Report plenary meeting
Report
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Vorige zaterdag werd in Etterbeek een transgender neergestoken wegens zijn geaardheid. De persoon in kwestie was zijn thuisland, Tunesië, ontvlucht omdat hij daar ook aangevallen en bedreigd werd. Met de schrik voor zijn leven is hij naar België gekomen en heeft hij in België asiel gekregen. Nu blijkt dat hij ook hier als transgender niet veilig was voor religieuze fanatiekelingen die met transfobe motieven een aanval hebben gepleegd.
Er wordt in ons land al heel wat ondernomen. Vorige zomer zei staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sleurs nog dat wij op het vlak van transgenderbeleid de nummer één willen worden. Ook Vlaanderen heeft al heel wat gedaan. Naar aanleiding van de resolutie die in 2014 werd aangenomen, heeft u al heel wat ondernomen, minister. Dat blijkt ook nodig te zijn, wanneer we zien dat transgenders en holebi’s zich niet overal veilig voelen. Daarom is het misschien hoog tijd, in het licht van wat gebeurd is, om opnieuw te werken aan bewustmakingscampagnes tegen transfobie. Hoe staat u daartegenover?
Minister Homans heeft het woord.
Samen met u, maar ik hoop kamerbreed, verwerp ik alle vormen van geweld, van welke aard dan ook. Ik hoop dat we het daar allemaal over eens zijn. Ik moet jammer genoeg samen met u vaststellen dat er recent een stijging is van het aantal geweldplegingen op holebi’s – ik maak hierin geen onderscheid tussen homo’s, lesbiennes en transgenders.
U hebt zelf aangegeven dat we vanuit Vlaanderen al heel veel doen. We hebben de Holebifoon, het Transgender Infopunt, die structureel gefinancierd zijn, en waarvan de subsidies van 60.000 naar 100.000 euro zijn gegaan. Ook çavaria heeft een brochure uitgegeven, ‘opvallen en rechtslaan’, een soort van gids hoe slachtoffers jammer genoeg moeten omgaan met zulke vormen van geweld en waar ze terecht kunnen met vragen. Dat zijn allemaal zeer goede initiatieven. Er is bijvoorbeeld ook het project ‘Wel jong, niet hetero’, waarbij jongeren die actief zijn voor die organisatie, naar scholen trekken en bewust in dialoog gaan met jongeren in scholen om zo vroeg mogelijk te anticiperen op enige vorm van homofobie, transfobie en dergelijke meer, zodat we daar als maatschappij op kunnen inspelen, in samenwerking met het middenveld. Het middenveld is in dezen absoluut een goede partner, die we niet kunnen missen.
Zaterdag ga ik naar de Baltic Pride in Vilnius in Litouwen. We staan nu op de tweede plaats in de ranking. U zegt dat we naar de eerste plaats moeten. Ik ben het absoluut met u eens. Litouwen staat op de 38e plaats. Met mijn aanwezigheid en die van anderen van onder meer çavaria kunnen we wel een signaal geven. 82 procent van alle mensen in Litouwen is tegen het holebihuwelijk. Dat is heel veel.
We kunnen als overheid heel veel doen en we doen dat ook, maar hier is ook een onmiskenbare rol weggelegd voor de ouders en de opvoeding. We kunnen er jammer genoeg niet onderuit dat het in bepaalde culturen nog altijd niet volledig aanvaard kan worden dat iemand holebi is.
Minister, met uw laatste punt zult u wel een heel gevoelige snaar raken, maar laten we de zaken benoemen zoals ze zijn. Het middenveld kan ons helpen in de dialoog. U zou met bepaalde organisaties doelgericht kunnen werken wanneer het gaat om homofobie of transfobie om religieuze redenen. Misschien kunnen we Merhaba aanspreken om daarin een partner te zijn en om meer werk te maken in alle gemeenschappen van meer bewustwording voor de problemen die holebi’s en transgenders kunnen ervaren.
Ik wil nog een tweede punt maken. Het is geen boodschap naar de Vlaamse Regering, maar u kunt overleggen met en vragen stellen aan de federale minister over veiligheid van mensen. Blijkt dat de persoon in kwestie al vaker werd bedreigd. Er was een dossier geopend. We hebben een meer actieve aanpak nodig om de veiligheid van die mensen te garanderen. Kent u de stand van zaken van het vernieuwde federale actieplan inzake homofoob en transfoob geweld?
De heer Verstreken heeft het woord.
Voorzitter, sommige bevolkingsgroepen of mensen zullen zeggen: ‘Zijn ze daar weer met dat thema?’ Dat zijn mensen die door een paardenbril kijken en mensen die anderen graag in een verdomhoekje duwen. Het is goed dat mevrouw Brusseel hierover een vraag stelt. Het is ook goed dat na de verschrikkelijke aanslagen in Orlando in sommige steden en gemeenten de regenboogvlag halfstok is gehangen. Ook gisteren aan de Beurs waren er krachtige woorden tegen holebifobie, transfobie en racisme en was er een deugddoende solidariteit tegen haat. We kunnen de vraag stellen waar zoveel haat vandaan komt. Er zijn al heel wat punten aangehaald, maar we hebben met zijn allen, ook politici, een voorbeeldfunctie. We moeten stoppen met goedkope oneliners waarmee we bevolkingsgroepen stigmatiseren of mensen tegen elkaar opzetten.
Elke week is er wel iets. Er was het geval in Etterbeek, er was Orlando maar vorige week ook in Limburg. Op een filmpje op YouTube is te zien hoe gevraagd werd wat men zou doen als iemands kind homo was. Het antwoord was: “Slaan met de riem en buiten gooien”. Tolerantie is nog ver te zoeken.
Minister, u krijgt alle steun om uw beleidsplan verder uit te voeren.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, een maand geleden ongeveer hebben we dezelfde vraag gehad en jammer genoeg is dit opnieuw actueel. Op het vlak van rechten staan we heel ver in ons land, maar op het vlak van maatschappelijke acceptatie is er nog heel wat werk aan de winkel. Elke dag is er actie en sensibilisering nodig in heel wat domeinen zoals het onderwijs maar ook in de opvoeding. Onze normen en waarden moeten we duidelijk stellen en moeten we van jongs af aan meegeven. Jammer genoeg worden vandaag nog steeds de genderstereotypen met de paplepel ingegeven. Dat moeten we doorbreken. Daarvoor moeten we met gewone verhalen in dialoog gaan. De initiatieven die genomen worden, zijn positief maar vaak signaalfuncties. Het is een positief signaal dat u naar de holebiparade in Litouwen gaat, maar het moet meer gestructureerd en veel verder gaan dan dat.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Vanuit Brussel, en ook ruimer dan Brussel, moeten, kunnen en zullen we veel warmte en liefde sturen naar Orlando. Het heeft ons inderdaad, mijnheer Verstreken, zeer diep geraakt.
Ook de gebeurtenis in Etterbeek kwam hard aan. Ik ben blij dat het onderwerp aan bod komt en ik denk dat het helaas nog heel vaak aan bod zal komen. Er is nog een lange weg af te leggen in onze maatschappij. Concreet in dit geval reken ik op Justitie om een duidelijke uitspraak te doen, en het feit dat hier een expliciete haat tegenover holebi’s en transgenders aan ten grondslag ligt, tot een verzwarende omstandigheid te maken. Ik kijk ook naar dit Vlaams Parlement. We moeten allemaal samen, de minister op kop, de Vlaamse maatschappij veranderen. Want het zit er nog diep in. Hoe hard we ons ook willen wijsmaken dat het hier allemaal goed leven is voor homo’s en transgenders: dat is niet waar. Zolang homo’s niet hand in hand over straat kunnen lopen, zolang er geweld is tegen transgenders, moeten we ons heel, heel boos maken.
De cijfers liegen er niet om. Ik neem even de mannen in het vizier, collega’s. Een op vier mannen vindt dat heterokoppels beter geschikt zijn om kinderen op te voeden. Dat is een alarmerend cijfer: een op vier van onze mannen. 17 procent vindt een homohuwelijk niet oké. Dit zijn cijfers van onze maatschappij. Minister, u bent bevoegd om hierin verandering te brengen. Ik ben heel blij dat u naar Vilnius gaat. U zult daar groen gezelschap hebben. Maar ik reken op u om uw beleid zo radicaal mogelijk te voeren.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, er zijn al een aantal belangrijke groepen genoemd in dit debat. Politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen, en ook ouders. Ik voeg hieraan toch heel graag en heel expliciet geloofsgemeenschappen toe. Ik maak dan ook een onderscheid tussen enerzijds een voorzichtige openheid die je aan katholiek-christelijke kant ziet en een veel grotere geslotenheid die ik – helaas – aan de kant van de moslimgemeenschap zie.
Ik hoop dat we met z’n allen kunnen proberen om de deur die af en toe voorzichtig openstaat, voorzichtig – en elk woord hier is belangrijk – verder open te werken, met argumenten, in dialoog, zonder te stigmatiseren en zonder te culpabiliseren, maar wel in alle duidelijkheid. (Applaus)
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Het moet mij van het hart dat ik het afschuwelijk vind wat er zich heeft voorgedaan in Etterbeek. Ik vind het terecht dat er in dit parlement bezorgdheid wordt geuit om zulke feiten.
Ik vind het eigenlijk ook heel aberrant dat hier een discussie kan worden gevoerd of dat er vragen kunnen worden gesteld en dat niemand het woord ‘islam’ laat vallen. (Opmerkingen. Rumoer)
De oorzaak van zulke incidenten – incidenten die op dat vlak voorkomen – is de islam: een gewelddadige ideologie die geen respect heeft voor mensenrechten. Heel veel van die incidenten komen voort vanuit een gewelddadige ideologie die hier steeds vaker plaatsvindt en steeds meer plaats inneemt. Men kan niet ontkennen dat die ideologie er is en tot problemen leidt.
Ik ben dan ook van mening dat de islam het probleem is en dat de erkenning van de islam moet worden ingetrokken omdat er vanuit de moslimgemeenschap geen enkel respect is voor mensenrechten.
U bent redelijk voorspelbaar, mevrouw Van dermeersch. Ik denk dat u een beetje doof bent geweest tijdens dit debat. Zowel ikzelf als collega Brusseel en collega De Bruyn, hebben wel degelijk gesproken over bepaalde geloofsgemeenschappen die niet zo open staan ten opzichte van holebi’s. Dat is hier heel duidelijk gezegd. (Opmerkingen van Anke Van dermeersch)
Ja, maar wij hebben een andere stijl van debatteren dan u. Het is goed om in zulke gevoelige thema’s een klein beetje fatsoen te behouden. (Opmerkingen. Rumoer)
We willen absoluut niet stigmatiseren. Mevrouw Brusseel, u bent een voorvechter van allerlei rechten, zeker van de holebi’s. Het verbaast mij dan ook niet dat u zegt dat we enerzijds niet mogen stigmatiseren, maar tegelijkertijd de problemen bij naam moeten durven te noemen. We moeten ze niet onder de mat vegen, maar dat doen we ook niet.
U vroeg concreet hoe het staat met het federaal actieplan. Op een vraag van mevrouw Robeyns een maand geleden heb ik geantwoord: “Ik heb mij geïnformeerd en men heeft mij vanuit het kabinet-Sleurs meegedeeld dat het begin 2017 klaar zou zijn.”
Dat neemt natuurlijk niet weg dat we vanuit Vlaanderen allerlei kunnen doen. Ik heb u een aantal voorbeelden gegeven, en ik ga er nog twee aan toevoegen, die ik zelf heel belangrijk vind.
Ten eerste: rolmodellen vanuit alle gemeenschappen of geloofsgemeenschappen. Çavaria krijgt bijvoorbeeld subsidies om zo veel mogelijk mensen van gelijk welke geloofsovertuiging bij die holebigemeenschap te betrekken.
Ik zal u nog een ander voorbeeld geven, dat niet mijn persoonlijke verdienste is, maar dat ik wel heel belangrijk vind. Een aantal weken geleden was het de finale van Mister Gay Belgium. Zowel ikzelf als de minister-president had de eer punten te mogen geven aan de deelnemende kandidaten. Dat was absoluut een genoegen. Daar zat iemand bij van Marokkaanse afkomst. Ik heb die jongen ook persoonlijk, samen met alle andere finalisten, op mijn kabinet ontvangen. Hij heeft gezegd dat hij verstoten is door zijn eigen familie en dergelijke meer, maar dat hij op de barricaden wil gaan staan om een signaal te geven aan zijn geloofsgemeenschap dat er echt niets verkeerds is aan holebi zijn. Die mensen hebben we ook nodig.
Ik sluit af. Kunnen we als overheid heel veel doen? Ja. Hebben de ouders de verantwoordelijkheid? Ja. Moeten we steeds meer inzetten op die rolmodellen? Ja.
Minister, dat is zeer fijn. Het is pech voor diegenen die dat niet goed hebben gehoord. Ik heb u inderdaad gevraagd om zeer doelgericht tewerk te gaan. Ik ben dus zeer tevreden met uw afsluitende antwoord dat u de rolmodellen zult bijeenroepen, dat u in dialoog zult gaan met geloofsgemeenschappen. We kunnen dat op een zeer verstandige manier doen, zonder een amalgaam te maken van alles, zonder te stigmatiseren. Dat is geen probleem. Dat kunnen wij doen. We hebben daar absoluut de vaardigheden voor. Waar we ons voor moeten hoeden, is dat we tolerant zouden worden voor de intoleranten. U gaat daarvoor op de barricaden staan en ik samen met u.
De actuele vraag is afgehandeld.