met de afwerking van het Sigmaplan en het Masterplan Kustveiligheid. U zegt: steek een tandje bij, maar eigenlijk zijn we daar gewoon mee bezig, namelijk in het kader van het project Vlaamse Baaien. Dat is niet een project van een eiland dat loopt van Knokke tot De Panne, zoals ik hier verneem, maar dat scenario is me onbekend. Dat is geen eiland, dat is Engeland. Dat is wel heel groot en redelijk ambitieus.
Waar we wel overeenstemming over hebben en wat van start is gegaan met twee technische werkgroepen en een politieke werkgroep onder leiding van de gouverneur, is een proefeiland van beperkte omvang voor Knokke. Nu bekijken we welke functionaliteiten op dat proefeiland zouden kunnen plaatsvinden. Dat heeft ook te maken met de haven van Zeebrugge die ernaast ligt en mogelijke toekomstige ontwikkelingen op dat vlak. Door de uitbreiding van de LNG-terminal aan de haven van Zeebrugge zou een sterneneiland moeten verdwijnen, en dat zou mogelijk een functionaliteit kunnen zijn voor dat nieuwe proefeiland. Daar zijn we volop mee bezig en we kijken ook verder.
Nu ligt de focus op een bescherming tegen een stijging van de zeespiegel tot 80 centimeter. Het project Vlaamse Baaien gaat nog verder en kijkt verder dan 2100. We zijn dus ‘gesecuriseerd’ tegen een stijging met meer dan 80 centimeter. We zijn niet alleen op de korte termijn bezig, maar ook op lange termijn.
Minister, u stelt met al deze inspanningen veel mensen in mijn regio gerust, maar u kunt wellicht mijn gedachten lezen. De kustverdediging is voor ons ook zeer belangrijk voor de uitbouw van de haven van Zeebrugge, waar toch ook tienduizend mensen tewerkgesteld zijn.
Daarmee heb ik eens voor Zeebrugge kunnen pleiten; het moet niet altijd over Antwerpen gaan. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.