Report plenary meeting
Actuele vraag over de toekomst van de tewerkstelling van de medewerkers sociale economie bij de fietspunten
Report
Het antwoord wordt gegeven door minister Homans.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik had een vraag voorbereid voor in de commissie, maar ze is omgezet in een actuele vraag, in combinatie met de vraag van de heer Beenders.
Minister, gisteren stond er een klein artikel in de kranten, waarin vermeld stond dat twee op de drie fietspunten zullen verdwijnen, wegens besparingen van de NMBS. Een fietspunt heeft als doel het gebruik van de fiets te stimuleren, in combinatie met het openbaar vervoer. Het is een locatie aan een station, waar men fietsen kan stallen, fietsen kan huren, waar kleine herstellingen aan fietsen gebeuren. De verhuur van fietsen gebeurt meestal door Blue Bike, een prachtig initiatief dat ondersteund wordt door gemeenten, door De Lijn, door Vlaanderen, en ook door de NMBS.
Vorig jaar was er al sprake van dat er enkele fietspunten zouden verdwijnen. Er werden dan ook enkele vragen om uitleg gesteld aan uw collega in de commissie, en ook schriftelijke vragen. De minister heeft hierop geantwoord dat het jammer zou zijn dat de goede samenwerking met Blue Bike in combinatie met de fietspunten er niet meer zou zijn, en dat die samenwerking toch gevrijwaard zou moeten kunnen blijven.
Hij had de opdracht gegeven aan Blue-bike en De Lijn om contact op te nemen met de NMBS om daarover concrete afspraken te maken. Ik hoop dat die fietspunten niet zullen verdwijnen. Minister, wat zult u doen om de werking van Blue-bike te garanderen wanneer die fietspunten of een deel van die fietspunten er niet meer zullen zijn?
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, iedereen kent de fietspunten, een win-winproject voor lokale overheden en voor mensen uit de sociale economie die daar tewerkgesteld worden. Zij houden de stations proper en de pendelaar kan er veilig zijn fiets stallen. Kortom, het gaat om een project waar wij niet tegen kunnen zijn. Nu heeft de NMBS echter beslist om te besparen en heeft ze ervoor gekozen om een aantal van die fietspunten af te bouwen of zelfs af te schaffen. U hebt eerder in de commissie aangegeven dat u de tewerkstelling van de doelgroepmedewerkers wilt garanderen en dat u ze desnoods wilt heroriënteren indien die tewerkstelling op de fietspunten zou wegvallen.
Dat is een nobele ambitie maar ik denk dat we in het verhaal van de fietspunten alles uit de kast moeten halen om het personeel niet te moeten heroriënteren. U moet er samen met minister Weyts voor zorgen dat die fietspunten gewoon niet worden afgeschaft. Wanneer de besparingen van de NMBS toch plaatsvinden, moet Vlaanderen proberen om een alternatief voorstel op tafel te leggen zodat op zijn minst de uitbouw van die fietspunten gegarandeerd blijft. Studies bewijzen immers dat het de fietspunten zijn die bepalen wanneer mensen met de fiets naar een station rijden omdat ze zekerheid willen dat hun fiets daar veilig gesteld zijn.
Ik lees ook in de beleidsnota van minister Weyts dat hij absoluut verder wil inzetten op die fietspunten en op die verbindingen via fietssnelwegen. Ik denk dan ook dat de afbouw van die fietspunten te allen tijde moet worden vermeden en dat we moeten vechten voor het behoud ervan, eventueel in een compleet andere vorm waarin Vlaanderen het voortouw neemt.
Minister, u hebt in juni gezegd dat u voor een heroriëntering wilt gaan wanneer de tewerkstelling zou worden afgebouwd. Hebt u sindsdien nog stappen gezet om ervoor te zorgen dat de fietspunten kunnen blijven, dat een heroriëntering niet nodig is en dat de mensen die daar vandaag tewerkgesteld zijn, daar ook kunnen blijven?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Beenders, de vraag die u nu hebt gesteld, wijkt wel wat af van wat ik op papier heb gekregen.
Ik ben momenteel eventjes bevoegd voor sociale economie en voor mobiliteit. Ik heb me vandaag verdiept in de problematiek van de fietspunten. Ik heb ook naar de NMBS gebeld – u weet hoe dat gaat: 47 keer bellen voor je prijs hebt – en ik heb daar duidelijkheid gekregen: er wordt geen enkel fietspunt stopgezet. Ik heb daarvoor wel drie verschillende personen moeten spreken. Mijnheer Beenders, u had het over een verminderde dienstverlening, u had het niet zozeer over een actuele en effectieve stopzetting van de fietspunten.
In dit debat moeten we een zeer duidelijk onderscheid maken tussen de twee soorten taken die een fietspunt kan uitoefenen. Enerzijds is er de basisdienstverlening waar onder andere Blue-bike gebruik van maakt. Dat houdt kleine herstellingen in zoals het herstellen van een platte band, het vervangen van een ketting enzovoort. Anderzijds zijn er bijkomende taken zoals de sociale controle en het beheer van de weesfietsen of fietsen die daar al meer dan twee maanden staan. Men probeert dan te achterhalen wie de eigenaar is van die fietsen. Het zijn net die bijkomende taken die worden uitgevoerd door doelgroepmedewerkers uit de sociale economie.
Mijnheer Beenders, ik heb ook al in de commissievergadering van juni gezegd dat ik absoluut nooit betrokken ben geweest bij de plannen van de NMBS om die bijkomende taken af te bouwen. Men heeft me ook nooit gevraagd wat mijn mening daarover was. In België zijn er 51 fietspunten waarvan 45 in Vlaanderen en Brussel. Van die 45 zijn er 16 die doelgroepmedewerkers tewerkstellen. Wanneer men nu dan zegt dat twee derde bedreigd wordt, dan staat dat toch wat haaks op de cijfers die ik net heb gegeven. Van die 16 zijn er 5 die inderdaad te horen hebben gekregen dat de bijkomende taken die zij uitvoeren, zullen worden stopgezet. 3 zullen een taakvermindering krijgen. Het gaat dus om 8 van de 16 fietspunten.
Ik vind het dus nogal kras om te lezen dat de fietspunten worden stopgezet – neen, die stoppen niet – en dat twee derde van de tewerkstelling wordt bedreigd – dat klopt ook niet.
Mijnheer Beenders, ik heb u in de commissie de garantie geven dat ik toen en nog altijd absoluut bereid ben om de tewerkstelling van de doelgroepmedewerkers te garanderen. Ik zal u straks zeggen welke stappen ik concreet heb gezet. Dat is de absolute garantie die ik wil bieden.
U weet ook dat er, in het kader van die bijkomende opdrachten van de fietspunten, een klaverbladfinanciering was tussen enerzijds sociale economie en anderzijds de NMBS. De NMBS heeft nu inderdaad gezegd: “Wat de bijkomende” – dus niet de basisopdrachten van de fietspunten – “betreft, willen we niet meer financieren.” Mijnheer Beenders, u weet ook dat het vanuit het beleidsdomein Sociale Economie onmogelijk is om die hele financiering op ons te nemen. Dat zullen we dus ook niet doen. U weet ook dat een LDE-onderneming (lokale diensteneconomie) – want daarover gaat dit concreet eigenlijk – een opdracht moet krijgen van een lokaal bestuur. Dat kan een OCMW zijn, een stad, een gemeente, een intercommunale enzovoort zijn. In ieder geval moet er een concrete opdracht zijn.
Vanuit mijn bevoegdheid Sociale Economie is het mijn absolute betrachting om die tewerkstelling te garanderen. De afgelopen maand hebben er verschillende overlegmomenten plaatsgehad, met de koepelorganisatie en de betrokken fietspunten die dreigden medewerkers verloren te zien gaan. We hebben elk van die verenigingen gevraagd om tegen begin april een plan mee te geven, bijvoorbeeld een heroriëntering van de doelgroepmedewerkers. Of als zij een lokaal bestuur ervan kunnen overtuigen om te taken over te nemen: des te beter.
Op 12 april is er een vervolgvergadering gepland op mijn kabinet. Mijnheer Beenders, ik kan u het volgende garanderen. Momenteel worden ongeveer twintig voltijdsequivalenten in het kader van de sociale economie bedreigd door deze vermindering van de taken, maar niet de basisverlening door de NMBS. Ik zal die twintig voltijdsequivalenten zeker een tewerkstelling garanderen.
Mevrouw Fournier, ik heb u al uitgelegd wat het verschil is tussen de basisdienstverlening van een fietspunt en de bijkomende dienstverlening. De NMBS heeft mij verzekerd dat geen enkel fietspunt in Vlaanderen zal worden gesloten en dat enkel de bijkomende taken zullen worden afgebouwd. Voor de voortzetting van de succesvolle – daarover ben ik het met u eens – werking van Blue-bike is er op dit moment geen enkel probleem.
Dat is inderdaad goed nieuws.
Ik heb het niet alleen in de pers gelezen. Ook de Fietsersbond is ondertussen een petitie gestart met de melding dat twee op drie fietspunten zullen verdwijnen. Ik vind de communicatie een beetje jammerlijk. Daaraan kunt u natuurlijk niets doen.
De fiets is een belangrijk item in onze commissie Mobiliteit. We spreken daar ook heel veel over. We willen gaan voor een duurzame mobiliteit. Daarbij is de fiets heel belangrijk. De fiets is voor ons ook een volwaardig transportmiddel.
Binnenkort – misschien zelfs nog deze maand – komt uw collega uit met zijn fietsplan. Wat er allemaal in staat, weten u noch ik. Of misschien weet u het wel. Ik ben in ieder geval heel benieuwd naar dat fietsplan. Ik ben ook heel blij dat de fietspunten zullen blijven bestaan. Het is een goed middel voor de combinatie van openbaar vervoer en fiets.
Minister, ik ben echt ontgoocheld. Ik ben niet zo euforisch als mijn voorgangster. Een fietspunt is geen fietspunt meer als die dienstverlening wordt afgebouwd. Als de fietspunten vandaag succesvol zijn voor de pendelaar die ervoor kiest om met de fiets naar het station te gaan, is dat net omdat die extra dienstverlening aan die pendelaar wordt gegeven: de fiets wordt bewaakt, de fietsenstalling is proper, ze kunnen kleine herstellingen uitvoeren.
En ja, ze zullen zeggen: “We schaffen de fietspunten niet af.” Ah nee? Wat wordt het dan? Een veredeld fietsrek aan het station waarbij er niet meer in dienstverlening wordt voorzien, waarbij je gewoon je fiets kunt stallen en de trein nemen? Als dat de definitie wordt van een fietspunt dat niet wordt afgeschaft, dan pas ik daarvoor.
Minister, u bent viceminister-president. Ik hoor van veel mensen dat u veel te zeggen hebt in de regering. U moet een blok vormen met minister Weyts en ervoor zorgen dat er geen afbouw komt van de fietspunten, maar dat er een versterking komt en desnoods een plan vanuit Vlaanderen om de mensen die vandaag met de fiets naar het station gaan, dezelfde faciliteiten te geven dan ze vandaag krijgen. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, naast het mobiliteitsaspect is er uiteraard ook het tewerkstellingsaspect. De NMBS heeft wel voorzien in een overgangsmaatregel, maar we moeten het zeker ook structureel benaderen. Daarop hoor ik u alvast positief ingaan.
Ik verwijs naar het federaal regeerakkoord waarin heel veel belang wordt gehecht aan de comodaliteit van trein en fiets. Vorige week nog werden in de Kamer twee voorstellen van resolutie goedgekeurd. Men is ook volop bezig met de bespreking van de nieuwe beheersovereenkomst met de NMBS. Minister, in hoeverre is er overleg met de federale minister van Mobiliteit over deze fietspunten, niet alleen met het oog op de comodaliteit maar ook op de rol van de sociale economie?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, u hebt vandaag een extra bevoegdheid, namelijk mobiliteit. Ik kan het dan ook niet laten om ook iets te zeggen.
Ik moet de collega’s die vooraan staan, gelijk geven. Het zou zaak zijn dat minister Weyts, die nu toch niet naar New York gaat maar naar Antwerpen, contact opneemt met zijn collega aan de andere kant van de straat om de eenvoudige reden dat ook het fietspunt in mijn stad wel degelijk goed werk levert op bepaalde terreinen. Als we echt een succes willen maken van de combimobiliteit – wat minister Weyts heel centraal heeft staan in zijn plannen –, dan is het van belang dat we mensen die zich verplaatsen met de fiets naar het station, daar wat in de watten leggen. Daar speelt zo’n fietspunt een essentiële rol in. Ik ervaar dat dagelijks.
Mijn oproep is om minister Weyts te vragen om contact op te nemen met de federale minister, want de afbouw zou alleen maar haaks staan op het beleid dat we vanuit Vlaanderen willen voeren.
De heer Ronse heeft het woord.
Mijnheer Beenders, u ontgoochelt me een beetje. Ik ken u als een zeer optimistisch, positiefdenkend man die doorgaans zijn dossiers goed kent. Inzake de fietspunten heeft de NMBS inderdaad beslist om in de B-stations de basisopdracht toezicht te verminderen en die te stoppen in de C-stations. Daarnaast kunnen alle fietspunten hun andere functies zoals herstellingen, graveerwerk en verhuur blijven doen. Er werken inderdaad in totaal ongeveer 20 werknemers uit de lokale diensteneconomie in een C-station waar de basisopdracht verdwijnt. Dat is een probleem omdat er een overheidsopdracht moet zijn om aan lokale diensteneconomie te doen. Dat zou kunnen worden opgelost, mochten lokale bestuurders zoals mevrouw Fournier of de mensen in Hasselt of waar dan ook, een extra overheidsopdracht geven, zoals graveerwerk.
Qua werkzekerheid is het sowieso opgelost want de minister garandeert dat ze via Werk en Sociale Economie die mensen werkzekerheid biedt. Ik stel voor dat u uw actuele vraag afsluit met op zijn minst een actueel compliment aan de minister. (Applaus bij de N-VA)
En dat een dag na Complimentendag, mijnheer Beenders, dat zou mooi zijn.
Het zal u niet verbazen dat ik de heer Ronse bijtreed. Mijnheer Beenders, ik heb u uitgelegd dat er 51 fietspunten zijn waarvan 45 in Vlaanderen en Brussel. 16 daarvan stellen doelgroepmedewerkers te werk. Vindt u het dan ook niet een beetje raar dat er communicatie komt dat 2 van de 3 fietspunten in Vlaanderen dreigen te verdwijnen? Wil dat dan zeggen dat alle overige fietspunten afhingen van de subsidies die ze kregen, niet vanuit Sociale Economie maar wel van de subsidies die in totaliteit aan de 16 bedrijven zijn gegeven? Dat is een open vraag. Ik denk niet dat dat de bedoeling van sociale economie is.
Ik heb duidelijk mijn plannen bekendgemaakt. Op 12 april komen alle organisaties terug op mijn kabinet. We zullen de doelgroepmedewerkers absoluut heroriënteren. Het is des te beter als we een lokaal bestuur kunnen overtuigen om die bijkomende taken in het fietspunt over te nemen. Ik zal er in ieder geval voor zorgen dat de betrokken doelgroepmedewerkers niet op straat staan. Die bekommernis delen we.
Mevrouw Talpe, minister Weyts heeft zeer regelmatig overleg met minister Galant. Onlangs nog stond daarover een grappige cartoon in het Orakel van Knack. Voor alle duidelijkheid, er is een klaverbladfinanciering, zeker voor de bijkomende opdrachten in de sociale economie.
Waaruit bestaat de klaverbladfinanciering? De NMBS betaalt de opdracht en wij betalen de LDE-vergoeding.
U kunt natuurlijk niet van mij verwachten dat ik vanuit Sociale Economie heel die financiering op me zal nemen. Natuurlijk zullen we wel de tewerkstelling van de medewerkers garanderen.
Ik vind ook niet dat als de federale overheid, want mevrouw Galant is nog steeds minister in de Federale Regering, bepaalde beslissingen neemt die een eventuele financiële impact hebben op Vlaanderen, wij alles per definitie zomaar moeten overnemen. U weet ook dat onze middelen beperkt zijn.
Mijn prioriteit in dit dossier is dat de fietspunten blijven bestaan – en ik meen dit ook te mogen stellen in naam van minister Weyts. De basisdienstverlening blijft dus bestaan, de herstellingen en dergelijke blijven dus. Zullen er nog mensen rondlopen om weesfietsen en dergelijke te controleren? Neen, misschien een beetje minder. Ik meen dat de belangrijkste doelstelling van een fietspunt nog altijd is om bepaalde herstellingen te kunnen uitvoeren, en dat blijft bestaan.
Voorzitter, ik sluit af met een positieve noot gebaseerd op het betoog van de heer Rzoska. Ik ben het er absoluut mee eens dat fietspunten heel goed werk leveren. Vandaar dat ik het nodig achtte om in dit parlement duidelijkheid te verschaffen naar aanleiding van de berichtgeving die de laatste dagen in de media is verschenen. Er worden er geen stopgezet door de NMBS, dat hebben ze me verzekerd na 47 telefoons – het is uiteindelijk toch gelukt. Wij zullen de tewerkstelling van de doelgroepmedewerkers die onder druk komen te staan door de afschaffing van de bijkomende taken, met heel veel plezier opvangen binnen onze eigen budgetten en binnen onze Sociale Economie.
Voor alle duidelijkheid, ook ik vind de dienstverlening op de fietspunten belangrijk, evenals het toezicht. Alles kan wel worden volgehangen met camera’s, maar die lossen niet alles op, ook toezicht is belangrijk. Wij moeten zulke punten als overheid faciliteren, niet alleen aan stations, maar ook aan grote punten van De Lijn.
Ik herhaal dat ik hoopvol uitkijk naar het fietsplan van de minister. Ik hoop dat dergelijke fietspunten, dergelijke verzamelpunten voor de fietsen in combinatie met het openbaar vervoer, ook heel duidelijk zullen worden opgenomen in zijn fietsplan. Maar dat wordt een discussie voor in de commissie.
Minister, ik kan echt niet eindigen met een positieve noot. U bent immers echt tevreden met een afbouwscenario. Ik had van u willen horen dat de Vlaamse Regering zal vechten voor het behoud van de fietspunten, en dat als de NMBS zorgt voor afbouw, er vanuit Vlaanderen een oplossing wordt geboden. Dan werkt u aan de mobiliteit van morgen. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Jawel, u zegt dat u tevreden bent met de afbouw van fietspunten. Als er een afbouw komt van de service van de fietspunten, dat zult u zorgen voor heroriëntering van de personeelsleden. Welke heroriëntering zal dat zijn? Dat is cruciaal in dit verhaal.
Collega’s, als een fietspunt vandaag alle diensten aanbiedt die ze willen aanbieden, maar morgen wordt de controle of het klein herstel afgeschaft, dan zal de minister voor de tewerkstelling van die persoon misschien een andere werkplaats garanderen. En dan is het fietspunt niet langer hetzelfde als vandaag. Dat is een afbouwscenario. Ik vind dat de service die er vandaag is, moet blijven, dus geen afbouwscenario. De service moet bovendien versterkt worden. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Het is de waarheid. De NMBS bespaart en dus zal er minder dienstverlening zijn in de fietspunten. Als er tewerkstelling verdwijnt, heroriënteren we die jobs naar een andere werkplaats. En dan verdwijnt de service van de fietspunten! (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.