Report plenary meeting

Mevrouw Soens heeft het woord.

Minister-president, in 2010 werd beslist dat uw ambtenaren toegang zouden krijgen tot het Centraal Wapenregister. Dat is niet alleen belangrijk voor het vergemakkelijken van een aantal procedures maar vooral in de strijd tegen illegale wapenhandel. Bovendien is het ook niet erg moeilijk om dat te doen: er moet alleen een paswoord worden uitgewisseld.

Intussen zijn we zes jaar verder en is die toegang er nog altijd niet. Ik heb u onlangs gevraagd of u aan uw partijgenoot, federaal minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon, wilde vragen om u die toegang te geven. U antwoordde dat u eind vorig jaar een brief hebt gestuurd maar dat u nog altijd geen antwoord hebt gekregen. Dat kan natuurlijk gebeuren met brieven.

Maar intussen heb ik het gevoel dat u van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Intussen zegt minister Jambon dat u niet bij hem moet zijn maar bij Justitie, dat op zijn beurt zegt dat het helemaal niets hoeft te beslissen omdat er al een beslissing is genomen en dat de minister gewoon een login, een paswoord moet aanvragen. Eigenlijk ligt de bal dus terug ik uw kamp.

Minister, wanneer zult u dat paswoord aanvragen?

Minister-president Bourgeois heeft het woord.

Voorzitter, was het maar zo eenvoudig!

Mevrouw Soens, ik merk dat u nu wél het correcte jaartal weergeeft. In de geschreven versie van uw actuele vraag had u het over een KB van 2006. (Opmerkingen van Tine Soen)

Ja, zo staat het in de geschreven tekst. Het doet er niet toe. Het is een KB van 1 oktober 2010.

U zegt dat het een middel is in de strijd tegen de illegale wapenhandel. Daarin zit u grondig fout. Dit gaat over de legale en niet de illegale wapenhandel. Het gaat over mensen die hun aanvraag indienen om een wapen te mogen uitvoeren of een wapen dat ze kopen, te mogen invoeren: een colt, een long rifle of wat dan ook en die daarvoor een vergunning willen. Het gaat over mensen die legaal een wapen willen invoeren.

Collega’s, dat betekent echter niet dat er geen controle is. We krijgen de informatie van het Centraal Wapenregister, maar moeten dat, ondanks het KB dat op 1 oktober 2010 in werking is getreden, iedere keer schriftelijk aanvragen. Dan krijgen we de antwoorden en kan mijn dienst Controle Strategische Goederen al dan niet een vergunning verlenen. Dit verloopt vlot en goed.

Maar het KB zegt dat wij toegang hebben. Het ministerie van Justitie zegt dat het volstaat een login en een paswoord te vragen. Dat is niet zo. Wij hebben pas met dat KB toestemming gekregen. De dienst Controle Strategische Goederen heeft herhaaldelijk aan het Centraal Wapenregister gevraagd om dit te regelen. Daarop is nooit reactie gekomen. De secretaris-generaal van het Departement internationaal Vlaanderen heeft in 2012 een brief gestuurd naar het Centraal Wapenregister. Daarop is er nooit een antwoord gekomen. Ik heb, voor u de zaak hebt aangekaart, voor het Vredesinstituut de zaak heeft aangekaart, op mijn beurt een brief gestuurd naar minister Jambon. Zoals ik u al heb geantwoord, zijn we bezig met het uitwerken van een oplossing.

Het blijkt nu dat diegenen die pas met dat KB toestemming hebben gekregen een opleiding moeten volgen en een aparte machtiging moeten krijgen. Het is dus niet zomaar inloggen en ICT aanpassen. Was het zo geweest, was het wellicht al opgelost.

Ik wil een einde maken aan de spraakverwarring en de zaak vooruithelpen. Mijn diensten hebben het nu al enkele jaren gevraagd. Ik heb gezegd dat ik een vergadering wil met de betrokken dienst Controle Strategische Goederen, bij ons de dienst van het Centraal Wapenregister, het kabinet-Jambon en mijn kabinet, om te zien welke praktische vereisten er worden gesteld aan onze mensen van de dienst Controle Strategische Goederen, zodat we daaruit kunnen geraken.

Ik heb u in de commissie gezegd dat we vast van plan zijn om daar op korte termijn uit te geraken. Het dossier sleept zes jaar aan. Ik wil dat oplossen.

Minister, u zegt dat het niet zo simpel is en dat het nog even zal duren. In het antwoord op mijn schriftelijke vraag zei u te hopen dat u het – na zes jaar – tegen de zomer zou hebben opgelost.

Sp.a vindt dat u er vandaag voor moet zorgen dat uw ambtenaren toegang hebben tot dat Centraal Wapenregister. Het is belangrijk in de strijd tegen illegale wapenhandel, zoals het ook staat in het advies van het Vlaams Vredesinstituut. Ik ben niet diegene die adviezen van het Vlaams Vredesinstituut, toch een instelling van dit parlement, zal negeren. Het is ook een gemakkelijke maatregel om toe te passen. U moet gewoon die login en dat paswoord aanvragen aan de federale politie, zoals Justitie het gisteren heeft gezegd.

Ik begrijp niet waarom u daar zo moeilijk over doet.

De heer Van Esbroeck heeft het woord.

In tegenstelling tot mevrouw Soens heb ik wél naar het antwoord van de minister geluisterd.

Ik ben heel blij en verheugd dat er werk van wordt gemaakt, dat onze ministers er wel aan werken om die toegang ook op die weg te kunnen bewandelen.

Het is inderdaad niet zo dat die gegevens vandaag niet beschikbaar zijn voor onze diensten in de Vlaamse overheid. Die zijn uiteraard wel beschikbaar. Er wordt werk van gemaakt om dat op een vlottere manier te doen.

Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat ook dat euvel zeer snel opgelost zal geraken.

De heer Kennes heeft het woord.

Onze diensten kunnen goed samenwerken met de Proefbank voor Vuurwapens, de provinciale wapendiensten, de Federale Wapendienst en de federale gerechtelijke politie. Het moet ook mogelijk zijn om ook met het Centraal Wapenregister vlotter te kunnen samenwerken. Ik ken de minister als iemand die staat voor administratieve vereenvoudiging. Als er een kortere weg is om niet via brieven en zo te moeten werken, ben ik ervan overtuigd dat hij daarachter zal staan. Het gaat inderdaad om mensen die een wettige reden hebben om een vuurwapen te hanteren.

Minister-president, wilt u uw gewicht in de schaal werpen om dit lang aanslepende dossier mee te deblokkeren? U hebt uitgelegd wat er allemaal moet gebeuren, maar een extra duwtje zal het dossier ongetwijfeld nog sneller in de goede richting laten evolueren. Dan kunnen we zeggen dat dit eindelijk geregeld is.

De heer Vanbesien heeft het woord.

Ik was even in de war bij het antwoord van de minister-president. Enerzijds zei u dat het allemaal zo erg niet is omdat we alle informatie hebben en dat het geen rol speelt in de strijd tegen illegale wapenhandel. Anderzijds zei u dat u ook al drie jaar vraagt om rechtstreekse toegang te krijgen. Het was me onduidelijk of u dit nu erg vindt of niet, maar ik neem aan dat u het wel erg vindt. U hebt uitgelegd dat er van alle vereisten zijn, ook nieuwe vereisten, die dan plots opduiken, zoals vormingsvereisten voor mensen die toegang zouden krijgen.

Blijkbaar wordt hier al zes jaar een spelletje gespeeld. Wie is de mol? Waarom wordt iets niet toegekend waar Vlaanderen recht op heeft?

Voorzitter, natuurlijk wil ik dat dit geregeld wordt. Ik beklemtoon nogmaals dat dit op geen enkele manier afdoet aan de kwaliteit van onze besluitvorming. Onze dienst Controle Strategische Goederen geeft maar een vergunning nadat hij van het Centraal Wapenregister de informatie heeft gekregen dat aan die persoon een vergunning mag worden verleend, dat er geen negatieve bezwaren zijn.

Waar het wel om gaat, is dat het sneller moet kunnen. We moeten toegang kunnen krijgen tot die gegevensbank. Dat is al theoretisch mogelijk sinds 1 oktober 2010, maar dat is tot op vandaag nog niet gebeurd. Wie is de mol? Ik weet het niet. Ik stel vast dat mijn diensten van het Centraal Wapenregister nooit een antwoord hebben gekregen. Nooit, niet op de telefoons, niet op de brief van de secretaris-generaal.

Het Centraal Wapenregister zegt nu dat het niet zo simpel is en dat het niet volstaat om een login te geven. Ze zeggen dat het diensten zijn die een machtiging hebben gekregen met een KB, maar dat dit nog niet in de oorspronkelijke wet staat en dat geen federale diensten zijn. Er moet nog een en ander worden geregeld. Ik begrijp zeer goed dat er veiligheidscontrole moet zijn. Om hier een einde aan te maken, zal ik mijn gewicht – ik weeg niet zo veel, mijnheer Kennes – in de schaal werpen. Ik breng de partijen samen. Dit moet ophouden, want zo kunnen we blijven vierbanden. De twee kabinetten met de twee diensten moeten worden samengebracht.

Mevrouw Soens, hou ermee op om te zeggen dat dit een middel is in de strijd tegen de illegale wapenhandel. Als u illegale wapeninvoerders kent die een vergunning aanvragen bij mijn diensten, signaleer me ze. Het gaat om personen die een wapen willen kopen, collectioneurs en anderen, en die vragen of ze dat wapen mogen importeren. Als men in het binnenland een wapen wil kopen, moet men van de gouverneur het fiat krijgen. In dit geval moeten ze het fiat krijgen van het Centraal Wapenregister, waarna pas mijn diensten die voor import staan, een vergunning kunnen verlenen voor die import, maar dit enkel bij nihil obstat van het Centraal Wapenregister. Dit kan sneller en eenvoudiger. Ik wil dat ook realiseren want dit is in zes jaar nog niet gebeurd.

Dit is geen middel tegen de illegale wapenhandel. Dit doet niets af van de kwaliteit van de beslissingen van mijn dienst Controle Strategische Goederen, want ze krijgen die informatie. Alleen moeten ze die telkens aanvragen en krijgen ze die toegestuurd.

Wat wij vragen – en dat lijkt me de logica zelve aangezien er een KB voor is –, is dat één of twee mensen bij ons gemachtigd worden om in die databank te gaan om daar de info te bekijken die ze nodig hebben om een beslissing te kunnen nemen over het al dan niet toestemming geven om te importeren.

Daarover gaat deze kwestie. Ik zal ze oplossen. We moeten rond de tafel gaan zitten met de vier partijen, want tot nog toe is het een ‘flou artistique’ wat er nodig is. Ik zie in het KB trouwens geen enkele voorwaarde staan dat er een nog een opleiding moet zijn. Ik wil dat het Centraal Wapenregister eindelijk eens zegt wat er nu precies vereist is: een ICT-toepassing, een opleiding, een login?

En vraagt men veiligheidsmaatregelen van die mensen? Dat lijkt me logisch. Wij zullen natuurlijk niet aan Jan, Pier en Polleke toegang geven tot de databank. Het moeten gemachtigde mensen zijn, maar alles kan besproken worden. Ik zie dat Wallonië en Brussel het niet vragen, maar ik wil dit voor onze diensten in het licht van een snellere en efficiëntere besluitvorming geregeld krijgen.

Mijnheer Vanbesien, u weet dat de West-Vlaming altijd de mol is in dergelijke programma’s.

Samenvattend, België staat internationaal bekend als draaischijf van illegale wapenhandel. Buiten geldt nog altijd terreurniveau 3. We zouden toch mogen verwachten van deze regeringen dat ze er alles aan doen om de strijd tegen de illegale wapenhandel aan te gaan, zeker wanneer er zoiets simpels bestaat als het uitwisselen van een paswoord tussen twee partijgenoten. In Kortrijk worden lessen gegeven voor mensen die niet zo goed met computers kunnen omgaan: misschien moet u zich eens inschrijven. (Rumoer)

Minister-president, ik verwacht van u dat u dit vandaag nog in orde brengt. (Opmerkingen van minister-president Geert Bourgeois)