Report plenary meeting
Actuele vraag over de vergroening van het wagenpark van De Lijn
Report
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, we zijn maandag van start gegaan met de Vlaamse Klimaatcommissie en we hebben daar afgesproken dat een van de beleidsdomeinen waar we ons extra op zullen focussen, mobiliteit is. Dat is natuurlijk een logische keuze, want we weten dat het wegverkeer een belangrijke bron is van CO2-uitstoot en dat CO2 nefast is voor het klimaat. Het wegverkeer zorgt ook voor de uitstoot van fijn stof, wat zeer slecht is voor onze gezondheid, en veroorzaakt lawaai, 800.000 Vlamingen worden dagelijks geconfronteerd met verkeerslawaai.
Het is heel terecht dat de minister-president in zijn visienota 2050 schrijft dat we af moeten van fossiele brandstoffen in de transportsector en in de mobiliteit en dat we de overstap moeten maken naar propere technologieën. Zeer terecht vraagt deze Vlaamse Regering inspanningen aan de Vlaamse gezinnen om af te stappen van dieselwagens en te kiezen voor propere technologie. Zeer terecht worden ook inspanningen gevraagd aan de transportsector. Er wordt ook gewezen op de distributeurs. Delhaize bijvoorbeeld legt 650.000 kilometer per week af met dieselvrachtwagens. Er wordt gevraagd om dat te proberen om een schonere manier.
Het is ook terecht dat we naar onszelf kijken, naar de overheid. De bussen van De Lijn rijden 523.000 kilometers per dag. 95 procent van die bussen heeft een klassieke dieselmotor. Ik heb gemerkt dat de Vlaamse Regering 238 nieuwe bussen heeft besteld. Dat is een goede zaak, maar het zijn allemaal dieselbussen. De bussen die we vandaag bestellen, zijn de bussen die morgen zullen rondrijden in onze steden. Ik vind het jammer dat er geen enkele alternatieve bus bij is.
Mijn voorstel is om een plan te maken om af te spreken dat we vanaf de volgende bestellingen het aandeel alternatieve, groene bussen stelselmatig optrekken om tegen 2030 te kunnen zeggen dat we afstappen van de klassieke dieselmotor in het openbaar vervoer.
Bent u bereid om zo’n plan te maken? Bent u bereid om dat te verankeren in de nieuwe beheersovereenkomst van De Lijn?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik las enkele dagen geleden krantentitels als ‘De Lijn blijft dieselbussen aankopen’, ‘Verkeerd voorbeeld’, ‘De Lijn blijft dieselverslaafd’ en erger. Ik viel van mijn stoel – ik weet het, er wordt veel gevallen vandaag – want ik dacht net dat De Lijn als openbaarvervoersmaatschappij voortrekker was in de keuze voor milieuvriendelijke voertuigen. Dat is trouwens verankerd in het regeerakkoord, waar heel duidelijk staat dat bij de vernieuwing van het voertuigenpark de kaart wordt getrokken van milieuvriendelijke en toegankelijke voertuigen.
Dit is anders dan in Brussel, mijnheer Vandenbroucke, waar we onder socialistische ministers zien dat daar bijzonder weinig tot geen hybride, elektrische of waterstofbussen rondrijden. U zult me corrigeren als dat niet klopt. Dat zijn voertuigen waar u hoog mee oploopt en die u graag in Vlaanderen ziet. Wel, in Brussel rijden ze niet rond, geen enkele.
Minister, terug naar ons beleid. Ik dacht dat De Lijn wel een voortrekker was. Dat is ook belangrijk. We houden constant rekening met de vergroening van het voertuigenpark. Kunt u enige toelichting geven bij het beleid? Klopt het dat De Lijn achterop hinkt? Gebeuren er wel degelijk goede zaken in de goede richting? (Applaus bij de N-VA)
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, ik zal dan ook maar erkennen dat ik van mijn stoel gevallen ben na lectuur van de titel: 'Verslaafd aan diesel'. Ik denk dat het quote was van u, mijnheer Vandenbroucke.
De Lijn neemt het voortouw als het gaat over de vergroening van het wagenpark. We zullen dat ook blijven doen. U komt trouwens wat te laat met uw vraag, want die is al beantwoord. De beheersovereenkomst zal daarover effectief een passage bevatten, voor zover nog nodig. We hebben afgesproken in het licht van de nota ‘Clean Power for Transport’ dat De Lijn die vergroening moet realiseren. Dat gebeurt vandaag ook effectief!
Maar natuurlijk moet dat, volgens het principe van de goede huisvader, haalbaar en betaalbaar zijn. Het mogen geen zotternijen zijn. We gaan geen hybride bussen inzetten op het platteland, hybride is immers maar efficiënt als er veel rembewegingen worden gemaakt, want de remenergie wordt gerecupereerd. Het gaat ook over de recuperatie van energie bij het uitbollen. In stedelijke context zijn de hybride bussen dus heel efficiënt, maar ze zijn dat veel minder op het platteland.
Vandaag hebben we maar liefst 145 hybride bussen. Dit jaar komen er nog 72 bij. Samen maakt dat 217! Daarmee nemen we het voortouw in de Benelux.
Er zijn ook nog acht zero-emissiebussen in testfase. Dus ook hier: geen zotternij. We steken er heel veel geld in, dat kost miljoenen euro. Van die acht in testfase, rijden vijf waterstofbussen in Antwerpen. Ze tanken in de haven, want dat kan niet zomaar overal. De overige drie zero-emissiebussen zijn elektrische bussen en die rijden in Brugge.
Er zijn 238 nieuwe bussen met Euro 6-norm, met een roetfilter die zorgt voor 80 procent minder fijnstof.
Een vergroening van het wagenpark is altijd het resultaat van investeringen. Dat heeft De Lijn altijd gedaan, maar niet in alle periodes even goed. In de periode 2007-2008-2009 werd onder toenmalig minister Van Brempt minder geïnvesteerd. Deze regeerperiode zullen we 25 procent meer bussen aankopen dan in de periode onder minister Van Brempt. Ze zullen bovendien 60 procent milieuvriendelijker zijn. Euro 6-norm boekt immers nogal sterke resultaten tegenover Euro 5-norm: 50 procent minder fijnstof, 70 procent minder koolwaterstof en 80 procent minder stikstof. Dat lijkt me een absolute vooruitgang tegenover het verleden.
Mijnheer Vandenbroucke, ik spreek niet alleen u tegen, ik moet ook mevrouw De Ridder tegenspreken – dat gebeurt al eens. In Brussel zullen er binnenkort wel hybride bussen rondrijden. Ik kan het weten, het zullen hybride bussen van De Lijn zijn: zestien stuks voor de stelplaats Evere. Het zullen de eerste hybride bussen die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest rondrijden!
Je hebt er die dromen, je hebt er die drammen en je hebt er die doen! (Applaus bij de N-VA)
Minister, ik zou wel eens willen weten welke bussen van De Lijn en hoeveel precies, vandaag al groen zijn. Het zijn allemaal bussen die in het verleden werden besteld. Zoals u terecht opmerkt, zijn het de bussen die we vandaag bestellen, die over tien jaar zullen rondrijden in onze steden en dorpen.
En ik stel vast, minister, als ik kijk naar uw daden en niet alleen luister naar uw woorden, dat wat u besteld hebt voor 100 procent dieselbussen zijn. En natuurlijk zijn de dieselbussen van vandaag properder dan de dieselbussen van tien jaar geleden. Dat is nogal wiedes. Maar het valt me van u tegen, minister, dat u niet kiest voor verandering, dat u blijft kiezen voor verdieseling.
En het valt me enorm van u tegen, minister, dat u hier niet aankondigt dat u wilt ingaan op onze uitgestoken hand om het aandeel van alternatief aangedreven bussen op te trekken. Dat is niet onbetaalbaar, het is een economische opportuniteit. Het is zoals minister Turtelboom altijd zegt: “Als Van Hool vandaag op drie continenten brandstofcelbussen en hybride bussen heeft rondrijden, dan is dat omdat die in het verleden werden besteld door de Vlaamse Regering”. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijnheer Vandenbroucke, u hebt niet goed geluisterd. Ik heb eigenlijk weinig aan te vullen bij de oplijsting die de minister heeft gegeven van de zero-emissiebussen, de elektrische voertuigen en de hybride voertuigen, bij de vele investeringen die gebeuren en bij de testfases die worden uitgerold.
Ik heb wel een vraag voor u. U stelt voor om te investeren, maar hoe gaat u dat betalen? Wat denkt u te moeten doorrekenen in de prijs per rit wanneer u uw dromen in daden wilt omzetten?
In alle eerlijkheid, bij alles wat we doen moet de vergroening en de vervanging van ons voertuigenpark wel betaalbaar en budgettair haalbaar blijven. Dat is wat deze regering doet. Ik verneem graag van u aan welke prijs u denkt iedereen te laten rondrijden als u uw plannen tot uitvoering wil brengen. Dat zal niet aan de betaalbare prijzen zijn die we vandaag kennen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Uiteraard is onze fractie al jaren voorstander van de vergroening van het wagen- of bussenpark van De Lijn. Misschien moet De Lijn toch in het kader van de klimaatproblematiek uitzoeken hoe we op een betaalbare manier voortgaan met de vergroening van onze bussen, maar ook van de gebouwen waarin De Lijn zit. Ik doe een oproep voor een eigen klimaatplan voor onze openbaarvervoermaatschappij.
Minister, wat is uw mening daarover?
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, u zet een belangrijke stap in de goede richting met de keuze voor de Euro 6-dieselnorm, maar plus est en vous. Voor de vergroening van het voertuigenpark moeten we onherroepelijk die weg inslaan, al was het maar dat het groene alternatief – gas, elektriciteit, waterstof – ondertussen redelijk performant is met een actieradius van 400 kilometer. We hebben daarin een voorbeeldfunctie. Als we in de steden en dorpskernen CO2 kunnen terugdringen, dan moeten we die kans zeker niet laten liggen. We moeten op die weg voortgaan, maar ook nu de keuze maken voor de vergroening van het voertuigenpark van De Lijn.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik kan sommige opmerkingen van mevrouw De Ridder niet zo goed plaatsen. Het feit dat er met zoveel dieselbussen wordt rondgereden, heeft ook kosten die nooit worden betaald, maar wel door de maatschappij, met name de kosten voor milieu en gezondheid. De Lijn heeft wel degelijk een voorbeeldfunctie. Ik herinner me uit een vorige legislatuur dat er met een bepaald bestek een probleem was bij de aankoop van bussen, omdat De Lijn er te weinig duurzaamheidscriteria had ingestopt. Dan kwamen we uit bij goedkope dieselbussen uit het buitenland.
Het is niet vijf voor, maar vijf na twaalf. Ook De Lijn heeft een opdracht. In die zin, minister, was ik deze morgen net niet van mijn stoel gevallen, maar uw communicatie op de radio was toch een beetje bizar. U zei dat een aantal nieuwe technologieën – u gaf het voorbeeld van bussen uit Vlaams-Brabant – nog niet echt betrouwbaar zijn. Vandaag staat de technologie zo ver dat er wel degelijk betrouwbare alternatieven zijn waarin een openbaarvervoermaatschappij een voortrekker zou moeten zijn, in plaats van terug te grijpen naar een technologie waarover heel wat vragen zijn, zeker als het gaat over milieu en gezondheid.
We blijven het voortouw nemen met De Lijn, ook voor nieuwe aankopen, ook in het kader van de beheersovereenkomst. Dit is opgenomen als beslissing van de Vlaamse Regering in het kader van het plan ‘Clean power for transport’. Dat is dus al beslist.
We nemen het voortouw, verstandig, haalbaar en betaalbaar, en soms zijn er nog technologische problemen. We hebben problemen gehad met de waterstofbus in Antwerpen. Desondanks doen we die gigantische investering van enkele miljoenen euro’s voor de aankoop. Voor de acht zero-emissiebussen zitten we zeker boven de 10 miljoen euro. Het is technologie waarin we echt investeren net omdat we het voortouw willen nemen.
Omdat het gaat over nieuwe technologieën die nog niet standaard zijn en nog geen honderdduizenden kilometers hebben gereden, zijn er soms kinderziekten. Dat zal De Lijn er niet van weerhouden te blijven investeren en het voortouw nemen in de vergroening van het wagenpark.
Ik dank de collega’s van meerderheid en oppositie die inzien dat we inderdaad op lange termijn moeten kijken en de inspanningen moeten opdrijven.
Ik wil mevrouw De Ridder en u uitnodigen om af te stappen van het kortetermijndenken dat zo nefast is voor het gevoerde milieu- en klimaatbeleid. We moeten op langere termijn durven kijken. We mogen niet alleen naar de korte termijn en het financiële rendement kijken. We moeten ook kijken naar de kosten verbonden aan de klimaatverandering. We moeten ook kijken naar de kosten verbonden aan ongezonde lucht en de impact ervan op de gezondheid van onze kinderen. We moeten ook kijken naar de kosten verbonden aan lawaaioverlast en dergelijke.
Ik stel voor dat u eens kijkt naar wat minister Schultz van Haegen in Nederland heeft gedaan. U spreekt graag met haar af. Wel, zij heeft beslist om tegen 2025 het openbaar vervoer volledig emissievrij te maken. Ik stel voor dat u een gelijkaardig plan ontwerpt, met als einddatum 2030. Dat is haalbaar en betaalbaar. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijnheer Vandenbroucke, dat is een beter idee dan af te spreken met de Brusselse evenknie, want dat zou weinig opleveren. Uw framing snijdt geen hout. Ook wij denken op de lange termijn. Daarom vind ik het een goede zaak dat u, minister, zei dat in de nieuwe beheersovereenkomst zeker aandacht zal uitgaan naar de vergroening van het wagenpark. Natuurlijk moet dat op een manier gebeuren die budgettair haalbaar is. Het mag niet om dromen gaan waarvan men heel goed beseft dat ze niet haalbaar zijn. Op een verstandige manier werken aan de vergroening van het wagenpark is erg belangrijk, maar het moet op een budgettair verstandige manier gebeuren. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.