Report plenary meeting
Report
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de brexit en de gevolgen ervan voor Vlaanderen.
Het debat is geopend.
De heer Van Grieken heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, donderdag 23 juni: wat een geweldige dag, een feest voor de democratie. De Britten hebben zich kunnen uitspreken over de EU. Eigenlijk hebben zowel de Britten die voor ‘Leave’ hebben gestemd als de Britten die voor ‘Remain’ hebben gestemd, gewonnen. Hun mening is gevraagd over die EU en hun lidmaatschap, een mogelijkheid die wij onze bevolking nog nóóit hebben voorgelegd. U weet dat mijn partij sinds de zesde staatshervorming, hoe bescheiden die ook is, ook een voorstel van decreet heeft ingediend om een volksraadpleging mogelijk te maken. Beste collega’s, ik ben immers van oordeel dat politici die bang zijn voor de mening van hun bevolking, het niet waard zijn om de politici van die bevolking te zijn. Als het gaat over die Europese Unie, dan hebben die Britten een duidelijk en krachtig signaal gegeven. Ze willen weg van het dogma dat, wanneer het goed gaat met de EU, er meer EU nodig is, en wanneer het slecht gaat ook. Of het goed of slecht gaat, dat riedeltje als antwoord is altijd maar ‘meer EU’, en daar hebben de Britten nu een duidelijk tegenantwoord op gegeven.
Die Europese Unie duldt ook geen tegenspraak. Ik geef één citaat van Juncker: “There can be no democratic choice against the European treaties.” Van arrogantie gesproken. Ik weet eigenlijk niet of Juncker ten volle nuchter of dronken was toen hij dat zei, maar het ligt alvast in de lijn van de manier waarop de EU heeft gereageerd op alle andere referenda met een negatieve uitkomst voor de EU.
De Denen moesten twee keer gaan stemmen in 1992 nadat ze tegen het Verdrag van Maastricht hadden gestemd. De Ieren moesten een tweede keer gaan stemmen over het Verdrag van Nice, in 2001. Het Franse en Nederlandse ‘neen’ tegen de zogenaamde Europese grondwet werd straal genegeerd: men veranderde de naam in ‘Verdrag van Lissabon’. Beste collega’s, de EU is niet democratisch. De EU is zelfs niet ondemocratisch. De EU is gewoonweg antidemocratisch.
De Europese Unie is aan het verworden tot een Europese superstaat, tot een België in het groot. En dat in twee opzichten. Het is een transferunie: gezonde economieën/landen draaien op voor de schulden van landen die hun huishouden niet op orde hebben. De EU fungeert als een bankautomaat. De noordelijke landen steken er geld in, de zuidelijke landen halen er geld uit. Het lijkt ook heel hard op een groot België omdat er een politiek gevoerd wordt waarvoor de bevolking niet heeft gekozen. Het mooiste voorbeeld daarvan is Angela Merkel: ‘Wir schaffen das’. Ze nodigt heel de wereld uit en legt de gasten bij de buren te slapen.
Op deze manier dreigen we de onwerkbare Belgische federatie in te ruilen voor een nog veel grotere federatie, met nog minder zeggenschap en nog meer transfers. Ik vind het persoonlijk overigens bijzonder vreemd dat de N-VA-collega’s die zeggen dat België met zijn twee democratieën onwerkbaar is, denken dat een Europese federatie met 28 – en sinds donderdag met 27 – democratieën wél kan werken.
Beste collega’s, het mag duidelijk zijn: de huidige EU werkt niet. Ze hebben geen antwoord op de migratiecrisis, geen antwoord op de economische crisis, geen antwoord op de sociale dumping, geen antwoord op de islamitische terreur. Is er eigenlijk iets waar de EU wel een antwoord op heeft? En ondertussen besparen we in eigen land op onderwijs, ziektezorg, gehandicaptenzorg; ondertussen schreeuwen justitie en politie om meer middelen; en verdwijnen er immens veel jobs in de bouwsector, de transportsector en de kuissector. Een ware schande als u het mij vraagt.
Zelfs na het referendum blijft de EU-elite – denk toch niet dat ze een beetje nederig of bescheiden zouden zijn – de mensen maar bang maken, het is populisme vanuit een Europese ivoren toren. Ze spreken over hypothetisch banenverlies, maar zwijgen over het reële banenverlies. Mag ik u erop wijzen dat enkele dagen na de brexit nog geen enkel bedrijf is weggetrokken uit Londen? Het pond stijgt opnieuw en de beurzen herstellen zich. Ik dring bij de Vlaamse Regering aan op een soepele opstelling ten opzichte van de scheiding van het Verenigd Koninkrijk en de EU.
Beste collega’s, de EU is nog niet dood, maar ligt in ieder geval op intensieve. De geest is uit de fles. Na Groot-Brittannië gaan er nog vele exits volgen en hopelijk ooit zelfs een vlexit.
Mensen beseffen dat ze niet meer, maar nét minder EU nodig hebben. Als het van ons afhangt, moet deze EU dringend op een crashdieet en zeer snel afslanken, zodat de echte kracht bij de democratische natiestaten komt te liggen, zodat wij opnieuw onze eigen wetten kunnen maken, onze grenzen kunnen controleren en onze eigen economie kunnen sturen, kortom: opnieuw baas kunnen zijn in eigen land. Of zoals de Britten het zo mooi verwoordden: ‘We want our country back!’ (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Somers heeft het woord.
Collega’s, de Europese gedachte kreeg vorige week een mokerslag. Een meerderheid van de Britten wil breken met een proces van Europese integratie dat meer dan zestig jaar lang garant stond voor vrede en een nooit geziene voorspoed. Voor mijn generatie was de val van de Berlijnse Muur in 1989 het meest hoopvolle Europese momentum en de brexit het absolute dieptepunt.
De brexit is de zoveelste crisis op rij, het zoveelste houvast die wegvalt. Crisis na crisis heeft de afgelopen jaren het vertrouwen van de mensen aangetast, en niet alleen in het Verenigd Koninkrijk. De banken- en vluchtelingencrisis, het terrorisme, de financiële en de energiecrisis, onze eigen institutionele moeilijkheden: dat alles maakt de mensen onzeker, zorgt voor populisme en weegt op onze samenleving. Mensen dreigen zich terug te plooien op zichzelf, voelen zich in de steek gelaten en machteloos. Het maakt hen achterdochtig tegenover elke machthebber en macht, en het opent de deur voor populisme.
Als het brexitreferendum één voordeel heeft, is het wel dat niemand kan wegkijken. Europa kan zo niet verder. Er is nood aan een nieuwe start, aan een project dat mobiliseert, hoop en nieuwe perspectieven biedt. Laat ik duidelijk zijn: het antwoord op een brexit kan voor ons nooit paternalistisch of elitair zijn, niet gebouwd op een misprijzen voor de kwetsbaren in onze samenleving, zij die slachtoffer dreigen te worden van de globalisering. Zo’n houding is gedoemd om te mislukken. We moeten net luisteren naar zij die zich in de steek gelaten voelen. We mogen geen struisvogelpolitiek voeren, maar moeten resoluut de weeffouten uit de Europese constructie halen.
We moeten nieuwe antwoorden bieden op vragen als: hoe kunnen we deel uitmaken van een vrije markt en tegelijkertijd voorkomen dat onze bedrijven en arbeiders slachtoffer zijn van sociale dumping, hoe kunnen mensen vrij reizen in Europa zonder dat criminelen van die openheid profiteren, hoe bouwen we een competitieve vrije markt zonder er de sociale bescherming van mensen in gevaar te brengen, hoe genieten we van de voordelen van de gemeenschappelijke munt zonder onfaire transfers, zonder landen of regio’s economisch te wurgen en zonder investeringen in de toekomst onmogelijk te maken? Dat gaan we niet doen door de Europese Unie af te schaffen en terug te plooien op onszelf. Wie de illusie creëert dat de wereld van gisteren kan terugkomen, organiseert een vreselijke nederlaag. Dat mag niet gebeuren. Daarom moeten we handelen.
De Europese Unie staat voor een tweesprong: ofwel blijven we vasthouden aan een confederale logica, ofwel kiezen we voor de weg naar een federaal Europa. Indien we vasthouden aan een confederale aanpak, zal er niets veranderen. Dan behoudt elke lidstaat principieel zijn vetorecht. Dan is de Europese constructie op het einde van de rit niets meer dan een soort permanente diplomatieke conferentie, een Europa met de handrem op. Dat confederalisme zorgt net voor die ondoorzichtige structuren, voor zwakke leiders, een veel te grote Europese Commissie. Confederalisme zorgt voor eindeloze palavers op het ritme van de traagste, niet in staat te antwoorden op de grote vraagstukken van vandaag.
Daarom kiezen wij, liberalen voor een andere weg. We kiezen voor de weg naar een federaal Europa, met een beperkt aantal bevoegdheden. Subsidiariteit moet vooropstaan, maar met echt zeggenschap. Een Europa dat minder doet, maar wat het doet, goed doet. Een Europa met heldere structuren, met een echte regering, met leiders die gekozen worden en vooral met daadkracht. Waarschijnlijk kan het maar starten met een kerngroep, maar we willen liever een Europa dat met twee snelheden functioneert, dan een Europa dat stilstaat, een Europa dat problemen aanpakt en op die manier vertrouwen wekt. Voor de liberalen is Europa geen ‘failed nation’.
We willen meer federalisme in plaats van confederalisme. Daarin zijn we consequent: in ons land en in Europa, omdat confederalisme niet werkt en altijd eindigt in separatisme of in verlammende blokkeringen.
Vlaanderen heeft een belangrijke taak in de Europese eenmaking. Eeuwenlang waren we het slagveld van Europa. Als geen ander weten we welke ellende extreem nationalisme kan teweegbrengen. Onze roeping heet Europa. Jonge mensen beseffen dat en omarmen die Europese realiteit complexloos. Het is hun thuis. Ze groeiden op met open grenzen en met een gemeenschappelijke munt. Vlaanderen moet op deze nieuwe generaties inzetten. Ik denk onder meer aan het onderwijs, waar we het Erasmusproject verder moeten uitbouwen. Vandaag staat het enkel open voor studenten uit het hoger onderwijs en de universiteiten. Waarom geven we ook andere jongeren, die bijvoorbeeld een vakopleiding volgen, niet de mogelijkheid om Europa te verkennen?
Ik besluit. Europa is in crisis, maar elke crisis is een opportuniteit, een kans om het anders en beter te doen. We moeten die kans grijpen. De oplossing is niet minder Europa, de oplossing is een ander, federaal Europa. Vlaanderen heeft daarbij een belangrijke taak: de Europese gedachte versterken, de Europese constructie mee schragen, in de vaste overtuiging dat dit in het belang is van Vlaanderen en de Vlamingen. Laat de brexit het begin zijn van een nieuw en beter Europa.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Mijnheer Somers, ik ben het eigenlijk eens met alles wat u hebt gezegd, maar ik denk dat u belangrijke dingen niet hebt gezegd. U stelt de cruciale vraag hoe Europa ook de verliezers van de globalisering perspectief kan geven en beschermen. Er zijn winnaars van de globalisering en die zijn met Europa heel tevreden. Er zijn verliezers van de globalisering en die zijn terecht met Europa niet tevreden. U stelt die vraag, maar als antwoord geeft u enkel een hervorming van de instituties. Ik wil die ook, maar ik denk dat dit niet genoeg het antwoord is op de problemen waar Europa mee kampt. Dit is een beleid dat gekozen wordt door Europa, een te liberaal beleid, te veel gericht op de banken, te veel gericht op een vrijmaking van alles en te weinig gericht op beschermen. Er is geen sociale agenda. Ook daar zou een warm pleidooi van u moeten volgen als u consequent bent met wat u zelf hebt gezegd.
Mijnheer Vanbesien, ik dank u voor uw betoog. U moet begrijpen dat ik op zes minuten tijd moeilijk een volledige politiek van Europa kan uitzetten. Ik heb me proberen te beperken tot de kerngedachtes. Ik wil ook heel duidelijk zijn: een sterk Europa kan niet functioneren zonder een sterke sociale dimensie. Als we het Europees project geloofwaardig willen maken, zal er ook een sterke sociale dimensie nodig zijn. Dat is de overtuiging van elke liberaal. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Somers, ik weet echt niet waar u het over hebt als u spreekt over een Europese Unie die problemen aanpakt. Qua migratie: geen oplossing. Qua terreur: geen oplossing. Qua sociale dumping: helemaal geen oplossing. U slaat de bal daar mis. U slaat de bal nog het meeste mis als u zegt dat nationalisme leidt tot oorlog en miserie. Neen, mijnheer Somers, imperialisme veroorzaakt oorlog, ongelijkheid en veel miserie. Of het nu de Fransen waren onder Napoleon die Europa in een eenheidsworst wilden stoppen, of het nu Hitler was die Europa in één structuur wou stoppen, of het nu de Europese Unie is: het miskennen van volkeren en naties veroorzaakt veel problemen en miserie in de wereld.
Ik snap u als liberaal compleet niet. U moet toch voor vrijheid zijn, voor concurrentie. Vrije natiestaten die in gezonde competitie met elkaar leven, daar wordt de economie beter van, daar wordt iedereen beter van. Ik dacht dat u hier de liberaal was, maar wederom krijgt u schouderklopjes van Groen. Dat zegt veel over het hoge liberale gehalte dat de Open Vld-fractie in dit parlement tentoonspreidt.
Mijnheer Van Grieken, als ik één ding zeker weet, dan is het dat uw invulling van het nationalisme voor ellende zorgt en miserie. (Applaus bij de meerderheid, sp.a en Groen)
Daarin verschillen we fundamenteel van mening. Volgens mij is dat ook de fundamentele keuze waar we voor staan. Ofwel geloven we dat we in staat zijn op Europees vlak soevereiniteit te delen, af te staan en te organiseren, ofwel geloven we dat mensen verschillende identiteiten hebben, tegelijkertijd Vlaming, Belg en Europeaan kunnen zijn en dat op elk van die niveaus een politiek project kan worden georganiseerd, ofwel geloven we dat niet. Als we dat niet geloven, dan vallen we terug op onszelf en hebben we niet de hefbomen, niet de mogelijkheden om de grote uitdagingen waarvoor we staan, aan te pakken. Dan worden we de speelbal van de anderen die de normen en regels zullen bepalen. Daarom is het zo belangrijk dat we blijven vasthouden aan dat Europa, maar een ander Europa dan vandaag, een Europa dat functioneert met minder bevoegdheden voor mijn part, meer gefocust, maar binnen die bevoegdheden krachtdadiger en efficiënter. Dat is het Europa waar wij voor staan.
Ik blijf het opmerkelijk vinden, want u pleit altijd voor de multiculturele samenleving, de superdiversiteit. Als wij vragen een beetje rekening te houden met en respect te tonen voor de identiteit van de natiestaten en volkeren, dan zegt u dat het allemaal hetzelfde moet zijn, één Europese Unie.
U stipuleert dat u gerust wat soevereiniteit wilt afstaan, maar als u een echte democraat bent, dan moet u dat eens dringend voorleggen aan de bevolking. Daarvoor hebt u geen steun. De mensen willen geen ivoren torens in Brussel die gestuurd worden door lobbyisten en EU-ambtenaren die bepalen wat de regelgeving is. Mensen willen baas zijn in eigen land en hebben genoeg van het supranationale niveau van de Europese Unie.
Ik ben vannacht om 3 uur naar mijn boekenkast gegaan en heb daar het boek uitgehaald ‘Nationalisme en federalisme’ van Maurits Van Haegendoren, geschreven in 1970, waarin hij op een schitterende manier uitlegt dat het federalisme het instrument bij uitstek is om de identiteit van volkeren en gemeenschappen te combineren met samenwerking op hoger vlak. Dat is het wezen van het federalisme, waarover de Vlaams-nationalist Maurits Van Haegendoren zei dat het ervoor zorgt dat het nationalisme democratisch en open blijft, en zich niet opsluit en zich isoleert. Wel, als liberaal vind ik me daarin terug. (Applaus bij Open Vld)
De heer Diependaele heeft het woord.
Zelfs u kunt niet ontkennen waar u vandaan komt. Misschien moet u ’s nachts toch een beetje meer slapen. Maar goed, eerlijk gezegd, ik had wat schrik van dit debat. Ik wou u tijdens uw speech dan ook niet onderbreken. Want als het over Europa gaat, dan vervallen we heel snel in het goochelen met -ismen – federalisme, confederalisme, nationalisme – en slogans over meer, minder of een ander Europa. Een debat als dit doet eigenlijk tekort aan het belang van het onderwerp, en ik weet dus niet of we er wel goed aan doen om hierover nu te debatteren.
Mijnheer Somers, met een deel van uw analyse ben ik het eens. Het klopt dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan tussen de Europese instellingen – Europa heeft zeer veel gezichten – en de bevolking. Het Europa dat we kennen, de Europese Unie, is al lang geen Europa meer van de Europeanen. De vertrouwensbreuk is gigantisch. U hebt de oorzaken opgesomd: een falend migratiebeleid, de bankencrisis, besparingen enzovoort. Voorts kleinere zaken zoals het circus van de steeds weerkerende verhuizing naar Straatsburg en overbetaalde ambtenaren. Ik ben het eens met die analyse. Maar met uw antwoord ben ik het niet eens. Want u stelt dat we nog meer van hetzelfde nodig hebben. Ik zeg dat we eerst de hand in eigen boezem moeten steken.
Ik ben het ermee eens dat we voor heel veel zaken Europese samenwerking absoluut nodig hebben. Duw me dus niet in de hoek van de eurosceptici. Ik ben er heilig van overtuigd dat de voordelen van Europese samenwerking voor Vlaanderen nog altijd vele malen groter zijn dan op onszelf voort te doen. Maar vanuit een elitaire visie – want dat is het uiteindelijk toch – nog meer Europa, nog meer instellingen, nog meer federalisme en nog meer afstand tussen Europa en de Europese burger creëren, is echt niet wat we moeten doen. Wat we wel moeten doen, is in de eerste plaats het vertrouwen van de burger terugwinnen. Hoe? Door niet een structuur boven de hoofden van de burgers uit te werken, maar door enkele projecten in het belang van de mensen uit te werken, projecten die aantonen dat de mensen er hun voordeel mee doen. Het betreft dan projecten op het vlak van migratie, welvaart, detachering en veiligheid. Op die vlakken moeten we iets realiseren. Zo kunnen we het vertrouwen van de burger in de instellingen herstellen. Als dat is gebeurd, zijn we zeker een aantal jaren verder, en op dat moment kunnen we zien hoe we het grotere Europese verhaal verder aanpakken. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Diependaele, met alle respect: ik denk dat we fundamenteel van mening verschillen, niet over de analyse van wat fout gaat en wat beter zou moeten, maar over de vraag hoe het komt dat we er de afgelopen jaren niet in zijn geslaagd om die zaken beter aan te pakken. U blijft vasthouden aan de confederale logica waarmee het Europa van vandaag is gebouwd. Volgens die confederale logica kan men onmogelijk de Europese Commissie afslanken. In een confederale logica blijft iedereen afhankelijk van het akkoord van elke partner over alle cruciale kwesties, want iedereen behoudt dan zijn vetorecht. Het is uw overtuiging dat men nooit de soevereiniteit op bepaalde domeinen mag overdragen naar een hoger niveau. U zegt dat de burgers daar tegen zijn. De burgers zijn het beu dat Europa niet functioneert. Ik ben ervan overtuigd dat heel veel burgers – zeker jonge mensen; de nieuwe generaties – van Europa vragen om slagvaardiger te zijn. Ze vragen dat Europa democratisch functioneert. Ze vragen een Europa waarin Europese commissarissen meer zijn dan de vertegenwoordigers van de lidstaat waaruit ze voortkomen. Ze vragen een Europees Parlement dat de hele EU of de kernlanden vertegenwoordigt, en die meer zijn dan een doorgeefluik van wat er op nationaal vlak gebeurt. Dat is de essentiële kwestie.
We zullen nooit vooruit geraken in Europa als we niet voor welbepaalde domeinen voor die federale logica kiezen. Dan blijven we geblokkeerd en blijven we vastzitten. Daarin verschillen wij als liberalen, respectvol maar ook heel consequent, van mening. We hebben dat in ons eigen land ook gezien en stellen dat ook vast. Wij pleiten niet voor die confederale blokkeringscultuur. Wij willen een federale logica die heel consequent wordt beleefd. (Applaus bij Open Vld)
Voor alle duidelijkheid en met alle respect: we verschillen van mening, maar dat hoeft natuurlijk ook geen probleem te zijn.
Ik zou voorzichtig zijn met de verwijzing naar België. Naar mijn aanvoelen is het vooral het federale systeem dat op heel veel niveaus geblokkeerd zit. Maar goed, dat is een heel andere discussie.
Er was met het Verdrag van Lissabon een akkoord om nog maar twee derde van de lidstaten een Europese commissaris te geven. Dat akkoord is er geweest. Er was dus wel degelijk een afslanking van de Europese Commissie. (Opmerkingen van Bart Somers)
Waar we het absoluut over oneens zijn: wij denken net – en de overgrote meerderheid van de Europese landen denkt er zo over – ‘eenheid in verscheidenheid’. Het is ook de slogan van de Europese Unie. Door de stappen die u gaat zetten, gaan we naar eenheidsworst en gaan we ervoor zorgen dat we allemaal hetzelfde doen. Neen, wij denken dat een identiteit, het feit dat mensen nood hebben aan een overheid die dicht bij hen staat en aanspreekbaar is en niet over hun hoofden beslist en waar zij vat op hebben, heel belangrijk is. Die identiteit van elke lidstaat gooi je weg als je te ver doorschuift – op sommige gebieden zijn er al federale procedures –, en dan werk je boven de hoofden van de mensen en ben je ze kwijt.
Zonder al te technisch te worden, wil ik toch verwijzen naar een arrest van het Grondwettelijk Hof van Duitsland van 1999. Het Grondwettelijk Hof heeft een arrest geveld – een boek van meer dan 450 pagina’s – over de vraag of het Verdrag van Lissabon die stappen kan zetten. In het arrest is heel duidelijk uitgemaakt dat je heel voorzichtig moet zijn, want dat je je democratische legitimiteit verliest op een moment dat je te veel de weg opgaat zoals jij zegt. Het probleem met dat arrest is dat het nog wat vrijheid laat over waar ‘te veel’ ligt. Ik ben er wel van overtuigd dat als je op te veel gebieden de federale weg ingaat, je de bevolking verliest en elke democratische legitimiteit. Net dat is het grootste gevaar van het project zelf.
Mijnheer Diependaele, ik denk dat we de argumenten aan het uitwisselen zijn. Ik wil u er enkel op attent maken dat, wanneer u spreekt over eenheid in verscheidenheid, dat de definitie is van federalisme. Het laat toe dat de deelentiteiten een eigen verantwoordelijkheid dragen, een eigen identiteit kunnen uitbouwen maar beslissen om een aantal dingen samen te doen. Wat ze samen doen, doen ze als een federatie. Met andere woorden, die bevoegdheden die de kernbevoegdheden van Europa zouden moeten zijn, zouden op Europees vlak door een volwaardige Europese regering, die verantwoording moet afleggen aan het Europees Parlement, moeten worden uitgeoefend. Dat is de enige manier om Europa het elan te geven dat het nodig heeft om de grote problemen aan te pakken. We verschillen van mening want het gaat natuurlijk in tegen de essentie van waar uw partij voor staat. Ik respecteer dat, maar wij, liberalen, kijken daar anders tegenaan.
Sommigen van uw partij zeggen dat Europa een ‘failed nation’ is. Voor ons hoeft Europa geen failed nation te zijn. Wij geloven dat mensen een Vlaamse identiteit hebben, een Belgische identiteit kunnen hebben, een Europese identiteit kunnen hebben zonder dat ze met elkaar botsen. Op elk van die identiteiten is het perfect mogelijk om politieke structuren te organiseren. Dat is de uitdaging waar we voor staan. Doen we dat niet, dan blijven we in een confederale logica, en dat is eigenlijk een permanente diplomatieke conferentie. Altijd op het ritme van de traagste, altijd met de mogelijkheid om eruit te stappen, altijd met de mogelijkheid om te blokkeren en tegen te houden. Daar moeten we van weg. Kunnen we dat van vandaag op morgen? Evident niet. Het zal een stapsgewijs proces zijn, maar het is opnieuw aansluiten bij de ideeën van de stichters van Europa, bij de ideeën die zestig en zeventig jaar geleden aan de grondslag lagen van dit Europees project.
Het verhaal van de diplomatieke conferentie: dat is wat de heer De Gucht zei over de Belgische regering. (Gelach)
Het spijt me verschrikkelijk, maar de ‘failed nation’ is een pure analyse en een pure vaststelling die je kunt maken. De Europeaan begrijpt het niet meer. Hij ziet bepaalde dingen gebeuren. Je noemt zelf allemaal dingen op die eigenlijk aan de Europeanen zouden moeten tonen dat ze er voordeel bij hebben. Een gezamenlijke aanpak van de migratiecrisis: u hebt er voordeel bij. De volledige interne markt, inclusief de detachering: u hebt er voordeel bij. De veiligheidsaspecten: u hebt er voordeel bij. Hij ziet dat niet meer.
U zei daarnet op een bepaald moment – en ik was daar zeer blij om –: “Waarom voor sommige dingen ook niet minder bevoegdheden?” In mijn ogen is dát de grote vraag. Dáár ligt het grote vraagstuk. Dat is de knoop die we eens moeten ontwarren: voor welke bevoegdheden moeten we inderdaad naar een doorgedreven Europese samenleving? Voor bepaalde zaken, confederaal of federaal – noem het zoals je wilt –, bepaalde procedures, zit dat er in. Voor andere zaken doen we dat niet. Europa heeft bepaalde bevoegdheden naar zich toe getrokken waarvan we nu merken dat ze te ver zijn doorgeschoten.
De heer Keulen heeft het woord.
Maar, collega Diependaele, vandaag zijn er tal van problemen die voor huidige en volgende generaties Vlamingen ontzettend belangrijk zijn en waarin Vlaanderen en bij uitbreiding België niet bij machte zijn om die uitdagingen en problemen het hoofd te bieden: energie, duurzaamheid, alles wat te maken heeft met het milieu, het hele fiscale en sociaalrechtelijke vlak. Ik ben burgmeester van een grensgemeente, Lanaken, die 26.000 inwoners telt. Bij ons wonen 6800 Nederlanders. Iedere dag gaan 4000 Lanakenaren de grens over om het dagelijks brood te verdienen in Maastricht en omgeving. De voorzitter is zelf grensarbeider geweest. Je moet eens luisteren naar die mensen welke miserie dat geeft op fiscaal en sociaalrechtelijk vlak. We zijn vandaag anno 2016. Mensen begrijpen niet dat dat niet opgelost geraakt.
Vandaag ent zich, collega Diependaele, een specifiek type van criminaliteit rond de grens. Die criminelen weten dat politie en justitie bij uitstek overal nationaal werken. Je pleegt overtredingen, misdrijven en misdaden aan de ene kant van de grens en dan trek je de grens over. Dat geeft een bepaalde bescherming aan mensen die het slecht voorhebben met de samenleving, met de wereld. De buitenwereld begrijpt dat niet. Dat zijn allemaal domeinen waar we absoluut meer Europa nodig hebben en waar die samenwerking forser, professioneler en dwingender moet zijn.
Tezelfdertijd vind ik dat Europa zich er niet mee moet bezighouden of er nu al dan niet een flippo in een zak chips zit. Dat doet Europa vandaag ook, maar dat is absoluut niet nodig. Dat zijn beuzelarijen. Dat verschil moet je maken. In die zin zijn crisissen opnieuw kansen en uitdagingen.
De heer Daems heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, voor een deel zijn we weer vertrokken vanuit een relatief negatieve invalshoek. Wat mij zou interesseren, is dat we ook eens heel even belichten wat het samengaan in een Europees project voor ons in Vlaanderen aan positiefs heeft opgebracht. Dat wordt veel te weinig belicht. Dat is volgens mij een van de redenen, zo niet dé hoofdreden, waarom die burger in de straat, in het dorp, in de stad, afstand in zijn hoofd, in zijn hart heeft tot dat Europese project. Dat Europese project heeft uiteindelijk heel veel positiefs opgebracht: vrij wonen, vrij leven, vrij reizen, vrij studeren, een interne markt, vrede, enorm veel jobs.
Ik heb daarvan één simpel voorbeeld, het omgekeerde, een bewijs uit het ongerijmde. Kijk naar wat er op 48 uur tijd is gebeurd met Groot-Brittannië, nadat zij – en dat is hun recht – hebben besloten om uit dat Europa te treden. Collega’s, zij hebben op 48 uur tijd een waardeverlies geleden van 2000 miljard euro. Dat is zegge en schrijve honderd keer hun jaarlijkse bijdrage aan de Europese Unie. Dat is de realiteit.
Met andere woorden: de fout die we vandaag allemaal maken, is dat we vergeten dat we moeten belichten welke enorme, enorme voordelen dat gezamenlijk project ons heeft gebracht. Dan kunnen we zeggen: “Ja, er zijn een aantal aspecten die beter kunnen.” Naar onze mening kan dat door synergiën te zoeken. Een synergie is geen vetorecht voor onderdelen, maar samengaan en de plussen en de minnen aanvaarden van een samenwerking in een federaal concept. Dat is de reden waarom wij voor zijn. Waarom zijn wij voor, collega’s? Omdat de voordelen van het samengaan in een Europees concept zo gigantisch zijn voor Jan en Annemarie in de straat, dat het een schande en zonde zou zijn om dit niet te belichten en daar niet verder in te gaan. Dat zouden we vandaag absoluut moeten uiten. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Persoonlijk heb ik het ook wat moeilijk om te horen dat Europa een ‘failed nation’ zou zijn. We leven in moeilijke en woelige tijden. Dat hebben we deze voormiddag ook gevoeld. Dan verwacht men van politici dat ze perspectief geven aan de mensen en hen niet naroepen en hen bang blijven maken. Dat is ook de zaak met Europa. Europa heeft zeventig jaar vrede gebracht. Het heeft ons inderdaad vrij doen reizen: geen vervelende grensovergangen waar we uren in de rij moeten staan, geen vervelende wisselkoersen. We kunnen vrij studeren, we kunnen vrij werken. Europa heeft zijn waarde en is dus geen ‘failed nation’.
We moeten dat ook durven zeggen en verantwoordelijke politici moeten ook durven uitleggen en het perspectief geven aan de mensen dat er wellicht meer Europa nodig is op sommige vlakken – niet op alle vlakken. Europa moet geen detailreglementering ontwikkelen voor van alles en nog wat. Dat kunnen de naties doen. Op sommige vlakken echter hebben we juist meer Europa nodig, bijvoorbeeld op het vlak van migratie en veiligheid. We hoeven geen 27 nationale veiligheidsdiensten te hebben. Niet de grenswacht tussen Luxemburg en België zal de migratie vanuit Syrië en Libanon tegenhouden, maar een Europese buitenwacht zal de migratie onder controle houden.
De globalisering kunnen we oplossen met een Europees antwoord op de sociale politiek in grote lijnen waarna natiestaat en regio’s er verder invulling aan kunnen geven. Voor de klimaatproblematiek geldt net hetzelfde. Op dat vlak verwachten de mensen leiderschap. Als Europa geen legitimiteit meer heeft, dan is het omdat het wellicht ook niet de oplossingen kan geven die de mensen van Europa verwachten. Daar moeten we iets aan doen. Op die vier kapitale punten die ik daarnet heb genoemd, moet Europa meer kunnen leveren, is er meer Europa nodig en moeten we tot de juiste structuur komen. Op dat punt moeten we realistisch zijn. We moeten niet vervallen in grote dromen om snel een Europese regering te maken. We moeten op een juiste, wijze en gezonde manier opgaan, om meer Europa vorm te geven met stapjes in de goede richting, om tot een sterk Europa te komen en vooral aan de Europeanen de perspectieven te geven dat meer Europa de juiste weg is om tot de juiste oplossingen te komen op delicate domeinen.
Mijn excuses, maar hier worden echt de grootste onwaarheden ooit verteld: alsof de Europese Unie iets heeft gedaan om de migratiestroom tegen te houden. De Turkijedeal is een grote flop die ons veel geld kost. De enige reden dat de migratie is gestopt, komt door vrij soevereine staten, door Macedonië dat zijn grenzen heeft toegedaan, de Balkanroute die potdicht is. Dat zijn vrije naties die hebben beslist om hun eigen grenzen te gaan controleren.
Mijnheer Keulen is niet meer aanwezig, maar hij zegt dat eigen grenzen controleren niets gaat oplossen voor de grenscriminaliteit. Wel, Frankrijk heeft zijn grens gecontroleerd aan de kant West-Vlaanderen. Weet u met hoeveel de grenscriminaliteit is gedaald? Met 90 procent! Grenzen houden inderdaad mensen tegen gedurende een korte periode, maar het is niet meer de jaren 60. We hebben nieuwe technologie. Grenscontrole houdt ook criminelen en terroristen tegen. Het is een absurd en intellectueel oneerlijk argument dat de EU vrede heeft gebracht. Dat u dat durft zeggen! Het is de NAVO en niets anders dan de NAVO die vrede heeft gebracht na de Tweede Wereldoorlog.
Als ik sommigen hoor, kan er alleen maar welvaart en vooruitgang zijn voor landen die binnen dat karkas van de Europese Unie zitten, maar landen die er niet bij zitten, zoals Zwitserland en Noorwegen, doen het veel en veel beter dan landen zoals het onze die er maar in gepropt worden.
Ik heb nog een vraag aan de heer Somers. Ik vind het allemaal gemakkelijk. Het zijn allemaal dezelfde partijen, ze willen allemaal dezelfde Europese Unie of meer Europese Unie. Durft u het aan om net zoals in Groot-Brittannië een referendum te organiseren met de vraag of wij nog in deze verstikkende Europese Unie willen blijven? Als u een echte liberaal bent, dan steunt u mij daarin.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik wil kort inpakken op wat de heer Keulen zei. Ik ben burgemeester van een grensstad. We worden dagelijks geconfronteerd met de grensproblematiek. Er is inderdaad een vrij verkeer van goederen, van personen en van criminelen, maar er is geen vrij verkeer van de politiediensten. Europa zou daar een oplossing moeten kunnen bieden. Wij krijgen het niet meer aan de burger uitgelegd dat de politiediensten niet over de grens kunnen opereren. Dat zijn dagelijkse problemen waar wij als grensburgemeesters mee worden geconfronteerd. Europa heeft daarin een heel belangrijke taak om actie te ondernemen.
Er zijn heel veel interessante dingen gezegd, waar ik alle sprekers voor dank. Met heel veel dingen ben ik het ook eens. Maar de essentie blijft het volgende. Als wij een Europees politiek project als een meerwaarde zien, moeten we ook de moed hebben om dat te verdedigen. En als je dat project verdedigt, kun je dat niet op een halfslachtige manier doen. Het is evident dat je niet van vandaag op morgen al die structuren kunt omgooien. Maar je moet wel de weg wijzen, de horizon aanwijzen naar waar we gaan. We moeten dus uit de hybriditeit van vandaag. Want als we die structuren niet veranderen, als we de spelregels niet aanpassen, dan blijven we aanmodderen en raken we niet vooruit en verbrokkelt het Europese project. We moeten dus de moed hebben om duidelijk te zeggen waarvoor we kiezen.
Ik ben daar optimistisch in, omdat ik zie hoe jonge generaties daartegenover staan. Jonge generaties zien dat Europa stoelt op gedeelde waarden, waarden waar we vaak over spreken. Als we hier spreken over de westerse waarden, zijn dat onze Europese waarden. Jongeren studeren aan de Europese universiteiten. Jongeren werken in Europese bedrijven. Jongeren reizen in Europa. Jongeren voelen zich thuis in dat Europa. Ze zien dat Europa als een deel van hun identiteit. En ja, ze geloven dat rond dat Europa een politiek project kan worden gebouwd: geen superstaat, maar een slanke, doeltreffende en efficiëntie democratie. En de enige manier om een democratie te organiseren, is via federalisme. Als je dat doet via een confederale logica, dan blijf je diplomatiek met elkaar praten, blijf je afhankelijk van veto’s, blijf je stilstaan.
Dat is een keuze die we moeten durven te maken. En ik ben ervan overtuigd dat elke politieke formatie, indien ze de moed heeft om te aanvaarden dat de natiestaat kan worden uitgebouwd op verschillende niveaus, hier zijn weg vindt en eraan kan meewerken. Want eigenlijk zou het gedragen moeten worden door allemaal. Want wij, in Vlaanderen, hebben misschien het meeste belang bij Europa. We zitten hier in Brussel, de hoofdstad van Europa. We zitten met een economie die voor 70 procent exporteert naar die ruimte. We hebben een ruimte van nu nog 500 miljoen, binnenkort 450 miljoen Europese burgers. Vlaanderen heeft daar heel veel belang bij. Vanuit dat belang zouden wij resoluut moeten kiezen voor die meer offensieve aanpak en verdediging van die Europese droom. (Applaus bij CD&V, Open Vld en Groen)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, afgelopen vrijdag zijn we wakker geworden in een ander Europa. Met verstomming hebben wij van sp.a, net zoals velen onder jullie, naar de nieuwsuitzendingen gekeken. Ook op de BBC was de verslaggeving die ochtend er vooral een van ongeloof. De Britse conservatieven, met David Cameron op kop, zijn erin geslaagd om de Britten, een van onze belangrijkste handelspartners, uit de Europese Unie te duwen. Vandaag, vijf dagen later, heerst er vooral verwarring en chaos, niet het minst bij de Britten zelf. Want nu blijkt dat het Leave-kamp geen plan heeft. ‘Ikke, ikke en de rest kan stikken’, blijkt het. Maar eruit betekent eruit, collega’s. En precies daarin zit voor Europa een unieke kans. In plaats van hier in Vlaanderen ook geschokt en verward achter te blijven en de zaken op hun beloop te laten, is dit een wake-upcall om de zaken, zoals collega Somers al heeft gezegd, drastisch te veranderen, om mee aan de wieg van de verandering te staan, voor een ander Europa, een sociaal Europa.
En neen, dat doen we niet door nog meer macht aan de lidstaten te geven, een scenario waar sommigen al van dromen. Want het zijn precies de lidstaten, collega’s, die de afgelopen jaren telkens op de rem zijn gaan staan toen alleen een verenigd Europa oplossingen kon bieden.
Want laten we de feiten onder ogen zien. De 52 procent van de Britten die voor de uitgang hebben gekozen, deden dat vooral uit bezorgdheid en onzekerheid, in de eerste plaats door de vluchtelingencrisis en in de tweede plaats door de toenemende oneerlijke arbeidsmigratie – ik zal het plat uitdrukken: Oost-Europeanen die tegen een hongerloon hun job komen afnemen. Britten, en bij uitbreiding alle mensen, vragen oplossingen van Europa voor dergelijke grensoverschrijdende problemen. Een lidstaat alleen kan die niet bieden, tenzij schijnoplossingen, zoals een muur die wordt gebouwd om mensen tegen te houden. Alleen een gemeenschappelijke Europese oplossing kan soelaas, zekerheid en bescherming bieden.
Eurorealisten, noemen ze zich dan, diegenen die meer macht voor de lidstaten willen. Ik noem dat eurodefaitisten. Terugplooien op zichzelf is niet de oplossing, dat is de problemen voor zich uitschuiven, dat is de problemen op de kap van de mensen blijven schuiven. Zo dreigt de Unie helemaal ten onder te gaan aan de populistische opmars, verkiezing na verkiezing. Is het dat wat we uiteindelijk willen: Europa overlaten aan de Wilders en de Le Pens van deze wereld? Laten we hopen van niet.
De Europeanen vragen een unie die zekerheid kan bieden, die onze welvaartsstaat beschermt en die ons veiligheid biedt. De dramatische gebeurtenis in Istanbul gisteravond, op een zucht van de Europese Unie, drukt ons alweer met de neus op de feiten. Zekerheid, bescherming, perspectief en toekomst zullen er niet komen door zich opnieuw achter de eigen grenzen terug te trekken. Het is precies door die supranationale samenwerking dat de EU in een halve eeuw voor vrede en welvaart heeft gezorgd. Dat is een voordeel dat niet genoeg wordt benadrukt. Dat eurorealisme daarentegen bewandelt de omgekeerde weg en leidt uiteindelijk alleen tot exits.
De mensen moeten de voordelen en oplossingen van Europa zien. Daarom stellen we met sp.a enkele concrete acties voor. Als in de bouw in België alleen al 28.000 jobs verloren dreigen te gaan omdat arbeidskrachten uit Roemenië en Bulgarije tegen een hongerloon worden tewerkgesteld, en daardoor kmo’s van bij ons dreigen kapot te gaan, is het tijd om de Europese Commissie een rode kaart te geven en te vragen om van sociale dumping een topprioriteit te maken en het voor eens en voor altijd op te lossen, om die mensonterende werkomstandigheden een halt toe te roepen en om onze bedrijven die hun sociale bijdragen wel correct betalen en onze economie te beschermen.
Mevrouw Turan, ik wil even ingaan op het aspect van deloyale concurrentie. Als er iets is waar men in een Europese context ab initio zou moeten voor zorgen, dan is dat een level playing field, een eerlijk speelveld. Naast de vele voordelen die we allemaal dagelijks genieten, zit hier een pijnpunt dat wordt misbruikt vanuit een populistische invalshoek. Men zegt: we gaan niet spreken over de miljoenen jobs die de interne markt aan ons heeft opgeleverd, we gaan wel spreken over heel wat jobs die in gevaar zijn omdat men oneerlijke concurrentie gedoogt. Als liberalen hebben we er geen probleem mee om dat op een correcte manier te bekijken. Het punt is: een Vlaming moet bijdragen tot een systeem en iemand die niet bijdraagt tot dat systeem, heeft dezelfde benefits. Dat is een essentieel probleem.
We pleiten dus niet voor gelijkheid. Dat zou verkeerd zijn, want elke lidstaat zal in grote mate toch zijn eigen sociale systeem blijven behouden. Het zou maar fair zijn dat wanneer je activiteiten in een lidstaat uitoefent, je effectief de regels van die lidstaat volgt. Dat is correct. Ik zeg dat niet nu, ik zeg dat al tien jaar. Alleen valt het me altijd op dat als je dat discours houdt, dit betekent dat je maar van een systeem kunt genieten als je tot het systeem bijdraagt. Dat zul je ook op jezelf moeten toepassen, in ons land en in Vlaanderen. Dan geldt dat ook voor de eigen burgers.
Dat debat moeten we dan ook op een correcte manier durven door te trekken, niet alleen in een internationale context, maar ook in onze eigen Belgische en Vlaamse context. Dan kun je op een heel goede manier het populistische, voor mijn part deels nationalistische, misbruik tegengaan, waarbij argumenten worden misbruikt door in de buik van de mensen een oneerlijkheid aan te tonen die voor een deel bestaat, en waar we tot nu toe hebben nagelaten om er iets aan te doen.
Collega Daems, het stemt me vooral hoopvol dat in de eerdere gesprekken en debatten, er een grote consensus was wat betreft de Europese Unie en waar die naartoe moet gaan. Inderdaad, de sociale dumping is een blijvend probleem. Het spreekt de mensen ook aan omdat tienduizenden mensen, zowel in de transportsector als in de bouwsector, vandaag de nadelen ervan ondervinden omdat het Europees nog altijd niet is geregeld. Zo blijven wij onze eigen bedrijven uit de markt concurreren. De aanpassing van de Detacheringsrichtlijn van mevrouw Thyssen staat op de agenda. Het is juist door het Verenigd Koninkrijk van de agenda gehaald. Daar draait het juist om: het eurorealisme brengt ons vandaag niets op. Er blijven vandaag 27 lidstaten achter. Dat is de reden waarom ik vraag om niet te talmen. Je wilt eruit? Eruit is eruit. Die 27 andere lidstaten moeten verder gaan. We mogen geen tijd verliezen en onze economie en onze bedrijven daar niet langer door laten leiden. Ik ben dus blij met de hoopvolle boodschap die ik van uw fractie en enkele andere fracties vandaag krijg.
Mevrouw Turan, enkele zaakjes. Cameron was het boegbeeld van het Remain-kamp, niet van het Leave-kamp. Het is opmerkelijk hoe u zo duidelijk stelt: eruit is eruit. Met evenveel passie hebt u alles geprobeerd om de bodemloze put van de Europese Unie erbij te houden: Griekenland. Ik vind dat zeer opmerkelijk. Ik wil u misschien nog één toegift doen. Misschien is er wel één nadeel aan de brexit, namelijk dat als alle gedegouteerden vertrekken, je met de degoutanten overblijft. Wij gaan in een club van losers zitten: Griekenland, Italië, Portugal. Dat is nefast voor onze Vlaamse economie.
Ik deel uw bezorgdheid over de sociale dumping, maar nu moet u toch de zaken niet omdraaien. Als je je eigen economie kunt beschermen, heb je geen last van sociale dumping. Het is door meer macht aan de Europese Unie te geven dat er sociale dumping is. Dan komt u met de oplossing: nog meer macht en nog meer regeltjes van de Europese Unie. Je kunt sociale dumping aanpakken als je een heilige koe laat varen, en er misschien wel vrij verkeer van goederen kan zijn, maar geen vrij verkeer van personen en je opnieuw je eigen grenzen kunt controleren.
Hoe kunt u nog voor meer EU pleiten? U weet net als mijn partij dat de armoede oprukt in onze grootsteden. Armoede is een groot probleem. Tegelijkertijd zet u de poorten wagenwijd open om uit heel de wereld armoede te importeren. Nu moet u mij eens uitleggen, mevrouw Turan, hoe u door een probleem groter te maken, dat probleem gaat oplossen. Ik kan daar niet bij. Dat is antisociaal. Een socialist zou een dergelijk discours niet mogen voeren.
Mijnheer Van Grieken, ik ben blij dat ik bijna al uw meningen niet deel. Wij waren geen vragende partij om een brexit te organiseren, noch de Europese Unie, noch de collega’s. (Opmerkingen van Tom Van Grieken)
Maar het Verenigd Koninkrijk heeft een keuze gemaakt, dat is hun goed recht. Ze hadden een aantal bedenkingen en ze vonden geen oplossingen. In plaats van mee te werken aan het project en vooruit te gaan, hebben ze dit uitgesproken. Zo uitgesproken is die uitspraak van 52 procent voor nu ook weer niet, en vandaag zijn er al heel veel mensen die er bedenkingen bij hebben. Maar wij moeten vooruit met de geit en kijken naar de 27 overblijvende lidstaten, naar onze eigen eurozone en naar de economie. We mogen niet toelaten dat het Verenigd Koninkrijk ons lang gaat blijven gijzelen zonder artikel 50 in te roepen. Ook in het Europees Parlement wordt deze boodschap gegeven: u hebt een keuze gemaakt, laten we die dan zo snel mogelijk uitvoeren. Zo kunnen we heel snel starten met de onderhandelingen om de toekomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk verder in kaart te brengen. Van twee dingen één: we moeten ons niet langer laten gijzelen, want onze bedrijven kunnen zich dat absoluut niet permitteren.
Een tweede pijnpunt dat door de vorige sprekers is aangehaald, is een van de redenen waarom de brexitkiezers hebben gesproken, namelijk het bieden van een antwoord door Europa op de vluchtelingencrisis. Dat betekent inderdaad ook controle over de buitengrenzen, die moeten worden hersteld, het garanderen dat de mensenrechten worden gerespecteerd en vooral de uitwerking van een solidair spreidingsplan dat moet worden nageleefd.
Het derde wat Europa in de toekomst veel geloofwaardiger zou kunnen maken, is de besparingsagenda. Ook de regeringen in dit land hebben er trouw aan gezworen. Maar, collega’s, die besparingsagenda werkt niet. Onze economische motor raakt niet aan de praat, met alle gevolgen van dien. Het wordt dringend tijd om niet alleen bij ons, maar ook bij de Commissie los te geraken van dat keurslijf. We moeten opnieuw in mensen investeren in plaats van ze letterlijk kapot te besparen zonder dat het ergens toe leidt.
Beste minister-president en voorzitter, hiermee sluit ik af. Laten we de brexit als unieke springplank gebruiken, in plaats van ons nu maandenlang te laten gijzelen. Ik vraag de Vlaamse Regering dan ook om voluit mee te werken aan een sterker Europa, dat welvaart, zekerheid en veiligheid biedt. Minister-president, ik vraag u ook met aandrang om de komende maanden de positie van de Belgische Regering in de EU niet te verzwakken. Onze bedrijven hebben ons en u, beste ministers, meer dan ooit nodig. Terugplooien is geen optie, uitbreken en steunen daarentegen des te meer. Voor de jobs, waar u de mond vol van heeft, maar ook voor een ander Europa, een verenigd Europa, een Europa dat het verschil maakt voor de mensen zelf. (Applaus bij sp.a)
De heer Vanbesien heeft het woord.
Collega’s, Leave heeft dus gewonnen. Het was niet helemaal onverwacht, maar het was voor mij toch wat balen en vloeken. Hier komt – en houd u goed vast – een liefdesverklaring.
De EU is een fantastisch project. De EU kan ons, als Vlamingen en als Belgen, mee in de cockpit brengen van een politiek niveau dat echt kan wegen op de wereldpolitiek. De EU heeft de schaal om veel impact te hebben op het terugdringen van de klimaatopwarming, het bestrijden van terrorisme, het sterker maken van de economie, het onmogelijk maken van belastingfraude allerhande enzovoort. De EU is een fantastisch project.
Dus was het vrijdag balen en vloeken. Ik wil hier vandaag spreken over de toekomst van de EU, maar ook over hoe we moeten omgaan met het groeiende wantrouwen en over hoe we verder moeten met het instrument van de referenda. Want daarrond zijn ook heel wat vragen opgedoken.
Het werd nog maar eens bewezen dat het vertrouwen in de EU op een dieptepunt staat. Zoals we allemaal weten, is dat niet alleen in Groot-Brittannië zo. Het is belangrijk om te begrijpen waar het in essentie over gaat. Ik wil twee elementen aanwijzen.
Een eerste essentieel element is dat de EU haar burgers in de steek heeft gelaten. Zolang burgers niet zien en voelen dat Europa er voor hen is, hen beschermt, naar hen luistert, voor hen opkomt, hen respecteert, zal dat vertrouwen blijven wegzinken. Zolang, bijvoorbeeld, Europa toestaat dat een werknemer uit een ander land door de regels van Europa goedkoper is en dus eigenlijk voorrechten krijgt, zullen de mensen terecht kwaad zijn. Zolang Europa toelaat dat autofabrikanten meeschrijven aan de verzwakking van de uitstootnormen, zullen de mensen terecht verontwaardigd zijn omdat Europa niet om hun gezondheid bekommerd is. Zolang Europa verzandt in gekibbel tussen lidstaten als er een grote humanitaire nood ontstaat door een stroom van oorlogsvluchtelingen, zullen de mensen steigeren. Het is een droeve zaak dat de meerwaarde van Europa, zoals door verschillende collega’s hier al werd aangegeven, door die oogverblindende fouten niet meer wordt opgemerkt.
Er is nog een tweede element dat essentieel is voor het verlies van vertrouwen in Europa, naast het feit dat mensen in de steek worden gelaten: de onverantwoorde houding van de nationale politici. Europa wordt als gemakkelijke vijand gekozen, de zondebok, het excuus voor de eigen onmacht. Ik heb het dan, voor alle duidelijkheid, niet over kritiek geven op het beleid van de EU – dat heb ik zojuist zelf ook gedaan – maar het gaat over iets anders. Als het over Europa gaat, wordt vaak Europa zelf in het vizier genomen. Dan gaat het niet meer over het beleid van de EU maar over het bestáán van de EU dat ter discussie wordt gesteld. In Groot-Brittannië is dat een nationale politieke sport. En als je jarenlang electoraal wil scoren op de kap van de EU, dan laat dat sporen na.
We zien dat dit in heel Europa opgang maakt en ook in Vlaanderen.
Mijnheer Diependaele, u hebt daarstraks uw eigen partij verdedigd. Ik zie de grootste Vlaamse partij, N-VA, steeds meer Europa als project in het vizier nemen. U noemt dat zelf eurorealisme. Ik weet niet wat u daar precies mee bedoelt, het lijkt wel alsof wij dan allemaal eurosurrealisten zijn. Wat u daar inhoudelijk mee bedoelt, denk ik te vinden in een citaat van Sander Loones, ondervoorzitter van de N-VA en Europarlementslid. Hij schrijft in een opinie op de website van de N-VA: “De Europese Unie moet geen politieke unie zijn, ze moet geslachtloos zijn, een efficiënt werkend netwerk, een platform dat ons de mogelijkheid biedt om samen te werken.” Dus, weg met de politiek, het is een netwerk, een platform, geen gemeenschappelijke beslissingen meer. Dat is geen eurorealisme, dat is euroscepticisme.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Vanbesien, het is inderdaad zo dat wij eurorealisten zijn. Dat slaat op datgene waar veel partijen aan voorbij gaan, en dat is een draagvlak bij de mensen. Wat hier wordt geschetst, zijn mooie beelden, mooie institutionele verhalen en in sommige van die zaken kan ik me zeer verregaand vinden. Ik ben echter realistisch genoeg om te weten dat zulke zaken maar kunnen worden opgebouwd wanneer de mensen meegaan in dat verhaal, wanneer er bij de mensen een draagvlak bestaat om daar bewust voor te kiezen. En daar gaan vandaag blijkbaar veel mensen niet in mee.
U hebt daarnet zelf gezegd dat het vertrouwen in de Europese Unie op een laagtepunt staat. Het lijkt me dan ook het slechtste moment om met dat project een stap voorwaarts te zetten. Door niet te erkennen dat het draagvlak er niet is en dat het vertrouwen op een laagtepunt staat, daar de ogen voor te sluiten en door te gaan, brengt men het project in gevaar. En dat is exact wat er is gebeurd in Engeland.
De kiem voor die brexit is veel vroeger gelegd, dat is niet de laatste twee jaar gebeurd. Er zijn voordien al veel andere referenda geweest waarbij er niet is geluisterd naar de mensen. Er zijn al heel veel stappen gezet in die Europese eenmaking. Persoonlijk vind ik, en ik vermoed dat historici dat ook zullen schrijven, dat 2005 en 2007 de twee grote blunders zijn geweest. We hebben veel te snel de Centraal-Europese landen in 2005 en nadien Roemenië en Bulgarije in 2007 in de Europese Unie opgenomen. De unie was daar als politiek gegeven niet klaar voor. Ik ben er vrij zeker van dat dit in de geschiedenis zal worden aangegeven als het grote probleem.
We zitten nu in een malaise omdat we geen rekening hebben gehouden met het gebrek aan vertrouwen en draagvlak. En wat zullen de meeste mensen hier nu zeggen? We moeten dat nog een keer doen en we moeten met onze ogen gesloten vooral vooruit blijven gaan zonder na te denken en zonder te luisteren naar de mensen. Dat lijkt me fout. Het Europees project is me net te dierbaar om die fout opnieuw te maken. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Diependaele, ik weet niet of u goed hebt geluisterd. Ik heb net gezegd dat het grote probleem het wantrouwen is van de burgers in de Europese Unie. Dat moeten we aanpakken. Dat heeft te maken met het feit dat de Europese Unie niet inzit met die mensen, geen beleid voert waarvan de mensen aanvoelen dat het over hen gaat en waarvan zij geen deel uitmaken.
Waar ik het over had, was uw oplossing. Wat wilt u in de toekomst? Ik heb u een citaat voorgelezen van uw ondervoorzitter. U bent even euro-sceptisch als u belgo-sceptisch bent. U wilt België zien verdwijnen in een soort netwerk van deelstaten. En u wilt ook Europa zien verdwijnen in een netwerk van lidstaten. Eigenlijk zegt u dat u in Vlaanderen alle problemen van de wereld zult oplossen. Wel, als u dan consequent bent, zet dan ook de volgende stap en ga in het Europees Parlement in de fractie van Wilders en Le Pen zetelen. (Applaus bij Groen)
We zullen zelf wel kiezen bij wie we gaan zitten, mijnheer Vanbesien. Mijn belgo-scepticisme is een pak groter dan dat ten aanzien van de Europese Unie, maar daar gaat het hier niet over.
Ik wil een voorbeeld geven waarmee uw stelling onderuit wordt gehaald. Vindt u dat de unie op een goede manier heeft gereageerd op de migratie- en vluchtelingenproblematiek?
Op dat punt heeft de EU daadwerkelijk gefaald. Uiteindelijk hebben we een deal moeten sluiten met Turkije en moeten rekenen op de Balkanlanden om ervoor te zorgen dat die instroom werd afgesloten. We verschillen trouwens van mening over die oplossing. Als je gaat vragen aan de mensen op straat op welk vlak Europa heeft gefaald, dan zal dat wel een van die punten zijn waar we dat het meest hebben gedaan. Het standpunt van mijn partij is altijd geweest dat we eerst en vooral als Europese Unie die buitengrenzen moeten sluiten. Als we de binnengrenzen open willen houden, dan moeten die buitengrenzen toe. Ter zake heb je geen andere keuze. Dat is de logica zelve. Verder moet men de lasten van de vluchtelingencrisis op een correcte manier over de Europese Unie spreiden. Ook dat is een louter realistische vaststelling. Je kunt dat betreuren zoveel je wilt, maar nu gebeurt dat níet. Het is zeer duidelijk dat er landen zijn die er in het verleden wel bij zijn gelaten, die nu die lasten niet mee willen dragen. Dat ondergraaft het draagvlak bij de Europeanen, bij de mensen, en dat is niet mijn schuld, hoor.
De heer Daems heeft het woord.
Ik wil even teruggrijpen naar iets heel belangrijks dat de heer Vanbesien daarstraks heeft gezegd en dat nu ook in het verdere debat naar boven komt, maar op de verkeerde wijze. Collega’s, gedurende jaren hebben we, wanneer er iets verkeerd liep in onze interne politieke situatie, toch allemaal maar al te vaak gezegd dat het de schuld van Europa was. Met alle respect, maar eigenlijk zijn we als politici toch echt wel een beetje laf geweest als we altijd de schuld elders legden. We hadden de ideale zondebok, met name Europa. Hoe wil je dan verdomme dat we vandaag een bocht nemen en zeggen dat Europa eigenlijk een goede zaak is, wat het nota bene ís? We weten dat Vlaanderen internationaal zal zijn of niet zal zijn. Daar zijn we het toch wel over eens. Ik pleit er dus vandaag voor dat we er misschien eens met zijn allen mee beginnen die enorme voordelen in kaart te brengen, op een heel eenvoudige manier. Ik pleit ervoor dat we aan onze burgers uitleggen dat, als we niet in een Europese context zaten, het leven vandaag véél duurder zou zijn. Als we niet in een Europese context zaten, dan waren er in Vlaanderen vandaag vele tienduizenden jobs minder. Als we niet in een Europese context zaten, dan zou je vandaag inderdaad overal worden tegengehouden voor allerlei prullaria. Als we niet in een Europese context zaten, dan zou vandaag iets heel simpels zoals je telefoonrekening een pak hoger zijn. Als we niet in een Europese context zaten, dan zou heel die jeugd, die wel in Europa gelooft, niet zonder remmen in het buitenland kunnen gaan studeren, en ga zo maar door.
Wij moeten ermee ophouden Europa hier verkeerdelijk en eigenlijk toch wel wat laf als een zondebok af te schilderen wanneer we verdomme in ons eigen land een probleem hebben. Daar moeten we mee stoppen. Pas dan kunnen we inderdaad een aantal andere problemen op een correcte manier aanpakken. Er zijn zo veel voordelen die we verdomme nooit hebben verdedigd. Misschien moeten we dáár eens aan beginnen, en daaruit zal voortvloeien dat meer Europa in de federale context opnieuw meer voordelen zal brengen voor Jan en Annemie in de straat. Alleen zouden we dat eens een keer moeten uitleggen, in plaats van door te gaan met de schuld elders te leggen. (Applaus bij Open Vld, CD&V, sp.a en Groen)
De heer Somers heeft het woord.
Het is evident dat ik volledig akkoord ga met collega Daems, maar ik zou nog verder willen gaan. Collega Diependaele heeft terecht gezegd dat wat de moeilijke migratieproblematiek betreft, een aantal lidstaten eigenlijk weigeren zich in te schakelen in een gemeenschappelijke aanpak, en dat de mensen vragen dat wij onze buitengrenzen op een gelijke manier goed bewaken. Als er vandaag een aantal lidstaten zijn die daar niet aan willen meewerken, gaan we dan ter plaatse blijven trappelen, blijven we dan werken volgens dezelfde procedures? Of kiezen we net voor een andere aanpak, waarbij we wel degelijk met Europese autoriteit kunnen garanderen dat die buitengrenzen daadwerkelijk worden bewaakt, onder Europese bevoegdheid en Europese verantwoordelijkheid? Dat is de keuze waarvoor we staan. Verder werken zoals vandaag zal nooit de oplossingen kunnen bieden die de mensen vragen.
Er is nog een ander element dat ik toch wel merkwaardig vind. Men zegt dat we moeten wachten, dat wij politici vandaag de dag wat de mensen zeggen moeten achternalopen. Ik heb altijd gedacht dat politici ook leiderschap en uitwegen moesten geven. Mochten Adenauer en Monnet in 1950 hebben gewacht tot iedereen in Frankrijk vond dat er kon worden samengewerkt met Duitsland aan de start van het Europese project, dan waren we waarschijnlijk nu nog altijd aan het wachten. Mensen hebben toen net de politieke moed gehad om te zeggen dat de enige manier om vooruit te geraken erin bestond dat we intenser zouden samenwerken. Dat is de keuze waarvoor we staan. Anders blijven we ter plaatse trappen. Dan blijven onze buitengrenzen poreus.
Dan gaan we nooit een degelijk antwoord vinden op de migratiepolitiek, dan gaan we blijven zitten met de huidige problemen. We moeten de moed hebben om aan de burgers te zeggen – en ze verwachten dat van ons – dat, als ze een ander migratiebeleid en een efficiënter Europa willen, ze meer gaan moeten samenwerken op sommige vlakken, niet op alle domeinen. De enige manier om dat te doen, is de federale logica omarmen. (Applaus bij Open Vld)
De heer Van Grieken heeft het woord.
U durft nogal! Op het moment dat uw EU-project compleet in de vuilnisbak ligt, het is bijna dood, het ligt op intensieve en u legt de pretentie aan de dag om te zeggen dat de mensen het niet snappen, dat we het beter moeten uitleggen. Neen, u hebt het niet kunnen uitleggen, en weet u waarom? Omdat het niet te verdedigen valt, mijnheer Somers.
Mijnheer Diependaele, op migratie geeft Europa geen antwoord. De keuzes die Europa maakt, zijn de verkeerde. Maar u stemt wel in met de deal met Turkije, met het spreidingsplan. Wat bent u met een spreidingplan op Europees niveau? Als Portugal bijvoorbeeld een deel van de asielzoekers opvangt, dan blijven die niet in Portugal. Die komen naar ons land, naar het Verenigd Koninkrijk, naar Scandinavië, naar Duitsland, omdat daar een goede sociale zekerheid is. Dat spreidingsplan is onzin. Bij een dijkbreuk stroomt het water het land binnen, en u maakt de dijk niet terug dicht. U gaat het water gelijk verdelen over alle velden en huizen. Dat is absurd. Dat is te gek voor woorden.
Mijnheer Vanbesien, ik kom tot uw liefdesbrief aan Europa. Ik deel uw mening. Ik hou ook van Europa, maar dan van het continent. U maakt een semantische fout, en volgens mij doet u dat doelbewust. Het continent is iets prachtigs. Daar zijn prachtige dingen uit voortgekomen: onze cultuur, democratie, verlichting, … Dat zijn mooie dingen, maar de EU is compleet het tegenovergestelde van dat prachtige mooie continent. Ik zal het misschien helemaal populistisch uitleggen. Het is niet omdat men voetbal de mooiste sport ter wereld vindt, dat men de corrupte FIFA moet gaan vertegenwoordigen.
Mijnheer Vanbesien, ik snap u echt niet. Er is een groot alarm afgegaan. De Britten stappen eruit – een sterke economie – en nog hebt u de pretentie om te zeggen: de mensen snappen het niet, we moeten het nog maar eens uitleggen. (Opmerkingen van Wouter Vanbesien)
U vindt de mensen dom. U vindt de kiezers dom. U hebt zelfs niet de moed om dat te zeggen. Ik vind dat niet. Ik vind dat politici moeten luisteren naar het volk. Politici die niet luisteren naar het volk, zijn het niet waard om de politici te zijn van dat volk. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Grieken, een ‘continent’ is een geografische omschrijving. Het mooie dat daarvan voortkomt, zijn bloemen, bergen en rivieren. Een ‘unie’ is een samenwerking van mensen, en dat gaat over heel andere zaken.
Mijnheer Somers, ik vind het jammer … De heer Somers is op dit moment niet aanwezig, maar er zijn nog andere Open Vld-leden die de honneurs kunnen waarnemen.
Ik spreek van een draagvlak creëren, de mensen vertrouwen geven in de EU, zorgen dat ze ervoor zijn, dat ze erachter kunnen staan, dat ze de voordelen voor hen inzien. Dat noem ik draagvlak creëren, terwijl de heer Somers het heeft over leiderschap tonen. Ik ben het daarmee eens, maar niet dat we de mensen achterna zouden lopen.
Ik ben een democraat. Als democraat luister ik in de eerste plaats naar wat er leeft bij de mensen. Als méér EU betekent minder democratie, dan zal het inderdaad zonder mij zijn! Die stap zet ik niet. We moeten ervoor zorgen dat we de mensen meehebben in ons project.
De historische verwijzing van de heer Somers is ook niet correct. In die tijd was er wel degelijk een zeer grote nood aan samenwerking. Men wist of men voelde dat men die vrede alleen maar ging bewerkstelligen door een verdere stap in de samenwerking. We moeten zien waar men gestart is. Men is gestart met een puur economisch project: staal en kolen. Dat was het enige. Het is geleidelijk aan opgebouwd. Waarom? Omdat ook het draagvlak geleidelijk aan is opgebouwd. En nu te snel gaan, nu helemaal voor de politieke federale unie gaan, Turkije er nog bovenop gooien, dat haalt het draagvlak en het project zelf onderuit. Dat is het slechtste wat men op dit moment kan doen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Diependaele loopt een beetje verloren in zijn eigen argumentatie, vind ik. Hij neemt nu de deal met Turkije als reden waarom het draagvlak nu wat krimpt. Dat is een deal die u hebt gesteund, en ik niet. Ik begrijp niet zo goed waarom …
Ik had het over de toetreding van Turkije, niet de migratiedeal. Mijn excuses.
U fietst er wat omheen. Ik zeg het heel duidelijk en gebaseerd op een N-VA-bron. Wat is uw toekomstbeeld van de EU? Op de website van de N-VA staat: een netwerk is alles wat we nodig hebben, weg met de politiek. Dat kan ik niet anders omschrijven dan euroscepticisme. Voor Groen is het heel duidelijk dat het helemaal de andere kant uit moet met Europa: niet sceptisch maar ambitieus, een Europa met ambities, maar dan wel de juiste ambities; een Europa dat opnieuw de mensen centraal zet en rekening houdt met wat de mensen bezighoudt, geen Europa van munt en markt, maar een Europa van de mensen.
Mijn laatste punt gaat over referenda in de toekomst. Ik geloof in het referendum als één van de instrumenten om de democratie te versterken. Een referendum zorgt ervoor dat er een debat kan worden gevoerd op het scherp van de snee. Er wordt wel eens gezegd dat de uittreding uit de EU een te moeilijk thema is om daarover een referendum te houden. Die mening deel ik niet. Je kunt toch moeilijk beweren dat kiezers wel zouden kunnen oordelen over een volledig programma – dat moeten ze immers doen als een volledig parlement verkozen wordt – maar dat ze niet in staat zouden zijn om zich over één enkel politiek issue uit te spreken.
Het is wel duidelijk dat het debat in Groot-Brittannië ontspoord is. Er zijn leugens verteld, er werden onhoudbare beloftes de wereld ingestuurd. Het referendum is misbruikt voor persoonlijke carrièreplanning. Ik zeg niet dat als dat niet was gebeurd, de uitslag anders zou zijn geweest. Dat weten we niet en dat is ook het punt niet. De Britten hebben het recht om hun eigen keuze te maken. Wel vind ik dat dit beschamende schouwspel niet ligt aan het instrument van het referendum, maar wel aan de protagonisten van het debat, zowel de politieke leiders als de Britse media en kranten, die de waarheid naast zich neerlegden en voluit kozen voor het aanblazen van de angst. Ik blijf streven naar een volwassen debat met alle burgers. Ik blijf streven naar een constante participatie op alle niveaus, tot en met het Europese niveau, waarbij de volksraadpleging een sluitstuk kan zijn.
Ik besluit. Ik zeg ja aan referenda en democratie, ik zeg ook ja aan verantwoordelijke en eerlijke politici en ik zeg volmondig ja aan een Europese Unie, die haar inwoners koestert en centraal plaatst.
De heer Diependaele heeft het woord.
Er is al veel gezegd. Ik ga mijn zes minuten spreektijd gebruiken, in de overtuiging dat ik u allen ook zal kunnen overtuigen.
Vrijdagochtend zijn we in een nieuwe wereld wakker geworden. Ikzelf had dit niet voorspeld, die uitslag had ik niet verwacht. Dat heeft geleid tot veel onzekerheid. Die onzekerheid is de grootste boosdoener. Als we het Leave-kamp iets kwalijk kunnen nemen, is dat ze niet voldoende nagedacht hebben over een plan en over wat ze zouden doen met dat resultaat.
Mijnheer Vanbesien, ik ben geen fan van referenda, maar dat is een heel ander debat. Ik ben ook geen fan van de uitkomst van dit referendum. U ook niet, denk ik. Die uitslag is er wel en moet worden gerespecteerd. Ik heb een zeer groot probleem met mensen die onmiddellijk gaan analyseren en zeggen dat de kiezers die voor het Leave-kamp hebben gestemd, onvoldoende geschoold waren, uit de buitenwijken of het platteland kwamen, of oudere mensen waren. In een democratie is dat van geen tel: die uitslag is wat hij is. Mensen zullen wel hun redenen gehad hebben om die keuze te maken. Of we die uitslag nu graag hebben of niet, als democraten moeten we hem respecteren.
Zoals ik daarnet zei, als meer Europa betekent minder democratie, dan zal dat zonder mij zijn. Deze gebeurtenis en dit debat hebben ons wel doen nadenken over de Europese Unie. In de vier en een halve minuut die ik nog heb, dienen er twee vragen te worden beantwoord.
De eerste is hoe we op korte termijn en met zo weinig mogelijk schade de samenwerking of de band met het Verenigd Koninkrijk in stand kunnen houden. Zeker voor Vlaanderen zijn die handelsrelaties cruciaal. Laat ons niet grijpen naar revanchisme, laten we er geen wraakoefening van maken, maar laten we kijken hoe we de uitslag van het referendum kunnen verzoenen met onze belangen en met die van het Verenigd Koninkrijk. Het is nog niet gezegd, maar ik denk dat de Vlaamse Regering op een zeer adequate en correcte manier heeft gereageerd. Anders dan het Leave-kamp hadden wij wel een plan klaar. FIT had onmiddellijk een contactpunt open waar ondernemingen vragen konden stellen en vanuit de Vlaamse overheid werd meteen olie op de golven gegooid en werd gepleit voor een ‘soft Brexit’.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, u was zelf verrast, zoals zoveel Europeanen en zelfs zoveel Britten. U zegt ook dat onzekerheid een grote boosdoener is. Als u het hebt over een ‘soft Brexit’, wat bedoelt u daar dan mee? De Britten hebben gekozen voor een exit uit de EU. De EU moet nu verder zonder het Verenigd Koninkrijk.
U zegt zelf dat de periode van onzekerheid de boosdoener is. Zijn onze Vlaamse, onze Belgische economie en de eurozone niet gediend met een heel snelle afhandeling van de exit? Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke handelspartner, maar dat is een andere stap. Die twee moeten we duidelijk uit elkaar halen. In het Europees Parlement is daar gisteren een resolutie over goedgekeurd – uw groep heeft daar trouwens tegen gestemd – waarin wordt gevraagd om de vraag tot een exit te respecteren maar om de andere 27 lidstaten niet te gijzelen.
U zegt dat onzekerheid de boosdoener is, maar hoe combineert u dat met een soft exit? Hoelang moet onze economie gegijzeld blijven? Hoeveel moet ons dat nog kosten?
Het verschil tussen een harde exit en een soft brexit, is het verschil tussen een echtscheiding en een vechtscheiding. Nu zijn er twee keuzes. Ofwel beginnen we te kibbelen en ruzie te maken over de kinderen, de relaties en hoeveel ze moeten betalen, ofwel komen we tot een gedragen, volwassen oplossing waar beide partners hun voordeel mee kunnen doen. Dat is het grote verschil.
Moet dat snel gaan? Liefst zo snel mogelijk, want we moeten er inderdaad voor zorgen dat die onzekerheid zo snel mogelijk weggewerkt wordt. Alles hangt natuurlijk af van het resultaat. Ik wil nog aan onze ondernemingen met belangen in het Verenigd Koninkrijk kunnen zeggen dat ze kunnen blijven exporteren. In de onderhandelingen moeten die relaties overeind blijven. Daar hangen jobs van af. Dat vind ik het belangrijkste van al.
Uiteraard hangen daar jobs van af. Het was ook niet onze keuze. Het was ook niet de keuze van de andere 27 lidstaten om een brexit gerealiseerd te zien.
U hebt het over een echtscheiding of een vechtscheiding. Ik als advocaat kan u zeggen dat het als echtscheiding goed had kunnen worden geregeld als het een echtscheiding was geweest met onderlinge toestemming. Daar spreken we echter vandaag niet over.
U zegt dat het jobs kan kosten als het snelsnel moet gaan. De onzekerheid is de grootste boosdoener voor onze verdere export. Als die lang blijft duren, dan zal dit de eurozone nog meer destabiliseren en nog meer jobs kosten. Het moet inderdaad niet heel abrupt, maar als men een keuze heeft gemaakt, dan moet men vooruit. Daarom begrijp ik de houding van de Vlaamse Regering of van uw partij – dat is me nog niet duidelijk – niet om te pleiten voor een soft brexit. Er is al sprake van twee of drie jaar om de brexit te realiseren. Zijn dat de termijnen die u voor ogen heeft? Kunt u die verantwoorden tegenover de ondernemingen die vandaag zitten met die onzekerheid?
Uw uitspraken halen de geest van de Europese samenwerking onderuit. U reageert vanuit een revanchisme, want ze hebben gekozen, en laat ons hen nu maar eens een lesje leren. Dat is de manier waarop u reageert. (Rumoer)
Ik zeg dat ze inderdaad een duidelijke keuze hebben gemaakt. Laat ons nu kijken hoe we verder kunnen, maar op een manier waarbij beide zo weinig mogelijk schade lijden. Een goede onderhandeling waarbij wordt gekeken hoe de economische relaties overeind kunnen worden gehouden, is in het belang van beide partijen. Ik spreek daarmee zeker niet tegen dat ze hebben gekozen om op te stappen.
Ik neem aan dat de minister-president straks zal aangeven wat dit betekent op korte, middellange en lange termijn voor Vlaanderen. Voor mij doet de terminologie van een soft exit of harde brexit eigenlijk niet ter zake. Er spelen twee elementen. Ten eerste trap je niet op iemand die neerligt, temeer omdat vele miljoenen Britten de gevolgen op korte en middellange termijn zullen voelen. Het slechtste wat we kunnen doen, is natrappen, revanchistisch zijn en zeggen dat we een probleem hebben met de uitslag van het referendum, los van het gebruik van het instrument. Dat is hun keuze. Wij moeten geen anti-Groot-Brittanniëhouding aannemen. We moeten een pro-Vlaanderen, een pro-Europese houding aannemen. We moeten met andere woorden heel goed kijken hoe we een aantal elementen van samenwerking in de toekomst met Groot-Brittannië tot stand kunnen brengen, maar wel vertrekkende vanuit de belangen van Europa in het algemeen en die van Vlaanderen in het bijzonder.
Volgens mij is Vlaanderen wel goed geëquipeerd om dat te doen. Met FIT hebben we een zeer goed instrument om dat aan te pakken.
Ik denk dus wel dat we de boodschap mogen brengen die ook Wallonië en de premier brengen: if you want, you’re welcome. Maar we mogen daar op korte termijn geen slogan van maken door na te trappen. Stabiliteit is belangrijk, want onze export wordt op korte termijn getroffen door de sterkte van het Britse pond. Zodra we kunnen aantonen hoe dat pad er zal uitzien, zal die munt ten dele herstellen, wat een directe impact op onze export zal hebben. Ik pleit dus voor een houding die niet anti-Groot-Brittannië en revanchistisch maar pro-Vlaanderen en pro-Europa is. We moeten vanuit onze eigen belangen starten met het uitwerken van een goede regeling met wat een belangrijke huidige en toekomstige handelspartner is.
Mijnheer Daems, ik ben het daar volledig mee eens. Wat u schetst, beschrijft precies waar de term ‘soft brexit’ naar verwijst. U hebt groot gelijk te stellen dat we moeten handelen op basis van onze belangen. Aanvullend moet worden gezegd dat men aan de andere kant van het Kanaal de eigen verantwoordelijkheid moet opnemen. Ik denk dat men op dit moment daar heel wat kansen laat liggen.
De Britten blijven natuurlijk onze vrienden. We hebben geen behoefte aan revanche, maar het is nu aan hen om uit te maken wat ze nog willen met Europa. Voorlopig is dat nog niet gebeurd. Er is een referendum gehouden, met als resultaat dat ze niet de EU willen, maar wat dan wel in de plaats moet komen, is niet duidelijk. De minister-president heeft vorige week in de commissie duidelijk gemaakt dat er verschillende mogelijkheden en formules zijn. Het is hun taak om duidelijk te maken waar ze naartoe willen. Ik vind het normaal dat de heer Juncker zegt dat Europa niet aan onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk begint zolang dat land niet weet wat het wil. De N-VA heeft dat bekritiseerd. Er zal uiteraard tijd gaan over het creëren van de overgang naar een nieuwe toestand. Het is het Verenigd Koninkrijk dat moet zeggen waar het naartoe wil.
Mijnheer Vanbesien, dat was ons punt niet. We hebben gewezen op de uitspraak van de heer Juncker dat ze geen cadeaus moeten verwachten en dat hij zich hard zou opstellen. Die revanchistische houding is volgens ons fout. Mevrouw Turan, dit is ook voor u: die periode van twee tot drie jaar staat gewoon in het verdrag, in artikel 50. Vanaf het moment dat men het proces in gang zet – en dat is de taak van Groot-Brittannië – loopt de termijn van twee jaar.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mijnheer Diependaele, iedereen probeert hier zijn eigen verhaal te injecteren in een debat over een gebeurtenis waar we niets mee te maken hebben gehad. In dit Vlaams Parlement moeten we wel discussiëren over de gevolgen voor Vlaanderen, en hoe we de belangen van Vlaanderen verdedigen. Ik zou daarbij willen oproepen om niet te snel de term revanchisme in de mond te nemen. Dit gaat niet over revanchisme. De vraag is waar we vandaag staan. Groot-Brittannië heeft een keuze gemaakt, en we moeten die respecteren. 48 procent heeft tegen gestemd. Ik zou dus willen waarschuwen over grote conclusies over ‘de wil van het volk’. Laat ons daarmee beginnen. Het is niet revanchistisch om klaar en duidelijk te zeggen dat we geen enkel belang hebben om nog een jaar of twee, drie, vier samen de kamer en de tafel te delen nadat onze partner kiest voor de echtscheiding. Dat zal ons eten bederven.
Ook voor het Vlaamse bedrijfsleven, dat goede relaties wil onderhouden met Groot-Brittannië, is het van het grootste belang dat die twee jaar, die begint na het inroepen van artikel 50, zo snel mogelijk begint. Dat heeft niks met revanchisme te maken, maar met het simpele feit dat pas op het ogenblik dat de afspraken over de postbrexitperiode zijn gemaakt, iedereen die wil ondernemen, zal weten hoe de relaties zullen verlopen. Het is dus niet revanchistisch om te pleiten voor het snel opstarten van de onderhandelingen. Het is dus niet revanchistisch om de Britse regering erop te wijzen dat het in haar belang is om snel aan tafel te komen zitten. Dat is niet revanchistisch.
Creëer ook geen verwarring, noch met die term, noch door ‘soft brexit’, noch door ‘er is geen druk en geen haast’. Er is haast bij. Zelfs indien ze vandaag artikel 50 inroepen – en daar hebben ze blijkbaar niet veel zin in op dit moment – is het gedurende twee jaar nog niet zeker wat de ondernemers die willen onderhandelen met een Europees land of de Europese Unie, te wachten staat. Laat ons een poging doen, in het belang van ons eigen bedrijfsleven, om een verenigde oproep te doen: ‘Als u wilt gaan, ga dan. Even goede vrienden. We gaan dat goed regelen, maar als u wilt gaan, ga dan.’
Mijnheer Tobback, u doet een hele lange uitleg om eigenlijk niet zo veel verschillend te zeggen dan wat de heer Daems en ikzelf hebben gezegd. Dat revanchisme gaat voornamelijk over uitspraken die gedaan zijn in een moment van emotie, van boosheid, van teleurstelling voor de keuze die gemaakt is. Die uitspraken zijn wel degelijk gedaan door verschillende commentatoren. Dat wijst op de houding die men zou aannemen en ik wil vermijden dat men die houding zou aannemen aan tafel. Voor de rest is iedereen het eens: hoe sneller, hoe beter. Dan kunnen we werken aan afspraken in het belang van ons bedrijfsleven.
Al die paniek over de markten, maar het pond stijgt en de beurzen herstellen zich. Geduld, we zijn nog maar een klein weekje verder. Er is nog niets verloren. Wat betekent dat op een heel jaar? U zult zien, het valt best wel mee.
Wat een hoop klungels zitten er toch in die Europese Unie. Er is een artikel 50, maar niemand van die 20.000 ambtenaren heeft al een plan voorbereid voor als er iemand zou uitstappen. Het is echt een gedwongen huwelijk waar je niet uit mag. Ik heb één citaat bij om de sfeer en de mentaliteit van de Europese Unie te typeren. Het is een uitspraak van Jean-Claude Juncker uit 1999. “We besluiten iets, laten het dan even rusten en kijken wat er gebeurt. Als er niemand dan heibel maakt en er geen protest komt omdat de mensen dat toch sowieso niet begrijpen wat er besloten is, dan gaan we weer een stap verder. Stap voor stap tot er geen weg meer terug is.” Dat is de mentaliteit die in de Europese Unie leeft. Daarom begrijp ik uw liefde voor die Europese Unie niet, mijnheer Diependaele. U wilt misschien niet meer Europese Unie, maar u vindt deze Europese Unie best wel goed.
Ik vind dat vreemd voor een partij als de uwe. Het is uw partij en we delen de analyse dat België onwerkbaar is met twee verschillende democratieën. Het werkt niet. Maar tegelijkertijd bent u de verdediger van een Europees project waar we met 28 en nu 27 democratieën moeten samenwerken. Ik snap dat niet van u. Als de analyse opgaat voor 2 democratieën in België, dan moet het zeker opgaan voor de Europese Unie.
Het heeft alles te maken met waarover je precies wilt samenwerken.
Mijnheer Van Grieken, uw opmerking over de beurzen – ik ben geen econoom – is vrij dom. U zegt: het pond is aan het stijgen, het is in orde. Neen, er is een deel van die waarde definitief weg.
We zullen elkaar over een maand nog eens spreken.
Het is een soort indexsprong die je maakt. Die waarde is wel weg. Een deel van dat geld is vernietigd. Zomaar zeggen dat we volgend jaar opnieuw op hetzelfde niveau staan, is niet juist. Er is een jaar economische groei en beursgroei weg. Zo simpel is het niet.
De heer Kennes heeft het woord.
Collega Tobback zei daarnet dat we weinig impact hebben op de brexit. Dat is juist, maar het verplicht ons wel om in dit debat te zeggen waar wij wel voor staan en alle Europeanen moeten dat vandaag doen. We moeten zeggen waar we de volgende jaren op willen focussen. Het klopt dat er heel veel verhalen de ronde doen over Europa dat zich met allerlei details bezighoudt, maar er zijn een aantal essentiële uitdagingen. Als christendemocraten zien wij er vijf.
De eerste is de economie, de jobs en de Eurozone en het behoud van de euro. Dat is een eerste grote uitdaging en daar moeten we nu voor kiezen. De tweede is de migratie. Er is daarnet gezegd dat alleen nationale grenzen mensen tegenhouden. De VS hebben grenzen, Turkije heeft grenzen. Heel veel landen behoren niet tot zo’n supranationale instelling als de Europese Unie, en die kennen ook allemaal problemen van illegale immigratie. Als we dat apart moeten opvangen, als Spanje en Italië en Griekenland er alleen voorstaan, dan zal de toevloed alleen nog maar massaler zijn.
De derde is het sociale Europa waarnaar al meerdere collega’s hebben verwezen. Het belang van de Vlamingen vandaag is ook de sociale dimensie van Europa verder uit te bouwen. De veiligheid en het buitenlands beleid met onze troepen die pas van Nederland een taak boven Syrië en Irak hebben overgenomen, zijn acute problemen. De dreigingen komen heel dichtbij. Dat is ook de inzet van het debat.
Ten slotte, klimaat en energie, duurzame economie, leefomgeving: ook dat zijn cruciale zaken waarin Europa een rol moet spelen. Wij geloven dat dit alleen maar kan door samen te werken, op termijn in de richting van het federale Europa, maar op kortere termijn met een kerngroep van landen die verder willen gaan in de integratie. We zullen ook dat debat moeten voeren. De brexit verplicht ons ook daartoe, om te kijken wat de plaats van Vlaanderen zal zijn in die kerngroep. Ik hoop dat we daarin onze rol zullen opnemen.
Bij dezen hebben we dus al het betoog van CD&V gehad.
Ik kom tot mijn tweede vraag. Het is de vraag die we eerder op lange termijn moeten stellen en waarover het gros van dit debat gaat. Ik heb het grootste deel van mijn betoog daarnet dus al meegegeven in het debat. De vraag luidt: waar willen wij naartoe met deze Europese Unie? Zoals ik daarnet al zei, is het heel belangrijk dat we eerst in eigen boezem kijken. We mogen niet zomaar denken dat die mensen die nu hebben tegengestemd of een andere keuze hebben gemaakt dan wij zouden doen, iets doms hebben gedaan. Neen, we moeten erkennen dat heel veel Europeanen zich vervreemd voelen van dat Europese project. We moeten dat in eerste instantie erkennen.
Voor mijn partij is het duidelijk dat de voordelen van de Europese Unie nog altijd groter zijn dan de nadelen. Maar als we dat project effectief niet verloren willen laten gaan, moeten we ervoor zorgen dat we dat draagvlak bij de mensen groter maken. Het signaal dat we nu hebben gekregen vanuit Groot-Brittannië is zeer duidelijk. Het leeft echter evengoed in andere landen, niet alleen in Centraal-Europese landen, niet alleen in Polen, Tsjechië, Slovenië of waar dan ook. Het leeft evengoed in onze buurlanden Frankrijk en Nederland. Daar leven diezelfde gevoelens. Als wij daarmee geen rekening houden, brengen we zelf het Europese project in gevaar.
Vanwaar komen die gevoelens? Eerst en vooral is de migratieproblematiek fout aangepakt. Europa heeft daar eigenlijk aangetoond dat het niet bij machte was om snel en krachtdadig daarop in te spelen. Uiteindelijk moest het zelfs zijn heil gaan zoeken bij Erdogan om een deal te verkrijgen om dat op te lossen. We hebben moeten rekenen op de Balkanlanden, die wel daadkrachtig hebben gereageerd.
Een tweede oorzaak is de eurozone die in crisis is, het gedraal met Griekenland waaraan we maar geen einde konden brengen, de bankencrisis die trouwens nog altijd om de hoek loert, die nog niet zomaar voorbij of opgelost is. Ik denk bijvoorbeeld ook dat we er niet in slagen om een degelijk buitenlands beleid te voeren. Kijk maar naar het Midden-Oosten of – langer geleden – ex-Joegoslavië. We blijven ook meegaan in het verhaal om Turkije toe te voegen aan de Europese Unie, terwijl er al zo duidelijk en zo vaak het signaal is gegeven dat het gros van de Europeanen dat niet ziet zitten. Maar wij weigeren daarnaar te luisteren. De Europese politieke klasse weigert daarnaar te luisteren.
Als je die analyse maakt, kan de conclusie alleen maar zijn dat wij vandaag niet moeten werken aan een volgende grote structuurhervorming, dat wij geen luchtkastelen moeten bouwen. Wij moeten in de eerste plaats dat draagvlak herstellen. Wij moeten dat vertrouwen van de burger in de Europese Unie terugvinden. Dat kun je doen via een paar projecten. We moeten ervoor zorgen dat we in die projecten wel degelijk krachtdadig en gezamenlijk kunnen reageren.
In de eerste plaats gaat dat over de migratiecrisis. De burgers moeten zien dat zij in die unie, binnen die buitengrenzen, wel degelijk beschermd zijn.
En ja, mijnheer Somers, wij hebben er ook al voor gepleit dat de Europese Unie zelfs in de plaats moet kunnen treden van de Griekse overheid om daar de grenzen te sluiten. Dat is waarnaar ik daarnet verwees, een van die federale systemen die daarin zit.
Mijnheer Diependaele, we verschillen evident niet van mening over de uitdagingen, we zoeken alleen naar de juiste weg om daar iets aan te doen. Ik wil even terugkomen op de migratieproblematiek, die nogal centraal staat. Wie is vandaag bevoegd voor de migratieproblematiek? Wie neemt die beslissingen? Is dat de Europese Commissie? Het Europees Parlement? Of is dat de exclusieve bevoegdheid van de Europese Raad, waarin de regeringsleiders samenzitten in een confederaal model en daarin de beslissingen nemen en tot een akkoord moeten komen? Zullen we die migratieproblematiek op Europees vlak aan dat orgaan en alleen aan dat orgaan blijven toevertrouwen? Tot nu toe zijn ze er namelijk niet in geslaagd. Ze komen met hun 28 – binnenkort 27 – samen, kijken naar die migratieproblematiek, verschillen daarbij grondig van mening en geraken geen stap vooruit.
Ik ken u heel goed en ben ervan overtuigd dat u echt wilt dat er een beter beleid komt. Daarover zijn we het volkomen eens. Maar hoe zullen we dat doen? Wat zal er gebeuren? Wat stelt u concreet voor om tegen die – binnenkort – 27 regeringsleiders te zeggen: “Regeringsleiders, kom nu eens overeen.” Welk mechanisme gebruik je? Hoe pak je dat aan?
Daar zijn we het over eens. We hebben dat ook altijd gezegd. Die beslissing moet inderdaad samen worden genomen. Ik zeg er wel bij: het is niet zo dat de Raad exclusief bevoegd is. Toen ikzelf als medewerker in het Europees parlement zat, zijn de eerste richtlijnen in die zin gestemd.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Wat ik in het hele debat over de brexit en over migratie nooit goed heb begrepen, is het volgende: Groot-Brittannië zit niet in de Schengenzone. Ten tweede hebben zij amper vluchtelingen uit Syrië moeten ontvangen. Bij hen gaat het vooral over de detacheringsrichtlijn. Het eigenaardige is dat als Groot-Brittannië binnen de interne markt wil blijven, ook na de brexit, het er de detachering bij moet nemen. Het gevolg is dat diegenen die op de kap van de migratie een campagne gevoerd hebben voor een Leave, vandaag doodleuk komen zeggen dat ze dat niet meenden, dat er niet minder migratie zal zijn door de brexit. Dat is wat ze vandaag zeggen! Leave-campaigners hebben de mensen iets voorgelogen! Dat is het probleem! (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Als ik het dan toch mag hebben over de Europese Unie en haar daadkracht: op dit punt hebben zij vorige week nog beslist om een Europees grensagentschap op te richten, met toentertijd nog 28. Dat is de daadkracht, dat is wat de mensen verwachten, dat is wat de Europese Unie kan. Het is geen zaak om met 26, 27, 28 of 29 te zijn, het is een zaak van politieke wil.
Ik ben blij dat u erkent dat het dan toch mogelijk is om tot een akkoord te komen, want Frontex bestaat al veel langer. Het wordt nu inderdaad versterkt.
Voor alle duidelijkheid: ik heb het niet gehad over de keuzes die de Britten hebben gemaakt. Ik heb het over de angst en over de vertrouwensbreuk die bij ons bestaat, hier in Vlaanderen. Wie buitenkomt, weet dat de migratie hier wel van belang is. Ik heb het niet over de Britten. Zij zijn niet mijn zorg. Daarmee moeten we de handelsrelaties herstellen. Ik heb het over de Vlaming in de straat bij ons. Die heeft die angst wel: in de eerste plaats voor de migratie waar Europa wel degelijk te lang getalmd heeft, te weinig krachtdadig is opgetreden.
Ik kom bij mijn tweede punt: de welvaart. Bij de keuze in Groot-Brittannië heeft voor een deel de interne markt en de sociale dumping meegespeeld. Dat is het volgende punt waarvoor wij moeten zorgen dat we het vertrouwen herstellen. Daar worden al stappen in gezet. We rekenen ook op onze Vlaamse commissaris.
Een derde punt is veiligheid. We moeten ervoor zorgen dat we binnen de Europese Unie – dat is een belang dat alle landen delen – de mensen veilig kunnen stellen. De aanslagen in Parijs, bij ons en in de rest van de wereld moeten we gezamenlijk aanpakken. We moeten die gegevens gemakkelijker en sneller gaan uitwisselen.
Ik voeg daar graag nog een vierde punt aan toe. Dat lijkt natuurlijk iets zeer klein, iets zeer gemakkelijk, iets waar we graag over stappen en ons geen zorgen over maken, maar de mensen zien dat wel degelijk als een probleem. Het Europees project doet dat tekort en haalt het onderuit. Ik heb het over de bureaucratisering van de Europese instellingen. Probeer daar als burger maar eens om binnen te geraken, om er een vraag beantwoord te krijgen of wat dan ook. Het moet gedaan zijn met het circus van de voortdurende verhuis naar Straatsburg. Dat zijn zaken die de mensen niet graag zien. Ze ondermijnen wel degelijk de geloofwaardigheid van de EU.
Mijn laatste punt: wie niet aan het draagvlak gaat werken, wie niet bereid is om het vertrouwen in de Europese Unie te herstellen alvorens te gaan nadenken over luchtkastelen en grote institutionele hervormingen, zorgt zelf voor het weghalen van de fundamenten van de Europese Unie, van de Europese idee.
In verband met het weghalen van de fundamenten van de Europese Unie, ga ik nu een citaat citeren van de Britse premier David Cameron, die door een van uw fractieleden tijdens de plenaire zitting van 16 december jongstleden bij de begrotingsopmaak werd aangehaald. Ik ben ook geïnteresseerd in de mening van de andere meerderheidspartijen, Open Vld en CD&V. Uw collega zei: “Ik geef tot slot een citaat van de Britse premier David Cameron. Het had ook in het Vlaamse regeerakkoord kunnen staan: ‘Europa heeft nood aan een groter democratisch draagvlak.’ – wat u vandaag ook bevestigt – ‘Vrijwillige samenwerking is veel sterker dan centraal opgelegde verplichtingen.’ Minister, laat ons vanuit Vlaanderen dan ook het Kanaal oversteken.” Hoe gaat u vandaag dat Kanaal oversteken, op welke vrijwillige basis?
U zegt dat u de fundamenten van Europa niet onderuit wilt halen, terwijl hier wordt gesproken over een vrijwillige samenwerking. Hoe rijmt dat met wat u zegt?
Het Kanaal oversteken doe je het best met een boot of een trein. Maar ik begrijp uw vraag niet helemaal. Uit dat citaat leid ik het democratisch draagvlak af, wat zeer juist is. Voor de rest hebben we daarjuist het debat gevoerd. De heer Daems en zelfs de heer Tobback waren het ermee eens. We moeten er inderdaad voor zorgen dat we de belangen van onze bedrijven veilig kunnen stellen in de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.
Mijnheer Diependaele, dat democratisch draagvlak heb ik ook herhaald. Maar de essentie van mijn vraag vandaag is de volgende. U hebt net gezegd dat u gelooft in Europa en dat u de fundamenten van Europa juist niet onderuit wilt halen. Uw collega toont verschillende keren zijn bewondering voor David Cameron aan en zegt: “Vrijwillige samenwerking is veel sterker.” Welke boodschap geeft u mee aan onze bedrijven? Welk Europa hebt u voor ogen als u over vrijwillige samenwerking spreekt?
Mevrouw Turan, wie bent u, wie zijn wij om te oordelen over de keuze van de Britten? Zij hebben een referendum gehouden en hebben zelf beslist. (Opmerkingen)
Neen, ik begrijp de vraag inderdaad niet. Zij hebben een vrijwillige keuze. Ze maken nu de keuze om niet mee te werken. Wij maken nog altijd de keuze om dat wel te doen.
Het citaat luidt: “Ik geef tot slot een citaat van de Britse premier David Cameron. Het had ook in het Vlaamse regeerakkoord kunnen staan.” En dan volgt het citaat over vrijwillige samenwerking. Had dit ook in het Vlaamse regeerakkoord kunnen staan? Is dat wat u wilt, dat dit in het regeerakkoord had gestaan? En wat vinden uw meerderheidspartijen daarvan? (Opmerkingen)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
De vraag is niet alleen wat de Britten willen. Als het Verenigd Koninkrijk uit de unie stapt, zullen er nieuwe verdragen moeten volgen om onze nieuwe relatie met het Verenigd Koninkrijk te definiëren. En die nieuwe verdragen zullen ook in dit parlement goedgekeurd en geratificeerd moeten worden. Dat is dus een belangrijke Vlaamse bevoegdheid. Of het nu gaat over handel, of tout court een nieuw verdrag met het Verenigd Koninkrijk, dat is hier in Vlaanderen aan de orde en het is onze opdracht om na te denken over hoe wij ons verhouden tot de nieuwe situatie met het Verenigd Koninkrijk en wat voor relatie wij willen.
Ik zou het een heel goede suggestie vinden, minister-president, leden van de regering, misschien ook gewoon voorzitter van dit parlement, dat wij een taskforce oprichten om zelf eens na te denken over hoe wij die toekomstige samenwerking zien. Er zijn belangrijke Vlaamse bevoegdheden waar wij volledig exclusief zeggenschap over hebben. Er zijn ook intra-Belgische bevoegdheden die aan de orde zullen zijn. En als wij niet ‘ja’ zeggen, dan is er geen nieuw verdrag. (Applaus bij Open Vld)
Dat is puur een vaststelling. Dat is juist, ja. (Applaus bij de N-VA)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Beste collega’s, de brexit is een wake-upcall. Blijkbaar zit de onvrede nog dieper dan velen hadden gedacht: onzekerheid over het verdwijnen van jobs voor de middenklasse, onrust over de multiculturele samenleving. De brexit is een wake-upcall voor Europa. Steeds meer burgers zien Europa als deel van het probleem, terwijl het een onmisbaar deel van de oplossing is. De Britse jongeren stemden wel massaal voor Europa, ook al hebben zij zelf nooit oorlog meegemaakt.
Wel moet de Europese Unie op de brexit reageren door meer daadkracht te tonen. Niet door een zoveelste hervorming van de eigen instellingen, wel door oplossingen te bieden voor de concrete zorgen van de mensen. Fiscale achterpoortjes moeten worden gesloten. Een eigen Europese grensbewaking moet worden opgericht. We moeten de klimaatopwarming tegengaan. De Europese Unie moet de voordelen van de globalisering op een rechtvaardiger manier verdelen en de ongewenste excessen ervan onder controle krijgen.
De gevolgen van de brexit zijn dan weer een wake-upcall voor de eurosceptici. De brexit doet het prille, economische herstel teniet. De Vlaamse exporteurs die nu worden getroffen, moeten we ondersteunen in hun zoektocht naar nieuwe afzetmarkten, maar de brexit gaat over veel meer dan economie. De unie is en blijft onze enige garantie op vrede en stabiliteit. Uiteindelijk zal de Europese Unie ook dit te boven komen. De EU dreigt niet uiteen te vallen, maar het Verenigd Koninkrijk wel, want de Schotten en de Noord-Ieren zien hun toekomst wel nog in de Europese Unie.
De brexit is bovenal een wake-upcall voor de Britse politiek. Het is hun eigen beleid dat heeft geleid tot al die laagbetaalde mini-jobs, die er niet kwamen onder druk van Brussel, want het Verenigd Koninkrijk behoort niet tot de Eurozone. De Britten kunnen nu geen voorkeursbehandeling verwachten, ook al moeten we ons niet rancuneus opstellen.
De beurscrash kost hun jammer genoeg al een veelvoud van wat ze jaarlijks aan de EU betalen. Jammer genoeg zullen zij die Leave stemden nu het hardst worden getroffen. Nochtans is dit niet de schuld van de Britten zelf. Dit is de schuld van hun eigen nationale leiders die hen bedrogen en belogen hebben. Ze zijn bedrogen, nu blijkt dat er zelfs geen plan voor na de brexit bestaat. Ze zijn belogen, nu brexit-parlementairen hun verkiezingsbeloftes een voor een intrekken. Geen 350 miljoen euro extra voor de sociale zekerheid, zelfs niet minder migratie. Dat zeggen de leiders van de brexit-campagne zelf.
Drie Britse politici dragen de schuld voor dit drama, en één man in het bijzonder: David Cameron, de eurorealist. Hij had nooit mogen toegeven aan het populisme van de eurosceptici, dan had dit referendum nooit plaatsgevonden. De tweede is Boris Johnson. Terwijl de Britse economie de dieperik in gaat, heeft hij geen plan en zelfs geen haast. De derde is de socialist Jeremy Corbyn. Hij wil zelfs niet zeggen welke stem hij nu juist heeft uitgebracht.
Als politici niet meer bereid zijn de weldaden van Europa te verdedigen, dan mogen we niet verbaasd zijn dat de burgers het ook niet meer weten. De brexit is een wake-upcall voor alle democraten. Het referendum begon als een feest van de democratie en eindigde als een boulevard van gebroken beloftes. Zulke vitale keuzes kun je niet samenvatten in een simpele ja-neevraag, of met een simpele 50+1-meerderheid. Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht. Dat is de schuld van de Britse tabloids. We mogen ons gelukkig prijzen dat we in ons land nog altijd over een veel betere pers beschikken.
Het is vooral de schuld van de leugenachtige Leave-campaign. De Leave-campaign was bijwijlen zelfs ronduit haatdragend, in het bijzonder naar al wie niet Brits zou zijn. Leave: die boodschap is niet enkel gericht aan de Europese Unie. Tegenwoordig is ze letterlijk wat Polen, Fransen en onze landgenoten te horen krijgen in de straten van Manchester of Leeds.
De brexit is een wake-upcall voor alle politici. We moeten nog beter naar de burgers luisteren, maar dat betekent iets heel anders dan klakkeloos zeggen wat elkeen wil horen. Mensen willen dat de politiek hun bezorgdheden ernstig neemt en daar daden tegenover stelt. De echte kloof die we als politici moeten dichten, is die tussen woord en daad. Holle verklaringen over Independence Day horen thuis in films, niet in de politiek. De politiek moet het leven van de mensen stap voor stap beter maken. Dan pas zal het vertrouwen echt terugkeren.
De conclusie van dit referendum is niet dat Europa geen toekomst zou hebben. Het probleem is dat te weinig Europagezinden hun stem zijn gaan uitbrengen. Laat de brexit dan ook een wake-upcall zijn voor alle gematigde krachten. Als we willen voorkomen dat we nog in de minderheid worden gesteld, moet de stille meerderheid haar stem veel luider laten klinken. De brexit is een historisch kantelpunt, dat is zeker. Wat niet zeker is, is de richting die het nu zal uitgaan.
Sommigen vrezen dat de brexit zal overwaaien naar andere Europese landen. De feiten spreken hen tegen. Bij de eerste verkiezingen sinds de brexit die dit weekend plaatsvonden in Spanje, behaalden de gematigde partijen een onverwacht grote overwinning. De brexit hoeft helemaal niet de doorbraak te betekenen van het populisme in Europa, het kan ook het begin inluiden van zijn neergang. Dat hangt van onszelf af. De Europese waarden die ons verbinden, verantwoordelijkheid en solidariteit, vrijheid en verdraagzaamheid, moeten we met volle overtuiging verdedigen. Het heeft geen enkele zin de populisten ook maar een beetje gelijk te geven. We moeten er recht en frontaal tegenin durven gaan. De Britse jongeren geven ons moed. Europa heeft wel degelijk een toekomst. Europa is en blijft onze toekomst. (Applaus bij de meerderheid en Groen)
Ik vind het een intellectueel zwaktebod van u dat u zegt dat een referendum over één thema te moeilijk is om aan de mensen over te laten. Dat is weer die dedain, die hautaine reactie: mensen zijn te dom voor één thema. Nationale verkiezingen gaan over honderden thema’s: onderwijs, economie, begroting, cultuur. Dan gaat het blijkbaar wel. Maar als het over één thema gaat, waarover we maandenlang elk argument hebben kunnen uitspitten, zou dat te moeilijk zijn. Dat is populisme.
Mijnheer Van Rompuy, u bent een wijs man. U zei in het begin van uw uiteenzetting dat de Europese Unie de ongewenste gevolgen van globalisering moet controleren. Dat is een belangrijke taak. U weet ook, want u hebt de campagne gevolgd, dat de campagne in Groot-Brittannië grotendeels ging over de Europese Unie, en vooral de exponent migratie. Wel, mijnheer Van Rompuy, ik heb een citaat voor u, en u mag raden van wie dat komt. Het is een citaat van eind 2013 in Knack, over migratie: “We houden die top over migratie bewust na de verkiezingen om het thema niet in de campagne te brengen. Dat cadeau gunnen we de populisten niet.” “Dat cadeau gunnen we de populisten niet.” Weet u al van wie het is? Hij heeft dezelfde achternaam als u. (Opmerkingen van Peter Van Rompuy)
Het is Herman Van Rompuy. Die heeft gezegd: we zien een crisis, een massamigratie op ons afkomen, maar we gaan geen beslissingen nemen, dat gunnen we de populisten niet. U hebt mensen in mensonwaardige omstandigheden een overtocht laten maken naar Europa, u hebt miljoenen asielzoekers naar het Europees continent gebracht, allemaal omdat uw vader het de populisten niet wou gunnen. U beweert dat er nationale parlementsleden zijn die de mensen beliegen en bedriegen. Het zijn de eurofielen, de Van Rompuy’s van deze wereld, die de Europese Unie compleet hebben doen falen, die Europa in het ravijn doen storten.
Wat betreft uw vraag over het referendum: wij hebben een Grondwet waarin we veel minder belangrijke dingen zetten dan toetreden tot de Europese Unie! Dat is te stemmen met een tweederdemeerderheid of met een meerderheid in beide taalgroepen. Maar dat van de Europese Unie, zo super vitaal, dat zouden we dan eens gaan beslissen met 50 procent plus één. Dat is gewoon antidemocratisch! (Applaus bij CD&V en Güler Turan)
Beste collega, wat betreft uw tweede vraag: die woorden van die wijze democraat zal ik alleen maar bevestigen! (Applaus bij CD&V)
Ik heb dus goed begrepen dat u trots bent op het politieke manoeuvre om geen Europese top te organiseren om een immense humanitaire crisis tegen te houden, enkel en alleen omdat u de populisten electoraal niet in de kaart wil spelen. Dat is van een niveau, mijnheer Van Rompuy, waar mijn maag van keert! Het menselijk leed dat is voortgekomen uit dat politieke spelletje, is ongelooflijk! (Opmerkingen)
Mag ik de heer Van Grieken erop wijzen dat de vluchtelingenstroom onder controle is? Ik weet niet in welke wereld u leeft. De vluchtelingenstroom is onder controle.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik heb met heel veel aandacht geluisterd naar het debat. Het was boeiend en legde een aantal verschilpunten bloot. Als je het een van op een kleine afstand bekijkt en als je een klein beetje afstand neemt van de retoriek, zie je dat het ook heel veel gelijke standpunten aan bod heeft gebracht. Er is vooral gediscussieerd over de toekomst van de EU. Dat is best een boeiend debat. U weet dat ik in het najaar kom met een visienota over de EU. Het is een goede zaak om die op dat moment te kunnen brengen, want in september zal ook op de Europese Raad worden nagedacht over waar we naartoe gaan met de EU.
Het is belangrijk dat we daarover nadenken. Wij zijn sterk betrokken bij de EU. Wij voeren zeer actief een proactief Europees beleid. Dus is het onze taak om daar werk van te maken. Ik heb bij het debat over de toekomst vooral menen te ontwaren dat er discussies zijn over het institutionele, maar dat er inhoudelijk, over de pijnpunten en problemen die er zijn, en over de richting die we moeten inslaan, heel veel gelijkenissen zijn in zowel meerderheid als oppositie, één enkele uitzondering daargelaten.
Er is veel minder gediscussieerd over de gevolgen van de brexit en hoe we daarmee omgaan. Ik wil daar nochtans heel veel aandacht aan besteden. Deze zaak is van uitzonderlijk groot belang voor onze economie en welvaart.
Collega’s, laten we duidelijk zijn: 23 juni was voor mij een triestige en slechte dag. Een slechte dag voor de EU, een slechte dag voor het Verenigd Koninkrijk, een slechte dag voor Vlaanderen evenzeer.
Het is een slechte dag voor de EU, die met die brexit een zeer belangrijke lidstaat verliest. Een lidstaat met 60 miljoen inwoners, de vijfde grootste economie ter wereld, die voor 17,55 procent van het bruto binnenlands product van de EU staat, die permanent lid van de Veiligheidsraad is, die een land is, ook al is het een eiland, dat zeker ook met Vlaanderen lange historische banden heeft. Het is een nettobetaler van de EU. De Britten betalen meer dan 7 miljard euro per jaar aan de EU. Het zijn misschien af en toe moeilijke leerlingen, maar ik kan u zeggen dat zij een voorbeeld zijn als het erop aankomt Europees recht om te zetten. Zij zijn op dat vlak de beste leerlingen van de klas. Sommige sterk pro-Europese landen kunnen daar nog een voorbeeld aan nemen.
Collega’s, het is ook voor het VK een slechte zaak. Een aantal mensen leven daar met de waanidee dat het Britse Imperium kan terugkeren, dat zij een wereldmacht kunnen zijn zoals zij het vroeger zijn geweest in de koloniale tijd of daarna met het Commonwealth. Ik denk echter dat zij een heel belangrijke hefboom verliezen. Voor de Europese landen is er maar één grote, echte, ertoe doende hefboom op internationaal en wereldvlak, en dat is de EU. Als het gaat over klimaat, wereldhandel, vrede en stabiliteit, is de EU de hefboom en onze partner. De Britten zullen ontwaken – en velen zijn al op die manier ontwaakt – met een grote ontgoocheling, met het gevoel dat ze illusies gekoesterd hebben, en met het besef dat ze die Europese macht niet kunnen vervangen vanuit het Britse eiland.
We staan ook voor ontzettend moeilijke onderhandelingen. Zij hebben inderdaad geen scenario klaar. Het Leave-kamp heeft gewonnen. Het Leave-kamp heeft geen scenario. Er is niets. Dus heeft Cameron gezegd: “Het wordt wachten op mijn opvolger, die de zaken moet voorbereiden.” Ze zijn er niet klaar voor. Ze staan voor onontgonnen terrein, net zoals de EU. Er is het sibillijnse artikel 50 waar behalve Groenland – maar dat was een heel andere situatie – geen precedenten voor zijn. Ik kom er straks op terug. Die regelgeving uiteenrafelen – want daar komt het op neer, noem het een echtscheiding of hoe je het ook wil noemen – zal een ontzettend zware en moeilijke taak zijn waar het VK een zeer, zeer zware opdracht aan zal hebben.
Ook voor Vlaanderen is het een slechte zaak. Los van het politieke dat ik heb geschetst en los van het belang van de Britten voor de EU, is dit voor ons een zeer belangrijke partner. Het is een historische partner, in de wereldoorlogen, maar ook op handelsvlak: het is de vierde exportmarkt van Vlaanderen.
Wij exporten naar het Verenigd Koninkrijk 87 procent van de Belgische export die ruim 31 miljard euro beloopt. 27,5 miljard euro van de Belgische export is Vlaamse export en gaat naar het Verenigd Koninkrijk. Collega’s, dit gaat niet over ondernemingen, dit gaat over onze welvaart, onze jobs, onze voedingsindustrie, onze textielindustrie, onze chemische industrie, onze farmaceutische industrie, onze industrie die toelevert aan de vervoerssector enzovoort.
Het is goed dat we dit rustig aanpakken en kijken hoe we die zaken uiteen kunnen halen. De prognose bij een harde brexit is dat er niets in de plaats komt en dat men terugvalt op de Wereldhandelsorganisatie en de wereldhandelsverdragen. Dat zou bijzonder schadelijk zijn voor onze economie. ING berekende dat er in 2017 een terugval kan zijn van de Belgische economie van 0,5 procent. Onze Vlaamse studiedienst heeft, voortwerkend op het rapport van het Centraal Planbureau van Nederland dat een berekening heeft gemaakt voor Nederland, dezelfde oefening gemaakt voor Vlaanderen en komt tot het resultaat dat in 2030 bij een zachte brexit, de weerslag 1,8 procent zou kunnen bedragen. Bij een harde brexit zou dat 2,6 procent van het Vlaams bruto binnenlands product kunnen zijn.
Wij zijn na Ierland de tweede meest aan de negatieve gevolgen blootgestelde natie. Ierland is de belangrijkste potentiële getroffene, Vlaanderen de tweede. We moeten die zaken bekijken vanuit Vlaams en vanuit Europees belang. Vandaar dat ik heb gepleit, en ik ben blij dat ook een aantal collega’s dat hebben gedaan, om niet vanuit een revanchegevoel te spreken. Het gaat over partners. Ik zie met tevredenheid dat ook Cameron zegt dat hij tot een zo dicht mogelijke relatie wil komen. Dat is ook wat het statement van de Europese Raad inhoudt die intussen is bijeenkomen. Er zijn een aantal beslissingen genomen in die zin dat men respect opbrengt voor de Britten en zegt dat die notificatie op basis van artikel 50 niet onmiddellijk moet gebeuren. Men geeft respijt, er wordt gezegd tot begin september, wat in principe samenvalt met het aanduiden van de nieuwe premier in het Verenigd Koninkrijk. In het statement van de Europese Raad dat is bekendgemaakt, staat dat dit ordelijk moet gebeuren en dat de Britten kunnen notificeren wanneer zij daar klaar voor zijn. Die onderhandelingen zullen bijzonder lastig en ingewikkeld zijn en moeten dus goed voorbereid zijn.
Artikel 50 is een kort sibillijns artikel waarin uitdrukkelijk staat dat bij de uittreding de voorwaarden tot terugtrekking rekening houden met het kader van de toekomstige betrekkingen. In zijn beknoptheid zegt artikel 50 eigenlijk wat ik bedoel met een zachte brexit. Je onderhandelt tegelijk over het uitscenario en over een kader waarin de toekomstige betrekkingen zullen plaatsvinden.
Het zal een moeilijke oefening worden. Het dichtst bij het unieverdrag bevindt zich de Europese Economische Ruimte, maar dat is precies wat de Britten hebben verworpen. Dat betekent alles aanvaarden van de interne markt, inzake mededinging, inzake staatssteun maar ook het vrij verkeer van werknemers. En daar ben ik het eens met Angela Merkel. Als je naar een Europese Economische Ruimte gaat, moet je er alle regels van aanvaarden. Op dat moment zullen de Britten ook moeten betalen.
Er zijn vele varianten waar ik niet op in zal gaan, ik heb dat uitvoerig gedaan in de commissie. Het allerlaatste, als er geen bijzonder verdrag tot stand komt, is dat we terugvallen op het wereldhandelsverdrag maar dat betekent minimum 3 procent douanerechten wanneer wij onze producten willen exporteren naar het Verenigd Koninkrijk.
Wel, geachte leden, dat is géén goed scenario. Dat treft onze economie. Terwijl we nu een vrije interne markt hebben, waarbij onze producten en diensten vrij het Verenigd Koninkrijk in kunnen, zou dat betekenen dat er rechten zullen worden gegeven. Dat betekent ook dat er andere belemmeringen zullen zijn, niet-tarifaire belemmeringen. Dat is geen goed scenario voor onze buitenlandse handel. Nogmaals, we spreken hier niet over de 125e exportmarkt voor Vlaanderen. Dan zouden we kunnen zeggen dat we onze inspanningen verdubbelen en een nieuwe markt op een nieuw continent proberen aan te boren. Dit is de 4e belangrijkste exportmarkt voor ons, die we absoluut niet met een vingerknip kunnen vervangen.
Dat zal dus een moeilijke oefening worden. Wie tot de Europese Economische Ruimte toetreedt, die moet betalen. De Noren betalen op dit ogenblik meer dan de Britten. De Noren betalen 131 euro per capita. Noorwegen is gemiddeld per capita wel een rijker land. De Britten betalen 76 euro per capita. Dit wordt dus een moeilijke onderhandeling. Vlaanderen heeft er alle belang bij dat dit ordelijk verloopt, dat er tegelijk met het uittreden werk wordt gemaakt van een nieuwe overeenkomst.
Een woord ook over Schotland. Tenzij ik me vergis, is dat hier niet aan bod gekomen. 62 procent van de Schotten heeft gestemd voor Remain. In elk van de kiesdistricten in Schotland was een meerderheid van de Schotten ervoor om in de Europese Unie te blijven. Nicola Sturgeon is nu op bezoek bij een aantal Europese leiders, ook bij Juncker, ook bij fractieleiders, bij de voorzitter van het parlement, als ik me niet vergis. Diegenen die denken dat Schotland de brexit kan tegenhouden, vergissen zich naar mijn bescheiden mening. Eventueel kunnen ze die vertragen. Als je de Scotland Act bekijkt, dan zie je dat er een ‘devolution’ is van een aantal bevoegdheden, dat de Schotten voor die materies die ze hebben, absoluut rekening moeten houden met het EU-recht. Ze moeten de Europese wetgeving implementeren. Ik zie echter op geen enkele manier dat ze over een vetorecht zouden beschikken. De betrekkingen met de Europese Unie zijn voorbehouden aan Westminster. Bovendien is er daar een hiërarchie van de normen. Dat is geen systeem waarbij de normen en wetten van de deelstaten en die van het Verenigd Koninkrijk op een gelijk niveau staan.
Wel vind ik, en velen met mij, het volgende. Als er binnen het Verenigd Koninkrijk een referendum zou kunnen worden georganiseerd, als daar opnieuw een wettelijke basis voor wordt gecreëerd, en de meerderheid van de Schotten zegt bij de Europese Unie te willen blijven, dan vind ik dat de EU die mensen ook moet aanvaarden. Ze zijn Europese burgers. Het Verdrag van Lissabon is daar heel duidelijk over. Ze voldoen aan het ‘acquis communautaire’ en ze zeggen dat ze bij ons willen blijven, dat ze die Europese Unie met ons willen behouden. Wel, dan vind ik dat een unie gebaseerd op waarden en normen ook op dat vlak consequent moet zijn.
Ik kom tot de toekomst van de Europese Unie. Ik heb bij oppositie en meerderheid een gelijklopende analyse gehoord. Er is een gebrek aan vertrouwen. Zoals een lid het heeft uitgedrukt, mensen voelen zich in de steek gelaten. Er is een breuk ontstaan. Mensen volgen niet in het Europese project. Er zijn heel wat redenen aangeduid: de migratiecrisis, de veiligheid, de sociale dumping. Het slechtste dat je kunt doen, is dit negeren, is zeggen ‘business as usual, we hebben gelijk, mensen zijn dom, mensen volgen niet’. Neen, dat is verkeerd, er moet vertrouwen zijn, een samenleving moet gebaseerd zijn op vertrouwen.
Ik heb de tijd gekend dat de Europese Unie een wervend project was. Toen ik adolescent was, waren er Hendrik Brugmanskringen in heel Vlaanderen, was er een actieve betrokkenheid bij de Europese Unie. Het minste dat je kunt zeggen, is dat die er niet meer is op dit ogenblik, dat het pro-Europese debat niet leeft, dat de juiste keuzes en afwegingen daarbij ook wegvallen. Daarom maken we werk van onze EU-visie. Dat stond in het regeerakkoord, en het is nu zeker het moment, nu er toch een zeer grote crisis is in de Europese Unie.
Ik denk dat we dat debat niet moeten voeren in de zin van meer of minder Europa, maar van een beter Europa. Een Europa dat toegevoegde waarde creëert, een Europa dat, als het zaken doet, ter harte neemt en op een aantoonbare wijze zorgt dat het goed is voor de mensen. Tal van collega’s hebben hier materies opgesomd die daarvoor in aanmerking komen. Dat is het migratie- en het buitengrenzenbeleid, dat is de strijd tegen de sociale dumping, dat is de versterking van de interne markt, dat is de digitale markt, dat is de energiemarkt, allemaal zaken die uiterst belangrijk zijn. Er is nog de bankenunie en zo kunnen we er nog een aantal opsommen.
Ik ga niet vooruitlopen op de discussie over de visienota, maar een feit is dat niemand pleit voor een superstaat. Niemand pleit voor een ‘empire’. De tijd is er niet rijp voor. Angela Merkel heeft vanmiddag trouwens gezegd – dat is het resultaat van de informele raad die plaatsgehad heeft –: we gaan niet de vlucht vooruit nemen. We moeten over een aantal thema’s nog nadenken, over wat we beter kunnen doen. Nu grote sprongen vooruit maken, nu grote wensdromen najagen, zou een slechte zaak zijn. Angela Merkel heeft zopas verklaard dat er een consensus is om niet tot een verdragswijziging over te gaan, en niet opnieuw de zaken helemaal overhoop te halen.
Het is nu een zaak van vertrouwen, en dat werd ook gezegd, dat de EU een aantal zaken moet loslaten in het kader van de subsidiariteit en moet overlaten aan de lidstaten en deelstaten. De EU moet veel minder regelneverij hanteren, minder ‘red tape’. Daar is men het ook over eens, dat is ten andere het programma van de Commissie-Juncker. Ik denk dat we daarin een belangrijke rol te spelen hebben als we interfederaal het standpunt van België dat op de Europese raden verdedigd wordt, mee gaan bepalen.
We gaan niet mee in een anti-Europees discours. De unie heeft vrede en stabiliteit gebracht gedurende meer dan zeventig jaar. Laat ons dat koesteren, laat ons dat aan de jonge generaties doorgeven. Europa is gesticht op de puinhopen van Wereldoorlog II. Europa heeft al die tijd vrede en stabiliteit gewaarborgd. Het is ook mijn mening dat de EU in de wereld, als een mondiale speler, ook de rol moet spelen van factor van vrede en stabiliteit. Het moet zich niet als een imperium opstellen, maar de rol spelen die wij als Europa het best kunnen spelen.
De EU heeft welvaart gebracht. Ik heb de tijd meegemaakt dat de West-Vlaamse kmo’s met hun producten de Franse grens niet over konden. We leven als kleine open economie met 6,5 miljoen inwoners van de export. We exporteren per capita drie keer zoveel als Duitsland. Die eengemaakte markt van een half miljard mensen, maar de Britten gaan eruit, is een zegen voor ons. Hoe kleiner de economie is, hoe belangrijker dat grenzen wegvallen, dat men kan exporteren, dat men in competitie kan gaan met de kwaliteit van de mensen en producten.
Het is een unie van waarden. Het is heel belangrijk dat we dit overeind houden. De unie is gebaseerd op de fundamentele rechten en vrijheden van de verlichting. Dit moet het bindmiddel zijn van onze Europese democratie en beschaving.
De unie is een hefboom in de wereld. Geen illusie: de Britten gaan diezelfde hefboom niet meer hebben, de Britten gaan over elk verdrag dat de unie heeft afgesloten, opnieuw moeten onderhandelen. Geen enkel Europees land, ook niet de grote zoals Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, zijn in staat om op wereldvlak dezelfde hefboom te gaan hanteren. Maar de unie zal zich moeten bezinnen. Het is geen goede zaak als er zulke vertrouwensbreuken zijn. Het is geen goede zaak als mensen zich afkeren, als referenda, met al mijn bedenkingen ter zake, uitlopen op zulke fatale beslissingen.
De vertrouwensband moet terugkeren. Er moet bewezen worden aan de mensen dat de unie ertoe doet. Het is inderdaad een wake-upcall. Wie dat negeert, begaat een grote vergissing. We moeten de mensen weer meekrijgen. We doen geen business as usual, maar het is de taak van de EU om opnieuw harten van mensen te veroveren. Dat is ook onze taak. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Groen, het Vlaams Belang, sp.a en de meerderheid kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 17.15 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.