Report plenary meeting
Actuele vraag over de schuldenlast ten gevolge van hypothecaire leningen
Report
Minister Homans is ziek. Het antwoord wordt gegeven door minister-president Bourgeois.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister-president, toen ik gisterenochtend de krantenartikelen doornam, was ik erg verbaasd door een artikel met als titel ‘De huizenmarkt stevent af op een bloedbad’. Uiteraard verslikte ik me bijna in mijn kop thee. Het is volledig contradictorisch met de media-artikelen die we de laatste maanden zagen verschijnen. Die schreven namelijk dat de huizenmarkt goed scoort.
Toen ik het artikel begon te lezen, zag ik dat het ging over een rapport van het Europees Comité voor Systeemrisico’s. Daarin maken ze zich effectief zorgen over onze huizenmarkt met de nodige risico’s. We moeten toegeven dat nogal wat internationale organisaties ons hebben gewezen op de risico’s van onze huizenmarkt. Maar we zijn dan ook een heel atypisch land: we zijn een klein land, kopen heel snel een woning, we zijn geboren met een baksteen in de maag, en bij verandering of verlies van job hoeven we niet meteen een andere woning te kopen. Met andere woorden, we wonen effectief heel lang in onze woning, principieel ons leven lang. Dat is atypisch tegenover vele andere landen.
Minister-president, gelukkig waren er ook veel andere artikelen. Die artikelen waren veel genuanceerder en hadden het niet over bangmakerij of paniekzaaierij, want daar houden we absoluut niet van. We hebben een stabiele huizenmarkt, en dat moeten we zo houden.
Onze werkloosheidsgraad daalt. Het aantal jobs stijgt, er zijn meer mensen die werken. Dat is een goede zaak, mede dankzij de maatregelen die onze regering heeft genomen.
Minister-president, wat is uw standpunt over het rapport dat eigenlijk al in september is verschenen, maar dat nu pas door de media naar buiten werd gebracht?
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Collega’s, zoals mevrouw De Vroe heeft geschetst, was er inderdaad een niet zo geruststellende berichtgeving over een bloedbad op de huizenmarkt, een vastgoedbubbel door een overwaardering van de prijzen van onze huizen gekoppeld aan een te grote schuld.
Ik wil het niet hebben over het macro-economische verhaal. De Nationale Bank van België (NBB) heeft mitigerende maatregelen genomen en heeft de banken verplicht om hun buffer te verhogen. De wetgeving op hypothecair krediet is verscherpt. Ik denk dus dat we niet dadelijk een bloedbad moeten verwachten.
De Vlaamse overheid zet volop in op eigendomsverwerving. Er is de woonbonus, er zijn allerhande maatregelen. Gecombineerd met een zwakke huurmarkt drijven we de mensen inderdaad naar het verwerven van een eigendom. Dat brengt veel mensen in de problemen. Zo zijn er in Vlaanderen 120.000 noodkopers. Dat zijn mensen die een huis kopen dat van veel te slechte kwaliteit is. Ook in Vlaanderen is er dus een probleem. Het rapport wijst daarop en zegt dat er geen specifieke maatregelen zijn naar de groep van gezinnen met de hoogste schulden die bij de minste tegenslag in de problemen zouden kunnen komen, bijvoorbeeld bij verlies van werk, bij tegenslag of bij een stijging van de intresten.
Mijn vraag aan de Vlaamse overheid is: op welke manier wordt deze situatie gemonitord? Worden er data bijgehouden? Is er afstemming tussen verschillende ministers en met de federale overheid?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, we hebben kennisgenomen van het rapport van het Europees Comité voor Systeemrisico’s en van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Beide zeggen dat er in België een te hoge waardering is van de vastgoedprijzen. We houden daar uiteraard ernstig rekening mee. Anderzijds zijn er andere, binnenlandse rapporten. Zo zei de Nationale Bank in 2015 dat de vastgoedmarkt vrij correct is gewaardeerd in ons land. En KBC gaf begin dit jaar, begin 2016, dezelfde opinie en visie als de Nationale Bank.
Er zijn een aantal maatregelen. In het verslag van het Europees Comité wordt daar overigens op gewezen. Op nationaal vlak is het zo dat de NBB na de crisis onmiddellijk maatregelen heeft genomen en een richtlijn heeft uitgevaardigd voor de banken. Die richtlijn zei dat maximum 80 procent van de waarde van de woning mag worden uitgeleend. Tot dan was dat 120 procent. Nu is het 80 procent.
Mijn mening is dat de banken daar ook vrij consequent mee omgaan, volgens sommigen zelfs te conservatief. Zij hebben ook hun Basel III-normen. Dit is een maatregel die is genomen op nationaal vlak en die wordt gemonitord door de Nationale Bank die met haar kwartaalrapporten komt. Ik heb de laatste cijfers bij me: het gemiddeld uitstaande leningsbedrag is 53.000 euro. De gemiddelde aankoopprijs is 232.000 euro. Die verhouding zit niet scheef in die zin dat er meer geleend is dan de gemiddelde aankoopprijs.
Op Vlaams vlak – en ik vermoed dat men daar op Europees vlak geen of te weinig rekening mee heeft gehouden, het zou goed zijn dat te signaleren – hebben we ons systeem van sociale leningen van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en van het Vlaams Woningsfonds (VWF), dat tot 100 procent leent, rekening houdt met de draagkracht, tot dertig jaar gaat en naar een ondergrens voor lage inkomens van 2 procent met een vaste rente gedurende dertig jaar.
Daarnaast is er het systeem van de verzekering gewaarborgd inkomen. Dat is een heel sterk instrument, waarbij wij drie jaar lang mensen die arbeidsongeschikt worden of hun inkomen verliezen, een verzekering geven tegen dat onheil dat hen overkomt. Dit is een systeem waar de banken heel graag aan meewerken en dat een goede waarborg biedt. Ik verwijs naar wat er is gebeurd na de sluiting van Ford Genk. Toen heeft de Belgische federatie van de financiële sector (Febelfin) zelf het initiatief genomen om onmiddellijk een kader uit te werken met de banken om de mensen die een hypothecair of zelfs een consumentenkrediet hadden, te begeleiden en te helpen bij het verdere traject. Dat is op gewestelijk vlak toch wel een heel stevige maatregel.
Minister Homans heeft gezegd dat ze onderzoekt om dat systeem uit te breiden naar zelfstandigen. Ik meen dat we toch kunnen zeggen dat we in Vlaanderen over een aantal maatregelen beschikken die ertoe bijdragen dat de titel, die nogal angstwekkend klinkt, misschien niet overeenstemt met de realiteit.
Verder zijn het bancair toezicht, het consumentenkrediet en het hypothecair krediet federale bevoegdheden. Op Vlaams vlak beschikken we er echter over een aantal maatregelen die van die aard zijn om onrust te vermijden.
Minister-president, ik ben tevreden met uw antwoord. Een aantal weken geleden stond mevrouw Van Volcem hier ook aan het spreekgestoelte om vragen te stellen over de zelfstandigen en het voor hen gemakkelijker verkrijgen van een lening. Ik ben tevreden dat ook minister Homans daaraan werkt.
Ik ben ook blij dat u wijst op de stabiele huizenmarkt. De bangmakerij in de media was niet fijn om te lezen. We moeten die eigendomsverwerving blijven promoten. Ongeveer 75 procent van de Vlaamse huishoudens is eigenaar, en dat moeten we blijven stimuleren. Ik hoor aan uw teneur dat dit ook het geval is met deze regering. We mogen niet vergeten dat op termijn het hebben van een eigendom een belangrijk wapen is tegen nieuwe armoede. We moeten daar dan ook blijven op inzetten.
Minister-president, we hebben het hier nu over het Vlaamse niveau, maar in het rapport gaat het over België. Hoe lopen de gesprekken met de andere gewesten om dit aan te pakken?
Gelukkig stevenen we niet onmiddellijk af op een bloedbad en biedt Vlaanderen de verzekering gewaarborgd wonen, die een uitstekend instrument is. Toch blijft het duidelijk dat de baksteen in de maag van vele gezinnen onverteerbaar is. U verwijst naar de leningen van de Vlaamse overheid, maar bij de VMSW en het VWF worden jaarlijks jammer genoeg tienduizend dossiers, goed voor 10 miljoen euro achterstand, niet tijdig afgelost. Dat betekent dat de voorwaarden van de VMSW en het VWF eigenlijk te coulant zijn in vergelijking met de federale wetgeving. We moeten niet panikeren over die cijfers, maar we kunnen ze ook niet naast ons neerleggen.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Voorzitter, er worden hier een aantal dingen genuanceerd. De berichten die vandaag of gisteren in de krant verschenen, worden bangmakerij en paniekzaaierij genoemd. Dit soort waarschuwingen komen natuurlijk niet zomaar van om het even wie. Ze komen van het ESRB.
Minister-president, u hebt een aantal maatregelen opgesomd, die natuurlijk al van enige tijd geleden dateren. We hebben hier ook steeds de mond vol van hoe belangrijk de ondersteuning van het eigenaarschap wel is. Voor heel veel mensen is een eigen woning inderdaad eigenlijk een beetje een spaarboekje. Mensen hebben geen spaargeld, maar hebben wel geïnvesteerd in een eigen woning. Als die huizenmarkt inderdaad dreigt te gaan kantelen, dan dreigen wel heel veel mensen in de problemen te verzeilen. In de krant stond te lezen dat de waarschuwingen eigenlijk reeds van september dateren, en dat men de kans heeft gekregen om daarop te reageren, dat nadien pas tot publicatie is overgegaan. Welke reactie is daar dan op gekomen? U somt een aantal maatregelen op, maar blijkbaar heeft dat het ESRB toch niet kunnen overtuigen.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
In de kranten stond inderdaad te lezen dat de Belgen steeds meer lenen en dat daardoor de schulden van de gezinnen steeds sterker stijgen. Ik volg dat de benaming ‘bloedbad’ licht overdreven is, maar toch is er een kern van waarheid. In die context vond ik een opiniestuk in De Morgen heel sterk. Dat was een getuigenis van een jonge dertiger die zegt dat hij elk jaar opnieuw bij de bank wordt uitgenodigd en elk jaar opnieuw verder onder druk wordt gezet om een decennialange lening aan te gaan en af te betalen. Er wordt niet gekeken naar zijn inkomen, naar zijn status, maar die druk wordt wel opgevoerd. Dat is blijkbaar een heel herkenbaar verhaal, want in een mum van tijd ging die getuigenis viraal.
Kortom, wat ik daaruit besluit, is dat het systeem zo is dat we almaar verder onder druk worden gezet om een huis te kopen, of we daar nog toe in staat zijn of niet meer. Daarom is er inderdaad een heel belangrijke rol voor de overheid weggelegd. Aanvullend op wat mevrouw Hostekint zei, zie ik die rol ook als het gaat over het rechttrekken van de historische scheeftrekking tussen alleen eigendomsverwerving steunen, zoals ook mevrouw Partyka aanhaalde, en het inzetten op een erg sterke huurmarkt met genoeg aanbod en een betaalbaar aanbod.
Wat wilt u graag vragen aan de minister-president?
Ik wou graag tegen mevrouw De Vroe ingaan. Inzetten op die huurmarkt door de Vlaamse Regering, vanuit het Vlaamse beleid is cruciaal, met een evenwicht tussen de huurmarkt en eigendomswerving. Dat is de beste barrière tegen armoede.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Het is inderdaad belangrijk om dit toch op een heel genuanceerde manier te bekijken. Collega De Vroe zei het ook: de geluiden over deze problematiek zijn niet eenduidig. We hebben inderdaad een stabiele woningmarkt. Wat het woonbeleid in Vlaanderen betreft: de sociale leningen worden al van het begin van deze legislatuur structureel versterkt. Daar komt altijd maar geld bij. Minister Homans overlegt ook met de banken om die eigendomsverwerving nog meer te ondersteunen. Er zitten dus heel veel goede dingen in de pijplijn. Er worden sowieso al heel veel dingen uitgevoerd, met als gevolg die stabiele woningmarkt die we nu hebben. Ik denk dat bangmakerij hier helemaal niet op zijn plaats is. Als mevrouw Hostekint dat toch een beetje wil doen, dan staat haar dat vrij, maar van mevrouw Partyka, die toch lid is van deze meerderheid, vind ik de ongenuanceerde toon van haar eerste uiteenzetting toch heel erg jammer. Ik vind dat te betreuren. Dat is niet productief. Daarmee gaan we onszelf niet vooruithelpen.
Uiteraard nemen we dat rapport ernstig. Alleen heb ik gezegd dat je dat ook moet nuanceren. Ik vraag me af of het ESRB wel een zicht heeft op alle maatregelen die hier intern genomen zijn. Dan komen we bij de vraag hoe we met de andere gewesten daarmee moeten omgaan. Wel, bij mijn weten is het prerapport dat is toegestuurd, niet gedeeld met de gewesten. Ik ben dus van plan om aan collega Homans te vragen de federale overheid te wijzen op de maatregelen die wij al die tijd al nemen. Ik verwijs naar de verzekering gewaarborgd inkomen. Met betrekking tot het stelsel van sociale leningen zegt mevrouw Partyka terecht dat een aantal mensen de lening niet kunnen terugbetalen, maar ik denk dat het systeem op zich zeer goed werkt en rekening houdt met de financiële draagkracht van mensen. Dat gaat zeer laag. Er worden dertig jaar lang leningen verstrekt. Het zou goed zijn dat men in het Europees Comité ook weet heeft van de maatregelen die hier genomen zijn.
Mevrouw Moerenhout, de versterking van de huurmarkt gaat door. Minister Homans heeft opnieuw een heel grote machtiging gekregen voor de bouw van sociale woningen. Laat me toe te zeggen dat uw partij niet helemaal consequent is. U zegt enerzijds dat er geen indirecte schuld mag zijn, maar anderzijds moet er meer worden geïnvesteerd in sociale woningbouw. We doen dat, maar daar staat een actief tegenover omdat we van mening zijn dat de sociale woningmarkt moet worden verstrekt.
Ik ben het eens met mevrouw De Vroe dat mensen die een eigendom verwerven, zich verzekeren van een toekomst. Ook als ze later niet meer arbeidsactief zijn, zijn ze verzekerd van een welvaartspositie die hun toelaat van een rustige oude dag te genieten. Dat is erg belangrijk. Dat wordt bij ons sterk gestimuleerd.
Meer dan 90 procent van de leningen die de laatste tijd zijn aangegaan, zijn leningen tegen vaste rentevoet. Dat is ook een belangrijk element. Heel veel mensen hebben daarvan gebruikgemaakt. Ook een heel aantal mensen heeft zijn leningsvoorwaarden heronderhandeld. Daarbovenop hebben we het systeem van gewaarborgd inkomen drie jaar lang voor mensen die arbeidsongeschikt of werkloos worden. Dat is een zeer goed vangnet. Ik zal vragen aan minister Homans om die maatregel ook aan het federale niveau mee te delen zodat het Europees Comité daar ook van op de hoogte is. Maar nogmaals, het rapport van het Europees Comité en de OESO wordt tegengesproken door binnenlandse studies van de Nationale Bank – een onafhankelijk orgaan dat kwartaalmonitoring doet – van vorig jaar en van KBC – weliswaar een bank – van begin 2016.
Minister-president, dank u om in te gaan op mijn vraag om dit met de andere gewesten en de federale overheid aan te pakken.
Mevrouw Moerenhout, uiteraard is het versterken van de huurmarkt belangrijk, maar eigendomsverwerving is minstens even belangrijk. Deze regering moet daarop blijven inzetten.
Mijn partij heeft een voorstel van resolutie ingediend, gesteund door de meerderheids- en oppositiepartijen, betreffende alternatieve woonvormen, nieuwe woonvormen en het opdelen van grote bestaande woningen. Ik ben heel blij dat dit is goedgekeurd. Dat is ook in deze materie heel erg belangrijk en toekomstgericht. (Applaus bij Open Vld)
Ik wil de heer Anseeuw vragen waar hij een ongenuanceerde toon heeft waargenomen. Niemand betwist dat iedereen voorstander is van een stabiele markt. We zijn ook allemaal heel blij dat die stabiel is, maar betalingsmoeilijkheden zijn een reëel probleem. Alleen al bij het Vlaams Woningfonds met leningen verstrekt door de Vlaamse overheid slagen 10.000 gezinnen er niet in om hun lening terug te betalen. Dat zijn 10.000 gezinnen die zwarte sneeuw zien. Het is onze verantwoordelijkheid om dit te vermijden. Voor alle duidelijkheid, ik twijfel er niet aan dat deze Vlaamse Regering dit ambieert.
De actuele vragen zijn afgehandeld.