Report plenary meeting
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de motie van Joris Vandenbroucke, Björn Rzoska, Rob Beenders, Johan Danen, Bruno Tobback en Hermes Sanctorum-Vandevoorde betreffende een belangenconflict met betrekking tot de levensduurverlenging van Doel 1 en 2.
De bespreking is geopend.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, afgelopen maandag zijn we in dit parlement van start gegaan met de Vlaamse Klimaatcommissie. De voorzitter van die Klimaatcommissie, Jan Peumans, heeft een ronde gedaan langs de verschillende fracties, om te vragen op welke manier zij kijken naar de werkzaamheden en de ambities die die commissie moet hebben. En het antwoord van de verzamelde fracties was bijzonder duidelijk: wij starten die Vlaamse Klimaatcommissie op met ambitie, met openheid van geest. We hebben afgesproken om de platgetreden paden te verlaten, om niet de ‘usual suspects’ te horen, maar mensen uit de industrie, mensen die bezig zijn met groene innovatie, zodat we die kunnen omarmen. En we hebben vooral ook afgesproken om de blik te wenden naar de lange termijn.
We gaan het hebben over de engagementen tegen 2030, die in Parijs zijn genomen. We gaan het ook hebben over de iets kortere termijn, over wat we moeten doen tegen 2020, onze hernieuwbare-energiedoelstellingen, maar ook wat we moeten doen tegen 2050. En we weten dat het beleidsdomein Energie daarin een bijzonder belangrijk aandachtspunt zal zijn. Onze energieproductie heeft een bijzonder grote impact op de haalbaarheid van onze klimaatdoelstellingen. We weten dat we die moeten verduurzamen, dat we daar radicaal voor een omslag moeten kiezen, als we op de lange termijn naar een koolstofvrije economie willen gaan.
Als oppositie willen wij daar constructief aan meewerken. Het is belangrijk dat we tonen dat we in dit Vlaams Parlement, als het over belangrijke aangelegenheden gaat, kunnen samenwerken met elkaar, over de partijgrenzen heen, maar ook over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, en dat we ook in staat zijn om verder te kijken dan de volgende verkiezingen, dat we kunnen werken op de langere termijn. We hebben dat al bewezen in andere dossiers. Ik denk dat de aanpak van de klimaatproblematiek er ook zo een is waarin we dat moeten doen.
Het is vanuit die constructieve houding, collega’s, dat ik u wil waarschuwen. Ik wil u ervoor waarschuwen dat hier aan de overkant van de straat, in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, men beslissingen dreigt te nemen die onze mooie ambities helemaal zullen doorkruisen, nog voor wij goed en wel op kruissnelheid zijn in onze Vlaamse Klimaatcommissie, een beslissing die het misschien zelfs onhaalbaar maakt om die ambities waar te maken. En dan heb ik het natuurlijk over het wetsontwerp dat momenteel in de Kamer behandeld wordt over de bekrachtiging van de conventie die minister Marghem gesloten heeft met Engie, de moederholding van Electrabel. Als die wet wordt aangenomen, dan zullen de kerncentrales van Doel 1 en Doel 2 tien jaar langer draaien dan dat we eerder hadden afgesproken.
Dat is géén goede beslissing. Dat is een beslissing die onze belangen schaadt. Als men die kerncentrales openhoudt, dan zal dat leiden tot de productie van overtollige stroom, die de rendabiliteit van onze installaties voor hernieuwbare energie aantast, die investeringen in nieuwe groenestroominstallaties zal ontmoedigen. De verzamelde hernieuwbare-energiesector heeft ons heel terecht aangeschreven en onmiddellijk gereageerd toen het nieuws bekend werd dat er een overeenkomst met Electrabel werd gesloten. Zij hebben heel terecht gezegd: doe dat alstublieft niet, Vlaanderen zit op een goed traject, u dreigt de investeringen die we al hebben gedaan, onrendabel te maken, u ontmoedigt ons om verder te gaan op dat pad.
Uit studies van Elia en de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) blijkt ook dat we die kerncentrales helemaal niet nodig hebben om onze stroomtoevoer te verzekeren. Zelf als je er rekening mee houdt dat stroom uit wind- en zonne-energie uiteraard niet altijd ter beschikking staat, is het niet nodig om die twee kerncentrales open te houden. Het is zelfs zo dat op momenten van weinig vraag naar energie, die vraag vrijwel volledig zal worden gedekt door nucleaire stroom.
Op die manier verwatert natuurlijk de nood aan nieuwe productiecapaciteit, aan hernieuwbare productiecapaciteit volledig, terwijl we weten, beseffen en zo vaak hebben geschreven – ook de minister-president heeft dat geschreven in zijn Visienota 2050 – dat Vlaanderen zijn productie van hernieuwbare energie fors moet optrekken. We moeten die optrekken met 80 procent op relatief korte termijn om onze doelstellingen van 2020 te halen. We moeten nog veel verder gaan om onze internationale klimaatengagementen na te komen.
Ik concludeer. Als die kerncentrales nog tien jaar langer blijven draaien, zullen onze ambities, onze doelstellingen, onze engagementen ofwel onhaalbaar zijn, ofwel zal het een bijzonder dure aangelegenheid worden, omdat we bijkomend zullen moeten investeren om die sector van de hernieuwbare energie levensvatbaar te houden in een context waarin er te veel overtollige stroom uit nucleaire capaciteit wordt geproduceerd. Daarmee zal men de Vlamingen twee keer laten betalen: een keer door de kosten die zijn verbonden aan het openhouden van Doel 1 en Doel 2 en nog een keer om onze groenestroomcapaciteit op te trekken.
Collega’s, dat zou toch een bijzonder absurde situatie zijn. Ik ben ervan overtuigd dat het openhouden van Doel 1 en Doel 2 indruist tegen het Vlaamse energiebeleid, dat dit vloekt met de ambities waarmee we met onze Vlaamse klimaatcommissie zijn gestart, dat dit het belang van de Vlamingen schaadt. We mogen dit niet laten gebeuren. Er is al eens geopperd om in de toekomst kerncentrales te dimmen. Het is beter ze te sluiten. Het is duidelijk dat dit een potentieel nefaste impact heeft op ons Vlaams energiebeleid. Daarom zou ik u willen oproepen om deze motie te steunen, zodat de Federale Regering op zijn minst wordt verplicht om te overleggen met de Vlaamse Regering. Ik denk dat we dat aan onszelf verplicht zijn. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Danen heeft het woord.
Beste collega’s, ik zal ook mijn volledige spreektijd niet gebruiken. Desalniettemin heeft wat ik ga zeggen toch wel een zeker belang, en wel hierom. De kern van de zaak is dat het besluit van de Federale Regering-Michel om de kernreactoren Doel 1 en Doel 2 langer open te houden, nadelig is voor het Vlaamse economische en innovatiebeleid, maar ook voor het beleid ter ondersteuning van de productie van hernieuwbare energie, en bijgevolg ook voor de Vlaamse belastingbetaler.
Ik raak drie topics kort aan. De beslissing van de Federale Regering gaat in tegen het regeerakkoord van deze Vlaamse Regering van de N-VA, CD&V en Open Vld, dat toch de Europese hernieuwbare-energiedoelstellingen tegen 2020 wil halen. Daartoe moet Vlaanderen de huidige productie hernieuwbare energie met 19.000 gigawattuur optrekken. Vlaanderen wordt hierin echter gefnuikt door de beslissing die op stapel staat. Ik geef u hieronder aan hoe.
Om de Europese klimaat- en energiedoelstellingen te halen, moet België tegen 2020 meer dan 10.000 megawatt hernieuwbare capaciteit aansluiten. Door de 6000 megawatt niet-flexibele basislast uit de kerncentrales langer op het net te houden, riskeren we echter regelmatig veel te veel elektriciteit te produceren, vooral op dagen met veel wind en/of zon. Net op de momenten – en dat is bijzonder cynisch – dat ze het meest productief zijn, zullen hernieuwbare-energie-installaties hierdoor moeten worden stilgelegd om overbelasting van het stroomnet te vermijden.
Doordat de Federale Regering de kerncentrales tien jaar langer openhoudt, ontstaat er dus een overcapaciteit van elektriciteit op de Belgische productiemarkt. Dat berekende de hoogspanningsnetbeheerder Elia. Door die overproductie van nucleaire stroom wordt hernieuwbare stroom minder concurrentieel en riskeert de Vlaamse Regering weeral aan te kloppen bij de Vlaamse belastingbetaler om wat geld bij te steken om die hernieuwbare energie weer wat rendabel te maken. Zo riskeert die federale beslissing op de kap van de Vlaamse belastingbetaler terecht te komen en dat kan toch allerminst de bedoeling zijn.
Eigenlijk is mijn eerder gebruikte kwalificatie, namelijk ‘minder concurrentieel’, nogal zwak uitgedrukt. Een overschot van elektriciteit leidt nogal eens tot negatieve prijzen op de spotmarkt. Ik ga niet te technisch worden, maar het is alleszins zo dat we de beslissing van het langer openhouden van de kerncentrales samen moeten lezen met het regeerakkoord van de Vlaamse Regering waarin gesteld wordt dat hernieuwbare-energie-installaties geen steun meer zullen ontvangen bij negatieve prijsvorming. Blijkbaar zullen windturbines en/of PV-installaties (photovoltaic) dus stilgelegd worden op winderige en/of zonnige dagen, juist wanneer ze tegen zeer lage kosten op vol vermogen kunnen draaien, en dit om voorrang te geven aan nucleaire base load waarvan de rendabiliteit gegarandeerd wordt door de overeenkomsten die de Federale Regering heeft afgesloten met Engie-Electrabel. Nog straffer wordt het, omdat de wet en ook ons Energiedecreet bepaalt dat hernieuwbare energie voorrang moet krijgen op andere bronnen. Maar in de praktijk is dat blijkbaar een onmogelijkheid.
Ik kom tot een tweede aspect. Het fnuiken van het behalen van ons aandeel hernieuwbare energie kun je niet los zien van de ontwikkeling van bedrijven die in die sector actief zijn.
Op die manier is de federale wet die eraan komt ook bijzonder schadelijk voor onze bedrijven, en dus ook voor de Vlaamse economie. Het openhouden van de nucleaire centrales blokkeert elke investering in alternatieve productiecapaciteit, schreef de energiewaakhond, de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), eerder al. De producenten van hernieuwbare energie in Vlaanderen lieten allemaal samen weten dat deze maatregel de toekomst van hun sector fnuikt. Jammer toch voor een toekomstgerichte sector die de hernieuwbare energie toch is en die het niet altijd makkelijk heeft. Dat mogen we, beste collega’s, zeker niet laten gebeuren. En zij die al geïnvesteerd hebben in hernieuwbare energie, zullen minder zekerheid krijgen over het aantal draaiuren van hun productie-eenheden, waardoor de rendabiliteit van hun installaties in het gedrang dreigt te komen. Er is dus met andere woorden geen goede kant aan.
Een derde negatief effect is het volgende. Vlaanderen zet fors in op energie-efficiëntie in de industrie, wat Groen volop steunt, onder andere via de energiebeleidsovereenkomst (EBO). Het voorbije decennium deed de zware industrie daarom ernstige inspanningen om haar energieverbruik te laten dalen, wat meteen ook betekende dat de CO2-uitstoot daalde.
In het kader van dit soort overeenkomsten moeten bedrijven verplicht energie-efficiënte investeringen doen die voor hen rendabel zijn. Door het langer openhouden van Doel 1 en Doel 2 zullen echter maar weinig investeringen op het vlak van energie-efficiëntie de moeite lonen. Gevolg is dat de CO2-uitstoot van de zware industrie allicht niet verder zal dalen, wat het behalen van deze doelstellingen op Vlaams niveau verder bemoeilijkt. Bovendien zijn er heel veel Vlaamse bedrijven actief in de markt van de energie-efficiëntie, wat dus ook op dit vlak slecht is voor onze plaatselijke, Vlaamse economie.
En ten slotte: als het totale energieverbruik daalt maar het opgesteld vermogen aan hernieuwbare energie blijft gelijk, wat de voorbije jaren zo een beetje het geval was, dan stijgt het aandeel hernieuwbare energie toch. Dat effect gaat nu verloren, waardoor de doelstelling hernieuwbare energie opnieuw verder af dan ooit raakt.
Het Vlaamse Gewest werd ook nauwelijks betrokken bij de beoordeling van de veiligheids- of milieueffecten van de verlenging van vergunningen van nucleaire installaties. Je moet het maar durven. Er werd wel een samenwerkingsakkoord afgesloten over nucleaire veiligheid, maar dit wordt, naar ik verneem, nauwelijks opgevolgd.
Ik vat samen. Het is duidelijk dat het openhouden van Doel 1 en Doel 2 heel wat ongewenste negatieve neveneffecten tot gevolg zal hebben. Zowel onze economie, ons innovatiebeleid, onze inspanningen voor het behalen van de doelstellingen hernieuwbare energie en de energie-efficiëntie worden hiermee gefnuikt. Je moet het maar doen!
Het is dus hoogtijd dat de Vlaamse Regering aan de – excusez le mot – alarmbel trekt en de belangen van de Vlaamse economie en de belastingbetaler aan de Federale Regering van premier Michel duidelijk maakt. Met dit instrument willen we de Vlaamse Regering, de regering-Bourgeois, verplichten om het dossier op het Overlegcomité met de Federale Regering te brengen. Daar moet de Vlaamse Regering aan de Federale Regering vragen om de beslissing tot levensduurverlenging van de kerncentrales in te trekken.
Beste collega’s, het is onze plicht om, als Vlaams Parlement, een belangenconflict in te roepen tegen de levensduurverlenging van de kerncentrales en om in overleg te treden met de federale overheid, om te vermijden dat een federale beslissing het voor het Vlaamse Gewest onmogelijk maakt om de eigen bevoegdheden uit te oefenen. Dat mogen we zeker niet laten gebeuren. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Goede middag, collega’s.
Ik vind de motie moedig, maar zij is gebaseerd op een aantal dogma’s, oneliners en ook technische onwaarheden.
Er staan drie getallen in de motie. Het eerste getal is: wat hebben we nodig? In de motie staat duidelijk dat we in een piekperiode – ik veronderstel dat dat in de winter is – 14.250 megawatt nodig hebben.
Ik vind de motie moedig, maar ze is gebaseerd op een aantal dogma’s, oneliners en technische onwaarheden. Er staan drie getallen in de motie.
Ten eerste, wat hebben we nodig? Er staat duidelijk dat we in de piekperiode 14.250 megawatt nodig hebben. Dat getal is correct, maar niet verifieerbaar. Op de website van Elia staat het getal 11.750 megawatt. Elia kijkt vanuit hoog niveau wat zon en wind doen. Omgerekend en rekening houdend met wat zon en wind bijkomend op die 11.750 megawatt kunnen implementeren, komt men inderdaad op ongeveer 14.250 megawatt, maar zoals ik al zei is dat niet verifieerbaar. Vraag aan distributienetbeheerders Eandis en Infrax om de meting te doen, ze zullen er niet toe in staat zijn.
Ten tweede, de productiecapaciteit 20.000 megawatt. Is dit correct? Neen, dit getal is niet correct. Waarom niet? Neem de som van de nucleaire centrales, 6000 megawatt, en tel daarbij de klassieke thermische centrales op zoals we ze vandaag nog kennen. Dan komt daar ongeveer 4000 megawatt bij. Met andere woorden: de klassieke plus de nucleaire centrales zijn goed voor ongeveer 10.000 megawatt. Wat hebben we dan nog? We hebben de biomassacentrale Max Green, er staan enkele biomassacentrales in Wallonië, we hebben biogasinstallaties, waterkracht- en afvalverbrandingsinstallaties zoals IVAGO in Gent en andere. Die produceren eveneens een bepaalde hoeveelheid elektriciteit, goed voor 2000 megawatt. De som is al 12.000 megawatt.
Dan is er de hernieuwbare energie. Er wordt geen verschil gemaakt tussen het geïnstalleerde vermogen en de effectief beschikbare capaciteit. Dat is een fundamentele fout. Men kan zeggen dat ik vrij technisch ben, maar als hier een motie vol dogma’s en onwaarheden voorligt, dan vind ik dat ik het recht heb dit technisch te weerleggen. Ik kan deze getallen eventueel in commissie via een powerpointpresentatie verifiëren en aantonen.
Er zijn momenteel voor 4000 megawatt aan zonne-installaties geplaatst. Maar die zijn enkel beschikbaar op het ogenblik dat we in de zomer helder weer hebben, van De Panne over Opgrimbie tot het meest zuidelijke punt van ons land in Verviers. Men rekent dus met de gemiddelde capaciteiten die wel beschikbaar zijn, met verschillen tussen winter en zomer, tussen wind op land of wind op zee en de zon. Als die getallen worden opgeteld, komt men aan ongeveer maximaal 3000 megawatt.
Ten derde, de importcapaciteit, namelijk 4500 megawatt. Ook dat getal is niet correct. De interconnectiecapaciteit is in de winter 3500 megawatt, maar in de zomer is er maar 3000 megawatt beschikbaar wegens te hoge temperaturen en onvoldoende afkoeling van de kabels, waardoor ze zouden kunnen doorhangen.
Wat hebben we nu in de winter totaal beschikbaar? Zonder de interconnectie is dat ongeveer 13.000 megawatt en geen 20.000. In de zomer hebben we ongeveer een 12.000 megawatt, maar dan is er minder elektriciteit nodig.
Met andere woorden, elektronen stromen van de regio’s met een goedkope prijs naar regio’s met een dure prijs. Dat is fysica, en dat kan men niet tegenhouden aan de grens met een grenswachter die bijvoorbeeld de elektronen van Duitsland tegenhoudt. Dat gaat niet. Dat is fysica, dat loopt vanzelf.
Men moet rekening houden met al die verschillende scenario’s, met flexibel verbruik – wat mogelijk is – en met flexibele afschakeling – wat ook gebeurt. Daarvoor bestaat de Engelse term demand side management. We kunnen ook nog altijd flexibele productie-units gaan inzetten. We hebben de interconnectie. We hebben momenteel al opslag in Coo, we hebben eventueel nog in de toekomst opslag via een decentrale batterij, zoals in een conceptnota rond batterijtechnologie stond. Die wees er eigenlijk op dat we bijna voldoende productiecapaciteit hebben versus de vraag, zonder veel import.
Over de vraag of we elektriciteit zullen importeren of onze eigen, dure thermische klassieke centrales zullen gebruiken, beslissen wij niet. Daar beslist de markt over. Als het dus goedkoper is om te importeren, dan zijn onze klassieke thermische centrales op dat ogenblik te duur en zullen onze eigen centrales automatisch stilgelegd worden, in de mottenballen worden geplaatst, en gaan we stroom importeren. Weet u dat zelfs Duitse gezinnen momenteel 30 procent meer betalen dan Vlaamse gezinnen? Zij betalen eigenlijk om hun goedkope stroom te exporteren naar ons land. Ik heb van die Duitse gezinnen nog weinig protestmarsen gezien.
Een tweede belangrijk punt dat in jullie motie van belangenconflict staat, is dat jullie zeggen dat we niet kunnen moduleren. Mijn excuses, we kunnen dat wel. De eerste berekening die ik heb gemaakt – sorry als het allemaal veel te technisch zou blijken – is wat we nodig hebben aan capaciteit om te kunnen moduleren. Wel, dat is ongeveer 800 megawatt. Dat is de hoeveelheid die we nodig hebben in functie van hernieuwbare energie die we bij voorrang op het net willen brengen, wij die met een flexibele vraag en ondersteuning zitten. Hebben we die 8000 megawatt? Ja, we hebben die. Waar hebben we die? Coo: meer dan 1000 megawatt; in principe zelfs de klassieke centrales: tegen de 4000 Megawatt; onze decentrale opslag, strategische reserves: vorig jaar 350 megawatt, dat kan in principe tot 750 gaan, en zelfs tot 1500 megawatt. Zelfs onze import-export kan perfect dienen voor onze modulatie, maar ook de kerncentrales.
In het akkoord staat duidelijk wanneer kerncentrales onderhouden moeten worden. Er staat duidelijk in dat Doel 1, 2 en 3, goed voor 2000 megawatt, om de twaalf maanden, in de zomermaanden, worden onderhouden. De andere types van centrales zullen om de achttien maanden worden onderhouden, alternerend tussen herfst en lente. Met andere woorden, enkel in de winter is er een nucleair park van 6000 megawatt beschikbaar, de rest van het jaar hebben we eigenlijk maar een nucleair park van 4000 megawatt ter beschikking. Dat is modulatie nummer 1.
Modulatie nummer 2: een intern rapport, dat heel duidelijk aantoont dat ENGIE inderdaad een aantal investeringen moet doen om verder te kunnen moduleren op de huidige 2 tot 3 procent die nu maar mogelijk is. Die verdere modulatie moeten zij garanderen 30 keer per jaar gedurende maximaal 72 uur. Dat is ongeveer 2160 uur. Maar doordat onze types centrales anders zijn dan die van Frankrijk en Duitsland, moeten die op voorhand worden gepland. Kan men dat op voorhand plannen? Uiteraard. Als men bijvoorbeeld de jaargrafiek over ons gebruiksprofiel op de website van Elia bekijkt, dan ziet men telkens vanaf de zaterdagmiddag tot de zondagavond een daling van gemakkelijk 1000 tot 2000 megawatt. Met andere woorden, men kan dat perfect plannen en we kunnen op die manier zelfs de nucleaire centrales bijkomend moduleren met 2000 megawatt. Met andere woorden, ons minimumaandeel aan nucleair park dat beschikbaar is, is 2000 megawatt, het maximum is 6000 megawatt. Als dat geen modulatie is… dat is zelfs een modulatie van één op drie.
Hier bestaat soms verwarring over congestie van hernieuwbare energie. De stroom afkomstig van privézonnepanelen bij de burger, bij een kmo, bij een groot bedrijf of bij een publiek gebouw wordt altijd ingebracht op het lokale netwerk en niet op het transportnetwerk. Een congestieprobleem zal zich dus eerder voordoen op het niveau van het distributienet dan op het niveau van het transportnet.
We moeten nadenken over de langetermijnvisie en we moeten ook eens kijken wat er gebeurt in het buitenland, met de landen waarmee we geïnterconnecteerd zijn. In Duitsland verwacht men 2018 een probleem wanneer het nucleair arsenaal is afgebouwd maar vooral ook wanneer de bruinkoolcentrales zullen worden afgestoten. Dan zullen zij op een bepaald moment niets meer kunnen exporteren naar ons en zullen zij ook vragende partij zijn om te importeren.
Frankrijk debatteert momenteel over de vraag of het de kerncentrales ook 10 jaar langer zal openhouden. Het nucleair park is goed voor 75 procent van hun totale behoefte, bij ons is dat 54 procent. Wat als het besluit is dat ze die kerncentrales niet langer zullen openhouden?
En wat gebeurt er in Nederland wanneer Groningen op een bepaald moment minder gas zal oppompen, wat ze eigenlijk al doen? Hun contracten moeten echter worden nageleefd door ofwel rijk aardgas te verarmen, ofwel ervoor te zorgen dat hun eigen centrales niet meer worden bevoorraad met arm aardgas, waardoor ze hun eigen centrales in de mottenballen leggen. We mogen daar niet blind voor zijn.
Juridisch zijn er afspraken gemaakt, onder meer door de vorige regering, over Tihange 1. Zet u die contracten dan ook opnieuw open? Voor Tihange 1 was trouwens een nucleaire rente afgesproken boven de 50 euro per megawattuur. Intussen zitten ze daaronder. Met andere woorden, de federale overheid zal hiervoor nul euro ontvangen.
Er zijn ook een aantal aspecten over de verlenging van Doel 1 en 2 die we niet uit het oog mogen verliezen. Men moet een strategische reserve aanleggen zoals men heeft moeten doen vorig jaar. Hoeveel vragen zijn er niet gesteld over het horrorscenario van de mogelijke black-outs? Hoeveel spreekbeurten heb ik daar in verschillende afdelingen en gemeenten niet over gegeven? Dat kost wel 100 miljoen euro. En vanaf volgend jaar hebben we die niet nodig. Zelfs de wereld van hernieuwbare energie spreekt zich niet altijd uit voor of tegen nucleaire energie. Zij vragen rechtszekerheid, met of zonder nucleaire stroom.
Een goede interconnectie uitbouwen maakt dat ons land mogelijks niet alleen moet importeren maar ook kan exporteren. Binnenkort wordt de kabel gelegd naar Engeland. De prijs in Engeland ligt minstens 10 euro per megawatt hoger dan bij ons. Wat gaat er dus gebeuren met die kabel? Die stroom zal niet van Engeland naar hier komen maar van hier naar Engeland gaan. Die stroom zal komen van de plaats waar hij het goedkoopst is en momenteel is dat in Duitsland. Duitsland exporteert naar ons en wij exporteren naar Engeland. Wanneer men in het zuiden van Duitsland een probleem heeft omdat er veel stroom nodig is terwijl er een enorme productie is in het noorden van Duitsland, dan zal die stroom over Nederland en over België naar het zuiden van Duitsland worden getransporteerd. Elektronen houdt men niet tegen aan de grens.
De groothandelsprijzen zijn ook gedaald. In oktober 2015 was de prijs nog 45 euro per megawattuur, vandaag zit de prijs tussen 25 en 30 euro per megawattuur. De burger bespaart dus ook 85 euro per jaar bij een gemiddeld verbruik van 3500 kilowattuur, uiteraard enkel op de energiecomponent. Een middelgroot chemisch bedrijf bespaart daardoor 20 miljoen euro per jaar. Gaan we daarvoor een belangenconflict inroepen?
Tegelijkertijd, door het feit dat we dat doorvoeren, hebben we ook de energienorm om markten met elkaar te vergelijken.
Nu we, door die levensduurverlenging van Doel 1 en 2, even door rustig vaarwater varen, met voldoende eigen productie en interconnectie, hebben we inderdaad de tijd om onze energie niet, zoals vorig jaar, in horrorscenario’s te steken, maar eerder in een gedegen energievisie en energiepact.
Ik besluit. Het verlengen van de levensduur van Doel 1 en 2 is eigenlijk geen objectief op zich. Het is ingegeven door de situatie waarin we ons vandaag bevinden. Dat is grotendeels een gevolg van de beslissing die werd genomen in 2003, onder paars-groen, in verband met de kernuitstap, maar waarbij er totaal onvoldoende is gewerkt aan een alternatieve oplossing.
De levensduurverlenging van Doel 1 en 2 laat ons toe om ons minder bezig te houden met het uitdenken van afschakelplannen en het vermijden van black-outs. Het is echter maar een deel van de oplossing. Daarom willen we meer inzetten op twee andere cruciale elementen in het Vlaamse regeerakkoord: de energievisie en de energienorm. Want inderdaad, we denken dat er enkel met de levensduurverlenging van Doel 1 en 2 niet zullen komen. Er is meer nodig.
Wegens de bovenstaande redenen, beschikbare productiecapaciteit, voldoende modulatie om hernieuwbare energie bij voorrang op het net te kunnen zetten en door het feit dat ook de prijs daalt, zullen we deze motie voor het belangenconflict niet ondersteunen. (Applaus bij de N-VA)
Allereerst, mijnheer Gryffroy, wil ik u – echt waar – hartelijk danken omdat u zo grondig op de zaken ingaat. Wij zijn dat van u gewoon. We kennen elkaar al langer. Ik apprecieer dat ten volle.
Op een bepaald moment in uw betoog zei u dat de sector van de hernieuwbare energie zich niet uitspreekt tegen nucleaire energie. Ik heb de communicatie er toch nog eens op nageslagen. Die conventie was – om het in termen van hernieuwbare energie uit te drukken – zonneklaar. Men was zeer ongerust over die beslissing en vroeg letterlijk om die beslissing niet te nemen en grondig te onderzoeken wat de impact is van de verlenging van de levensduur van Doel 1 en 2 op de investeringscontext voor hernieuwbare energie, waarvan men verwacht dat die zeer negatief zal worden beïnvloed. Dat is toch een duidelijke stelling van de sector, die ook niet gebaseerd is op een soort buikgevoel. Die mensen weten echt wel waarover ze spreken.
Mijnheer Gryffroy, u hebt heel veel cijfers aangehaald om die van ons te weerleggen. Wij hebben er iets minder in onze motie gestoken, kwestie van een en ander leesbaar te houden.
Wij hebben grondig akte genomen van de CREG-studie daarover, over welke capaciteit er is, wat er nodig is en hoe een en ander zal evolueren. We hebben ook grondig kennis genomen van een Elia-studie. Die studie dateert van 13 november, maar kwam toevallig pas naar boven net na het afsluiten van de conventie met ENGIE. Daarin staat duidelijk te lezen dat de twee reactoren van Doel 1 en 2 niet noodzakelijk zijn om onze bevoorrading te verzekeren.
Beste collega, ik kan uit de losse pols niet zomaar dieper ingaan op alle cijferreeksen die u hebt aangegeven. Het zou misschien wel interessant zijn om dat wel eens te doen. Misschien kan dat een goede reden zijn om onze motie wel te steunen. U weet dat, als u deze motie steunt, wij niet hebben beslist dat de levensduur van Doel 1 en 2 niet worden verlengd, maar dat we dan vragen dat de behandeling van het wetsontwerp dat in behandeling is in de Kamer en de laatste stap is om Doel 1 en 2 open te houden, wordt opgeschorst, zodat er zestig dagen zijn voor het federale niveau om in overleg te treden met het Vlaamse niveau. Collega, ik wil die zestig dagen met heel veel plezier aangrijpen om ten gronde in te gaan op alle cijferreeksen die u hebt aangehaald. Dan kunnen we inderdaad misschien tot andere inzichten komen. Ondertussen kunnen de Vlaamse Regering en de Federale Regering overleg plegen.
Daarmee hebben wij geen beslissing genomen want we zijn niet bevoegd, maar staan we precies toe om dat grondig te bestuderen zoals de sector van de hernieuwbare energie heeft gevraagd. Die vraag kunnen we hen niet ontzeggen. Ik wil uw werk alle eer aandoen en de tijd nemen om dit grondig te bekijken. Dus, steun onze motie!
U hebt inderdaad heel wat cijfers aangehaald, waarvoor dank. Ik kan me wel niet van de indruk ontdoen dat u probeert de vis te verdrinken. We zullen straks waarschijnlijk aan het stemgedrag van uw collega’s kunnen zien dat dit gelukt is.
U schermt met cijfers van Elia en de CREG. We hebben hen natuurlijk ook geraadpleegd om de motie te kunnen opstellen. De cijfers die wij hebben gevonden, zijn juist in zoverre Elia en de CREG juiste cijfers verstrekken. Ik neem aan dat dat het geval is.
Ik wil u iets in herinnering brengen. November vorig jaar was een heel belangrijke maand voor – wat u de bevoorradingszekerheid noemt – de toekomst van ons land wat betreft nucleaire energie. Op 13 november was er immers een bevoorradingszekerheidsstudie van Elia. Men heeft die studie pas bekendgemaakt op 2 december. Die gaf aan dat bijkomende capaciteit niet nodig was omdat ondertussen bekend was geworden dat Doel 3 en Doel 4 opnieuw zouden draaien. Op 30 november is beslist om Doel 1 en Doel 2 open te houden. Iedereen weet dat de studie van Elia bewust is achtergehouden omdat men per se Doel 1 en Doel 2 open wilde houden. Dat is de enige waarheid.
Ik begrijp eerlijk gezegd niet goed van een partij zoals de uwe dat u niet alleen de waterdrager bent van Electrabel maar blijkbaar ook van de nv België.
U weet dat ik constructief ben. U bent dat ook, meestal toch. Daarom stel ik voor om de cijfers in de commissie te bekijken, zoals de heer Vandenbroucke ook zei. Dan kunnen we nagaan welke cijfers er juist en fout zijn. De cijfers zijn wat ze zijn. Over prognoses kun je soms nog discussiëren, maar de marge waarin we afwijken zal allicht beperkt zijn. Ik roep u op om in afwachting onze motie te steunen. Dat is een teken dat we ons Vlaams energiebeleid serieus nemen en dat we ons niet op sleeptouw laten nemen door wat aan de overkant gebeurt. Als u de motie steunt, is niet alles van de baan maar wordt alles voor een paar maanden opgeschort. Dat lijkt me een heel goed compromis en ik vraag u om daarin mee te gaan.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik vind het straf dat u mij ervan verdenkt de waterdrager te zijn van Electrabel en de nv België. U kent mijn verleden. U zult dan ook weten dat ik sowieso geen waterdrager ben van Electrabel.
U zegt dat de cijfers zijn wat ze zijn. De cijfers van Elia en de CREG verschillen. Dat komt omdat er gewerkt moet worden met aannames omdat men geen zicht heeft op het lokale productiepark. (Opmerkingen van Björn Rzoska)
Die 14.250 megawatt klopt wel. Bij de 20.000 megawatt vertrekt u van geïnstalleerd vermogen in plaats van beschikbaar vermogen. Dat is een groot verschil. Als de voorzitter van de Klimaatcommissie het toestaat, wil ik dat wel bespreken in een randvergadering van die commissie want dit is belangrijk. Spreken we over 20.000 megawatt of over veel minder? Om te kunnen spreken over de hernieuwbare energie die we nodig hebben, moeten we wel eerst over de juiste cijfers beschikken. Er zijn verschillen in.
U zegt dat de sector van de hernieuwbare energie vragende partij was om de levensduur van Doel 1 en Doel 2 niet te verlengen.
Weet u, als u spreekt met bedrijven uit de sector van de hernieuwbare energie – ik zat deze middag nog aan tafel met een aantal vertegenwoordigers van die bedrijven – dan zijn er twee strekkingen. Maar de gemeenschappelijke basis is wel dat men rechtszekerheid wil.
Wat hebben we de laatste tien jaar gehad? Een jojobeweging: we verlengen Tihange 1, we verlengen niet, we verlengen iets anders, we verlengen niet. Die jojobeweging wil men niet langer. Men wil een duidelijk systeem. Het is zelfs zo dat wanneer de prijs met meer dan 10 euro per megawattuur daalt, er een mogelijkheid is om een herberekening te doen in de onrendabele top. Met andere woorden, we verliezen dan wel zes tot twaalf maanden, maar er is een mogelijkheid voor de sector om inderdaad het businessplan wat bij te schaven.
De bedrijven willen zekerheid over de komende tien jaar. Wij hebben die tijd nodig om ons studiewerk te verrichten en om dat ook om te zetten in reële actie. (Applaus bij de N-VA)
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het aangehaalde punt van de heer Gryffroy over het onderscheid tussen geïnstalleerd vermogen en reëel geproduceerd vermogen, is fundamenteel. Het is echter een punt dat aan de linkerzijde of aan de ecologische zijde altijd rap onder de mat wordt geveegd. Het is niet omdat een installatie er staat, dat die ook 100 procent van haar vermogen kan leveren. Dat geldt trouwens niet alleen voor hernieuwbare energie, maar voor alle installaties. Daarmee zeggen: “hup, er staat zo veel, het is in orde, we hebben niets meer nodig”, dat klopt dus niet. De heer Gryffroy heeft volgens mij voldoende aangetoond dat er wel degelijk ruimte is voor hernieuwbare energie.
Door collega Danen wordt enorm gefocust op: “het drama zal zich voltrekken, er zal te veel elektriciteit geproduceerd worden, oh wee, oh wee”. Het verhaal van de negatieve prijzen, heeft zich eenmaal voorgedaan in de zomer, één keer. U weet ook dat wanneer een netbeheerder beslist dat er omwille van de veiligheid van het net windmolens moeten worden afgeschakeld, die windmolens ook vergoed worden. Het is dus niet zo dat hun businessplan dan ineenstuikt, dat er een financiële aderlating is waaraan ze failliet gaan en ze bijgevolg niet meer kunnen produceren. De wetgever heeft in een ondersteuningskader voorzien om die heel uitzonderlijke situatie op te vangen.
Bovendien, collega’s, mogen we niet vergeten dat nog niet zo heel lang geleden de poppetjes aan het dansen gingen bij dreigende black-outs. Er was collectieve paniek. U kunt dan zeggen dat achteraf is gebleken uit studies van Elia, van de CREG, van de FOD Economie en van nog andere instanties, dat het eigenlijk allemaal zo ernstig niet was. Ik heb toen opgeroepen om het hoofd koel te houden en ik doe dat ook nu. De situatie was toen niet zo kritisch als men liet uitschijnen, maar ze was zeker en vast ook niet comfortabel te noemen.
De heer Gryffroy heeft een schets gemaakt van de beschikbare cijfers en er werden ook andere cijfers gegeven. Inderdaad, een cijfer is niet alleszeggend. Bovendien moeten cijfers geïnterpreteerd worden en moeten er politieke consequenties aan verbonden worden en conclusies uit getrokken worden, zo niet waren wij overbodig.
Een van die conclusies die de meerderheid aan de overkant, dezelfde meerderheid als hier, heeft getrokken, is dat we voorzichtig moeten zijn met het oog op de bevoorradingszekerheid en dat een buffer nodig en nuttig kan zijn.
En dan kiezen we ervoor om een tijdlang de kleinste kerncentrales langer open te houden. Dat zijn kerncentrales waar nog nooit iets is misgelopen, het zijn kerncentrales met heel stabiele reactoren. Bovendien valt dit nog steeds binnen de afgesproken uitstapkalender. Want hierover wordt mist gespuid, er wordt gedaan alsof er getornd wordt aan de uitstapkalender, maar die ligt nog altijd vast. Ik meen dat u toch een beetje kalm moet blijven. We hebben inderdaad voor onszelf een beetje tijd gekocht. Er wordt heel ernstig werk gemaakt van de transitie naar de hernieuwbare energie.
Hier nu op een drafje zeggen dat we snel alle kerncentrales dichtdoen en dan hopen dat de alternatieve energie het allemaal kan overnemen, dat is een beetje de manier waarop Groen het aanpakt. We hebben een droom, collega’s, die we allemaal delen: 100 procent hernieuwbare energie voor de volgende generatie. Dat is wat we allemaal betrachten. Alleen zegt u: “We zien wel, het zal wel vanzelf komen. We kappen het bos, dan groeit er vanzelf wel iets nieuws.”
Dat zal niet gebeuren, collega’s. Deze meerderheid bouwt met een energievisie. Met een energiepact legt ze de bouwstenen voor gedragen beslissingen die ervoor kunnen zorgen dat de transitie er kan komen zonder ontwrichtingen en black-outs.
Ten slotte, collega’s, als u vandaag een belangenconflict wilt inroepen, dan denk ik: komaan. Uiteraard heeft ongeveer elke beslissing van de Federale Regering een impact op de Vlaamse Regering en omgekeerd. We leven niet in een vacuüm, we leven niet geïsoleerd, de bevoorradingszekerheid is een federale bevoegdheid. Als u cijfers aandraagt over wat nu juist de bevoorradingszekerheid wel of niet zou kunnen zijn, dan heeft die discussie in dit parlement geen plaats.
Wat u vandaag probeert te doen, is exact dezelfde discussie overdoen die men aan de overkant voert. U hebt daar ook collega’s, die daar trouwens schitterend werk leveren. Wij hebben daar ook collega’s en, eerlijk gezegd, voor mij hoeft het niet. Ik heb de fierheid een Vlaams parlementslid te zijn en de Vlaamse bevoegdheden ten volle te willen uitoefenen. Ik heb geen nood om er – voorlopig toch – ook nog de federale bevoegdheden bij te nemen. Tenzij er natuurlijk nog een nieuwe staatshervorming aan zou komen.
U zegt dat de impact van de federale beslissing van die aard is dat we hier geen beleid meer kunnen voeren, wel, we hebben de afgelopen jaren ruimschoots bewezen dat we wel beleid kunnen voeren. Ik hoef er u niet aan te herinneren dat we het niet altijd eens waren met het gevoerde beleid, maar het is alleszins gevoerd. Het zal in de toekomst met dezelfde onafhankelijkheid en gebrek aan frustraties of verkrampte houding verder worden gevoerd.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik wil nog even ingaan op de opmerkingen van de oppositie. De heer Gryffroy is meer dan voldoende op de inhoudelijke argumenten ingegaan. Opmerkingen daarover waren er niet veel.
Mijn punt is dat de lovende woorden van de heer Vandenbroucke in schril contrast staan met die van de heer Danen, die de heer Gryffroy verwijt de vis te willen verdrinken. Integendeel, mijnheer Danen, we hebben gisteren op de fractievergadering heel duidelijk de keuze gemaakt om dit debat aan te gaan. Als de heer Gryffroy met onderbouwde cijfers en met al zijn kennis ter zake spreekt, dan is dat omdat hij heel gedreven is. Hem dan slippendrager noemen van Electrabel noemen, is ook nog een persoonlijke belediging. Dit is de man die het meest heeft geijverd om een concurrent tegen Electrabel op poten te zetten. Ook daar is uw dossierkennis of uw politieke geschiedenis ontoereikend. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Vandenbroucke, ik geef grif toe dat de verleiding om ons in federale dossiers te begeven, heel groot is. Daar zijn we zeker voor te vinden, maar de spelregels zijn nu eenmaal wat ze zijn. Voor zover we die niet veranderen – waar we absoluut vragende partij voor zijn, daar niet van, maar dat is nu niet het geval – dan is het nutteloos dit debat twee keer te voeren. Dan doen we dubbel werk. We hebben voldoende vertrouwen in onze federale collega’s om het debat daar aan te gaan, waar nu nog steeds en jammer genoeg die bevoegdheid ligt.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De collega’s spreken over jojoën, maar dat is precies wat we willen vermijden. We willen niet dat de jojo nogmaals op en neer gaat. Samen met de hernieuwbare energiesector zeggen wij: hou die jojo even vast voor je een definitieve beslissing neemt, want het is dat wat die sector vraagt.
U hebt opnieuw gezegd dat de sector geen nucleaire energie wil. Neen, de sector vraagt om, voor je die beslissing neemt, je ervan bewust te zijn wat de mogelijke impact is op onze investeringszekerheid, op de rendabiliteit van onze installaties, op de mogelijkheid om nog rendabele investeringen te doen. Precies op die oproep gaan wij in met onze motie voor het inroepen van een belangenconflict.
Ik heb helemaal niet de behoefte om hier federaal parlementje te spelen, mijnheer Schiltz, verre van. Dankzij een aantal staatshervormingen hebben we precies gigantisch veel hefbomen in handen. We tekenen in het Vlaams Parlement een eigen energiebeleid uit. We zijn van plan om daar een ambitieus vervolg aan te breien in de schoot van de Vlaamse Klimaatcommissie, maar ik vrees dat de Federale Regering over dat overgebleven stukje federale bevoegdheid beslissingen neemt die compleet ingaan tegen de visie die we hier ontwikkelen op basis van de hefbomen en bevoegdheden die we zelf hebben. We vragen niet meer of minder dat het wetsontwerp on hold wordt gezet, dat er deftig overleg kan worden gepleegd, want we hebben meer dan genoeg bevoegdheden inzake energie. Ik stel voor dat we die coherent kunnen uitoefenen, want ik vrees dat ze onder druk komen te staan.
De heer Danen heeft het woord.
Nogmaals: ik erken de kennis van de heer Gryffroy. Maar hier wil hij de vis verdrinken. Er zijn heel wat elementen aangehaald die met de zaak weinig of niets te maken hebben. Het gaat er gewoon om dat het langer openhouden van Doel 1 en Doel 2 – wat Elia helemaal niet nodig vindt, want de bevoorradingszekerheid komt zeker niet in het gedrang – ons eigen Vlaams energiebeleid op de helling zet. Ik begrijp dus niet dat een Vlaams-nationalistische partij daarmee kan leven. Dat is het enige wat ik wil zeggen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Op het aanbod van de heer Vandenbroucke om te discussiëren over de cijfers en de motie op voorhand goed te keuren, ga ik niet in. Ik heb nog nooit een blanco cheque getekend. Ik wil eerst weten of de cijfers correct zijn. We moeten ook over dezelfde cijfers spreken. Ik weet hoe het gaat bij juristen. Bij mij is één plus één twee. Ik ben ingenieur van opleiding. Maar bij juristen kan die som anderhalf, drie of vier zijn. Wel, als we spreken over energie gaat dat niet op. Eén plus één is twee. Mijnheer Danen, u zegt dat ik de vis verdrink met een teveel aan cijfers. Wel, ik ben ingenieur van opleiding, en u allicht jurist. We onderschrijven geen motie die steunt op cijfers die niet correct zijn.
Ik ontken ten stelligste dat de federale beslissing die is genomen of zal worden genomen een invloed op ons Vlaams energiebeleid zal hebben. Ik legde het zo-even al uit. We hebben net voldoende opwekkingscapaciteit die we nodig hebben. Het nucleair park is voldoende moduleerbaar, gezien de verhouding van één op drie. U kunt dat niet ontkennen. In de motie staat dat niet, maar ik heb de teksten ter beschikking. De prijs zakt bovendien. Moet ik de Vlaamse burger en de Vlaamse industriëlen gaan uitleggen dat we niet wakker liggen van de mogelijkheid dat de prijs voor een middelgroot chemisch bedrijf met 20 miljoen euro zal dalen? Wel, ik lig daar wel wakker van.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik heb nog enkele algemene beschouwingen. Ik wil ook reageren op de belediging een waterdrager van Electrabel te zijn. Wel, waterdrager van de nv België te zijn, vind ik nog erger. Ik kan natuurlijk niet tippen aan het technisch vernuft van de heer Gryffroy. Ik ben geen ingenieur van opleiding. Ten dele zorgen we hier voor een voorafname van het debat in de klimaatcommissie, ook al staat hier het belangenconflict ter discussie.
Mijnheer Vandenbroucke, het valt niet te ontkennen dat de inhoud gevolgen zal hebben voor de werking van de klimaatcommissie. De heer Gryffroy en jullie zwaaien met cijfers die elkaar tegenspreken, of beter gezegd: jullie geven er een verschillende interpretatie aan. Misschien is het dus een goed idee om over die cijfers in de klimaatcommissie duidelijkheid te verkrijgen.
Het is logisch dat de sector van de hernieuwbare energie zegt dat de levensduurverlening van Doel 1 en 2 nefast is. Ze zijn immers concurrenten. Wij daarentegen vatten dit op als een en-enverhaal. Kernenergie en hernieuwbare energie gaan perfect samen. Ik wijs erop dat we nog steeds in hoge mate afhankelijk zijn van kernenergie. De geïmporteerde energie is voor een groot deel kernenergie. Daar hebt u het niet over. De Franse minister van Energie, een socialist, stelt overigens voor om de kerncentrales in Frankrijk tien jaar langer open te houden.
Hernieuwbare energie is oké. Iedereen is voorstander van meer inspanningen om hernieuwbare energie op te wekken. Ook de heer Schiltz doet dat. Hernieuwbare energie en kernenergie mogen volgens ons niet als tegengesteld worden opgevat.
Het uitgangspunt moet het garanderen van de energiebevoorrading zijn. Ik vrees dat, als we Doel 1 en Doel 2 nu niet tien jaar langer openhouden, die energiebevoorrading in gevaar zal komen.
Ik hoor hier dat de sector van de hernieuwbare energie er natuurlijk niet content mee is dat Doel 1 en Doel 2 openblijven, dat dat logisch is. Het is echter Elia zelf dat eind november heeft verklaard dat Doel 1 en Doel 2 niet open hoeven te blijven, dat die kunnen sluiten, en dat er dus geen bevoorradingszekerheidsproblemen te verwachten zijn. Dat is de waarheid en de enige waarheid, en ik begrijp niet dat mensen die hernieuwbare energie hoog in het vaandel dragen, tegen deze motie zullen stemmen.
Mijnheer Schiltz, u verwees naar de negatieve prijzen. Het klopt dat dat maar één keer aan bod is gekomen, afgelopen zomer. Toen was er echter alleszins veel minder kernenergiecapaciteit op de markt. Deze zomer zullen alle kerncentrales waarschijnlijk draaien, tenzij er onderhoud is, en zullen we meerdere keren met negatieve prijzen te maken krijgen. Ik ben daar heel zeker van. Ik zou een afspraak willen maken met u: op het einde van de zomer zullen we dat eens evalueren.
Mijnheer Danen, u kunt niet enerzijds zeggen dat die cijfers van Elia de waarheid en niets dan de waarheid zijn en anderzijds zeggen dat een en ander “waarschijnlijk” zo zal zijn in de zomer. Dat is net het hele punt. Elia heeft op geen enkel ogenblik een omgevingsanalyse gemaakt van de te verwachten importcapaciteit vanuit het buitenland, met name van de evolutie van de productiecapaciteit daar. Die is ook aan allerlei veranderingen onderhevig, en dat is ook net mijn punt: we kunnen hier niet doen alsof Vlaanderen een eiland is, dat alleen maar afhankelijk zou zijn van de Federale Regering. Dat is wel al te kras. We staan onder invloed van de hele wereld en wij reageren daarop.
Bovendien, en ik herhaal het een laatste keer, geldt de verlenging van de levensduur voor Doel 1 en Doel 2 voor tien jaar. Tegen de tijd dat die verlenging is afgelopen, beginnen de volgende installaties, nadat we een energievisie en een energiepact hebben opgesteld, misschien te draaien. Kom hier dus alstublieft niet vertellen dat men het energiebeleid voor de komende generaties lang vastrijdt. Dat is een illusie. Op het einde van de volgende legislatuur beginnen die kerncentrales al dicht te gaan en moeten wij al ‘up and running’ zijn met een transitie naar een nieuw systeem. Het gaat hier dus over een zeer tijdelijke impact. U moet ook niet doen uitschijnen dat de impact van wat u voorstelt, groter is dan hij is.
Ik wil er toch nog even op wijzen hoe moeilijk cijfers soms zijn. Daarom vind ik het ook belangrijk dat we het allemaal eens zijn over cijfers. Van medio 2013 tot medio 2014 heeft Elia, waarover u het hebt, geprobeerd om een soort energiepact op te maken met alle stakeholders, dus met ook de hernieuwbare-energiesector erbij. Het eindresultaat was: niet één zin. Waarom? Omdat er constant discussie was over cijfers. Daarom sluit ik me aan bij wat collega Sintobin heeft gezegd: misschien is dat inderdaad iets om mee op te nemen in de Klimaatcommissie, zodat men nu eindelijk stopt met dogma’s of onwaarheden, zodat we uitgaan van cijfers en van daaruit ook onze energievisie voor de toekomst uitbouwen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat collega Gryffroy cijfermatig en zelfs ondersteund door de wetten van de fysica heeft aangetoond dat het geen goed idee is om deze motie straks goed te keuren.
Ik ben ook eigenlijk wat teleurgesteld in de collega’s van de oppositie, met hun initiatief. We pleiten er hier gezamenlijk, kamerbreed voor om in overleg tot een interfederale energievisie en een interfederaal energiepact te komen, en op basis daarvan gezamenlijk een strategie uit te stippelen om duurzame, betaalbare en zekere energie in ons land uit te bouwen. Dat is een overlegmodel en wij wensen dat overlegmodel verder te hanteren, en niet over te schakelen naar het conflictmodel waar de oppositie vandaag om vraagt. Dat is een beetje in tegenspraak tot wat collega Beenders vanmorgen nog in de commissie Energie heeft bepleit. Hij pleitte er terecht voor om snel werk te maken van een energievisie en een energiepact, om werk te maken van overleg met de Federale Regering en dergelijke meer.
We stellen vast dat de Vlaamse Regering vorige week haar conceptnota heeft goedgekeurd en haar plan van aanpak heeft ingediend om op Vlaams niveau die energievisie uit te werken.
Dat is een eerste cruciale bouwsteen om voor het hele land, en zelfs ruimer dan dit land, het energiebeleid van de toekomst vorm te geven. Dat neemt niet weg dat wij ook een bezorgdheid hebben over de verlenging van de kerncentrales en de impact daarvan op de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Ikzelf heb via een actuele vraag dat onderwerp hier als eerste aangesneden. Wat ons betreft, heeft hernieuwbare energie, zoals wettelijk bepaald, altijd voorrang op het net. Het moduleerbaar maken van de kerncentrales, een verantwoordelijkheid van de federale overheid, is wat ons betreft het antwoord op de problemen die zich inzake congestie kunnen stellen in de komende jaren.
Hoe dan ook is de echte uitdaging om de kernuitstap die in 2022 begint – dat is binnen zes jaar, dat is bij wijze van spreken morgen –, mogelijk te maken en om in voldoende vervangingscapaciteit te voorzien. Als we weten dat het ongeveer zes jaar duurt tussen een investeringsbeslissing en het draaien van bijvoorbeeld een flexibele gascentrale, dan weten we dat het hoog tijd is om een aantal knopen door te hakken om de energievoorziening na 2022 vorm te geven. Dat is het echte debat. Het echte debat van de toekomst gaat daarover en niet meer over de beslissing van de verlenging van de kerncentrales, die ondertussen is genomen. Laat ons samen, beste collega’s, werk maken van dat debat, het debat van de toekomst, en niet meer het debat van het verleden.
Collega Bothuyne, uiteraard roepen wij op tot overleg. Dat is ook de reden waarom dit belangenconflict hier ligt. Er is geen overleg. Vorig jaar in juni bij de beslissing van de resolutie om een energievisie te maken, die hier kamerbreed gesteund werd, was u degene die twee data vooropgesteld heeft: op 15 september zouden de werkgroepen worden geïnstalleerd om ook intergewestelijk, dus ook met federaal overleg, te beginnen werken aan een energievisie. Exact een jaar later, namelijk op 15 september 2016, zou die energievisie hier op tafel liggen. Was het maar gebeurd, dan zouden we hier vandaag dit voorstel niet op tafel hebben liggen want dan was er overleg geweest met de federale collega’s om tot een consensus te komen op lange termijn.
We stellen gewoon vast dat vorige week pas een eerste aanzet tot energievisie op de regering is geweest. Nu moet dat nog worden uitgerold. We horen vandaag van minister Turtelboom dat ze exact een jaar geleden een brief heeft gestuurd naar haar federale collega met de vraag om samen te werken rond een energiepact, dat ze daar tot op vandaag nog geen antwoord op gekregen heeft en dat er nog niet eens een overleg vastligt om erover te babbelen! Neem ons dus niet kwalijk dat wij toch een initiatief nemen om tijd te winnen, om overleg te organiseren, omdat we vaststellen dat er federaal acties worden ondernomen die volledig in strijd zijn met de visie die op tafel ligt. Dus ja, wij blijven oproepen tot overleg, maar installeer het en kondig het niet alleen aan.
Collega Beenders, deze morgen nog is duidelijk geworden dat de komende dagen een afspraak volgt tussen de beide energieministers. Het plan van aanpak ligt voor. Ik had ook graag gehad dat het een paar maanden vroeger had voorgelegen, dat is waar. Ik ondersteun u in die zin in uw jeugdig ongeduld. Maar het ligt voor. Tegen het einde van het jaar zal er een energievisie en een energiepact op tafel liggen van Vlaamse kant. Ook federaal rekenen we erop dat het overleg daaromtrent opstart.
Ik denk dat het goed is dat we dat eerst vanuit de deelstaten opbouwen. Wij zijn bevoegd voor groene energie, wij zijn bevoegd voor energiebesparing en energie-efficiëntie, en federaal kan daaromtrent een flankerend beleid worden uitgerold om de Vlaamse doelstellingen mogelijk te maken. Ik denk dat we nu eindelijk op schema zitten om dat overleg op de sporen te krijgen. Ik denk niet dat een belangenconflict enigszins zou kunnen bijdragen aan een goede sfeer om tot overleg te komen en om rechtszekerheid te realiseren die de hele sector van ons verwacht.
Mijnheer Bothuyne, u zei: jeugdig ongeduld. Bent u al grootvader of zo?
Neen, nog niet.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, u hebt een paar keer de Vlaamse Klimaatcommissie laten vallen. Ik voel me een beetje genoodzaakt om het woord te nemen.
U hebt het daarnet zelf aangegeven dat de onzekerheid die vanuit de politiek werd gecreëerd over die kernuitstap, eigenlijk voor problemen heeft gezorgd in het werkveld, het werkveld van de investeerders in energieproductie, dat u probeert te verdedigen. Dat erkent u ook. Als je spreekt met pakweg de CEO van Essent, zei die destijds: de reden waarom ik niet investeer in een nieuwe gascentrale is de onduidelijkheid over die kernuitstap.
Dat is een onduidelijkheid die vanuit de politiek wordt georganiseerd. Het feit dat het schema telkens opschuift, creëert onzekerheid. De heer Schiltz zegt dan dat de kalender wordt aangehouden: 2025 is nog altijd de ultieme deadline. Maar als je het sluiten van al die kerncentrales opschuift, wordt het – zeker politiek – steeds moeilijker om die centrales te sluiten. U weet ook dat het bij Doel 1 en 2 over een beperkte capaciteit gaat. Maar als die grotere centrales gesloten zullen worden, wat gaat de politiek dan zeggen?
Is de bezorgdheid vanuit het werkveld van de hernieuwbare energie terecht? Ik denk: zeker en vast.
Een tweede punt, mijnheer Gryffroy. Tegen 2030 zou men binnen Europa minstens 27 procent energie moeten produceren. Minstens. Nu vrijdag wordt daarover trouwens opnieuw gedebatteerd op de Europese Milieuraad. Laat ons hopen dat de ambities worden bijgesteld. Dat zal ook op de agenda staan. De ambities moeten zeker opgeschroefd worden, zeker naar aanleiding van het akkoord in Parijs. Wij waren daar allebei aanwezig, in Parijs, waar de Klimaattop plaatsvond. We moeten meer doen. Dat is de analyse van de experten. Ik wil gerust met u eens de berekening maken wat 27 procent betekent. 2030, dat is binnen veertien jaar. Zeggen dat de kerncentrales totaal niet in conflict gaan treden met hernieuwbare energie als we de doelstellingen inzake hernieuwbare energie flink moeten opschroeven, lijkt mij een boude uitspraak.
Mijnheer Gryffroy, de sluiting van Doel 1 en 2 wordt nu opgeschoven in de kalender. Vindt u dat het hierbij moet blijven? Of vindt u het verdedigbaar dat op termijn het sluiten van een andere, grotere kerncentrale, die nog een veel grotere impact zal hebben op hernieuwbare energie, ook kan worden opgeschoven? Of zegt u dat dit nu het definitieve kader is en dat we daarvoor moeten gaan?
Dames en heren, wij gaan het debat niet opnieuw beginnen. Mijnheer Vanbesien, ik heb iedereen woord en wederwoord en nog eens wederwoord gegeven. Dan vind ik dat op een bepaald moment dit debat gedaan is. We gaan niet opnieuw beginnen. Dat is niet de bedoeling. U trekt het debat helemaal open. Volgens het reglement kan de voorzitter beoordelen dat er voldoende debat is geweest over deze motie. Al de rest zal zich ongetwijfeld nog afspelen in de u zeer geliefde Klimaatcommissie.
Mijnheer Gryffroy, het staat u vrij om te antwoorden. Bent u voorstander van het verder opschuiven van de sluiting van kerncentrales, of blijft het hier bij Doel 1 en 2? Kunt u daarop antwoorden? Zeker in het kader van het verhaal dat u hier daarnet bracht.
Mijnheer Sanctorum, ik krijg vragen uit de zaal waarom de heer Gryffroy daar eigenlijk blijft staan. Ik veronderstel dat het debat tussen de twee indienende partijen voldoende heeft plaatsgevonden. Kijk, nu loopt hij weg, hij heeft de boodschap begrepen.
Er is voldoende debat geweest. We komen er ongetwijfeld in de Klimaatcommissie nog op terug.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie houden.